Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Filosoof Arthur Schopenhauer

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Scriptie door een scholier
  • Klas onbekend | 2506 woorden
  • 3 februari 2009
  • 16 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
16 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding Waarom Schopenhauer?

Arthur Schopenhauer sprak me aan omdat hij een filosoof is die filosofeerde met een andere blik op de wereld. Toen ik zijn naam opzocht op het internet las ik over zijn pessimisme en zijn uitspraken over de wereld en de dood. Zijn rare manier van redeneren vond ik erg grappig en ik wilde hier meer over weten. Ik heb het wel moeilijk gehad toen ik probeerde zijn boek/citaten te lezen, maar na het ontcijferen van vele informatie bronnen ben ik blij met het resultaat. Ik hoop dat ik met dit werkstuk een helder beeld kan schetsen van wat voor soort man Arthur Schopenhauer was en hoe hij de filosofie bedreef. Kwaliteit boven kwantiteit.

Hoofdstuk 1 Levensbeschrijving

Arthur Schopenhauer werd geboren in Duitsland op 22 februari 1788. Hij kwam uit een koopmansfamilie van Nederlandse afkomst! Zijn vader sprak nog Nederlands maar Arthur helaas niet.


Toen hij 15 jaar was namen zijn ouders hem mee op reis door Europa, met als doel het kennis maken met anderen talen en culturen zodat hij later een groot handelsman kon worden.
Hij leerde op die reis perfect Frans en Engels spreken. Arthur Schopenhauer had in de reis door Europa een negatief en pessimistisch beeld van de wereld gekregen. Hij was veranderd door het zien van lijden en wreedheden overal in Europa.
De reis was dan waarschijnlijk ook de rede waarom hij medicijnen wou gaan studeren. Toch maakte hij zijn medicijnen studie niet af! Hij stapte over op een studie filosofie, achteraf is dit een hele goede keus geweest.

In 1805 toen Arthur 17 jaar oud was overleed zijn vader na een val in een pakhuis.
Waarschijnlijk was het zelfmoord. Toen zijn vader overleed was hij niet meer verplicht het familie bedrijf over te nemen.

Hij ontmoete Johan Wolfgang von Goethe een echte homo-universalia(alleskunner). Goethe was een Duits schrijver, wetenschapper, filosoof, dichter, natuuronderzoeker, zowel toneel als romanschrijver en als laatste een staatsman. Hij was dan ook dankzij zijn vele belangrijke bezigheden tot de adelstand verheven. En was meteen een grote inspiratie voor Arthur. Een vervangend vader figuur.
Ook toen zij na vele onenigheden elkaar niet meer spraken bleef hij een inspiratie bron van Schopenhauer.
Hij deed dit met de uitspraak “het leven is een belachelijke onderneming. Ik heb besloten het door te brengen met erover na denken”

In 1819 solliciteerde hij met succes naar een plek als docent voor filosofie aan de universiteit van Berlijn. Arthur Schopenhauer studeerde filosofie en promoveerde daarin.Zijn proefschrift verscheen in 1813, waarna hij promoveerde aan de Universiteit van Jena.

Op de universiteit van Berlijn gaf Georg Wilhelm Friedrich Hegel ook les. Maar in plaats van een vriend werd het zijn rivaal. Hij ging zijn lessen op de zelfde tijden als Hegel geven, om hem dwars te zitten. Helaas had hij alleen zich zelf ermee. Er kwamen niet veel leerlingen meer naar zijn lessen. Hij gaf uiteindelijk maar drie maanden les omdat er te weinig leerlingen zijn lessen bezochten. Daarom schreef hij zijn filosofische ideeën op, zodat hij niet meer afhankelijk was van afwezige leerlingen.

In zijn leven werd Arthur Schopenhauer bekend als stilist (iemand met informeel woordgebruik soms ook vernieuwend: plassen = zeiken). Maar hij werd vooral bekend door zijn negatieve wereldhouding en zijn opvattingen over de zinloosheid van het bestaan. Deze houding komt terug in al zijn werken, wat hem erg bekend maakte. Met als hoofdwerk Die Welt als Wille und Vorstellung (1819). Een enorm bekend boek.


Hij overleed op 21 september 1860 te Frankfurt en werd 72 jaar oud. Naar mijn mening
Behoorlijke straf voor iemand die schreef dat hij de wereld een hel vond.

Hoofdstuk 2 De filosofie van Arthur Schopenhauer

Arthur Schopenhauer was geïnspireerd door de ideeënleer van Immanuel Kant.
De hoofdgedachte van Kant’s filosofie is dat we niet moeten zoeken naar het ‘Ding an sich’.
Hiermee bedoelde hij het op zichzelf bestaan van dingen en voorwerpen, zonder dat onze ervaring een rol speelt in het bestaan van deze dingen. Op deze manier kunnen we beter zien hoe de wereld in elkaar zit, namelijk zoals de mens de wereld om zich heen beschouwt!
Arthur Schopenhauer gaat op deze theorie verder. Hij zegt dat het ‘Ding an sich’ samen met de wil en de voorstelling een geheel vormen.

Het klinkt allemaal behoorlijk lastig. Om er echt iets van te snappen zal ik de begrippen na elkaar behandelen.

Het ‘Ding an sich’

Immanuel Kant zei dat er twee soorten werkelijkheid te onderscheiden zijn. De echte werkelijkheid van dingen, zoals ze op zichzelf bestaan, het Ding an sich. Tegenover deze echte werkelijkheid staat een werkelijkheid, zoals wij die dagelijks zien.

Deze dagelijkse werkelijkheid is de enige werkelijkheid waarover we echt iets kunnen vertellen. Hiermee hebben we namelijk ervaring! Door die ervaring kunnen we over iets redeneren en oordelen.

Maar als je geen ervaring en dus geen kennis van iets hebt kan je er ook niks over vertellen. Wanneer je toch gaat redeneren of oordelen over Dinge an sich in plaats van over ervaringsinhouden klopt er geen hout meer van.(stilistisch uitgedrukt, zoals Schopenhauer dat ook zo goed kon) Een voorbeeld van zo'n oordeel zou zijn: "God is de oorzaak van alles" of "Op die tafel liggen echt honderden euro’s". Zo'n uitspraak is volgens Kant tegenstrijdig want we willen iets zeggen over God of euro’s zonder je eigen ervaring, maar kunnen het alleen hebben over God of euro’s zoals we die ervaren en dan kom je in botsing. Als je wilt spreken over iets wat geen ervaringsinhoud heeft, kan je eigenlijk niks zeggen. Kant bevestigde hiermee dat een Ding an sich niet vast te pakken is.


De voorstelling

De wereld als voorstelling, is overgenomen van de leer van Kant, hij zegt dat alle dingen ons slechts als verschijnselen gegeven zijn. Dit is ongeveer hetzelfde als Plato beweerd in zijn vergelijking van het zicht op het leven vanuit de grot (tunnelvisie). Idealisten zeggen daarin tegen dat de wereld begint uit het subject, de waarnemer, die als een dromer zijn eigen droomwereld maakt, zonder dat er een wereld buiten zichzelf bestaat.

De wil

De wil is het vermogen van een mens om van een gedachte een handeling te maken en daarmee de toestand te veranderen. De wil is het tegenovergestelde van het instinct. De meeste filosofen gaan er van uit dat alleen een intelligent persoon iets kan willen.

Schopenhauer vormt daar een uitzondering op. Volgens hem is alles wat leeft bezielt met een wil tot leven. Hij is van mening dat de wil alles beïnvloedt. Dat zou betekenen dat je niets uit vrije wil doet. De wil maakt gebruik van het individu als een instrument. Je bent dus overgeleverd aan je wil!
De wil is niet via de ervaring in de wereld van de verschijnselen te kennen, maar kan volgens Schopenhauer van binnenuit gekend worden, doordat wij een bijzondere uiting van deze wereldwil in onszelf ervaren, namelijk onze eigen wil.
Volgens Schopenhauer heeft de wil alleen slechte bedoelingen. Het zou dan ook verstandig zijn wanneer je van de wil zou ontsnappen.

Schopenhauer zei dat het 'Ding an sich', het wezen van de wereld, bepaalt kon worden. Als individu maakt de mens, zo stelde hij, immers deel uit van de wereld en is hij dus niet gedoemd de wereld slechts als voorstelling te kennen. Hij doorschouwt haar van binnenuit door de intuïtie van 'het meest innerlijke van zijn wezen', de wil.

De wil en de voorstelling zijn volgens Arthur Schopenhauer twee manieren om dezelfde wereld te zien.

Vluchten van de wil

Toch zijn er volgens Schopenhauer manieren om te aan de wil te ontkomen.


“Genieten van kunst is een sublieme ervaring die het subject doet opgaan in de wereld van de ideeën” en hierdoor ben je tijdelijk verlost van de wil. Kunst is dus een goede manier om te ontsnappen aan de wil.

Het uitschakelen van je eigen wil, een andere methode voor het ontsnappen aan de wil voor de echte doorzetter. Je moet inzien dat de voorstellingen slechts tijdelijke voorstellingen zijn van de eeuwige ideeën. Oftewel dat alles wat jij en anderen doen er niets toedoet.
Dat daarmee jijzelf ondergeschikt bent aan het eeuwige idee. Het individuele leven doet er dus volgens Schopenhauer niet toe.

De wil is volgens Schopenhauer ook het enige dat vrij is, binnen de voorstelling is alles verbonden aan regels en structuren.
Het leven zelf is daarmee tijdelijk en zonder zin, want de wil is niet zingevend en de voorstelling al helemaal niet. Wanneer je dat zou lukken zou je volgens Schopenhauer aan je wil kunnen ontsnappen en een echt ‘oprecht’ leven hebben.

‘Wij zijn overgeleverd aan de genade van de Wil, die in al ons denken en onze daden zit.
De Wil is de essentie van het universum, maar ook de oorzaak van al ons lijden, omdat we slaven zijn van zijn eisen’.

Hoofdstuk 3 Leven, dood en het pessimisme van Arthur Schopenhauer

‘Ik heb al eerder uiteengezet dat onze grote gehechtheid aan het leven of liever onze vrees voor de dood zeker niet uit ons kennen voortkomt, in welk geval ze het resultaat zou zijn van een verstandelijk besef van wat dit leven waard is. (…) Zou de mens omgekeerd een zuiver kennend wezen zijn, dan zou de dood hem niet alleen onverschillig laten, maar hem zelfs welkom zijn’
Die Welt als Wille und Vorstellung II (1844)


Arthur Schopenhauer was niet bepaald het zonnetje in huis. Hij heeft het over de angst voor de dood. Hij zegt dat deze vrees niet iets is wat mensen sinds het begin van hun leven hebben. Het tegenovergestelde juist, angst voor de dood wordt ontwikkeld tijdens je leven. Het komt wanneer je je gaat hechten aan het leven.

Toch zag Schopenhauer lichtpuntjes. Schopenhauer zei 'Het sterven zou wel eens veel gemeen kunnen hebben met het wakker worden uit een zware nachtmerrie.' Daar zou je dus vanuit kunnen opmaken dat Arthur Schopenhauer de dood als een echte bevrijding ziet.

Schopenhauer heeft veel contact gehad met de oriëntalist Friedrich Mayer, die hem leerde over het boeddhisme en het hindoeïsme. Ik denk dat hij na het bestuderen van deze geloven tot zijn standpunt is gekomen dat de dood geen einde is.

Pessimisme

Onuitroeibaar lijden
Volgens Schopenhauer wordt het leven gekenmerkt door lijden, frustratie, verveling en ellende en is het geluk van de mensen hier nauw mee ver bonden.

In de eerste plaats streeft elk levend wezen naar een doel. Dit streven ontstaat uit een gevoel van gemis en elk gemis is een lijden.
het tweede punt is dat niet elk gemis kan worden weggewerkt waardoor het lijden vergroot wordt. Je kan tegen deze redenering ingaan door te zeggen dat vele doelen bereikt kunnen worden en dat zo het lijden verdwijnt. Schopenhauer volgt deze redenering niet door te zeggen dat elke bevrediging een nieuw gemis doet ontstaan en dat het lijden daardoor niet opgeheven kan worden.
Ook stelt hij dat het lijden niet kan worden overwonnen door het positieve van bevrediging. Men kan alleen leven zonder lijden door te stoppen met willen.
Wel vinden vele een evenwicht tussen lijden en tevredenheid waardoor het leven draaglijker wordt.


De dood

Elk levend wezen heeft een aangeboren wil tot leven waaruit een angst voor de dood ontstaat.
Schopenhauer gebruikt enkele argumenten om aan te tonen dat deze angst irrationeel is aangezien deze angst voor de dood zelf is en niet voor de eventuele pijn die ermee samen gaat.
Één van deze argumenten is het symmetrieargument. Deze heeft te maken met de redenering dat niemand rekening houdt met het feit dat we al oneindig lang bestonden voor onze geboorte en dat dus het toekomstige niet-bestaan op dezelfde manier kan bekeken worden.

Schopenhauer aanvaardt echter wel dat de dood de beëindiging van het individuele menselijke wezen betekend, maar dit is volgens hem niet de enige manier om tegen de dood aan te kijken.
Voor velen is de dood ofwel het absolute einde ofwel zijn we onsterfelijk. Schopenhauer daarentegen bekijkt ze vanuit een hoger gezichtspunt. Namelijk dat het individu dat sterft maar een klein deel is van het “ik” en dat door de dood van dit kleine deel het “ik” niet ophoud te bestaan.
Schopenhauer geeft twee verschillende gezichtspunten van waaruit zijn opvatting over de dood troostend kan zijn.
Het eerste gezichtspunt geld voor iedereen die wil dat zijn of haar leven zich eindeloos blijft herhalen en voor wie de dood slechts een valse schijn is en niet het einde betekend. Het geldt verder ook voor iemand die een einde maakt aan zijn of haar leven wanneer het lijden te groot wordt.
Het andere gezichtspunt bestaat uit de ontkenning van de wil tot leven
Pessimisme van Schopenhauer bestaat uit twee stellingen. Één de stelling dat het voor het individu beter was geweest als hij of zij niet was geboren. En ten tweede de stelling dat de wereld als geheel de slechtste van alle mogelijke werelden is. Echter dit pessimisme staat volgens Schopenhauer het streven naar een gelukkig leven niet in de weg. Schopenhauer heeft, naast het schrijven van zijn hoofdwerk De wereld als wil en voorstelling, zich ook met het schrijven van een aantal kleine ‘praktische verhandelingen’ beziggehouden waaronder een verhandeling over De kunst om gelukkig te zijn.

Factoren van geluk

Juist vanuit de pessimistische overtuiging dat het leven van de mens heen en weer gaat tussen pijn en verveling. En vanuit het standpunt dat deze wereld niets anders is dan een tranendal, roept Schopenhauer ons op in deze situatie gebruik te maken van een waardevol werktuig dat moeder natuur ons ter beschikking heeft gesteld. Namelijk de menselijke vindingrijkheid en de praktische verstandigheid om gedrag- en leefregels te formuleren en te gebruiken om vervolgens toch een zekere staat van gelukzaligheid te kunnen bereiken.


Hoofdstuk 4 Een miskend filosoof?

'Die Welt als Wille und Vorstellung', volgens Schopenhauer de oplossing van het wereldraadsel, kreeg haast geen aandacht. De mensen die er wel aandacht aan besteedden hadden geen mening voor hem klaar.

Gelukkig was hij een verrassende filosoof en vond toch weer een bezigheid: hij beoordeelde de mensen die hem niet wilden beoordelen. Zo zei hij over Hegel dat hij een charlatan was(iemand die andere oplicht met zijn charme), Over Fichte zijn werk: krankzinnig gebabbel en zo ging hij bijna al zijn collega’s af. Rond 1850 kwam er meer belangstelling voor zijn werk, maar het kwam niet door zijn kritiek op andere schrijvers dat zijn werk uiteindelijk meer werd gelezen. Dat plotse succes heeft hij te danken aan het Duitse rijk dat het niet lukte democratischer te worden, dat zorgde ervoor dat de Duitse burgerij afstand deed van de politiek, mensen kwamen terug met de twee benen op de grond. Er kwam plaats voor een nuchter en zakelijk realisme waar Schopenhauer uiteindelijk gewaardeerd werd.

Ik vind dat Arthur Schopenhauer geen miskend filosoof is, maar echter wel dat hij tijdens zijn leven te weinig gewaardeerd werd voor zijn mening (dat kwam natuurlijk omdat hij het niet erg goed kon vinden met de meeste van zijn collega’s). Ik denk dat zijn erkenning als groot filosoof pas deze eeuw is gekomen omdat we nu in een tijd leven waarin we allemaal maar commentaar mogen uiten over wat er allemaal mis is in de wereld.

REACTIES

J.

J.

Verassend goed verslag. Ik zou het zelfs uitmuntend willen noemen.

4 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.