1 Biografie
Victor Horta werd op 6 januari 1861 te Gent geboren als zoon van een meester-schoenmaker. Zijn ouders wilden dat hij directeur werd van een weverij, maar hij leek zich al vroeg tot de architectuur aangetrokken te voelen.
In 1878 vertrok hij, na zijn studies in Gent, naar Parijs waar hij door een architectdecorateur uit Montmartre, Jules Debuysson, in dienst werd genomen. Hier raakte hij vertrouwd met alle materialen die gebruikt werden bij binnenhuisinrichting.
Toen zijn vader op 13 juni 1880 stierf, zag Horta zich genoodzaakt terug te keren naar België. Hij vestigde zich te Brussel, schreef zich in aan de Académie des Beaux-Arts en huwde een jeugdvriendin waarmee hij een dochter, Simone, kreeg.
Naast zijn studies werkte hij als stagiair in het bureau van Alphons Balat. Bij Balat, voor wie hij grote bewondering koesterde, leerde Horta de strikte toepassingen van de regels van het beroep, terwijl zijn eigen creativiteit tot uitdrukking begon te komen in de talrijke ontwerpen waarmee hij aan wedstrijden deelnam, waar hij overigens veel prijzen in de wacht sleepte.
In 1891 werd Horta assistent-lesgever aan de Vrije Universiteit van Brussel. Hij werd er benoemd tot hoofd grafische werken van de cursus architectuur van Ernest Jean Hendrickx. Toen deze datzelfde jaar nog overleed, volgde Horta hem op en bekleedde die post tot in 1911.
Zijn deelname aan de expositie van La Libre Esthétique in 1897 bewees dat hij niet alleen een architect, maar ook een talentrijk decorateur was. In 1898 bouwde hij zijn eigen huis en atelier, het huidige Hortamuseum, in Sint-Gillis.
In 1902 nam hij deel aan de Expositie van Moderne Sierkunsten in Turijn. Hij behaalde er een enorm succes op een ogenblik waarop de geestdrift voor de Art Nouveau, Horta’s werkterrein, afnam.
Hij voerde ook een ware kruistocht voor een hervorming van het leerplan van de Brusselse Academie voor Schone Kunsten, waarvan hij in 1913 directeur werd. Deze verschillende ondernemingen, waarvan de realisatie jaren zou aanslepen, kennen een lange onderbreking tijdens de oorlog en bezorgden Horta, wiens karakter niet erg geneigd was tot diplomatie, heel wat kopzorgen.
Horta scheidde in 1906 van zijn eerste vrouw en hertrouwde twee jaar later met Julia Carlsson, een jonge Zweedse.
Midden in de oorlog reisde hij naar Londen, waar hij illegaal deelnam aan een congres over de heropbouw van de Belgische steden. Horta was zo onvoorzichtig om het woord te nemen. Deze bijdrage werd in de pers gepubliceerd zodat hij niet meer naar België terug kon. Dankzij de Zweedse nationaliteit van zijn tweede vrouw, kon hij naar de Verenigde Staten vertrekken, waar hij in het hele land lezingen hield, vooral over de Vlaamse kunst en de Europese architectuur. Tijdens deze lange zwerftocht had Horta niet de mogelijkheid om zijn beroep als architect uit te oefenen.
Toen de Wereldoorlog was afgelopen, was Horta vijfenvijftig jaar en keerde hij in 1919 dan toch terug naar België. Hij verkocht zijn huis en atelier in de Amerikaansestraat en nam zijn intrek in een herenhuis langs de Louisalaan, dat hij vervolgens verbouwde. Hij zette de grote projecten voort die hij voor de oorlog was begonnen en enkele nieuwe projecten, zoals het Paleis voor Schone Kunsten. Ook werd hij in 1920 professor aan de Academie van Schone Kunsten in Antwerpen.
Op 8 september 1947 overleed Horta en werd hij op het kerkhof van Elsene begraven.
Fig. 1 Victor Horta in zijn huis te Sint-Gilles
2 Art Nouveau
2.1 Inleiding
Art Nouveau of jugendstil is een stijlvernieuwing die zich ontwikkelde in Europa tussen ca. 1890 en 1910, en die zich in vrijwel alle kunstvormen manifesteerde. De term is ontleend aan het in München uitgegeven tijdschrift Die Jugend, waarvan de eerste jaargangen met karakteristieke vignetten en randversieringen geïllustreerd werden.
2.2 Oorsprong
In de 19e eeuw ontwikkelde de smaak van de burgerij en ambachtslieden zich in een spiraal naar beneden. Wanstaltige stijlen, zoals neoclassicisme, neogotiek en zelfs neorococo, werden massaal vervaardigd. Men ging over tot het hopeloos imiteren met goedkope materialen om aan de grote vraag te kunnen voldoen.
Natuurlijk ontstonden er stromingen die tegenspel boden. In Engeland ontstond de ´Arts and Crafts´ beweging. Het ideaal van deze beweging, het produceren van fraaie, degelijke en betaalbare objecten te maken voor de gewone man, mislukte jammerlijk, want het handwerk bleek te kostbaar. Een kunstzinnig geslaagde, maar sociaal gefaalde onderneming.
Op het Europese continent heerste alom bewondering voor de ´Arts en Crafts´ beweging en begreep men de uitdaging om een nieuwe kunstvorm te scheppen, gebaseerd op inventieve creativiteit en vakmanschap. Maar men ging voorbij aan het sociale element, zodat de Art Nouveau vanaf het prille begin een luxe, kostbare kunst is geweest, slechts betaalbaar door een handjevol liefhebbers.
Er waren twee duidelijke stromingen binnen de beweging. Enerzijds de asymmetrische, golvende lijnen in pasteltinten die kenmerkend was voor de Franse en Belgische Stijl, anderzijds de veel strakkere, gestileerde stijl in heldere kleuren van de Nederlanders en de Oostenrijkers.
2.3 Kenmerken
De Belgen Victor Horta en P. Hankar introduceerden de Art Nouveau in 1893 voor het eerst in de architectuur. Kenmerkend voor dit type architectuur waren de golvende lijnen die aan de bloemen-, planten- en dierenwereld werden ontleend, het werken met vloeiende lijnen, de contrastwerking tussen licht en donker, hoektorens, topgevels, dakkapellen, balkons en grote kozijnen.
Voor de bouwkunst bracht de toepassing van het ijzer als nieuw materiaal nieuwe constructieve mogelijkheden, maar de term Jugendstil heeft toch voornamelijk betrekking op de decoratie van bijvoorbeeld trapleuningen, gevels, enz. IJzer leende zich goed voor verwerking tot de sierlijk gebogen vormen waarom de Jugendstil vroeg.
2.4 Ondergang
De wijziging van sociale en economische omstandigheden en de toepassing van nieuwe materialen zoals beton brachten na de Eerste Wereldoorlog het spijtige einde van de jugendstil.
3 Werkbesprekingen
3.1 Het hotel Solvay
3.1.1 Historiek
Het was Charles Lefébure, secretaris van Ernest Solvay en vriend van Emile Tassel, die Horta aan de familie Solvay heeft voorgesteld. In 1894 toonde Armand Solvay, Alfreds zoon, aan Horta een stuk grond in de Louizalaan dat hij wilde kopen. Op 9 juli 1895 werd de bouwvergunning aangevraagd. Pas in 1903 werd het huis volledig afgewerkt. (zie bijlage1, Fig 1.1)
De scriptie gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden