Machiavelli

Beoordeling 7.7
Foto van een scholier
  • Scriptie door een scholier
  • 5e klas vwo | 5425 woorden
  • 28 mei 2001
  • 93 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
93 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Inleiding

Deze scriptie gaat over de Italiaanse staatsfilosoof en schrijver Machiavelli. Machiavelli werd in 1469 geboren en was lid van een redelijk rijke Toscaanse familie. Hij had een goede opleiding en leerde ook Latijn. Dit was zeer belangrijk want later schreef hij de Discorsi sopra la prima deca di Titio Livio waarin hij aan de hand van de Latijnse teksten van Livius beschreef hoe een republiek functioneerde. Hij ging werken als diplomaat bij de regering van Florence, die op dat moment in handen was van het volk dat onder leiding van Savonarola de Medici’s had verdreven, en ging op meer dan 30 diplomatieke missies. Daar leerde hij de politieke wereld kennen en dit vormde ook de basis voor de Discorsi en Il Principe, waarin hij beschrijft hoe een alleenheerser moet regeren. Toen de Medici’s weer aan de macht kwamen werd hij verbannen en in zijn ballingschap schreef hij Il principe.

Over Machiavelli is nu nog een discussie gaande met aan de ene kant de geleerden die beweren dat Machiavelli slechts zijn boeken schreef om toepasselijk te zijn in de tijd waarin hij toen leefde, en aan de andere kant geleerden die vinden dat Machiavelli’s boeken klassiekers zijn omdat ze handelen over de eeuwige problemen van de staat, zoals oorlog en de verhouding net het volk.
Ik ben geïnteresseerd geraakt in Machiavelli en zijn denkbeelden omdat er op het nieuws soms sprake is van een Machiavellistische politicus, waarmee er meestal bedoelt wordt dat de politicus corrupt en onderhands is en vindt dat alle middelen het doel heiligen. Ik wilde graag weten wat Machiavelli’s theorieën zijn en waarom ze altijd worden gebruikt voor slechte doeleinden, zoals Hitler die Machiavelli’s theorieën gebruikte om te betogen dat alle middelen het doel heiligen. Ik wilde graag weten of de ideeën van Machiavelli echt zo verdorven zijn.
Op de manier kwam ik tot mijn hoofdvraag, namelijk : ‘Hoe moet volgens Machiavelli een vorst zijn staat op de beste manier regeren en uitbreiden ?’.
Ik zal eerst vertellen welke verschillende soorten staten er bestaan volgens Machiavelli, vervolgens zal ik uitleggen hoe een heerser een oorlog moet voeren en tot slot zal ik vertellen hoe een heerser volgens Machiavelli zijn staat uit moet regeren om dan toe te komen aan mijn conclusie.
Wat zijn de verschillende soorten vorstendommen en hoe maak je ze eigen volgens Machiavelli ?

1. Het erfelijk vorstendom
Het erfelijk vorstendom is een staat die overgeleverd wordt binnen een bepaalde familie, zoals bijvoorbeeld de Habsburgers die altijd de koningen van het Habsburgse rijk zijn geweest. Deze is volgens Machiavelli makkelijk te besturen mits de bestuurder op dezelfde wijze het rijk bestuurt als zijn voorganger dat deed en hij op de goede manier op de gebeurtenissen reageert. Deze staat zal dus niet snel in opstand komen, want de mensen zijn al gewend aan de manier van besturen en zullen dus niet anders doen dan dat ze altijd deden. Eén van de weinige redenen waarom de zittende heerser verstoten kan worden is als een veel sterkere buitenlandse macht het land binnenvalt, maar ook dan is het land zo terug bij de rechtmatig heerser, want de mensen zijn zó gewend aan hun eigen heerser dat zij zich aan zijn zijde zullen scharen zodra hij terugkeert.
Een voorbeeld dat Machiavelli aanhaalt is de Hertog van Ferrara , die na verovering door de Paus Julius II en de Venetianen weer terugkeerde omdat de bevolking zich na een poos tegen de veroveraars keerde.
De erfelijk vorst hoeft zich zelden te beroepen op wreedheden om de bevolking in toom te houden maar meer aandacht moet hij besteden aan het verzorgen van populariteit want zo zal hij hun genegenheid altijd zullen behouden.

