Dromen

Beoordeling 8.1
Foto van een scholier
  • Scriptie door een scholier
  • 6e klas aso | 10569 woorden
  • 21 mei 2005
  • 55 keer beoordeeld
Cijfer 8.1
55 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1 Sleutelfiguren Dromen interesseren de mens al zolang hij bestaat. Nog geen 50 jaar geleden is de wetenschappelijke studie van dromen gestart. N. Kleitman en E. Aserinsky, 2 Amerikaanse wetenschappers, constateerden toen dat, wanneer ze vrijwilligers wekten op het moment dat hun hersenen specifieke ritmes vertoonden, deze aan het dromen waren. Een andere sleutelfiguur voor de nieuwe wetenschap was W. Dement, een psycholoog aan de universiteit van Chicago. Hij zag verbanden tussen de inhoud van de droom en de psychologische toestand van de dromer en toonde aan hoe onvolledig de meeste mensen zich hun dromen herinneren. Wanneer we namelijk net na een droom gewekt worden onthouden we ongeveer 80 percent van onze droom, maar in de daaropvolgende 8 minuten zakt dit percentage tot 30 percent en daalt vervolgens razendsnel tot 5 percent. 2 Wat zijn dromen? 2.1 Sceptisch Volgens sceptici zijn dromen willekeurige signalen van het onderbewuste zonder betekenis. Dromen zijn volgens hen een manier om de afgelopen dag te verwerken en te categoriseren. Zo gaat de informatie die door de hersenen stroomt tijdens de verwerking, zich verweven tot een droom.
2.2 Psychologisch Volgens psychologen zijn dromen een uitlaatklep van het onderbewuste. Een droom is een soort ingebouwde veiligheid d.w.z. dat men in een droom alle dingen die men overdag niet mag uiten, hierin wel kan uiten. Volgens hen bevat elke mens verboden verlangens en kan men op deze manier die verlangens verwerken, zodat het onderbewuste niet te veel onder druk komt te staan. Freud, één van de beroemdste psychologen, is de grootste verdediger van deze theorie. 2.3 Wetenschappelijk Dromen ontstaan uit willekeurig afgevuurde neuronen. Dit is de visie van Drs. Allen Hobson en Robert McCarley. Wanneer men zich in de REM-slaap bevindt, activeert er een soort droomgenerator gelegen in de hersenstam. De voorhersenen worden gebombardeerd met min of meer willekeurige impulsen. Hierdoor proberen de hersenen zin uit deze onzin te maken wat resulteert in een droom. 2.4 Spiritueel Dromen spelen een hele belangrijke rol. In dromen kan men boodschappen ontvangen van het onderbewuste waar men, wanneer men wakker is, niet voor open staat. Hierdoor kan men dromen ook beschouwen als een boodschap van God. Wanneer men zijn dromen analyseert kan men de betekenis achterhalen en zo meer inzicht krijgen in zichzelf. 3 Dromen volgens Freud en Jung 3.1 Visie Freud 3.1.1 Wie? Sigmund Schlomo Freud (Freiburg, 6 mei 1856 - Londen, 23 september 1939) (zie bijlage 1) was een Oostenrijkse zenuwarts en psychiater. Hij wordt beschouwd als de grondlegger van de psychoanalyse . 3.1.2 Uitgangspunt
Vóór de tijd van Freud ging men er van uit dat dromen vooral tot stand kwamen door lichamelijke prikkels. Bijvoorbeeld een volle blaas was de oorzaak van een droom over een waterval of een regenbui. Maar de oorzaak van dromen lag volgens Freud in de persoonlijkheid van de dromer en vooral de ervaringen die deze in zijn jeugd beleefd had. Naar aanleiding van zijn patiënten die leden aan psychosomatische kwalen kwam hij rechtstreeks in contact met het onderbewuste van de patiënt en daardoor ook met de oorzaken van diens problemen. Freud noemde dromen dan ook “de koninklijke weg naar het onderbewuste”. 3.1.3 Basis
Freud wou het mysterie van de droom ontrafelen. Hij heeft zijn theorie gebaseerd op zijn eigen droom over Irma. In deze droom stelt Freud vast dat Irma’s ziekte het gevolg is van een injectie met een vervuilde naald door Freuds vriend en collega Otto. Om deze droom te kunnen verklaren ging Freud na wat hij de vorige dag had meegemaakt. Hij vond 2 gebeurtenissen die betrekking konden hebben op zijn droom. Hij had de vorige dag een injectie gegeven met dezelfde stof als deze uit zijn droom en zijn vriend Otto was bij hem op bezoek geweest en had hem verteld over Irma. Otto had opgemerkt dat het niet goed met haar ging. Freud voelde zich slecht hierdoor en had het idee dat hij als arts gefaald zou kunnen hebben. Hij ging gaan slapen en droomde over Irma en Otto. Freuds droom toont aan dat hij zelf niet verantwoordelijk voor Irma’s toestand is maar Otto wel. Daardoor vervult de droom Freuds wens om zich niet schuldig te voelen. Een droom is volgens Freud dus een wensvervulling. Zelfs bij nachtmerries zou het gaan om een wensvervulling namelijk de onbewuste wens om gestraft te worden. Zo verwijst iedere droom naar onbewuste wensen uit de kindertijd die volgens Freud gaan over emoties als seksualiteit en agressie. Emoties die mogelijk ontstaan zijn als gevolg van de onbewuste wens om een verhouding te hebben met de ouder van het tegenovergestelde geslacht.
3.2 Visie Jung 3.2.1 Wie? Carl Gustav Jung (1875 – 1961) (zie bijlage 2) was een Zwitsers psychiater en psycholoog. Hij werd geboren te Kessewil (Zwitserland) en was een twintig jaar jongere tijdgenoot van Sigmund Freud. Hij ontmoette Freud voor het eerst in 1906 met gevolg dat hij enkele jaren nauw met hem samen werkte. Omwille van een verschillend inzicht over de psychoanalyse brak hij echter met Freud in 1912. 3.2.2 Uitgangspunt
Carl Jung reisde veel. Hierdoor kwam hij in contact met niet-westerse culturen. Hij zag dat dezelfde thema’s naar voor kwamen in dromen ongeacht tot welke cultuur men behoorde. 3.2.3 Basis
Jung baseerde zijn ideeën zowel op ervaringen die hij had opgedaan in zijn klinische praktijk, als de mythologie en zijn kennis van het vergelijkend symbolisme. Jung ontdekte dat de beelden uit het collectieve onbewuste voor iedereen dezelfde zijn. Dus in principe kan een indiaan dezelfde droom hebben als een moderne westerse mens. Deze gemeenschappelijke oerbeelden noemt Jung archetypes. Ze geven de ontwikkeling van de mens weer. Jungs ideeën over de ontwikkeling van archetypes zijn dan ook geïnspireerd door Darwins evolutietheorie . Archetypes hebben vaak een emotionele betekenis. Voorbeelden van archetypes zijn: een slang, een held, een draad. Volgens Jung komen de beelden uit het collectieve onbewuste vooral voor bij grote veranderingen in ons leven of bij een overgang van de ene levensfase naar een volgende. De theorie van Jung houdt ook het individuatieproces in. Het is ieders levensopdracht om de oerbeelden te integreren in ons dagelijkse leven. Het is een fascinerende ontdekkingsreis door ons innerlijke, een soort van zingevingsproces. Je dromen maken je duidelijk op welke manier jij moet leven. Jung geloofde ook dat sommige mensen hun leven inrichten naar de eisen van een archetype. Een voorbeeld daarvan is Puer. Hij is de boer van het kaartspel, het beeld van Eros en hij is ook Peter Pan, de jongen die niet volwassen wilde worden. Je treft hetzelfde beeld aan in het imago van bepaalde popsterren, zoals Cliff Richard of Michael Jackson (zie bijlage 3). 3.3 Vergelijking Freud en Jung Freud richtte zich over het algemeen vooral op onbewuste seksuele en agressieve impulsen. Jung legde sterker de nadruk op de religieuze kant van de menselijke geest. Volgens Jung waren verborgen seksuele problemen niet de basis van de meeste dromen. Hierdoor is Jung, die jarenlang met Freud heeft samengewerkt, zijn eigen weg in geslagen. Hij meende dat dromen onze diepste wensen en verlangens bevatten en ons tot de mogelijkheid stellen onze bewuste ambities te leren kennen en vervullen. Volgens Freud is de mens ook niet in staat zijn eigen dromen te interpreteren. Terwijl dit volgens Jung moeilijk, maar mogelijk is. 4 De Droomervaring Volgens Freud bestond het onderbewuste uit twee niveaus: het ‘voorbewuste’ en het ‘persoonlijk bewuste’. Jung voegde hier nog een derde niveau aan toe namelijk het ‘collectief onbewuste’. Dromen kunnen materiaal bevatten uit verschillende niveaus, maar er zal altijd 1 niveau zijn dat domineert. Op deze manier weet men hoe men die bepaalde droom moet benaderen. De 3 verschillende betekenissenniveaus: 4.1 Voorbewustzijn Dit is het meest toegankelijke deel van onze geest dat alles inhoudt wat men in wakende toestand onmiddellijk kan oproepen. Dit betekent dat dromen van het voorbewustzijn een verzameling zijn van recente gebeurtenissen, zorgen, verwachtingen en verlangens. De betekenis van deze dromen is meestal wel duidelijk door de inhoud ervan.
4.2 Het persoonlijk onbewuste Dit niveau bevat herinneringen die buiten de greep van ons bewustzijn vallen, maar die toch een grote impact hebben op ons zieleleven, waaronder ook ons droomleven. Het bevat ondermeer jeugdtrauma’s, onderdrukte verlangens en angsten, verdrongen emoties en verwachtingen. Deze dromen hebben ook vaak te maken met lang vergeten herinneringen en essentiële persoonlijke zaken. De dromer speelt een vreemde rol, verkeert in een ongewone situatie, gaat met onbekende mensen om of gedraagt zich abnormaal. De droom kan intrigerend zijn en in het geheugen blijven hangen alsof hij om uitleg smeekt. Maar doordat deze dromen uniek zijn voor de dromer en persoonlijk, kunnen de meeste dromenwoordenboeken geen goede verklaring geven voor de betekenis ervan. 4.3 Het collectieve onbewuste Het collectieve onbewuste is een soort van opslagplaats van oerideeën, -symbolen, -thema’s en archetypen die de basis vormen van de diepste menselijke drijfveren en verlangens. Het is het erfelijke niveau van de geest, dat alle mensen gemeenschappelijk hebben en de bron vormt van de mythologische thema’s van onze cultuur. Het zijn dromen die het minst vaak voorkomen omdat ze vaak handelen over fundamentele thema’s zoals spiritualiteit, leven en dood, verandering, liefde, opoffering en heldhaftigheid. De dromen van dit niveau zijn het best te begrijpen door ze te linken met mythen of legenden uit de eigen of vreemde cultuur. Deze techniek wordt amplificatie genoemd. 5 De slaapcyclus 5.1 In 5 Fasen (zie bijlage 4) Overgangsfase: De slaapcyclus begint met een overgangsstadium: de spieren ontspannen zich en men begint te zweven of te drijven. Dit gaat gepaard met levendige, bijna psychedelische beelden. De hersenen gaan beta-golven uitzenden. Dit zijn snelle golven die aangeven dat de hersenen levendig of onrustig zijn. Fase 1: Ontspannen
In deze fase gaan de hersenen alpha-golven uitzenden. Hierbij zijn de hersenen waakzaam maar ontspannen. Fase 2: Lichte slaap
Men begint te doezelen en bevindt zich in een lichte slaap. De hersens produceren nu langzame en ritmische theta-golven. De duur van dit stadium varieert van enkele seconden tot minutenlang. De overgangsperiode tussen waken en slapen noemen we de hypnagogische toestand. Fase 3: Echte slaap
Op een gegeven moment gaan de theta-golven gepaard met snelle, korte uitbarstingen van hersenactiviteit. De echte slaap is aangebroken. Opmerkelijk is dat, wanneer men mensen uit deze fase wekt, ze niet het gevoel hebben dat ze aan sliepen. Fase 4: nREM-slaap

Na gemiddeld 20 minuten start de vierde fase. Dit is de fase van de diepe slaap. De delta-golven gaan groot en langzaam verlopen. Wanneer men mensen uit deze fase wekt voelen ze zich wazig en gedesoriënteerd. Ze willen dan ook liever verder slapen. De diepe slaap wordt ook wel nREM-slaap genoemd. Tijdens de nREM-slaap rusten lichaam en geest uit. We hebben deze slaap dus nodig om te herstellen. Mensen met een tekort aan nREM-slaap zijn moe, onhandig en traag. Maar men heeft slechts tijdelijk last van een tekort aan nREM-slaap. Fase 5: REM-slaap
Vervolgens bevindt men zich in de droomslaap of ook wel REM-slaap genoemd. Deze fase gaat gemiddeld 5 kwartier na het in slaap vallen in. De bloeddruk stijgt en de hartslag versnelt. Het lichaam is vrijwel volledig verlamd. Wat wel beweegt zijn de ogen, die onder de gesloten oogleden snel heen en weer bewegen. Vandaar ook de naam REM of Rapid Eye Movement, vertaald betekent deze naam “snelle oog beweging”. Wanneer men iemand wekt uit een REM-slaap beseft deze persoon dat hij gedroomd heeft en kan hij zijn droom ook navertellen. De eerste REM-slaap duurt gemiddeld 5 minuten. Vervolgens keert men terug naar de nREM-slaap. De hele cyclus duurt 80 tot 90 minuten. In één nacht vinden ongeveer 4 opeenvolgende cycli plaats en gaat de duur van de REM-slaap verlengen. Deze kan net voor het ontwaken wel een uur duren. De REM-slaap is belangrijk voor de psychische gezondheid. De REM-slaap helpt om met spanning om te gaan. Mensen met een tekort aan REM-slaap zijn overgevoelig en lijden aan concentratie- en geheugenverlies. Een tekort aan REM-slaap kan tot echte stoornissen leiden. De overgangsperiode tussen slapen en waken noemen we de hypnopompische toestand. 5.2 Tussen slapen en waken Hypnagogische verschijnselen zijn hallucinaties die plaatsvinden tussen het moment dat men nog wakker is en het moment dat men in slaap valt. Deze verschijnselen zijn dus op te vatten als droomervaringen die te vroeg beginnen. Mogelijk leiden deze verschijnselen tot hypnagogische schokken of slaapstuipen. Hieronder verstaat men het maken van een plotse lichaamsbeweging tijdens de eerste inslaapperiode dat gepaard gaat met het gevoel in een put te vallen. Slaapstuipen komen vaak voor maar het ontstaan ervan is nog niet duidelijk. Hypnopompische verschijnselen zijn hallucinaties tijdens de periode tussen slapen en ontwaken. Het zijn droomervaringen die te laat eindigen. Beide verschijnselen worden als paranormale ervaringen beschouwt. In de meeste gevallen gaat het om het gevoel dat er iemand in de slaapkamer of onder het bed aanwezig is. Mogelijk ervaart men ook visuele hallucinaties zoals het zien van overleden personen, schimmen, geesten of buitenaardse wezens. Hun inhoud is afhankelijk van het persoonlijk interessegebied. 6 Wat gebeurt er met ons lichaam wanneer we slapen? Dromen is zowel een geestelijke als een lichamelijke activiteit. Zelfs in rustige dromen reageert het zenuwstelsel met het versnellen van de hartslag, de ademhaling en de uitscheiding van maagsappen. Bovendien laat men tekens van seksuele opwinding zien, al bevat de droom geen erotische inhoud. De penis bij mannen en de clitoris bij vrouwen gaan rechtop staan. De spierspanning neemt af zodat alle spieren, met uitzondering van de oogspieren, verlamd zijn. 7 Wat kan men leren van zijn dromen? 7.1 Zelfkennis Dromen handelen vaak over gebeurtenissen in iemands leven of over persoonlijke zaken. Hierdoor gaat men na het hebben van een droom zich soms vragen stellen. Door dromen regelmatig op te schrijven, kan men zichzelf beter leren kennen. Op die manier kan men in een vroeg stadium reeds beseffen wat er verkeerd gaat in het leven. De drie droomniveaus leveren elk een specifieke bijdrage aan dit proces. Dromen uit niveau één, kunnen wijzen op de vele frustraties die men in het dagelijkse leven oploopt. Zoekend naar zelfkennis moet men zichzelf de vraag stellen waarom deze gebeurtenissen belangrijk genoeg waren om ze in dromen nogmaals te beleven. De diepere dromen uit niveau twee laten zien waarom men is zoals men is. Ze schetsen een beeld van wat Freud het “id ”noemde, het instinct van de mens dat in realiteit door het ego wordt gecontroleerd. Dromen uit niveau drie bieden inzicht in de wijsheid van het collectieve onbewuste. Deze dromen maken ons duidelijk wie we zijn. 7.2 Inspiratie halen uit dromen Dromen kunnen ook bijdragen tot creatieve ideeën. Schrijvers laten zich vaak leiden door de dromen die ze gehad hebben. Bekende namen zijn Samuel Coleridge, Isabel Allende en Thomas de Quincey. Ook muzikanten hebben dromen als inspiratiebron. Zo kwam de song “Yesterday” van The Beatles tot stand door een droom van de zanger, Paul McCartney. Voorgenoemde was ervan overtuigd dat het een song moest zijn dat hij ergens eerder had gehoord, zo duidelijk was de melodie in zijn droom te horen. Van de zanger Sting is bekend dat zijn song ‘The lazarus Heart’ ontstond in een droom. Maar ook klassieke muzikanten laten zich inspireren door hun dromen. Ooit sliep Beethoven eens in op een lange treinreis. Hij droomde dat hij weg was naar het Midden-Oosten maar in feite ging hij naar Wenen. In de droom hoorde hij een stuk muziek, maar toen hij wakker werd kon hij zich de melodie niet meer herinneren. De volgende dag op de terugreis viel hij weer in slaap en droomde hij opnieuw over hetzelfde stuk muziek. Deze keer kon hij zich de melodie wel herinneren en toen hij wakker werd schreef hij ze op. Hij heeft uiteindelijk slechts drie veranderingen aangebracht. Naast schrijvers en muzikanten zijn er dansers, filmmakers en tal van andere kunstenaars die zich door hun dromen laten inspireren.
7.3 Inzicht in onze relaties Omdat dromen vaak met een symboliek omweven zijn is het niet steeds gemakkelijk om de boodschap ervan te begrijpen. Niet-levende voorwerpen kunnen bijvoorbeeld mensen symboliseren, terwijl personen mogelijk een psychologische kant van de dromer symboliseren. Wanneer men de boodschap van dromen kan ontwarren kan men doelgerichter omgaan met problemen in relaties. Daarom is het belangrijk om, wanneer men een droom gehad heeft dat mogelijk iets te maken heeft met uw relatie, erover te praten met de partner. Mogelijk kan het negatieve gevolgen hebben maar vaak werpt een goed gesprek ook zijn vruchten af. Men moet wel onthouden dat dromen niet gebaseerd zijn op dogmatische interpretaties. Een droom kan aangeven dat men zich niet meer goed voelt binnen de relatie maar anderzijds kan deze ook aanduiden dat men zijn houding tegenover een bepaald persoon dient te veranderen. Een koele afstandelijke droomfiguur bijvoorbeeld kan wijzen op angst om zijn of haar liefde te verliezen en spoort u aan om op de één of andere manier de persoon te blijven vertrouwen. Na het eindigen van een relatie of het overlijden van een geliefd persoon kan men ook vaak terugkerende dromen hebben waarin we deze persoon kwijtraken op een drukke plaats of in een verlaten landschap. Hoewel deze dromen als negatief kunnen worden ervaren helpen ze toch in het verwerkingsproces. Ouders hebben ook vaak dromen over hun kinderen. Ze raken ze bijvoorbeeld kwijt in een menigte of hun kinderen lopen een verwonding op. Ouders kunnen hun kinderen in hun dromen ook pijn doen door opzettelijke geweldpleging. Deze dromen gaan daarom niet over vijandigheid van de ouders ten opzichte van de kinderen maar duiden op de angst van de dromer om op de één of andere manier zijn kinderen te verstikken. 8 Soorten dromen 8.1 Herderziende dromen Dromen kunnen ook een vorm van helderziendheid zijn. Vaak hebben deze dromen te maken met rampen. De theorie die achter deze dromen verschuilt zit baseert zich op de telepathie . Zo zou informatie van mensen die betrokken zijn bij een ramp overgebracht worden naar anderen die er op een of andere manier op “afgestemd” zijn. Het bekendst zijn dromen over de ondergang van de ‘Titanic’ (1912) (zie bijlage 5) en de Japanse aanval op Pearl Harbor (1941). Hoewel de wetenschap hiervoor geen verklaring kan geven beschikt men over talrijke gedocumenteerde verhalen die gebaseerd zijn op betrouwbare getuigenissen. Een vrouw uit New York bijvoorbeeld, droomde dat haar moeder zich in een reddingsboot bevond. Die reddingsboot was vol en dreigde te zinken. De volgende morgen vertelde ze haar droom aan haar man. Hij zag dat zijn vrouw ongerust was en troostte haar met de gedachte dat haar moeder nog in Europa was. De volgende dag lazen ze in de krant dat de Titanic gezonken was. Tot hun grote verbazing vernamen ze dat de naam van haar moeder op de lijst van passagiers stond. De moeder had de reis geboekt zonder dat haar dochter hiervan op de hoogte was. Toen de overvolle reddingsboot bijna ging kapseizen besefte ze dat het einde nabij was. Toen dacht ze waarschijnlijk aan haar dochter die ze nooit meer zou zien en op dat moment had de dochter haar droom. 8.2 Voorspellende dromen Ook deze dromen hebben als onderwerp vaak rampen, maar het moment van de droom en de gebeurtenis vallen niet samen zoals bij helderziende dromen. Integendeel, de droom gaat aan de gebeurtenis vooraf en voorspelt wat er gaat gebeuren. De overleden omroeper Freddie Grisewood bijvoorbeeld had een reeks dromen toen hij 12 jaar was. In deze dromen woonde hij in een landhuis. Een aantal jaar later logeerde hij bij vrienden in Sussex met wie hij samen andere vrienden ging opzoeken. Zij woonden in het huis uit Grisewoods dromen. Zowel de binnenkant als de buitenkant van het huis herkende Grisewoord en hij wist dat er een wandkleed van de muur was weggehaald. De stomverbaasde gastvrouw moest dat toegeven. Maar onder deze voorspellingen behoren ook de déjà-vu dromen. Dit betekent dat men het gevoel krijgt een ervaring voor de tweede keer te beleven. In dit geval droomt men de ervaring eerst en komt ze later in werkelijkheid voor. 8.3 Probleemoplossende dromen In de westerse wereld hecht men veel belang aan het redeneren. Wanneer men een probleem heeft gaat men steeds trachten dit op te lossen aan de hand van het verstand. Maar dit is niet de enige manier om tot een conclusie te komen. Mensen geven vaak de raad “slaap er eens een nachtje over”. Dit bewijst dat men gelooft dat het onderbewustzijn ’s nachts een oplossing voor een probleem kan vinden. Bijvoorbeeld Dmitri Mendeljev (1834 – 1907), een Russische scheikundige zocht tevergeefs naar een oplossing voor een probleem. Wanneer hij op een avond naar bed ging, zag hij in zijn droom de tabel van de elementen precies op hun plaats. Toen hij ontwaakte schreef hij de droom op en ontdekte hij dat er slecht één verandering nodig was om de definitieve tabel van Mendeljev op te stellen. Dit was één van de belangrijkste doorbraken in de wetenschap. In de 19de eeuw waren er veel van dit soort voorvallen en ook nu zijn er nog tal van gelijksoortige dromen. De Amerikaanse golfspeler Jack Nicklaus bijvoorbeeld merkte op dat zijn prestaties in golf achteruit gingen. Op een nacht droomde hij over zijn swing. In zijn droom speelde hij veel beter dan gewoonlijk en ontdekte hij dat dit kwam omdat hij zijn club op een andere manier vasthield. Nicklaus won de wedstrijd van die dag en verklaarde aan een verslaggever dat hij vanwege zijn droom zo een goede prestatie had neergezet. Men kan dus stellen dat wanneer men slaapt de hersens doorwerken. Ze verwerken informatie, slaan herinneringen op en lossen soms de meest verwarde, intellectuele, emotionele of morele problemen op. Wanneer men overdag nadenkt over een probleem is men begrensd door het rationele verstand. In tegenstelling tot wanneer men slaapt, dan gaat het onbewuste namelijk het probleem oplossen zonder rekening te houden met deze begrenzing. 8.4 Nachtmerries In tegenstelling tot wat vele mensen verwachten, hebben nachtmerries een nuttige functie. Ze richten namelijk de aandacht op de angsten en voorgevoelens van het onderbewuste. De dromer voelt zich in dit soort dromen bedreigd door iets waar tegen hij zich niet kan weren. Het meest voorkomende thema van nachtmerries is opgejaagd worden en tegelijkertijd aan de grond genageld staan. Wanneer dezelfde nachtmerrie regelmatig terugkomt en men deze kwijt wil, kan men trachten deze nachtmerrie te begrijpen en op die manier iets te doen aan de spanningen die zij veroorzaakt. Terugkerende nachtmerries wijzen vaak op een ernstig probleem in het leven en hieraan zal iets moeten gedaan worden. Soms verdwijnen de nachtmerries ook in de loop der tijd. Zelfs als de inhoud van de droom volledig als onschadelijk wordt ervaren, kunnen dromen waarvan dreiging, schik of haat uitgaat, onder de noemer van nachtmerrie terecht komen.
8.5 Seksuele dromen Sommige mensen (vaak mensen die moeilijk kunnen omgaan met hun eigen seksualiteit, door verbod of onderdrukking) schamen zich wanneer ze ontwaken uit een seksuele droom waaraan ze deelnamen en eventueel zelfs van hebben genoten. Dit komt omdat ze dit in realiteit beschamend of afschuwelijk zouden vinden. Seksuele dromen kunnen verschillende oorzaken hebben. Mogelijk zijn ze het gevolg van seksuele onthouding. Jongens en meisjes, in de puberteit en daarna, hebben vaak seksuele dromen die eindigen met een orgasme. Het is aan de ouders en de leerkrachten om duidelijk te maken dat dit als normaal moet beschouwd worden en dat het hoort bij het opgroeien. We leven immers niet meer in de Middeleeuwen waarin mensen dachten dat zulke dromen gestuurd werden door de duivel (zie bijlage 6). Hoe verschrikkelijk men deze droomactiviteiten ook mag vinden, ze komen voort uit de eigen geest. Soms zijn seksuele dromen een uitlaatklep voor spanningen die zich die dag hebben opgestapeld, maar ze symboliseren ook diepere verlangens, zoals het verlangen naar een perfect leven met een geliefde. Dromen over het bedrijven van de liefde kunnen een uitlaatklep zijn voor het verlangen naar uitdrukking van de gevoelens, het willen toegeven aan gevoelens en de gevoeligheden van het andere geslacht (de vrouwelijke kant van de man en de mannelijke kant van de vrouw). 9 Dromen kunnen verschillen 9.1 Duur van een droom Wanneer men net ontwaakt kan men moeilijk inschatten hoelang men gedroomd heeft. Na een korte droom kan men toch het gevoel hebben dat er veel is gebeurd en dat de droom een lange tijd heeft geduurd. De eerste droom van de nacht duurt maar enkele minuten. Geleidelijk aan verlengen de dromen. De laatste droom kan een half uur tot drie kwartier duren. De eerste dromen zijn vaak iets meer verbaal van aard. Hiermee bedoelt men dat er dan eerder gedachten gaan voorkomen in plaats van beelden. In de latere dromen spelen emoties een belangrijkere rol. 9.2 Dromen mannen en vrouwen gelijkaardig? De dromen van mannen en vrouwen verschillen op enkele vlakken. Een vrouw bijvoorbeeld heeft tot haar menopauze iets meer REM-slaap dan een man. Vrouwen gaan zich vaker ook gemakkelijker hun droom herinneren dan mannen. Wanneer een vrouw zwanger is gaat ze vanaf de vierde maand van haar zwangerschap meer dromen. Net als tijdens de periode tussen de eisprong en de menstruatie. Wanneer we kijken naar de inhoud van de dromen, zien we tevens een verschil bij mannen en vrouwen. In mannendromen komt meer actieve agressie voor, vrouwen zijn er vaker het slachtoffer van. Vrouwen dromen evenveel zowel over vrouwen als over mannen in tegenstelling tot mannen die overwegend over mannen dromen. Rolbevestigend is wel dat vrouwen meer over binnenhuisscènes dromen dan mannen. 9.3 Dromen kinderen en volwassenen gelijkaardig? Zelfs als men nog niet geboren is, droomt men reeds (zie bijlage 7). Tijdens de laatste twee maanden van de zwangerschap is bij baby’s de REM-slaap vastgesteld. Een pasgeboren baby droomt ongeveer 60% van de slaaptijd. Bij een kleuter is dat ruim 30%. Tijdens de puberteit daalt dit percentage naar 25%. Een volwassene droomt circa 20-25% van de slaaptijd. In de inhoud van de dromen zien we ook een evolutie naarmate de leeftijd vordert. Dromen van kinderen zijn korter en bestaan uit meerdere korte fragmenten dan dromen van volwassenen. Kinderen hebben ook vaker nachtmerries. In het algemeen komt er veel angst in hun dromen voor. Ze zijn ook vaker het slachtoffer van agressie. Heel jonge kinderen dromen vaak over dieren, stripfiguren en tekenfiguren. Wanneer men wat ouder wordt, ongeveer rond de leeftijd van 12 jaar, droomt men vaak over een idool zoals olympische kampioenen, filmsterren, popidolen,… Wanneer men zijn kind op jonge leeftijd reeds duidelijk maakt dat hij belang moet hechten aan zijn dromen, zal hij op latere leeftijd ook gemakkelijker zijn dromen onthouden en zo zijn droomleven leren te beheersen. Oudere mensen dromen minder in kleur. In later stadia van het leven gaat men vaak dromen over zijn vroegste jeugd. Het ouderlijke huis, school, vriendjes en vriendinnetjes van vroeger zijn dan vaak voorkomende onderwerpen. In de laatste fasen van het leven gaat men in een of andere vorm vaker over de dood dromen. 9.4 Dromen en hun kleur Men kan zowel in kleur als in zwart-wit dromen maar vaak herinnert men zich niet de kleuren uit zijn droom. De meeste kleuren vindt men immers vanzelfsprekend. De bomen zijn groen, de lucht is blauw,… Hierdoor gaan we onze aandacht niet op de kleuren vestigen maar op de gebeurtenissen. Maar wanneer men zijn droom vertelt net nadat men ontwaakt herinneren we ons meer kleuren. Wanneer een kleur een belangrijke rol heeft gespeeld of onze aandacht heeft getrokken gaan we deze meestal heel goed herinneren. Mensen die beroepshalve vaak met kleur te maken hebben gaan sneller de kleuren uit hun dromen onthouden. Vrouwen gaan overwegend meer in kleur dromen dan mannen. Uit onderzoek blijkt dat doven vaker in kleur zouden dromen. Omdat deze mensen meer aandacht hebben voor kleur. Naarmate men ouder wordt gaat men minder in kleuren dromen. Een kind droomt iets meer in kleur dan een volwassene, die op zijn beurt iets meer in kleur droomt dan een oudere persoon. Emoties en kleur hangen nauw met elkaar samen. In periodes van grote veranderingen zal men sterker betrokken zijn bij de gebeurtenissen en is men emotioneler. Hierdoor gaat men meer in kleur dromen. Ook mensen die vaak nachtmerries hebben, dromen vaker in kleur. Evenals mensen die helderziende of voorspellende dromen hebben.
9.5 Dromen blinden? Dromen worden gecreëerd op basis van onze waarnemingen. Maar wanneer bij mensen een bepaald zintuig niet werkt gaat dit ook een invloed hebben op de dromen. Dat blinden dromen dat staat vast, maar sommige blinden zijn ook blind in hun dromen. Dit is afhankelijk van wanneer ze blind zijn geworden. Een persoon die blind geboren is heeft nooit licht en kleur kunnen onderscheiden, bijgevolg zullen ze ook geen beelden kunnen vormen tijdens de slaap. Sommigen die blind zijn geworden rond de leeftijd van 5 tot 7 jaar kunnen wel visueel dromen, anderen van deze leeftijd niet. Mensen die na hun 7 jaar blind zijn geworden dromen net als iedereen visueel. Alhoewel bij personen die vóór hun 10 jaar blind zijn geworden het visueel onderdeel minder kan zijn dan bij een gewoon persoon. Wanneer een blinde visueel kan dromen kan het mogelijk gelijkaardig aanvoelen als wanneer men droomt over een overledene. De dromer wordt wakker en is mogelijk teleurgesteld dat zijn droom niet werkelijkheid was of mogelijk voelt hij zich getroost dat hij in ieder geval in een droom nog van deze aanwezigheid kan genieten. 10 Het onthouden van dromen 10.1 Wie onthoudt dromen gemakkelijk? In sommige periodes herinnert de dromer zich meer dan in andere. Maar algemeen zijn mensen die hun herinneringen gemakkelijk kunnen onthouden, mensen die een goed ruimtelijk inzicht hebben, wat lichter slapen, zich meer bewust zijn van hun emoties en introspectiever zijn. 10.2 Waarom vergeten wij vaak onze dromen? In onze cultuur zijn we er niet aan gewend om onze dromen te herinneren. In culturen waar men aan dromen belang hecht worden ze bijgevolg ook veel beter onthouden. Door een maatschappij waar time money is, heeft men het ook vaak heel druk waardoor men als men wakker wordt zich onmiddellijk tracht te herinneren wat men die dag allemaal moet doen. Hierdoor vergeet men dan ook snel zijn droom. 10.3 Belang van dromen volgens verschillende culturen Westerlingen geloven dat de werkelijkheid enkel in empirische feiten weergegeven kan worden. Er zijn andere beschavingen die meer ruimdenkend zijn. Westerlingen vinden het onderscheid tussen dromen en waken groot, terwijl voor andere culturen beide soorten ervaringen als even echt ervaren worden. Leden van sommige gemeenschappen bijvoorbeeld gaan dromen associëren met de werkelijkheid. Sommigen gaan bijvoorbeeld geloven dat hun vrouw overspel heeft gepleegd wanneer ze dit gedroomd hebben. Anderen dromen dan weer dat ze de liefde hebben bedreven met een vrouw en vervolgens verwachten ze ook van die vrouw dat zij hun dromen gaat waarmaken. Er was ooit zelf eens een indiaan in Paraguay die droomde dat een missionaris op hem had geschoten met als gevolg dat hij de volgende dag op pad ging om deze missionaris te doden. In Noord-Peru is droomcontact met de ziel van een overleden krijger essentieel opdat je als jager of strijder succes zou kennen. Om dit droomcontact te bekomen ging men de bergen in naar een stille plek. Daar bereidde men zich voor op zijn dromen door dagen te vasten, te bidden en een pijp te roken. Wanneer men volledig voorbereid was kreeg men dan ook zijn visioen. Dit is een droom waarin een wezen voorkomt, meestal een dier. Dat dier is de boodschapper van de hogere macht. Beer, Wolf, Hert, maar ook andere wezens zoals de Donder, vertelden de dromer wat hij moest doen opdat hij zou slagen in het leven. Zo moest hij bijvoorbeeld zijn wapenuitrusting op een bepaalde manier beschilderen of bepaald voedsel eten. Vanwege de bovennatuurlijke kracht die uitging van het visioen kreeg de dromer dan ook bescherming in de strijd en genezing in geval van ziekte. Voorspellende dromen kwamen ook voor, maar hier werd enkel belang aan gehecht wanneer drie mensen van dezelfde stam dezelfde droom hadden gehad. In de zuidelijke hooglanden van Papua Nieuw-Guinea gebeurt het tegenovergestelde. Hier komt de hele gemeenschap bijeen om een droom op te wekken. In geval van overlijden door tovenarij komen de dorpelingen bijeen om in een gezamenlijke droomsessie te achterhalen van wie de vloek afkomstig is. Ze slapen met de polsen tegen elkaar en hun rompen zijn met touw aan elkaar verbonden. Een ‘droommeester’ heeft het einde van het touw in zijn handen en houdt de situatie in de gaten. Als iemand naar zijn mening een slechte droom heeft dan wekt hij iedereen door een ruk te geven aan het touw. Vervolgens vertellen alle aanwezigen hun dromen en geven zij op die manier aanwijzingen over de identiteit van de tovenaar. De aboriginals in Australië (zie bijlage 8) zetten hun dromen dan weer om naar muziek. ’s Morgens zingen dromers voor de gemeenschap de nieuwe liederen uit hun dromen en door mee te zingen verdiept ieder stamlid zich in zijn droomervaring. In vele culturen wordt dromen gezien als een manier om kracht uit de geestenwereld te verkrijgen, innerlijke conflicten op te lossen en hoop, vertrouwen en vitaliteit te bekomen. Wie niet regelmatig meer droomt, heeft geen contact meer met de energie van het Grote Heilige. De Menomini, een volk dat woont in het gebied rondom de grote meren in Noord-Amerika, zoeken in hun dromen naar waarschuwingen en voorspellingen. Zo proberen zij met voorzorgsmaatregelen zoals talismans en bezweringsformules het voorspelde onheil te vermijden. De Irokezen in Noordoost-Noord-Amerika volgen dan weer een uitgebreid droomquizritueel. De dromer is namelijk verplicht zijn dromen aan de gemeenschap voor te leggen als raadsels. Wanneer deze raadsels opgelost worden kunnen de gedroomde wensen uitkomen. Het geloof in de kracht van dromen weerspiegelt de voordelen die dromen voor de dromer kunnen hebben. Westerlingen beseffen vaak niet dat ze van andere culturen op dit gebied nog heel veel te leren hebben. Als men van zijn dromen wil leren, moet men oude wijsheden en moderne inzichten trachten te combineren. De Irokezen maakten ook dromenvangers (zie bijlage 9). Ze geloofden er namelijk in dat het zelf maken en ophangen van een dromenvanger boven het bed de nare dromen afwendt. Tijdens de nacht worden de nare dromen opgevangen in het web en volgens de legende glijden ze er de volgende morgen af en drogen ze op in de ochtendzon. Fijne dromen daarentegen kunnen ongehinderd door de dromenvanger heen gaan en kunnen zo de dromer bereiken. Traditioneel werden dromenvangers van wilgen gemaakt en gevormd als een cirkel. Het web tussen de wilg is gemaakt van pees en wordt versierd met veertjes, stenen en kralen omdat deze een specifieke betekenis hebben. Andere attributen werden toegevoegd als men de wens had om een speciale droom te krijgen, als medicijn of als bescherming. 11 Lucide dromen 11.1 Wat zijn lucide dromen? Lucide dromen zijn bewuste dromen. Men is zich als het ware bewust dat men aan het dromen is. Wanneer men op deze manier zijn dromen kan beheersen, kan men dromen gebruiken om angsten te overwinnen, droomsymbolen te begrijpen of om antwoorden op vragen te verkrijgen. Op deze manier kan men zichzelf beter leren kennen en zo spiritueel groeien. In een normale droom gebeuren de raarste dingen, maar toch lijkt alles wat men droomt op dat moment doodnormaal. In een lucide droom pikt men dit niet. Men is zich bewust van zijn omgeving en men weet dat wat men meemaakt niet echt is. Men droomt dus bewust. Dit betekent echter niet dat men zelf kan beslissen wat er gebeurt in een droom.
11.2 Gradaties van bewustzijn Een lucide droom kan uit verschillende gradaties van bewustzijn bestaan. Pre-luciditeit: Op dit niveau heeft men in het achterhoofd wel het gevoel dat er iets niet klopt, maar toch blijft men “meedoen” met de droom. Wanneer men vervolgens ontwaakt realiseert men zich dat het natuurlijk niet kon kloppen omdat men immers aan het slapen was. Lage luciditeit
In een droom wordt men zich even bewust van het feit dat men aan het dromen is, maar deze gedachte kan men niet volhouden. Voor men het weet gaat men weer mee met de “flow” van de droom en vergeet men dat het allemaal niet werkelijk is. Hoge luciditeit
Op dit niveau is men er zich van bewust dat alles wat er gebeurt maar een droom is en zich afspeelt in de geest. Men weet dat er helemaal geen gevaar is en men veilig in bed ligt. Alles voelt dan ook heel intens en helder aan. Kleuren lijken feller, geuren geuriger en het lijkt alsof men oneindig ver kan zien. Wanneer men hoge luciditeit beleeft ervaart men een enorme kick. Absolute Luciditeit
Van het ogenblik dat men slaapt, weet men dat men droomt en men heeft dan ook alles onder controle. Men wordt zich niet bewust in een droom maar gaat bewust de droomstraat in. 11.3 Historisch Bewust dromen krijgt langzaam zijn intrede in de westerse wereld. Maar het is een kunst die al eeuwenlang wordt beheerst. Voor vele oude volkeren waren lucide dromen hulpmiddelen om in contact te komen met hun voorouders. Zo kregen ze antwoorden op hun vragen of konden ze genezing ontvangen. De officiële lucide dromer van de stam was meestal de sjamaan. Hij beheerste de kunst om de wereld van de geesten te bezoeken, genezende krachten te ontvangen en zo inzichten te krijgen voor zichzelf en voor zijn volk. De Aboriginals zijn de oudste bekende lucide dromers. Hun geschiedenis gaat tot meer dan 40.000 jaar terug. Aboriginals maken reizen in de Droomtijd, om daar antwoorden op hun vragen te vinden. De Droomtijd is een soort staat van bewustzijn waar de dromer naartoe kan reizen. In de Droomtijd kan men contacten leggen met de geesten van voorvaderen, zij die de wereld hebben geschapen. De typische aboriginalkunst met gekleurde strepen en punten is een manier om de Droomtijd weer te geven (zie bijlage 10). De Tibetaanse Yogi’s (zie bijlage 11) trainden zich om bewust te dromen met het ultieme doel om te ontwaken uit de droom die wij de werkelijkheid noemen. Zij geloofden namelijk dat wanneer je lichaam sterft, de ziel terechtkomt in een staat die te vergelijken is met de Droomstaat. Wanneer je je daarvan bewust bent kan je ontsnappen uit de cyclus van wedergeboorte. Een volk wiens leven om dromen draaide was de Senoi. Dit is een stam uit Maleisië die een bloeiende droomcultuur hadden. Helaas zijn zij door de komst van de communisten in de 2de wereldoorlog hun traditionele levenswijze verloren. Deze stam geloofde dat de wereld van de mensen verbonden was met de wereld van de geesten. Daarom was elke droom belangrijk. Ze leerden van jongs af aan gevaar in hun dromen te herkennen en te transformeren. 11.4 De laatste eeuw Pas vanaf de laatste eeuw is er in de westerse wereld aandacht geschonken aan lucide dromen. Frederik van Eeden is een dichter die in 1913 een onderzoek presenteerde aan de British Society for Psychical Research. Hierin beschreef hij 350 van zijn eigen lucide dromen, die hij in 14 jaar tijd had opgetekend. Voor het eerst gebruikte hij ook de term “lucide”. Maar toch duurde het tot in de jaren 70 vooraleer bewust dromen echt bekend begon te worden. In 1974 publiceerde Patricia Garfield, een Amerikaanse psychologe, haar boek “Creatief dromen”. Hierin gaat ze verder in op lucide dromen. Het boek was een groot succes, en wordt tot op heden nog uitgegeven. Maar jammer genoeg werd het hoofdstuk over lucide dromen door velen echter niet geloofd. Slaap- en droomonderzoekers geloofden niet dat het mogelijk was om te slapen en tegelijkertijd zich ervan bewust te zijn dat men aan het dromen is. Lucide dromen werd dus bijgevolg afgedaan als fantasie of ‘micro-ontwaken’. Men denkt dat men slaapt maar eigenlijk is men heel kort wakker. Stephen Laberge (zie bijlage 12) heeft deze gedachte veranderd. Hij heeft uitgebreid wetenschappelijk onderzoek gedaan naar lucide dromen en kwam zo tot een methode om luciditeit te bewijzen in laboratoriumcondities. In een lucide droom volgde hij met zijn ogen zijn droomvinger en liet deze van boven naar beneden bewegen. Het patroon dat Laberge met zijn ogen maakte bleek duidelijk zichtbaar te zijn op de output van meetinstrumenten. Op deze manier heeft hij lucide dromen wetenschappelijk bewezen. Hieruit kon hij ook afleiden dat lucide dromen plaatsvinden in de REM-slaap. Met deze oog-bewegings-methode heeft Laberge nog vele experimenten uitgevoerd. Zo heeft hij het verband kunnen aantonen tussen acties in de droom en de reactie van het lichaam daarop. Tevens heeft voorgenoemde het Lucidity Institute opgericht waar onderzoek wordt gedaan naar lucide dromen. 11.5 Hoe weet men dat men droomt? Wanneer men lucide droomt kan men enkele realiteits-testen toepassen waardoor men kan controleren of wat er gebeurt realiteit is. Door bijvoorbeeld het licht aan te steken. Dit zal wanneer men lucide droomt niet lukken. Lichtknopjes werken namelijk niet in een droom. Een andere realiteits-test is dan weer iets proberen te lezen. Teksten blijven namelijk nooit stabiel in een droom. Lees iets, kijk dan even weg van de tekst en lees hetzelfde stukje tekst opnieuw. Men zal dan merken dat de tekst niet meer dezelfde is. Het is trouwens ook heel moeilijk om te onthouden wat er staat. Het uur lezen is ook een efficiënt bewijs van werkelijkheid. In dromen doen alle klokken gek. Bij analoge klokken zijn er bijvoorbeeld geen wijzers of rare symbolen in plaats van de normale cijfers. Digitale klokken kunnen dan weer vreemde figuurtjes hebben, knipperen of hebben meer of minder cijfers dan normaal. Als men wel een tijd ziet, kan men proberen deze te lezen, vervolgens even weg kijken en daarna controleren of de tijd nog dezelfde is gebleven. Zo zal men merken dat dit niet het geval is. Bij analoge klokken kan men proberen de wijzers te laten draaien terwijl men ernaar kijkt. Wanneer men hierin slaagt is men absoluut aan het dromen. Op deze manier kan men onmogelijke dingen doen. Zichzelf laten zweven bijvoorbeeld of een hand door een muur steken. Wanneer men hierin slaagt krijgt men een raar tintelend gevoel en de overtuiging dat men droomt. Belangrijk is dat men nergens aan denkt wanneer men dit probeert. Als men namelijk twijfelt lukt het (bijna) nooit.
11.6 Afspreken in een droom Mensen die een sterke emotionele band hebben, kunnen sterk op elkaar lijkende dromen hebben. Dit komt omdat ze veel ervaringen delen en ervaringen vormen immers een basis voor dromen. De inhoud van een gemeenschappelijke droom is gemakkelijk te vergelijken door specifieke details te overleggen. Wanneer men gemeenschappelijke dromen heeft kan men trachten om een afspraak met elkaar te maken zodat men beiden over dezelfde ontmoeting gaat dromen. Enkele westerse mystieke broederschappen en oosterse spirituele scholen moedigen hun volgelingen aan om samen te dromen. Volgens heb zou dit de zelfontplooiing bevorderen. Door het onderbewuste specifieke opdrachten te geven kan men bijvoorbeeld contact zoeken met een vriend. Dit is wat O. Fox, een Engelse onderzoeker en schrijver heeft gedaan. Hij maakte met twee vrienden een droomafspraak op een nabijgelegen grasveld. Die nacht ontmoette Fox één van zijn twee vrienden in zijn slaap. De volgende dag zei de vriend die hij ontmoet had dat hij hetzelfde had gedroomd maar de afwezige vriend kon zich niet herinneren gedroomd te hebben. Dit duidt aan dat Fox een sterkere emotionele band had met de ene vriend, waardoor hij hiermee contact kon leggen in zijn droom terwijl dit met de andere vriend niet gelukt is. 12 Dromen in de Oudheid 12.1 Dromers uit de Oudheid Oorspronkelijk werden dromen beschouwd als boodschappen van de goden of als andersoortige bovennatuurlijke berichten. Tijdens de 12de dynastie (ca. 1991 – 1786 v. Chr.) probeerden de Egyptenaren blijkbaar hun dromen te interpreteren, want ze schreven een boek over droomsymbolen. Het proces van droomincubatie ontstond in het oude Egypte. Wanneer iemand de goden om hulp wou vragen, werd deze in een tempel in slaap gebracht zodat de priester (of meester der geheime dingen) de dromen kon interpreteren. De Grieken hielden zich al in de 8ste eeuw v. Chr. serieus met dromen bezig, want in Ilias van Homeros bijvoorbeeld ontvangt Agamemnon in een droom instructies van de boodschapper van Zeus. Doordat de Grieken net zoals de Babyloniërs en de Egyptenaren dergelijke priester-uitleggers hadden geloofden de Grieken dat dromen goddelijke boodschappen waren. Ze gebruikten dan ook dromen in de geneeskunst en stuurden zieke mensen naar tempels waar de ‘goden van het lichaam’ hun heiligdom hadden. Deze zieke Grieken vielen na religieuze riten in de tempel in slaap in de hoop een droom te ontvangen die hen weer een gezond leven beloofde. De grote tempel van Aesculapius bij Epidaurus is de bekendste droomtempel (zie bijlage 13). 12.2 Grieken In de 5de eeuw v. Chr. beweerde de Griekse filosoof Heraclitus (zie bijlage 14) dat dromen persoonlijk zijn en niet noodzakelijk het gevolg zijn van externe invloeden. Dit was de eerste stap naar de moderne droominterpretatie. De meeste Griekse filosofen (zie bijlage 15) hebben zich bezig gehouden met dromen en hun betekenis. Plato (ca. 428- ca. 348 v. Chr.) (zie bijlage 16) realiseerde zich de invloed van dromen op een persoonlijkheid of een leven. In de Phaedo beschrijft Plato hoe Socrates zich bezighield met muziek en de kunsten omdat hij daartoe opgeroepen was in een droom. Een eeuw na de dood van Heraclitus maakte Aristoteles (384 – 322 v. Chr.) (zie bijlage 17) een eind aan het idee dat dromen boodschappen van goden waren. Aristoteles trachtte dan ook het droomproces op een relationele manier te verklaren. Volgens hem moeten de meeste zogenaamde ‘voorspellende’ dromen als toevalligheden moeten worden gezien, vooral de extra-vagante. Later verklaarde hij dat dromen in feite fragmenten zijn van herinneringen aan dagelijkse gebeurtenissen. Volgens hem was een droom een weergave van de lichamelijke toestand en kon een arts aan de hand van een droom vaststellen aan welke ziekte men leed. Deze gedachte werd gesteund door Hippocrates (ca. 460 – 357 v. Chr.), stichter van de moderne geneeskunde, en is nog steeds van groot belang. Galenus van Pregamum (ca. 130 – 210)(zie bijlage 18), een Grieks-Romeinse medicus, volgde deze ideeën. Hij schreef bijvoorbeeld over een patiënt die droomde dat zijn linkerdijbeen in marmer was veranderd. Kort daarna was de patiënt verlamd aan zijn linkerdijbeen. Een ander voorbeeld is een worstelaar die droomde dat hij tot zijn hoofd in het bloed stond. Galenus behandelde deze man en kon uit zijn droom afleiden dat hij een aderlating nodig had. Door deze ingreep toe te passen is de man genezen van de borstvliesontsteking waaraan hij leed. 12.3 Bijbelse Visies Het Oude Testament staat vol met dromen, waarvan de beroemdste waarschijnlijk die van Jakob is. (zie bijlage 19) Jakob droomt over een ladder of trap die van de aarde tot de hemel reikt. Hij aanschouwde de engelen van God die erover klommen en afdaalden. Ook Nebukadnezar, koning van Babylon (gestorven 562 v.Chr.), had een interessante droom die we in het boek Daniël vinden. In zijn droom zag hij een grote, sterke boom in het midden van de aarde staan. De boom had prachtig gebladerte waarin vogels nestelden en waaronder wilde dieren beschutting vonden. Maar een boodschapper uit de hemel gaf bevel de boom te kappen en de koning aan de boomstam te ketenen opdat deze als een dier zou leven en gras zou moeten eten. De koning liet Daniël komen om hem deze merkwaardige droom te verklaren. Daniël vertelde hem dat de boom zijn macht en glorie vertegenwoordigde en dat de vernedering bedoeld was om hem te doen inzien dat er een goddelijke macht was die net zo hoog boven hem stond als hij boven de dieren van het veld stond. Maar niet enkel in het Christendom spelen dromen een belangrijke rol. Voor de Islam is de rol van een droom nog veel belangrijker. Mohammed (ca. 570-632) ontving namelijk een groot deel van de Koran in een droom en interpreteerde ook zelf dromen van zijn leerlingen. Later veranderden deze interpretaties enigszins. De inquisitie ging ervan uit dat dromen het werk van de duivel waren. Volgens hen kon alleen de Kerk Gods woorden uitleggen, bijgevolg waren zij van mening dat openbaringen die in dromen aan personen werden gedaan, alleen maar van de duivel afkomstig konden zijn. Maarten Luther (1483-1546), stichter van het protestantisme, deelde deze zienswijze. 12.4 Ideeën uit het Midden-Oosten Ook in het Midden-Oosten hechtte men belang aan dromen. In Perzië ontwikkelde Sifat-i-Sirozah een stelsel dat op tijd gebaseerd was. Men ging een droom interpreteren op basis van de dag waarop deze verscheen. Zijn theorie gaf regels voor elke dag van de maand. Bijvoorbeeld was de tweede dag de dag van Bahman. Gebeurtenissen waarover men gedroomd had zouden binnen vier dagen plaatsvinden maar wanneer men hoop koesterde zou men worden teleurgesteld. De bekendste vroege Arabische droomuitlegger was Gabdorrhachaman (ca. 720). Hij stelde dat dromen voorspellend waren en alleen geïnterpreteerd konden worden door personen die zuiver van geest en moraal waren en het woord van de waarheid bezaten. Gabdorrhachamans verklaringen voor dromen lijken dan ook meer op eigen intuïtie dan op inzicht in de symboliek van dromen gebaseerd te zijn.
13 Slaapstoornissen 13.1 Wat is insomnia? Onder insomnia of slapeloosheid verstaat men moeilijkheden bij het inslapen of het doorslapen waardoor men een tekort heeft aan de hoeveelheid slaap. Insomnia is een vaak voorkomend verschijnsel, volgens studies lijdt één derde van de bevolking hier aan. Insomnia heeft nare gevolgen: men verkrijgt een verminderd gevoel van welzijn, men is vermoeid, heeft een slecht humeur, de motivatie daalt evenals de aandacht en waakzaamheid. Mensen die lijden aan insomnia hebben minder energie en meer moeite om zich te concentreren. 13.2 Wat is slaapapneu? Apneu betekent afwezigheid van de ademhaling tijdens de slaap gedurende tenminste 10 seconden. Tijdens de slaap verslapt namelijk de kracht van de keelspieren. Hierdoor worden de tong en het gehemelte naar achteren geplaatst waardoor de keelholte kleiner wordt en er een grotere weerstand ontstaat op de lucht die men inademt. Wanneer de keel volledig dichtklapt tijdens de slaap wordt de luchttoevoer naar de longen afgesneden met het gevolg dat er apneu ontstaat. Wanneer er 10 tot 15 apneus optreden in een uur spreekt men van het slaapapneusyndroom. Naast tal van fysiologische veranderingen in het lichaam, bijvoorbeeld daling van het zuurstofgehalte in het bloed, geven de hersenen aan het lichaam het signaal om wakker te worden. Na het ontwaken dat vaak gepaard gaat met een schok gaat men opnieuw normaal ademen. Iedereen krijgt wel eens apneus in zijn slaap. Het is pas wanneer ze vaak voorkomen en lang duren dat ze een bedreiging vormen voor de gezondheid. Gedeeltelijke afsluiting van de keelholte veroorzaakt een trilling van de luchtstroom waardoor het gehemelte gaat trillen. Dit verschijnsel is beter gekend als snurken. 13.3 Wat is narcolepsie? Onder narcolepsie of hypersomnia verstaat men een neurologische stoornis die hoofdzakelijk gekenmerkt wordt door overdreven slaperigheid overdag, waarbij men meermaals plots in slaap valt. Andere symptomen zijn bijvoorbeeld het plotseling verlies van spierfuncties, het tijdelijk niet kunnen bewegen, spreken voor het in slaap vallen of het opstaan en het voorkomen van hypnagogische hallucinaties. Men kan aan een lichte vorm van narcolepsie lijden, bijvoorbeeld slaperigheid na het middagmaal. Maar men kan ook aan een ernstige vorm lijden waarbij men in slaap valt in ongewone omstandigheden, bijvoorbeeld tijdens een maaltijd, een gesprek, wanneer men met de auto rijdt. De oorzaak van narcolepsie is nog steeds onbekend. Men vermoedt wel dat erfelijke factoren en omgevingsinvloeden tot narcolepsie kunnen leiden. De verschijnselen variëren van lichte symptomen tot invaliderende afwijkingen. Ze komen vooral voor bij personen van 15 tot 30 jaar. Lichte narcolepsie is te onderdrukken aan de hand van medicijnen. 14 Parasomnia’s Onder parasomnia’s verstaat men aandoeningen die gekenmerkt zijn door het tot uiting komen van fysieke fenomenen tijdens de slaap. Deze aandoeningen zijn niet onmiddellijk het gevolg van slaapstoornissen. 14.1 Slaapwandelen Slaapwandelen of somnabulisme ontstaat tijdens de diepe nREM-slaap. Wanneer men slaapwandelt bevindt men zich in een toestand tussen slapen en waken. Slaapwandelen komt vaker voor op jonge leeftijd en verdwijnt meestal met het ouder worden. We kunnen 2 soorten slaapwandelen onderscheiden. Men kan slaapwandelen tijdens verwerkingsdromen. Dit houdt in dat men gaat dromen over dagelijkse bezigheden. De slaapwandelaar volgt dan ook vaak dezelfde handelingen die hij normaal overdag ook zou uitvoeren. Dit soort van slaapwandelen komt het meeste voor. De slaapwandelaars worden in de meeste gevallen vanzelf weer wakker tijdens dit proces. Een andere vorm van slaapwandelen is slaapwandelen tijdens angstdromen of nachtmerries. Hierbij kan de slaapwandelaar mogelijk uit ramen klimmen of deuren uitrennen omdat hij vlucht voor een grote angst. Men wordt vaak badend in het zweet wakker terwijl het hart snel klopt. Er is wel enig gevaar bij slaapwandelen, namelijk tijdens de overgang van slapen naar waken waarbij de dromer zich opnieuw moet oriënteren. Een slaapwandelaar die zich bijvoorbeeld op de rand van een raam bevindt kan mogelijk naar beneden vallen en zich ernstig verwonden, misschien wel om het leven komen. Wanneer men slaapwandelt op latere leeftijd of wanneer men aan hartaandoeningen lijdt, kan een slaapwandelaar bij het hebben van een nachtmerrie mogelijk een hartaanval krijgen. Daarom is het heel belangrijk dat men een slaapwandelaar niet laat schrikken. Hierdoor kan hij immers in verwarring komen waardoor hij zichzelf maar ook andere personen kan verwonden en zelfs doden. 14.2 Praten in de slaap Praten in een slaap is een vaak voorkomend en volstrekt goedaardig verschijnsel. De dromer gaat dan luidop denken maar zijn woorden zijn minder goed gevormd als in waaktoestand waardoor ze moeilijk te begrijpen zijn. Toch is het mogelijk dat men enkele woorden goed kan verstaan. Dit verschijnsel treedt meestal op wanneer de dromer zich bevind in het 2de stadium van de nREM-slaap.
14.3 Paniekaanvallen tijdens de slaap Onder paniekaanvallen of pavor nocturnus verstaat men het plotseling ontwaken uit de nREM-slaap waarbij men overeind veert, een luide gil maakt en tekens van intense angsten vertoont. Net zoals bij slaapwandelen gebeurt het ontwaken hier onvolledig. Het slachtoffer van de paniekaanval reageert namelijk niet op externe factoren zoals bijvoorbeeld aansprekingen. Wanneer men toch probeert om de dromer wakker te maken lukt dit meestal niet. De persoon blijft in een toestand van verwarring. De aanval gaat uiteindelijk spontaan voorbij. De volgende dag treed er geheugenverlies op over een korte periode voor de paniekaanval. Paniekaanvallen komen het meest voor tussen de leeftijd van 4 tot 12 jaar. 14.4 REM-slaap gedragstoornis In het mechanisme van de REM-slaap kunnen stoornissen optreden waardoor de spierkracht wordt onderdrukt. Dit heeft als gevolg dat men zijn dromen motorisch gaat uitvoeren, waarbij men mogelijk agressief verdrag kan vertoont tijdens de slaap. Zelfs in die mate dat men zichzelf of de partner gaat verwonden. Toch is er een duidelijk verschil tussen deze gedragstoornissen en slaapwandelen. Deze stoornissen treden namelijk meestal op in de tweede helft van de nacht wanneer de REM-slaap langer wordt en intenser verloopt in tegenstelling tot slaapwandelen dat optreed in de eerste helft van de nacht tijdens de nREM-slaap. Personen met deze stoornissen kunnen ook veel gemakkelijk gewekt worden dan slaapwandelaars en onthouden de inhoud van hun dromen wel. 15 Enkele belangrijke symbolen 15.1 Dromen over de dood Veel mensen maken zich ongerust over dromen die handelen over de dood, maar dit is niet nodig. Dromen over de dood verwijzen meestal naar veranderingen die plaatsvinden in de persoonlijkheid van de dromer. De angst die men ervaart in dergelijke dromen komt doordat het ego niet van veranderingen houdt en deze dan ook zal proberen te bestrijden. 15.2 Dromen over ophangen Wanneer men droomt dat men zichzelf ophangt wijst dit gelukkig op een tegenovergestelde bedoeling. Wanneer men namelijk een dergelijke droom ervaart wijst dit erop dat er een fijne tijd gaat aanbreken. Wanneer men iemand anders zichzelf ziet ophangen wijst dit dus op geluk voor deze persoon. Wanneer men zelf iemand anders ophangt dan betekent deze droom een waarschuwing dat men moet oppassen op zijn woorden en zich niet te kritisch mag uiten. 15.3 Dromen over water Water in dromen verwijst meestal naar twee dingen: het onbewuste en de emoties. Onder water duiken verwijst naar het onderduiken in het onbewuste. Maar wanneer men bijvoorbeeld een droom heeft waarbij het waterpeil stijgt kan dit wijzen op de angst van de dromer om door onbeheersbare emoties overspoeld te worden.
15.4 Dromen over klokken Wanneer men in een droom een klok hoort slaan, betekent dit een traditioneel en spoedig huwelijk en een aangenaam leven. Dit verwijst als het ware naar de huwelijksklokken. Wanneer men een klok hoort tikken, is dit een waarschuwing dat men zijn tijd beter moet gebruiken. 15.5 Dromen over kussen Wanneer men droomt dat men een vriend, familielid of een geliefde kust, is dit een teken van affectie en geluk in het leven. Maar wanneer men een iemand tegen zijn zin kust kan dit enerzijds wijzen op een valse vriend, een soort judaskus als het ware, anderzijds kan het ook wijzen op ontrouw bij je geliefde of partner. Een kus die je liever niet ontvangt, voorspelt irritatie en een klein gezondheidsprobleem voor de dromer. Kinderen of baby’s kussen is altijd een goed teken; ze duiden erop dat je een tegenstander overwint. 15.6 Dromen over een piramide Dit symbool betekent een opwindende verandering van richting of duidt op een verre reis. Wanneer de piramide niet volmaakt symmetrisch is wijst dit op een gebrek aan regelmaat. Er kunnen familie- of geldproblemen opduiken. 15.7 Dromen over een toilet Wanneer men droomt dat men dringend naar de wc moet, duidt dit gewoonlijk op de angst om door anderen gezien te worden of het verlangen om zo snel mogelijk zijn ware ik te uiten. Het zoeken naar een wc wijst op een conflict tussen de behoefte die men ervaart om zichzelf te uiten enerzijds, maar anderzijds de angst voor de gevolgen hiervan. Wanneer in een droom de wc bezet is, is de dromer jaloers op de positie of creativiteit van een ander. Als de wc overstroomt wijst dit op angst om de controle te verliezen of het niet goed in banen kunnen leiden van de eigen creativiteit. 16 Persoonlijke verwerking: enquête Elke mens komt in contact met dromen. Daarom heb ik een enquête opgesteld om naar hun mening over dromen te peilen. Aangezien dromen verschillen bij mannen en vrouwen heb ik de resultaten dan ook opgesplitst en zo met elkaar vergeleken. Dit waren de vragen: Herinnert u vaak uw dromen? Houdt u zich bezig met het ontcijferen van uw dromen? Gelooft u dat er een verband is tussen dromen en het werkelijke leven? Gelooft u in uw dromen? Hebben uw dromen een logisch verloop of gebeuren er vaak dingen die totaal niet kunnen kloppen? Schrijft u uw dromen op? Droomt u in kleur of in zwart-wit? Hebt u overwegend dromen of nachtmerries? Kan u zelf bepalen over wat u droomt?
16.1 Dromen bij vrouwen 1. De meeste vrouwen (ongeveer 75%) kunnen hun dromen ’s morgens nog herinneren, maar de opmerking kwam ook vaak voor dat deze herinnering niet lang stand houdt. 2. De meerderheid van de vrouwen houden zich niet bezig met het ontcijferen van hun dromen. 25 % daarentegen tracht toch haar dromen te ontcijferen. Anderen gaan enkel wanneer ze een intrigerende droom hebben deze proberen te verklaren, indien dit niet het geval is, laten ze de droom voor wat hij is. 3. Vrouwen denken over het algemeen wel dat er een verband is tussen dromen en het werkelijke leven. Hun dromen handelen ook vaak over hun dagelijkse gedachten. Maar soms hebben er ook absurde dromen plaats die volgens hen niet met de werkelijkheid te maken hebben. 4. Vrouwen hechten soms geloof aan hun dromen. Wanneer het een droom is dat hen voor iets waarschuwt, gaan ze toch wel eens stilstaan bij deze boodschap. Maar weliswaar in beperkte mate, zo gaan de dromen zeker hun leven niet laten bepalen. 5. De resultaten op de vraag of de meeste dromen logisch verlopen zijn overduidelijk. Men ervaart vaak bijzonder abstracte en onlogische verlopen in dromen. Gebeurtenissen die totaal niet met de werkelijkheid kunnen kloppen. Er was sprake van dromen over reuzenkippen, Spiderman, een ontmoeting met Bush,… 6. Slechts een absolute minderheid gaat zijn dromen in een dromendagboek opschrijven. Occasioneel gaan sommigen wel enkele dromen opschrijven, omdat deze een belangrijke betekenis voor hen hadden of hen toch heeft aangegrepen. De gedachte komt wel bij velen op om een droomdagboek te starten maar vanwege de soms ongestructureerde en abstracte dromen geeft men dit vrij snel op. 7. Of men in kleur droomt of niet werd als een moeilijke vraag ervaren, men slaagt hier immers niet zoveel aandacht op. Maar de meeste vrouwen meenden toch in kleur te dromen. 8. Dromen komen over het algemeen vaker voor dan nachtmerries. 9. Men gelooft er niet in dat men zelf kan bepalen waarover men gaat dromen, doch proberen sommigen aan iets te denken in de hoop ook over dit onderwerp te dromen. In het begin lukt dit vaak, maar naarmate de droom in werking treedt verliest men steeds meer en meer zijn greep hierop. 16.2 Dromen bij mannen 1. Mannen onthouden net na het ontwaken vaak hun droom, maar deze herinnering verdwijnt snel. Doch, wanneer het een aangrijpende droom was, onthouden ze hem langer. 2. De meerderheid van de mannen gaan nooit hun dromen ontcijferen. Toch staan sommigen er soms wel eens bij stil wat hun droom zou kunnen betekenen. 3. Mannen geloven over het algemeen dat er wel een verband tussen dromen en de werkelijkheid bestaat. Volgens hen droom je vaak over dingen die je bezighouden, waarover je dus bijv. piekert. Zeker te vermelden is dat velen van hen een déjà-vu gevoel ervaren. Ze hebben vaak het gevoel dat ze een bepaalde situatie al eerder gedroomd hebben. 4. De meeste mannen hechten niet veel geloof aan de gebeurtenissen in hun dromen. Toch zijn er sommigen vast van overtuigd dat dromen een boodschap willen meedelen, op iets willen wijzen of iets voorspellen voor de toekomst. 5. Dromen verlopen volgens bij de meeste mensen niet logisch, het zijn vaak absurde dromen die een samenloop van onlogische elementen zijn. Maar wanneer mannen een droom vertellen die ze hebben meegemaakt, zien we dat sommige dromen op het eerste zicht absurd kunnen lijken, maar dat de boodschap toch wel duidelijk is. Er zijn bijvoorbeeld heel veel mannen die angstdromen hebben. Zo hebben ze nachtmerries waarin men bijv. overreden wordt door een trein, men steeds in een diepe put valt, men ontvoerd wordt in de zak van sinterklaas, men platgewalst wordt of door mieren wordt aangevallen. Tevens vertellen mannen dat ze wanneer ze klein waren dromen hadden waarin ze een punker waren of de held die zijn klasgenootjes redde van naderende tanks. 6. Volgens de enquête verklaarde geen enkele man een dromendagboek te bezitten. Een absolute minderheid schrijft soms wel een intrigerende droom op maar de meesten nooit. 7. Mannen menen overwegend toch in kleur te dromen, sommigen zowel in kleur als zwart-wit. Velen vonden deze vraag moeilijk omdat in hun dromen de aandacht niet naar de kleuren gaat maar eerder naar de gebeurtenissen. 8. Meestal ervaart men dromen als positief daar men weinig nachtmerries heeft. Mannen vertellen ook dat ze in hun kindertijd meer nachtmerries hadden wat, naarmate ze ouder werden, evolueerde naar positieve dromen. 9. Op de vraag of men bewust kan bepalen waarover men gaat dromen zijn de antwoorden verdeeld. Sommigen geloven niet dat dit mogelijk is. Toch proberen velen lucide te dromen. Soms lukt dit ook enkelen, anderen dan weer niet. Vaak beseft men wel wanneer men aan het dromen is, dat men droomt, maar daarom kan men zijn droom nog niet naar wens laten verlopen. 16.3 Vergelijkende studie tussen dromen bij mannen en vrouwen 1. Zowel vrouwen als mannen herinneren vaak hun dromen net na het ontwaken, maar deze gedachte houdt niet lang stand. 2. Zowel mannen als vrouwen vragen zich wel eens af wat hun dromen betekenen. Maar vrouwen gaan wel sneller de betekenis opzoeken of er met iemand over praten. Mannen zetten deze stap minder snel. 3. Zowel mannen als vrouwen verklaren dat dromen vaak iets te maken heeft met gebeurtenissen in hun dagelijkse leven. 4. Men hecht aan dromen vaak geen belang, toch hebben er soms dromen plaats die een overwegend realistisch verloop hebben. Dan staat met wel eens stil bij de betekenis. 5. Dromen verlopen vaak volledig onlogisch. Wanneer we ze van dichterbij gaan bestuderen herkennen we enkele patronen. Kinderen dromen namelijk meer over nachtmerries, helden, enz. en hebben vaker angstdromen. 6. Sommigen vrouwen gaan wel een dromendagboek bijhouden. In tegenstelling tot mannen die hier zelfs nog niet aan denken. Beide geslachten gaan soms wel een droom die hen intrigeerde opschrijven, maar daar blijft het dan ook bij. 7. De meeste mensen dromen over het algemeen in kleur. 8. Men heeft vaker een positieve droom dan een nachtmerrie. 9. Mannen menen gemakkelijker lucide te kunnen dromen dan vrouwen. Vrouwen proberen dit wel maar meestal kunnen ze de greep op hun dromen niet behouden. Beide groepen verklaren wel dat ze soms beseffen dat ze aan het dromen zijn.

REACTIES

S.

S.

hallo, ik ben een 3de jaars student psychologie aan de universiteit van Leuven en zit midden in mijn verwervingsfase voor mijn eindwerk dat relateerd met dromen . Nu vond ik bij toeval dit verslag en heb ik na grondige vergelijking met mijn cursus psychologie moeten vaststellen dat er veel onbewezen stellingen als waar worden beschouwd . Dit kan anderen verwarren en tot onjuiste informatie leiden . Misschien is het beter dat dit verslag van de site wordt verwijderd.

Met vriendelijke groet , Simon Desmedt.

17 jaar geleden

K.

K.

ik heb dit jaar een eindwerk over slapen en dromen gemaakt en heb dit werk erg nuttig kunnen gebruiken.
zou ik je naam of de bronnen die je gebruikt hebt mogen weten zodat ik die kan vermelden in mijn bibliografie ?

16 jaar geleden

N.

N.

Hoi, een mooi werk heb je hier! Zou ik je bronvermelding mogen?Wellicht dat er een paar goede bronnen voor mijn pws bij zitten.
Alvast bedankt!

12 jaar geleden

L.

L.

Ik moet een scriptie voor school schrijven en heb het thema dromen gekozen. Deze scriptie kan me al goed opweg helpen maar ik zou graag de bronnen die je gebruikt hebt willen weten zodat ik die zelf eens kan lezen of bestuderen want ik heb zelf moeite met het vinden van nuttige bronnen. Alvast bedankt, Louise Jacobs

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.