Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Mahatma Gandhi

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
  • Scriptie door een scholier
  • 5e klas vwo | 5110 woorden
  • 22 april 2002
  • 50 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
50 keer beoordeeld

Hoe was de politieke en alledaagse situatie in India vóór de komst van de Britten? De Britten namen India over in 1765. De Engelse regering nam toen de leiding over het subcontinent. Maar van wie namen ze die leiding over ? Hoe was de politieke en alledaagse situatie in India vóór de komst van de Britten? In 1526 had de Mongool Zahir ud-Din Muhammad de macht gegrepen in India. Zijn bijnaam was Babur, wat Mongools is voor tijger. Hij was geboren in 1483. Hij was afstammeling van de bekende veroveraars Tamerlaan en Djengis Khan. Babur was pas 12 jaar toen hij al zijn vader opvolgde als gouverneur in het huidige Oezbekistan. Nadat hij in 1503 deze plaats had verloren, vestigde hij zich in 1504 in Kabul, Afghanistan. Vanuit hier probeerde hij zijn macht te vergroten door middel van het veroveren van grote gebieden. Vanuit Kabul ging hij naar het zuid-oosten, waar India lag. Op dat moment was India een staat waar de Sultan van Delhi de vorst van was. Het ging economisch en politiek gezien slecht met India in die tijd, Babur rook zijn kans. In 1526 volgde er een gevecht tussen de 21000 manschappen van Babur en de 100000 soldaten van Sultan Lodi. Lodi verloor, omdat hij tactisch veel minder sterk was als zijn tegenstander Babur. Babur regeerde nu het gehele noorden van India. Babur was voornemens om geheel India over te nemen, maar voordat hij zijn plannen kon realiseren, stierf hij in 1530. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Humayun. Humayun verloor het rijk in 1540 aan Sjah Sher, maar hij wist het in 1955, vlak voor zijn dood, terug te winnen. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Akbar. Akbar (“de grote”) breidde het rijk uit, totdat het een grote had van Afganistan tot de Bengaalse Baai en van de Himalaya tot aan de Godavari rivier. Vele steden werden onder zijn leiding gebouwd, met vele moskees. Tijdens deze periode was de Islam de godsdienst, maar vele Europeanen, en dus ook het Christendom, verwierven een rol in India. Akbar zorgde voor een goede economie. Hij stelde een systeem op voor de economie, dat later ook door de Engelsen gebruikt zou worden. Akbar werd opgevolgd door zijn zoon Jahangir, en die weer door Sjah Jahan. Het is nu inmiddels 1646. Sjah Jahan probeert zijn rijk verder naar het zuiden uit te breiden, iets wat hem niet lukt. Hij wordt opgevolgd door zijn zoon Aurangzeb. Aurangzeb ondernam verschillende pogingen om het zuiden te veroveren. Het zuiden was toen een hindoeïstische staat, geregeerd door een Maharadja. Aurangzeb was veel intoleranter wat betreft godsdienst in vergelijking met zijn voorgangers. Hij legde de niet-moslims belastingen op. Dit leidde tot grote ontevredenheid bij vele inwoners van zijn rijk. In 1707 stierf Aurangzeb. Het echte Mongoolse rijk was nu ten einde, hoewel het formeel bleef voortbestaan. Het was een zeer groot rijk geweest. In 1739 veroverde de Perzische koning Sjah Nadir Delhi. Hij plunderde de stad en zorgde voor een grote economische, maar vooral emotionele klap door de enorme Koh-I-Noor diamant en een enorme troon van massief goud ingelegde met dure edelstenen, te stelen. Sjah Nadir vertrok weer uit Delhi, maar in 1756 werd Delhi weer geplunderd, nu door Afghanen. De situatie in India was dus uiterst onrustig. Politiek gezien was het een chaos, met verschillende machthebbers tegelijk en vele onlusten. Economisch ging het als een gevolg hiervan ook bijzonder slecht met India. De economie zat zwaar in het slop. In het alledaagse leven was ook veel onrust. Natuurlijk merkten de burgers dit door de slechte economie, maar ook wat religie betreft was er veel onrust. Er waren in India Moslims, die vooral in het noorden van India zaten, en Hindoestanen, die zich voornamelijk in het zuiden huisvesten. Ook waren er nog