2. Het gemengde vorstendom
Nieuwe problemen duiken echter op als de vorst een andere staat veroverd en die bij de al bestaande staat voegt. Het volk zal zich sneller tegen de vorst keren want eerst zal het verwachten dat de nieuwe koning hen beter zal behandelen en dat het er dus op vooruit gaat. Maar zodra het volk er achter komt dat het er juist op áchteruit gaat zal het problemen gaan geven. De nieuwe vorst moet daarom hen toch lastig vallen met de aanwezigheid van soldaten en de problemen en wreedheden die bij elke invasie en verovering plaatsvinden. Zo keert dus de bevolking zich snel tegen de heerser.
Een ander probleem is dat de mensen die de koning op de troon hebben geholpen zich tegen hem zullen keren, want de koning kan nooit aan al hun verlangens genoegen doen. Hard tegen deze mensen optreden kan ook niet want de veroveraar heeft toch bepaalde verplichtingen tegenover diegenen die hem op de troon hebben geholpen.
Een vorst die een land in opstand, dat hij voor de tweede keer probeert te veroveren, verovert zal een stuk minder problemen tegenkomen, want ‘ gebruik makend van de opstand kan hij minder scrupuleus optreden dan de eerste keer, want hij kan de schuldigen straffen, laat de verdachten bewaken en versterkt de zwakste plaatsen’.
Als de twee landen aan elkaar grenzen en dezelfde taal spreken, dan zijn er weinig verschillen tussen de twee volkeren en zullen de twee makkelijk in elkaar opgaan. Het enige wat de veroveraar dan nog hoeft te doen is het met wortel en tak uitroeien van de vorige heerser(s) en zijn familie. Dit is absoluut noodzakelijk want anders zal deze familie altijd terugkeren om het rijk weer op te eisen en zal hierbij de steun van de bevolking verkrijgen.
Een heel andere situatie ontstaat als de twee landen in taal, gebruiken en orde verschillen, dan moet de veroveraar gewoon geluk hebben én hij moet zich er vestigen. Als de veroveraar ter plekke is kan hij groeiende onrusten en opstanden gelijk de kop indrukken, als hij dit niet doet dan is de opstand te groot om bedwongen te worden, als het nieuws hem eenmaal bereikt. Nog een voordeel ontstaat als de vorst zelf in het veroverd land gaat wonen, namelijk dat de ambtenaren het veroverde land niet zullen uitbuiten omdat hij hen direct kan controleren.
Een ander goed middel is het stichten van nieuwe koloniën in het veroverde land, want zo krijgen de landen onderling beter contacten, en de heerser hoeft geen duur leger te onderhouden in het veroverde land. De enigen die van deze methode nadeel ondervinden zijn diegenen aan wie de huizen zijn ontnomen om ruimte te maken, maar deze zijn toch zo ver verspreid dat ze geen problemen zullen vormen.
Wat ook nuttig is, is dat de minder machtigen ( bv. de adel ) zich bij de indringer zullen aansluiten omdat ze hopen erop vooruit te gaan. Wat de heerser moet doen is deze mensen in hun waarde laten en iets machtiger laten worden, zodat zij dankbaar zijn en nooit vergeten dat de heerser ze machtiger heeft gemaakt.
Er zijn volgens Machiavelli dus eigenlijk maar twee oplossingen, óf de bevolking moet geassimileerd worden óf de bevolking moet vernietigd worden.
3. Nieuwe steden of staten die volgens eigen wetten leefden
Over deze veroveringen kan men kort zijn, want er zijn volgens Machiavelli maar drie manieren waarop deze steden/staten gehanteerd kunnen worden :
1. Het verwoesten van de stad/staat
2. De vorst kan er gaan wonen (zie 2.)
3. De vorst kan een oligarchie in het leven roepen om het land te besturen.
Deze oligarchie zal nooit vergeten van wie het de macht heeft verkregen en zullen dus ook alles doen om die gevende vorst te beschermen. Hetzelfde doet de vorst in een stad, waarbij enkele rijke burgers de oligarchie vormen.
4. De nieuwe vorstendommen die de vorst zelf heeft veroverd.
Of de nieuwe heerser de staat zal beheersen ligt vooral aan zijn eigen kwaliteiten, en een combinatie van wilskracht en geluk. Hij zal vooral obstakels tegenkomen op staatkundig gebied, zoals andere staten die zijn regering niet accepteren, en sociale problemen: de bevolking wil de regering niet erkennen. De beide moeilijkheden zijn gemakkelijk te overwinnen als men maar handig genoeg is.
5. Nieuwe vorstendommen die door vreemde hulp of door geluk verkregen zijn
- De heerser die zijn koninkrijk heeft verkregen door geluk ondervindt tijdens het verkrijgen zelf geen problemen, aangezien het rijk hem in de schoot geworpen wordt. De problemen beginnen pas tijdens zijn regering, want hij is geheel afhankelijk van zijn eigen kwaliteiten als heerser en als deze niet groot genoeg zijn dan zal hij snel ten van komen.
- De problemen die de heerser tegenkomt die zijn rijk dankzij anderen heeft verkregen, zijn nog veel groter, aangezien hij nog veel afhankelijker is van de andere (met de soldaten) dan diegene die het rijk door geluk heeft verkregen, want deze heeft geen enkele macht van zichzelf en bestaat alleen bij gratie van de ander en kan ook snel vervangen worden.
Beide vormen van het verkrijgen van een koninkrijk zijn volgens Machiavelli geheel onwenselijk.
6. De vorst die gekozen wordt.
Iemand kan op twee manieren gekozen worden tot leider, het is óf zo dat het gewone volk hem tot leider verkiest om het te beschermen tegen de adel en andere hooggeplaatste mensen,
óf dat de adel hem kiest. Deze leider wordt dan gekozen vanuit het opstandige volk zelf, om hen te beschermen tegen het volk dat zij zelf niet meer kunnen overmeesteren, de adel hoopt dan het volk te kunnen blijven besturen vanachter de troon.
Het is niet goed om verkozen te worden door de adel want dan zal het vaak zo zijn dat het volk zich tegen de nieuw gekozen vorst keert en dit kan men nooit onderdrukken, aangezien het er veel te veel zijn. Bovendien zijn de vragen van de adel altijd veel extremer en groter dan die van het volk, wat, omdat het veel minder gewend is, veel minder extreme dingen vraagt behalve dan dat het niet onderdrukt meer wenst te worden.
Een heerser verkozen door het volk zelf ondervindt veel minder tegenstand te ondervinden want hij zal alleen maar tegenstand ondervinden van de adel, en aangezien dat er maar weinig edelen zijn zal dat niet al te veel problemen opleveren.
7. De geestelijke vorstendommen
Het probleem met geestelijke vorstendommen (Machiavelli heeft het hier over het Vaticaan ) is niet zozeer in het besturen van zo’n staat, want de leider is door zijn positie als hoofd van de godsdienst toch bijna onkwetsbaar : Het gewone volk houdt strak vast aan het geloof en dus is de leider bijna gelijk aan de god die het dient.
Een godsdienstig rijk veroveren daarentegen is zeer lastig en kan ook niet gedaan worden door militair geweld aangezien elke burger met hand en tand zijn geloof en land zal verdedigen. De verovering moet dus gebeuren op politieke wijze en dat is zeer lastig te doen.
Wat waren Machiavelli’s bevindingen over oorlog ?

1. De verschillende soorten legers
Machiavelli onderscheidde drie soorten legers, namelijk legers bestaand uit huursoldaten, het eigen volk of bestaand uit de troepen van een ander.
Een leger dat alleen maar huurlingen bevat is een zeer ongeschikte basis om het rijk op te bouwen om de volgende redenen :

1. Ze bezitten geen discipline en vormen geen eenheid.
2. Ze lopen over naar een ander zodra deze beter betaalt.
3. Ze zijn stoer tegenover de zwakken, maar echt vechten tegen de vijand daar zijn ze te laf voor.
4. In vredestijd plukken zij het land kaal, om in oorlog slechts vervangen te worden door de vijand die hetzelfde doet.
Wat nog veel fouter is, is het inroepen van troepen van iemand anders om de oorlog voor je te strijden. Degene die de troepen stuurt is de enige die hiervan voordeel kan hebben want als je strijdt met de troepen van een ander en je wint dan is het vrijwel zeker dat die troepen gelijk het nieuwe gebied in beslag nemen voor hun eigen heer en dus jou onmiddellijk verraden.
De enige juiste manier om een leger te vormen is om het samen te stellen uit je eigen volk, want als je jezelf bewijst in de strijd en je wint, dan zal je eigen leger je eeuwig trouw zijn. Een ander voordeel is dat een eigen leger nooit zoveel kost als een huurleger, want als je strijdt, strijdt het leger voor de glorie van het land waar ze vandaan komen, en niet voor een vergoeding.
Er is maar één ding waar je als heerser uit voor moet kijken met zijn eigen leger, namelijk dat je het altijd aanvoert in de strijd en dit nooit overlaat aan een ander. Als je dit doet dan bestaat er een kans dat de bevelhebber veel populairder wordt bij het leger dan jij zelf en dat deze je dus misschien verraadt en probeert zelf heerser te worden, gesteund door jouw leger.
Als je als goed leider voor je eigen leger wil verschijnen dan moet je in ieder geval zélf weten hoe je moet vechten, want als je dat niet weet en je kijkt neer op het leger als je slaven dan zullen ze jou ook niet respecteren en is de kans op opstand groot. Het is dus zeer belangrijk dat je even goed of beter kan vechten dan je eigen soldaten want zo zullen ze je respecteren en jou in ere houden. Als koning moet je nooit vergeten na denken over de kunst van het oorlog voeren. Machiavelli stelt hiervoor drie manieren voor, namelijk dat de je gaat jagen, zodat je een goed oog voor terrein ontwikkeld, en ook belangrijke overlevings- en bewegingstechnieken ontwikkelt. De andere methode is het stellen van hypothetische oorlogsvragen, zoals bijvoorbeeld : Als je over een heuvelachtig landschap rijdt moet je je afvragen wat er zou gebeuren als je daar strijd ging leveren.
De laatste manier is het leren van strategieën en het opkweken van vertrouwen en vaardigheden door het houden van schijngevechten in vredestijd. Op deze manier leer je als koning strategisch nadenken zonder dat er manschappen sterven. De soldaten, als ze nieuw zijn, zullen een stuk geruster en meer ervaren zijn als ze in de echte strijd worden geworpen.
Als de koning oorlog voert moet hij niet letten op het begaan van wreedheden, want de manschappen zullen een zeer strenge leider vrezen en dus zullen ze hem altijd volgen, omdat het slagveld minder eng is dan de wraak van de koning.
2. Redenen voor een land om oorlog te gaan voeren.

1. De leider wil zich bewijzen.
De leider wil zijn gebied uitbreiden en hierbij aanzien voor zichzelf en het land ontwikkelen bij anderen. Bij dit soort oorlogen blijft de oorspronkelijke bevolking
in leven omdat de koning alleen maar wil dat ze leven volgens zijn wetten en belasting betalen.

2. Een volk moet in zijn geheel een nieuw gebied hebben
Het kan gebeuren dat een compleet volk door hongersnood of oorlog in het eigen land moet verhuizen naar nieuwe gebieden. Bij dit soort oorlogen, die Machiavelli
‘een ijzingwekkende gruwelijkheid’ noemt, wordt de complete oorspronkelijke bevolking uitgeroeid om ruimte maken voor het verhuizende volk.
3. Het is een kwestie van overleven
Als land A land B binnenvalt en A wordt verslagen en/of de complete bevolking keert zich tegen A, dan is het een logisch gevolg dat het binnengevallen land B een tegenaanval doet. Als dit het geval is en het leger van de invaller B wordt wederom verslagen en men valt voor de tweede keer het land B binnen dan moet het hele volk, niet alleen de leiders worden omgebracht omdat er zo’n fanatieke houding is tegen de bezetter dat het beter is om iedereen dood te maken.
4. Het land wil grondstoffen hebben dat het zelf niet heeft
Als een land bijvoorbeeld geen ijzer heeft en geen geld om te handelen of handel is te duur, dan zal het land de grondstoffen gaan halen. Bij deze vorm van oorlog blijft de bevolking gewoon leven onder dezelfde voorwaarden als bij reden 1.
5. Er is sprake van een natuurlijke vijandschap tussen twee landen
Als land A land B serieus niet mag dan kan het zo zijn dat A besluit om land B een kopje kleiner te maken, en daarbij het gebied in te pikken. Als dit soort oorlog voorkomt dan zal land B helemaal verwoest worden en de bevolking zal afgeslacht worden omdat de soldaten van land A zullen hun haat botvieren op het volk en de leiders zullen hen niet tegenhouden, omdat zij dezelfde haat voelen.
Hoe moet een vorst zijn staat regeren volgens Machiavelli ?

Over deze vraagstelling moet als eerste gezegd worden dat Machiavelli spreekt over een principe nuovo, oftewel een nieuwe vorst, die net aan het begin van zijn heerschappij staat.

Als een nieuw heerser door geweld aan de macht is gekomen of als zijn koningschap zeer omstreden is, dan moet de vorst nooit aarzelen om wreed te zijn tegen die mensen die tegen hem zijn gekeerd. De beste oplossing is dan het vermoorden van die mensen, want als hij ze slechts berooft van hun goederen dan zullen ze altijd blijven proberen hem van zijn troon te stoten. Bovendien vergeten mensen veel sneller de dood van een dierbare dan het verlies van land of geld. Als de vorst besluit om zijn tegenstanders om te brengen moet hij dit allemaal in één dag doen, want, zo zegt Machiavelli, mensen vergeten veel sneller een veel wreedheden die op één moment gebeuren, dan een langzaam proces waarbij hij ze stuk voor stuk omlegt.
Een heerser moet zich nooit echt tegen laten houden in het begaan van wreedheden om orde te houden en zijn rijk in stand te houden. Het volk vergeeft hem namelijk veel sneller een paar gruwelijkheden die nuttig zijn voor de algemene zaak (bv. het martelen van verraders of ophangen van misdadigers) dan iemand die te zacht omgaat met zijn volk en dus toestaat dat opstandjes en misdaad onbestraft blijven. Als een vorst te zacht omspringt met zijn volk en het land komt in nood dan zal het volk zich onmiddellijk tegen hem keren want ‘van mensen in het algemeen kan toch gezegd worden dat zij ondankbaar, wisselmoedig, huichelachtig, laf en hebzuchtig zijn ‘. Als de vorst dan toch te zacht met zijn volk is omgegaan en het volk heeft laten vertrouwen op zijn ‘vriendelijkheid en niet op zijn grootsheid’ , dan zullen ze tegen hem in opstand komen want het volk is bang voor iemand die zich als een streng heerser opstelt en beledigingen/opstanden met strenge hand uitroeit maar zal iemand die zwakke orde houdt niet respecteren. De liefde van een volk is toch redelijk constant omdat een groot deel direct of indirect van de koning afhankelijk is. De koning moet er echter zeer voor uitkijken dat hij niet wreed wordt gevonden door zijn volk, want, zoals al eerder is uitgelegd, als een heel volk in opstand komt dan kan de vorst het nooit tegenhouden. Een heerser moet dus alleen maar nadenkend en niet te vaak, mensen bestraffen, en dit ook alleen maar doen als er voldoende bewijs voor is.
De koning moet altijd vermijden om door zijn volk gehaat te worden, zoals hierboven beschreven, maar hij moet ook zeker niet geminacht worden door de mensen. Een koning wordt geminacht als de mensen vinden dat hij laf, veranderlijk, lichtzinnig, verwijfd of besluiteloos is. Een koning moet dus altijd het laatste woord hebben en als hij eenmaal een besluit heeft gemaakt daar nooit op terugkomen. Het is namelijk beter voor een koning een niet zo goede maatregel in stand te houden dan veracht te worden.
Als de vorst toch zich toch gehaat of geminacht maakt dan krijgt hij te maken met samenzweringen tegen hemzelf of tegen de staat. De vorst moet namelijk altijd onthouden dat hij hoe zeer hij ook een volk uitzuigt, het altijd genoeg middelen overhoudt om in opstand te komen, en hoe zeer hij het volk onderdrukt, de wil om wraak kan hij nooit vermoorden. Tegenover samenzweringen moet de koning zich gedragen als een vos of een leeuw, daarmee bedoelt Machiavelli dat hij tegen buitenlandse samenzweringen krachtig met zijn leger, zoals een leeuw, moet optreden. Hij moet echter voorzichtig als een vos binnenlandse samenzweringen tegengaan.
De buitenlandse samenzwering is makkelijk tegen te gaan als de vorst een sterk leger heeft en daar ook van gebruik durft te maken, want niets is zo eng voor een ander land als een goed leger dat zijn plannen in de weg staat.
Van een heel ander kaliber zijn de binnenlandse samenzweringen, want deze worden altijd uitgevoerd door mensen die dicht bij de vorst zelf staan en graag zijn macht over willen nemen. Het grootste probleem met dit soort samenzweringen is dat de bedenker ervan altijd meerdere mensen moet inschakelen om het tot voltooiing te brengen, en als twee mensen iets weten is het geen geheim meer. De samenzweerder heeft drie stages waarin het alledrie mis kan gaan, namelijk de voorbereiding, de uitvoering en de afloop. Als het gaat om maar één persoon die de koning wil vermoorden, dan is het geen samenzwering maar een persoon met wraakgedachtes, en die zijn heel moeilijk tegen te houden als ze dicht bij de koning zijn. De enige hoop om dit soort situaties te voorkomen is het op tijd doorhebben van de moordenaar.
Het grote probleem met samenzweringen met meerdere personen is dat ze tijdens de drie fases een verrader tegen kunnen komen, en dan is het snel afgelopen. Als ze echter niet verraden worden dan zijn er nog twee grote obstakels, namelijk het werkelijk fysiek in de buurt komen van de koning, en als dat lukt, moeten ze nog het lef hebben om hem werkelijk te vermoorden.
De koning moet voor samenzweringen dus het meeste kijken naar de groep mensen die hij vertrouwt meer dan naar de groep die hem haat, want als het goed is kan deze groep toch niks beginnen omdat ze niet dichtbij genoeg zijn en sowieso al gewantrouwd worden. De mislukking van elke samenzwering komt zodra de samenzweerders iets op papier zetten, want over woorden kan gelogen worden, maar over je eigen woord op zwart en wit niet.
De vorst hoeft zich nooit per se zich aan afspraken te houden, want zodra deze afspraken nadelig voor hem worden of hij heeft geen reden meer om ze na te komen dan moet hij dat vooral ook niet doen, want van dit soort afspraken heeft hij alleen maar last. Aangezien de mens slecht van natuur is zal het volk dus ook altijd snel geneigd zijn om het woord te breken, dus zullen ze van hun heerser niks beters verwachten. De vorst hoeft dus nooit echt oprecht en trouw te zijn, zolang hij het in de ogen van anderen maar lijkt, want mensen vertrouwen veel sneller dat wat in het algemeen gezegd wordt dan dat ze echt naar de daden van zo’n iemand gaan kijken. Wat er ook gebeurt de vorst moet altijd de volgende vijf dingen lijken : ‘meelijdend, trouw, menselijk, eerlijk en godsdienstig’1, want zolang hij dit lijkt zal hij dit in de ogen van het volk ook zijn.
Het voor een heerser ook zeer belangrijk als groots wordt gezien. Roem en grootsheid kan een heerser op de volgende manieren verwerven :
- Grote en indrukwekkende daden
Er is niets beters voor een koning als een overwinning op de vijand en een grote legertocht, want het volk zal bij een overwinning erg trots en onder de indruk zijn van een verslagen vijand, en ook een glorieuze legertocht zal ze vullen met bewondering en het zal ze ook bezig houden, zodat ze niet met slechte zaken bezig zijn
- Luidkeels reageren op opvallende binnenlandse daden
Als iemand in het rijk een uitzonderlijk goede of slechte daad verricht dan moet een heerser diegene zo duidelijk mogelijk belonen of straffen, omdat het volk er dan nog dagen over zal praten.
- Als er oorlog uitbreekt tussen twee buurlanden, kies dan partij
De mensen zullen een besluitvaardige, duidelijke heerser altijd beter vinden dan een besluiteloze/verwijfde heerser die uit angst om te verliezen maar neutraal blijft.