Europese christenen, en een kleine groep boeddhisten. Vooral de Moslims en de Hindoestanen waren zeer intolerant tegenover elkaar, wat vaak leidde tot gevechten. Ondertussen waren vooral Frankrijk en Engeland bezig de gehele wereld te koloniseren. Frankrijk en Engeland vochten met elkaar om de macht in India, uiteindelijk won Engeland. In 1764 hadden de Britten veel oorlogen gewonnen, en hadden nu stevige macht in India. Wat waren de redenen voor het koloniseren van India door de Britten? De voornaamste reden voor de Britten om zich te vestigen in India was de economische reden. De Britten zag goede mogelijkheden om veel winst te behalen in India. Dit uitte zich op een aantal manieren. De Britten, onder aanvoering van de Engelse Oostindische Compagnie, begonnen handelsposten in India. In de handel in Indiase producten, zoals thee, konden flinke winsten gemaakt worden. In Europa was er namelijk een grote vraag naar zulk soort producten. Wanneer Engeland de leiding zou nemen in India, zouden ze het monopolie op deze producten hebben en zo dus economisch er goed op vooruit gaan. De Britten maakten echter nog meer winst door militair handelen. Aan het einde van de 17e eeuw was er in India een conflict tussen de nizam van Hyderabad en zijn tegenstanders, de Maratas en de sultan van Mysore. Hyderabad had gevraagd om hulp van de Britten, en zij waren daar gretig op in gegaan. De Britten versloegen de sultan van Mysore. Na een aantal gevechten werden ook de Maratas verslagen. Oo hier kregen de Britten dus het monopolie. Bovendien hadden ze veel geld ontvangen van Hyderabad voor hun steun. Als derde reden voor het inmengen van de Britten is ook nog de rivaliteit met Frankrijk te noemen. Frankrijk zou graag India willen koloniseren. Uit trots kon Engeland dit niet laten gebeuren, ze zouden Frankrijk niet zo maar hun gang laten gaan. Daarom nam Engeland India over.
Hoe was de politieke en alledaagse situatie in India ná de komst van de Britten ? In 1773 zorgde de Britse regering voor verschillende wetten en regels om de macht van de Britten in India te vergroten. In 1774 werd Warren Hastings de eerste gouverneur-generaal in India. Engeland veranderde vele regels in India om ervoor te zorgen dat ze meer winst zouden behalen. In India waren drie regio’s: Bengalen, Bombay en Madras. In de Bengalen moest de bevolking meer belasting betalen. India moest nu vooral katoen produceren, voor Engeland. Vervolgens moest de bevolking van India hun kleren kopen van Engelse makelij, de Indiase fabrieken werden vernield. Ook de culturele situatie in India veranderde. Tot aan ongeveer 1800 hadden de Britten zich altijd aangepast aan de bewoners van India. De Britten draagden Indiase kleding, leerden de taal Sanskriet en hadden soms Indiase minnaressen. In het begin van de 19e eeuw werden de Indiase gewoonten echter steeds zwaarder beoordeeld. Er waren Britse Christenlijke missies gekomen om de bevolking te evangeliseren. Vele Indiase gewoonten, zoals rituelen bij huwelijken en begrafenissen werden afgeschaft. Op Indiase scholen werd nu Engels gedoceerd. De Indiase literatuur werd tot een minimum beperkt. In 1835 werd Engels de officiële taal van India. In 1849 versloegen de Engelse ook de Sikh-bevolking. Hierdoor werd een weer een groot gebied toegevoegd aan het Britse rijk in India. Ook Sataru, Jaipur, Sambalpur, Jhansi, Nagpur en Oudh werden geannexeerd. Geheel India viel nu onder Brits gezag. Er werden bruggen gebouwd, spoorwegen, wegen, irrigatiesystemen, postbedrijven, en kortingen op slavenhandel en andere volgens de Britten verouderde gebruiken. Waarom leidde het Britse regime tot ontevredenheid onder de bevolking van India ? Allereerst voelde de bevolking van India zich in zijn vrijheid aangetast. India was niet meer een autonome staat, maar werd geregeerd door een verre mogendheid. Dit veroorzaakte onder de bevolking een terecht gevoel van onderdrukking. De economische vernieuwingen van Engeland oogstten natuurlijk ontzettend veel ontevredenheid bij de Indiase bevolking. De Indiase katoenproducenten
verloren hun eigen marktpositie. Ze konden niet meer gewoon concurreren, maar moesten verplicht voor de Britten produceren. Ze kregen een lagere prijs van de Britten dan dat ze op de open markt zouden hebben gekregen. Dit was de eerste financiële achteruitgang voor de bevolking. Bovendien waren er alleen nog maar kleren te verkrijgen van Britse makelij. De Britten bepaalden de prijzen, en deze lagen vrijwel altijd hoger dan de originele Indiase prijzen. Ook andere producten werden in prijs verhoogd, met als doel meer winst voor Engeland. Hierdoor ging de koopkracht van de Indiase bevolking sterk achteruit, en werden ze dus, makkelijk gezegd, armer. Geen enkel individu is natuurlijk blij met een achteruitgang van de koopkracht, en dus ook de Indiase bevolking niet. De poging van de Britten om de Indiase bevolking te evangeliseren stuitte de Indiase religieuze leiders natuurlijk tegen de borst. Zij vonden dat de Islam, dan wel het Hindoeïsme de nationale religie zou moeten zijn, en zeker niet het Christendom. Vele rituelen en gewoonten werden afgeschaft. Vele van deze gewoonten waren al eeuwen oud en waren een zuivere traditie, die nu maar in eens weg moest. Dit zorgde voor veel ontevredenheid bij de Indiase bevolking. Op het feit dat er ook Engels werd gedoceerd op de Indiase scholen was aanvankelijk niet erg veel kritiek, het zou immers de algemene kennis vergroten. Toen Engels als officiële taal van India werd ingesteld in 1835, leverde dit wel veel kritiek op van de Indiase bevolking. Weer werd een deel van de Indiase identiteit afgenomen, iets wat veel pijn deed bij de bevolking. Wat was de reactie van de bevolking van India op deze ontevredenheid ? Door de grote ontevredenheid onder de Indiase bevolking kwamen er steeds meer bewegingen tegen het Britse bewind. De eerste echte concrete vorm van verzet vond plaats in 1857. Een groep Indiase soldaten pleegde muiterij bij de Engelse Oostindische Compagnie in Meerut, ten noordoosten van Delhi. Deze soldaten moesten nieuwe geweren gebruiken, die, om aangestoken te worden, aan de top van de kogels diende te worden afgebeten. Er gingen geruchten dat deze toppen waren gemaakt van het vet van koeien en varkens. Dit zette kwaad bloed bij de Hindoes en de Moslims, daar Hindoes koeien als heilig beschouwen en Moslims varkens onrein vinden. Nadat deze Indiase soldaten Meerut hadden overgenomen, marcheerde ze naar Delhi. Zij vonden dat een afstammeling van de oude Mongoolse leiders, Sjah Bahadur II, de macht weer moest nemen. De opstand spreidde snel en al gauw waren velen bewegingen in opstand tegen de Britten. Britten werden vermoord en wapendepots werden belegerd. Engeland kan naar verloop van tijd te muiterij stoppen, in 1859, na wreedheden van beide kanten. Omdat deze muiterij voor veel angst zorgde bij de Britten, werd in 1858 de macht in India van de Engelse Oostindische Compagnie overgedragen naar de Britse kroon. Er was nu dus sprake van directe macht van de Britten. Mongoolse leiders werden verbannen. Koningin Victoria van Engeland tekende met 560 enclaves een overeenkomst, waarin stond dat de Indiase prinsen in hun gebied autonomie kregen, maar loyaal waren aan Engeland. Dit was ongeveer ¼ deel van de Indiase oppervlakte, en 1/5 deel van de Indiase bevolking. Deze enclaves zouden onder het Britse gezag vallen tot de Indiase onafhankelijkheid, in 1947. De Britten voerden ook een nieuw administratief stelsel in. Bovendien werd het leger georganiseerd, er kwamen minder Britse soldaten in verhouding tot Sikhs, aangezien die bevolkingsgroep loyaal was geweest in de strijd tegen de muiterij. Soldaten die ongehoorzaam waren geweest werden zorgvuldig uit het leger gegooid, zodat Engeland op het leger kon rekenen. Nu Engeland nog dichter bij India stond, werd de Indiase economie nog meer afhankelijk van de Engelse economie. Door de opening van het Suez Kanaal in 1869 werd de vaartijd van Engeland naar India verkort van ongeveer 3 maanden naar 3 weken. Zo kon Engeland nog meer druk uitoefenen. Engeland nam in India vrijwel de gehele economie over, waardoor die vooruit ging. Indiase ondernemers werden tegengewerkt bij de poging om zelf fabrieken te beginnen. Economisch gezien ging de Engelsen er sterk op vooruit, de Indiase bevolking merkte bar weinig van deze hoogconjuctuur. Hoewel er wel moderne industriën bijkwamen, bleef India voor het overgrote deel een agrarische staat. Slechts 5 % van de bevolking werkte in fabrieken. Het was mogelijk voor Indiase politici om ook daadwerkelijk invloed te verwerven in de Indiase politieke, al was dit bijzonder moeilijk. Voor het toegelaten worden tot het bestuur, moesten de politici in Engeland jarenlang studeren. Alleen diegenen die voldeden aan de wensen van de Engelsen werden toegelaten. De ontevredenheid bij de bevolking uitte zich vooral bij de Indiase elite, die Engels gestudeerd hadden en die taal beheersten. Dit waren vooral journalisten, leraren en advocaten. In 1885 vormden deze mannen het Indiase Nationale Congres. Het belangrijkste standpunt van deze partij was dat de Indiase veel meer invloed op het dagelijks bestuur moest krijgen. Ook vond deze partij, onder leiding van Naoroji, dat Engeland India uitperste, wat betreft economie. Zo moesten bijvoorbeeld de bewoners van India hoge belastingen betalen om de salarissen van Engelse ambtenaren te kunnen bekostigen. Deze partij had weinig succes. Meer succes bij de bevolking hadden Hindoestaanse extreme nationalisten, die veel radicaler waren, en bovendien minder intelligent. Zij gingen echt de strijd aan met de Britten, en weigerden de discussie. Toen het district Bengalen werd opgesplitst in verschillende andere provincies (Hindoestaanse en Islamitische) was voor veel van de inwoners van dat gebied de maat vol. Zij waren zeer ontevreden en wilden actie. Velen namen deel aan terroristische groepjes en vermoorden Britse ambtenaren. De Moslims wilden inmiddels onafhankelijkheid van India. Zij zagen het niet zitten om in een volledig democratisch India sámen met Hindoestanen en Engelsen te regeren. Zij vormden de Muslim League. Deze partij had niet veel aanhangers, maar zou later een belangrijke rol spelen bij de onafhankelijk van India. Uiteindelijk werd de splitsing van Bengalen herroepen, in 1911. Calcutta werd de hoofdstad van Bengalen. Calcutta was nu niet meer de hoofdstad van India, dat werd Delhi, dat nu New Delhi genoemd werd. Hoe raakte Mahatma Gandhi betrokken bij deze problemen van de Indiase bevoling? Mahatma Gandhi had vanaf zijn geboorte al een sterk rechtvaardigheidsgevoel. Het is dan ook niet voor niets dat hij in 1888 besloot om naar Engeland te vertrekken om daar rechten te gaan studeren. Hij bleek een zeer intelligente student en slaagde binnen 3 jaar tijd voor Frans, Latijn, natuurkunde, algemeen- en Romeins recht. Na zijn studie in Engeland vertrok hij weer naar India in de hoop daar een mooie carrière te kunnen beginnen. Mahatma Gandhi heeft twee jaar lang geprobeerd zich te installeren als een gewaardeerde advocaat, maar hierin slaagde hij uiteindelijk niet. Toen besloot hij om naar Zuid-Afrika te vertrekken, omdat hij daar bij een rijke Indiase zakenman aan de slag kon, voor één jaar. Het bleef echter niet bij dat ene jaar, want Gandhi heeft maar liefst 21 jaar in Zuid-Afrika doorgebracht. In deze 21 jaar kwam Gandhi erachter dat de zwarten erg werden achtergesteld. In de meeste staten hadden de Indiërs die naar Zuid-Afrika gehaald werden om te komen werken op de plantages geen stemrecht. Zij mochten het vuile werk op knappen en hadden geen kans zich omhoog te werken. Dat de Indiërs zo achtergesteld waren bleek bijvoorbeeld wel toen Gandhi in een eerste klas treincoupé zat, naast een blanke zakenman. De blanke zakenman weigerde bij een ‘koelie’ in de coupé te zitten en haalde de treinconducteur erbij. Deze gooide Gandhi, nadat deze had geweigerd de coupé te verlaten, letterlijk de trein uit. Gandhi besloot wat aan de achtergesteldheid van de Indiërs te gaan doen. Hij werd leider van de Indische Gemeenschap in Zuid-Afrika en zei tegen de Indiërs dat ze wat aan hun hygiëne moesten gaan doen. Als ze erg erg verzorgt uit zouden zien, dan zouden ze beter geaccepteerd worden, dacht Gandhi. Ze moesten ook proberen een beetje te integreren in de Westerse cultuur. Als laatste stelde Gandhi ook nog een corps ambulanciërs op, die de Britten verzorde tijdens hun strijd tegen de boeren. Toen echter later bleek dat al deze pogingen tot integratie geen invloed hadden op de denkwijze van de Britten over de Indiërs wist Gandhi zich ook geen raad meer. Hij werd in Zuid-Afrika meerdere malen opgepakt wegens het aanzetten van de bevolking tot openbare ongehoorzaamheid en heeft ook meerdere malen in een gevangenis gezeten. Door alles wat Gandhi in Zuid-Afrika te zien kreeg besloot hij te gaan strijden voor de mensenrechten. Gandhi veranderde langzaam maar zeker van in een zelfverzekerde leider. Toen hij na 21 jaar weer terugkeerde in India, werd hij daar verwelkomt door een grote groep Indiërs, die al veel over hem hadden gehoord. Een net opgerichtte politieke partij die streefde voor de onafhankelijkheid van India bood hem zelfs een plaats in de partij aan, maar deze weigerde hij vooralsnog, omdat hij eerst het land zelf beter wilde leren kennen. Hij was immers 21 jaar afgesloten geweest van zijn moederland. Gandhi had in de korte tijd dat hij in India was al een hoop volgelingen achter zich, die geloofden dat deze man wel eens de man zou kunnen zijn die de onafhankelijkheid zou kunnen bewerkstelligen. Gandhi deed vooralsnog zelf geen concrete pogingen iets aan de politieke situatie in India te veranderen. Het leven van zijn volgelingen werd gekenmerkt door het zoeken naar de waarheid eerlijkheid en armoede. Gandhi´s volgelingen werden streng gelovig ´opgevoed´. De sterke geloofsovertuiging, nobele idealen en de warme persoonlijkheid van Gandhi oefenden zo’n aantrekkingskracht uit dat hij alsmaar meer volgelingen kreeg. Omdat het er tijdens de Eerste Wereldoorlog in 1917 somber uitzag voor de Britten, liet de Britse onderkoning in India Gandhi bij hem komen, en vroeg hem om hulp. Mahatma Gandi was bereid deze hulp te bieden, omdat de Britten beloofden dat zelfbestuur mogelijk was na de oorlog, mits de Indiërs hen wilde helpen. Het sterke rechtvaardigheidsgevoel van Gandhi speelde een belangrijke rol bij deze beslissing. Toen na de oorlog echter bleek dat er helemaal geen zelfbestuur inzat voor de Indiërs voelde Gandhi zich bedrogen. Op dat punt besloot hij zich definitief tegen de Britten te keren, en acties tegen de Britten te gaan ondernemen. Welke middelen heeft Mahatma Gandhi aangegrepen om het Britse regime omver te werpen? Na zijn beslissing zich tegen het Britse regime te keren, nadat deze de Indiërs valse beloften had gedaan, is Gandhi de stijd met de Britten aangegaan. Hij was ondertussen lid geworden van Het Nationale Indiase Congres. Dat was de politieke partij die streefde naar de onafhankelijkheid van India. Gandhi wilde op enkele verschillende manieren zijn doel (de onafhankelijkheid van India) bereiken. Zijn idee was om zoveel mogelijk Indiërs over te halen zich te verzetten, en geweldloos zich te ontdoen van het Britse regime. Om de onafhankelijk van de Britten te bewerkstelligen had Gandhi de hulp van de Indiase bevolking nodig. In plaats van tanks, vliegtuigen en geweren, had Gandhi een ander wapen die hij in de strijd zou gaan gooien, namelijk het volk van India aanzetten tot het streng naleven van verschillende principes, zodat op den duur zonder veel onnodig bloedvergieten India weer zelfstandig zou worden. Een van de belangrijkste principes die zouden moeten worden nageleefd door de Indiase bevolking was de zogenoemde Samakhava, een principe afkomstig uit een belangrijk heilig boek van de hindoeïsten, namelijk de Bhagavad Gita. Dit principe schrijft voor dat men zich niet in de war mag laten brengen door pijn, onrechtvaardigheid, vreugde, verdriet, kortom: alle factoren die mogelijkerwijs invloed kunnen hebben op de gemoedstoestand van de Indiërs. Hiermee wilde Gandhi bereiken dat bij de Indiase bevolking het besef kwam dat wanneer men onafhankelijk zou willen zijn, men zal moeten werken aan rechtvaardigheid, zonder angst te hebben voor mislukking en zonder de hoop op succes. Want niet alleen is het doel belangrijk, maar ook de manier waarop men dit doel probeert te bereiken. Een tweede belangrijke principe is de Ahisma. Ahisma is een woord uit het Sanskriet dat letterlijk ´ieder verlangen om te doden missen´ betekend. Het Sanskriet is een inmiddels uitgestorven taal die vroeger in India werd gesproken. Ahimsa staat dus voor de geweldloosheid tegenover van alle levende wezens, en is daarom misschien zelfs wel het belangrijkste principe dat Gandhi hanteerde. Ahisma betekent naast de geweldloosheid ook dat je geen enkele vorm van leven mag kwetsen. Omdat Gandhi de Ahisma streng naleefde (en het zelfs zag als een wet), en hoopte dat de Indiase bevolking dit ook zou doen, was hij om die reden dan ook vegetarisch. Het principe Ahisma staat aan de basis van een ander belangrijk principe, namelijk de Satyagraha. Satyagraha is een woord dat Gandhi zelf gemaakt heeft en bestaat uit de volgende twee elementen: satya (wat ´waarheid´ betekent), en agraha (wat standvastigheid betekent). De betekenis van het woord is dan ook: “kracht van de waarheid”. Hiermee wilde Gandhi zeggen dat de Indiase bevolking de toegebrachte pijn door het Britse regime moest slikken, en relativeren, zonder meteen met geweld terug te vechten. Hiervoor moest de bevolking dus moed, kracht en zelfbeheersing hebben. Die putten zij uit de woorden van de grote leider Mahatma Gandhi. Om de strijd geheel geweldloos te laten verlopen, moest dit principe dus streng nageleefd worden. Om de gehele bevolking dit principe te leren hield Gandhi regelmatig Satyagraha-campagnes. Hierbij riep hij grote delen van de bevolking op tot zogenoemde ´hartals´. Een hartal is een dag van bidden en vasten, die massaal gevolgd werden. Hierdoor werd ook het geloof in Gandhi en zijn principes vergroot. Het vierde belangrijke principe dat Gandhi de Indiase bevolking aan leerde was de Aparigraha. Aparigraha betekent letterlijk: “Het niet bezitten van materiële goederen”. Gandhi koos voor leven in pure armoede. Hij gaf werkelijk alle luxe op, zoals zijn huis, mooie kleding etc. Gandhi wilde hiermee een geestelijke rijkdom verwerven. Deze prevaleerde hij boven de materiële rijkdom. Volgens Gandhi kan iemand het leven pas echt waarderen als je je niet kon bedienen van alle luxe, je geest zou zich dan maximaal kunnen ontwikkelen. Bovendien was je van de meeste zorgen af, zolang je maar te eten had. Hierdoor werd het volk van India toleranter en meer bestand tegen het Britse regime. Om al deze principes het volk bij te brengen heb je een sterke leider nodig. Gandhi was in staat om met zijn campanges het hele volk te enthousiasmeren. Iedereen volgde Mahatma Gandhi, en was bereid tot het uiterste te gaan om de onafhankelijkheid van de Britten te realiseren. Dit is uiteindelijk ook gelukt, en wel zonder al te veel zinloos bloedvergieten, juist omdat het volk zich zo massaal achter hun leider schaarde.
Wat was de reactie van de Britten op deze invloed van Mahatma Gandhi? Mahatma Gandhi toonde veel verzet. Hij voerde een campagne tegen het Britse regime, die “ongehoorzaamheidcampagne” werd genoemd. Hij werd vastgezet, en kwam pas in 1923 weer vrij. Zijn invloed bij het Indiase volk was op het moment dat hij werd vrijgelaten gedaald. Gandhi’s partij werd radicaler. De partij kreeg een nieuwe leider : Jawaharlal Nehru. Nehru was geboren op 14 november 1889. Hij had in Cambridge gestudeerd, was dus bijzonder intelligent. In 1919 ging Nehru de politiek in. Hij was radicaler en militanter dan Gandhi. In 1930 werd Gandhi weer gevangengezet, weer door een daad van ongehoorzaamheid. Toen Gandhi weer vrij was, nam hij deel aan de Londense Rondetafelconferentie. Gandhi was de enige afgevaardigde van het Indiase Nationale Congres. De conferentie was geen succes. Het had het verschil tussen de Indiërs onderling vergroot. Gandhi’s vertrok weer naar India. Zijn vertrouwen had een deuk opgelopen, maar hij wilde toch doorgaan. Hij zou nooit meer naar Groot-Brittanië terugkeren. In 1932 werd Gandhi weer eens gevangen genomen, wegens het doorgaan van acties tegen de Britten. Hij ging over tot een hongerstaking. De Tweede Wereldoorlog brak uit. Gandhi nam geen duidelijk standpunt in. Pas in 1942 kwam hij met nieuwe politieke ideeën. Met zijn partij nam hij een resolutie aan waarin werd gevraagd om onmiddellijke beëindiging van het Britse regime in India. Gandhi werd weer gevangengezet, samen met vrienden en andere congresleiders. Nu brak er geweld uit in India. Gandhi kon het niet stoppen, hij zat immers in de gevangenis. Hoe loopt het af voor de bevolking van India en de Britten? In 1935 tekenen de Britten en die Indiërs een verdrag. De Indiase bevolking krijgt meer macht en onafhankelijkheid. Gandhi en zijn aanhangers zijn redelijk blij, veel anderen Indiërs willen volledige onafhankelijkheid. In 1941 worden politieke leiders vrijgelaten die in 1940 naar vele ongeregeldheden waren vastgezet. Dit zorgt voor veel tevredenheid bij de bevolking. Ze worden ook weer slagvaardiger, en feller tegen het Britse regime. In 1942 waren er weer vele ongereldheden. Onder andere Nehru en Gandhi werden vastgezet. Het was ondertussen de tijd van de Tweede Wereldoorlog. De Japanners vochten aan de grens van India en trokken ook landinwaarts. Dit zorgde voor veel angst bij de Indiërs en om een sterke roep om onafhankelijk, van welke mogendheid dan ook, te kunnen leven. In 1944 wordt Gandhi vrijgelaten. Hij gaat praten met de extreme leider Jinnah om samen tegen de Britten te kunnen strijden, maar ze komen er niet uit samen. Hun ideeën liepen op teveel punten uiteen. In 1946 kwam er een interimregering in India met vele Indiase partijen erin. Door de onstilbare honger naar onafhankelijkheid van de Indiase bevolking leek India steeds meer op een anarchie. Op 28 april 1949 is de onafhankelijkheidsverklaring dan eindelijk een feit. Mountbatten en Nehru tekenen het verdrag. Hoe loopt het af voor Mahatma Gandhi? Mahatma Gandhi is er uiteindelijk niet in geslaagd zijn missie te volbrengen. Zijn doel was namelijk één verenigd onafhankelijk India. Op 30 januari 1948 had Gandhi een gesprek gehad met de Indiase minister van binnenlandse zaken, Patel, en direct daarna moest hij weer aanwezig zijn bij zijn dagelijkse gebedsbijeenkomst om klokslag vijf uur. Er waren ongeveer twee- à driehonderd mensen aanwezig bij de gebedsbijeenkomst. Toen hij omhoog was geklommen en zich klaar maakte voor de gebedsdienst drong plotseling een man van een jaar of 30 zich naar voren. Hij pakte een geweer een vuurde enkele schoten af op Mahatma Gandhi. Het laatste was Gandhi nog uit kon brengen was “Hey Rama”, wat vertaald kan worden met “O God”. Gandhi wist goed dat er steeds meer mensen waren die zich tegen hem keerden, en hij wist ook dat er complotten bestonden tegen hem. Hij verwachte dan ook dat hij zo aan zijn einde zou komen. Het was niet eens de eerste keer dat iemand hem probeerde te vermoorden. Ook als jong advocaat in Zuid-Afrika werd hij eens door een Indiase moslim aangevallen. Deze beweerde namelijk dat Gandhi verraad pleegde en bedreeg hem toen met de dood. Gandhi bleef er echter nuchter over en bleef ten alle tijden rationeel denken. De moordenaar van Mahatma Gandhi bleek een fanatieke Hindoe uit Poona te zijn. Zijn naam was Nathuram Godse. Een van de belangrijkste motieven voor hem en zijn samenzweerders was het feit dat de India regering, onder druk van Gandhi, voor een bedrag van 550 miljoen roepies aan Pakistan aflostte. Gandhi, een man die zijn hele leven voor geweldloosheid was geweest, werd door een Hindoe dood geschoten. Wat Gandhi wilde bereiken, één verenigd onafhankelijk India, is hem ondanks alles niet gelukt. Toch is Gandhi heel belangrijk geweest voor India. Hij wordt door het Indiase volk nog steeds beschouwd als de vader van het land en als de grootste leider. Gandhi leerde zijn volk oprechtheid en zelfrespect. Hij gaf zijn volk het revolutionaire middel in handen om op te komen voor haar rechten: de satyagraha. Dit was een ‘erfenis’ die Gandhi niet alleen aan India naliet, maar ook aan de hele wereld. De Amerikaanse negerleider Martin Luther King schreef eens: “Gandhi was onvermijdelijk. Als de Mensheid vooruitgang moet maken, is Gandhi onontkoombaar. Hij leefde, dacht en handelde vanuit de inspiratie van een visioen… Het visioen van de mensheid die zich ontwikkelt in de richting van een wereld van vrede en harmonie. Alleen op eigen risico kunnen we Gandhi over het hoofd zien” Was de rol die Mahatma Gandhi speelde daadwerkelijk van doorslaggevende betekenis, of had Mahatma Gandhi slechts een bijrol, en had de bevolking van India het Britse regime ook zonder Mahatma Gandhi kunnen omverwerpen? Gandhi heeft met zijn invloed in feite bereikt dat na een langdurig lijden van de bevolking, en de Britten ‘in de weg lopen’ met de publieke ongehoorzaamheden, India uiteindelijk toch nog zelfstandig is geworden, en dat de Britten moesten wegtrekken uit hun oude kolonie. Als er nu eens geen persoon als Mahatma Gandhi de leiding had genomen in de strijd tegen het Britse regime was het ongetwijfeld heel anders verlopen. Deze leider had de bevolking bijvoorbeeld aan kunnen zetten tot een geweldadige revolutie, waar aan beide kanten veel verliezen geleden zouden worden. Misschien dat er dan met zo’n leider zelfs veel sneller zelfstandigheid bereikt zou worden. In dit opzicht is Mahatma Gandhi dus niet de persoon geweest die zou hebben gezorgd voor de onafhankelijkheid in India. Wij zijn dan ook van mening dat de invloed van Gandhi op de uiteindelijke onafhankelijkheid van India slechts beperkt is geweest. Zijn invloed op de bevolking van India was natuurlijk enorm. Mensen waren bereid hun hele leven in te ruilen voor een troosteloos bestaan, en men was zelfs bereid desnoods de gevangenis in te gaan. Een man die mensen tot zoiets kan overhalen heeft natuurlijk een grote invloed, al is het vooruitzicht van onafhankelijkheid een reden op zich. De bevolking van India had dus een leider nodig om de krachten te bundelen. Deze leider is dus Mahatma Gandhi geworden. De ideeën van Gandhi hebben er dus voor gezorgd dat zonder veel bloedvergieten de onafhankelijkheid uiteindelijk toch nog bereikt is. Maar Gandhi was dus niet noodzakelijk nodig voor deze onafhankelijkheid. De bevolking van India had dus waarschijnlijk zonder Gandhi zelfs eerder zelfstandigheid bereikt. Toch denken wij dat het beter is dat Gandhi de opstand heeft geleid. De strijd tegen het Britse regime heeft nu misschien een stuk langer geduurd dan misschien nodig was, maar er zijn niet veel onschuldige slachtoffers gevallen. De ideeën van Gandhi zijn dus in principe ‘revolutionair’ nieuw. Juist door zelf te lijden zelfstandigheid bereiken lijkt een paradox, maar Gandhi heeft bewezen dat dit misschien wel de beste manier is om te bereiken wat je wilt bereiken. Het is echter maar de vraag of er in de toekomst leiders zullen zijn die gebruik maken van de ideeën van Gandhi, en of de bevolking er wel voor te porren is, want je moet je leven geheel aan gaan passen voor iets dat je misschien zelf niet eens meer meemaakt gezien de duur van een dergelijke strijd. Kort samenvat denken wij dus dat er ook wel zelfstandigheid in India bereikt was, zonder Mahatma Gandhi. Het enige dat Gandhi toe heeft kunnen voegen is dat er geen onschuldige slachtoffers zijn gevallen. De rol van Mahatma Gandhi in de strijd tegen het Britse regime was dus niet noodzakelijk, maar wel wenselijk. Literatuurlijst Boeken
Auteur Titel Jaar van Uitgave
Karl R. Seufert
Gandhi, een leven zonder geweld geweld
1992
M. Nicholson
Mahatma Gandhi, vrijheidsstrijder zonder geweld
Onbekend
Louis Fischer
Mahatma Gandhi
1950
Internetsites
We hebben vele internetsites gebruikt, vooral voor het vinden van afbeeldingen. De belangrijkste informatie vonden we op volgende sites: http://encarta.msn.co.uk
http://www.gandhiserve.com
http://www.nymphy.nl/gandi.htm
http://www.mahatma.org
http://www.mkgandhi.org

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.