- De koning moet de beste mensen in zijn rijk herkennen en belonen
Door de beste mensen bij je hof te verzamelen dan zullen zij je in hun specialiteit altijd
helpen door goed, professioneel advies te geven en door dit advies zal de heerser zelf ook veel slimmer en beter lijken.

- Brood en spelen
Het volk waardeert feesten en overvloedige banketten zeer en zal hiervoor de vorst ook zeer dankbaar betonen. Het enige waar de heerser met dit soort dingen mee uit moet kijken is dat hij het niet te vaak doet, want dan is het speciale eraf en zullen de mensen gaan verwachten dat de heerser om de zoveel tijd feesten geeft en boos zijn als het dan niet komt.
Eén van de belangrijkste dingen voor een heerser is het uitzoeken van goede adviseurs, want de kwaliteit van zijn adviseurs is één van de allereerste dingen waar iemand naar kijkt om te bepalen of het een goed vorst is. Een goede minister is iemand die opgewassen is tegen zijn taak en altijd de belangen van zijn vorst voorop zet. Als iemand niet zo is dan is hij dus een slecht adviseur. Een goed middel om te testen of een adviseur goed is door erachter te komen of de adviseur eerst aan zichzelf, dan is hij slecht, of aan zijn vorst denkt, dan is het een goede minister. Adviseurs die zich te goed voelen om advies aan te nemen van iemand die onder hen in rang staat, zijn ook slecht omdat ze dan de gedachte hebben dat ze beter zijn dan anderen en daaruit kan voortvloeien dat ze denken beter te zijn dan de vorst waarop ze zullen proberen deze van de troon te stoten.
Als de koning goede adviseurs heeft dan moet hij laten blijken dat hij hun advies op prijs stelt door de ideeën te aanvaarden als de adviseur ze oppert. Ook moet de vorst ze aan hem binden door ze te eren, goed te betalen en ze te steunen in hun eigen zaken.
Een goed vorst moet altijd naar het advies van zijn ministers luisteren, maar de situatie, dat de koning niet zelf besluit, maar zich laat leiden door advies, mag nooit voorkomen. Deze situatie zal ook niet vaak voorkomen, omdat mensen die alleen maar reageren op het advies van anderen per definitie slechte koningen zijn en slechte koningen zullen nooit goede adviseurs hebben.
Conclusie

In conclusie wil ik nu dus de hoofdvraag beantwoorden, ik behandel nu eerst Machiavelli’s denkbeelden over het regeren van een staat en daarna hoe een vorst de staat uit moet breiden.

1 Hoe de vorst zijn staat ideaal regeert
Als de vorst een erfgenaam is van de macht van die staat dan hoeft hij weinig problemen te verwachten, zolang hij het beleid van zijn voorgangers maar voortzet en altijd goede adviseurs gebruikt. Hij moet er ook voor zorgen dat hij bij het volk geliefd is en niet extreem streng regeren. Als een erfgenaam van de troon zo regeert dan ondervindt hij weinig problemen, tenzij een buitengewoon sterk buurland hem aanvalt omdat het grondstoffen of glorie zoekt.
Voor een gloednieuw heerser zijn de problemen echter veel groter, want als hij gekozen is door het volk, dan heeft hij de adel tegen zich die zich tegen hem kan verzetten omdat het zelf over legers beschikt om de nieuwe vorst tegen te werken. Het volk echter draagt de koning op handen en zal alles doen tegen de adel, en zelfs de adel met legers kan niets doen als het hele volk in opstand komt, net zomin als de koning wel tegen een geheel volk kan strijden.
Als de vorst eenmaal op de troon moet hij niet aarzelen om zijn tegenstanders allemaal in één klap uitroeien, want anders zullen ze proberen hem van zijn macht te beroven. Ook in het algemeen bestuur moet de vorst nooit aarzelen om wrede daden te begaan, als dat maar met mate en met genoeg bewijs tegen de vermoorde gebeurt. Het is namelijk belangrijk dat het volk hem beschouwt als een streng en rechtvaardig heerser waartegen het maar beter niet in opstand kan komen, dan als een slappe en verwijfde heerser die misdaad te slap bestraft en dus zorgt voor ellende bij het volk.
Het is voor een nieuwe vorst zowel als een erfgenaam zeer belangrijk om goede adviseurs te gebruiken, maar de laatste beslissing moet altijd de zijne zijn en niet zomaar wat een adviseur voorstelt, omdat deze dan het idee krijgt dat hij de vorst kan vervangen.
Als de vorst door extreme wreedheid, gierigheid of door domme fouten gehaat wordt dan krijgt hij met samenzweringen te maken, waartegen hij te werk moet gaan als een leeuw, sterk en machtig tegenover buitenlandse samenzweringen. Bij binnenlandse samenzweringen moet de vorst zijn als een vos, slim en met het vermogen om valkuilen te voorzien hebbend. Deze soort samenzweringen worden bijna altijd op touw gezet door mensen die erg dicht bij de vorst staan en die hem haten of zijn macht willen hebben.
De vorst moet altijd bij anderen bekend staan als meelijdend, trouw, menselijk, eerlijk en godsdienstig, want als dat zo is zal het mensen nooit opvallen dat hij zich niet aan zijn woord houdt want mensen geloven veel sneller wat ze horen van anderen dan wat ze met hun eigen ogen zien. Een vorst moet zijn woord altijd verbreken als de reden achter de gemaakte afspraak voor hem niet meer geldig is, of als de afspraak hem of zijn rijk schaadt.

Het is zeer belangrijk voor een vorst om tijdens zijn heerschappij en na zijn dood bekend te staan als roemrijk en groots. De vorst kan dit bereiken door succesvol oorlog te voeren, duidelijke keuzes te maken, zich goed te bemoeien met zijn staat en daar zich ook op voor te laten staan en hij moet ook het volk blij houden door feesten te geven en te zorgen dat er nooit een hongersnood kan plaatsvinden.

2. Hoe een vorst zijn rijk uit moet breiden
Als een vorst oorlog wil gaan voeren dan doet hij dat omdat hij grondstoffen nodig heeft die hij zelf niet heeft. De vorst wil graag respect krijgen bij zijn volk en het buitenland. Of de vorst en zijn volk kunnen helemaal verplaatst zijn door een ander land of hongersnood. De vorst kan niet anders dan zelf aanvallen omdat zijn rijk anders later zelf veroverd wordt of er bestaat gewoon een haat jegens het andere land bij de vorst en zijn volk.
Als de heerser eenmaal heeft besloten dat hij aan gaat vallen dan moet hij dat altijd doen met een leger dat bestaat uit zijn eigen troepen, want deze zullen enthousiaster voor hem vechten en weinig kosten. De vorst moet zeker geen huurlingen gebruiken, want, afgezien van het feit dat ze erg duur zijn, ze zijn laf, roven zijn land leeg in vredestijd en ze lopen erg snel over. Het allerdomste dat een vorst kan doen is het gebruiken van de troepen van een ander land want zij dienen hem niet, maar hun eigen heer en de veroveringen die hij met hen doet gaan onmiddellijk naar de ander.
De leider zelf moet goed kunnen vechten en nooit de soldaten minachten omdat zij de pilaar zijn waar zijn rijk op rust. Hij moet goed tactisch kunnen denken en kennis hebben van terrein en hoe hij dat kan gebruiken. Deze vaardigheden kan hij oefenen door te gaan jagen en zichzelf strategische vraagstukken te stellen, zodat hij nooit de kunst van het oorlog voeren vergeet.
Men kan met een land drie dingen doen als de vorst het land verovert, namelijk de bevolking uitroeien, er zelf gaan wonen of een oligarchie instellen die van hem afhankelijk is. Als men een ander land verovert dan moet hij de vorige heerser met wortel en tak uitroeien en daar zelf gaan wonen, want zo kan hij de dingen het beste regelen en laten zien aan de nieuwe bevolking tonen dat hij er voor hen is. De heerser moet om nieuwe land veilig te stellen de gunst van de bevolking winnen zodat ze snel de vorige heerser vergeten, ook is het goed om koloniën te stichten in het land wat beter contact tussen de landen bevordert en een goed controlemiddel is wat veel goedkoper is dan het onderhouden is van een leger in het land.

Dit betekent dus dat Machiavelli vond dat een vorst zich bezig moet houden met feiten en niet met de dingen zoals ze zouden moeten zijn. Een goede vorst regeert effectief, en krijgt op die manier steeds meer macht. Machiavelli predikt géén immoreel gedrag maar hij geloofde dat politiek niet beperkt kan blijven tot ethische overwegingen. Bovenal is Il Principe geen handleiding voor tirannen want Machiavelli erkent dat als het gehele volk niet instemt met de heerschappij van de betreffende vorst deze dan ook nooit kan werken. Het doel heiligt dus wél de middelen maar alleen als het volk ermee instemt.

REACTIES

M.

M.

Hoi Robert,

Ik heb je scriptie gelezen en ik moet zeggen dat het heel goed uitgewerkt is.

Aanleiding om dit te schrijven naar jou is het volgende:

Ik ben bezig met het maken van een verslag over Machiavelli.

Mijn vraag is nu aan jou, of je mij wil mailen, van waar je aan je informatie bent gekomen.
Ik kan namelijk zelf heel weinig informatie vinden over Machiavelli, misschien kan jij mij daarmee helpen.

Alvast bedankt.

Groeten

Max

23 jaar geleden

T.

T.

Hey Robert,

Ik lees net je stuk over Machiavelli! Supergoed geschreven man! Studeer zelf communicatiewetenschappen en heb morgen tentamen van Sociale en Politieke Filosofie. Ik heb daarvoor de engelse tekst van Machiavelli's Prince voor, maar vond jou Nederlandse versie veel prettiger om te lezen!

Bedankt dus!

Met vriendelijke groet,
Tom

21 jaar geleden

B.

B.

Ik heb je samenvatting uitgeprint, die ga ik ff rustig lezen. Weet jij waar het boek De Vorst te koop is? of staat ie ergens op i-net?
thnx alvast
Gr. Bas

18 jaar geleden

V.

V.

Hoi, mooi verhaal. Toch zijn het niet de middelen die het doel heiligen, maar andersom...

14 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.