1. Stress
1.1 Definitie
Het Engelse woord ‘stress’ betekent letterlijk druk of spanning. De definitie van stress is afhankelijk van de bron.
Een vorm van spanning die in het lichaam van mensen of dieren optreedt als reactie op externe prikkels en die gevolgd wordt door een bepaald patroon van fysiologische reacties. (Bron: Wikipedia)
Een aanhoudende geestelijke druk; spanning. (Bron: Van Dale)
Wat je ervaart als je het gevoel hebt dat je niet effectief kunt reageren op een bedreigende situatie. (Bron: Stress voor dummies door A. Elkin)
Zo te zien heeft het begrip stress geen duidelijke definitie omdat het gebruikt wordt in verschillende situaties en door verschillende mensen.
Het begrip ‘stress’ is afkomstig uit de wereld van de techniek en geeft aan hoe groot de kracht of de druk is die kan worden uitgeoefend op een voorwerp. Sinds de jaren ’30 wordt het begrip ‘stress’ ook gebruikt in de psychologie en de geneeskunde.
Met stress wordt dus de spanning bedoeld die optreedt bij een verstoring van het evenwicht tussen de belasting (draaglast) en de belastbaarheid (draagkracht) van een persoon.
1.2 Vormen van stress
In onze moderne maatschappij bestaan er vele vormen van stress die per domein van elkaar verschillen. Er bestaan veel vormen van stress bv. sportstress, vakantiestress, ... maar alleen de meest voorkomende worden opgenoemd.
Of stressfactoren tot stress leiden, is afhankelijk van de persoonlijkheid, ervaring en vaardigheden van het individu en het tegelijkertijd voorkomen van die factoren. Stress ontstaat nooit enkel door externe stressoren, maar tevens door de persoonlijke interpretatie ervan, de manier waarop een individu over een bepaalde situatie denkt en voelt.
1.2.1 Werkstress
Werkstress is stress in of door de werksituatie.
Aan de basis van deze vorm van stress ligt: te veel werk, te hoog werktempo, te moeilijk, te weinig, te eenvoudig of te monotoon werk, teveel verantwoordelijkheid of te weinig bevoegdheid, gevaarlijke of bedreigende situaties, conflicten, onduidelijke taken, enz.
(Voor een uitgebreid overzicht van factoren die stress in de werksituatie beïnvloeden, zie Bijlage 1)
Werkstress heeft mogelijk tot gevolg dat de productiviteit en de motivatie afnemen. Zo ontstaat er een gevoel van hoge druk. Hierdoor kan de werknemer het werk slechts met veel moeite of zelfs niet aan.
In langdurige omstandigheden kan werkstress tot een zgn. burn-out leiden. Dit kan ook leiden tot psychische en lichamelijke klachten, conflicten tussen collega’s, ... In hoofdstuk vier van dit onderzoek wordt daar verder op ingegaan.
1.2.2 Studiestress
Examenperiodes zijn voor studenten de moeilijkste periodes omdat ze de grootste inspanning vereisen. Dit gaat vaak gepaard met overmatige stress, spanningen en angsten omdat een student(e) niet zeker is dat een examen probleemloos zal verlopen of omdat de student(e) twijfelt aan zijn/haar capaciteiten. Studenten hebben schrik voor een mogelijke mislukking en de gevolgen ervan.
Stress is erg vervelend, kan ertoe leiden dat de student slecht voorbereid is en dat de gestudeerde leerstof niet toegankelijk lijkt te zijn, een zgn. black-out.
1.2.2.1 Studiestress en faalangst
Faalangst en studiestress hebben veel gemeen.
Faalangst:
• Nervositeit en angst om te mislukken, vooral in het vooruitzicht van een te leveren prestatie
• Angst om geëvalueerd, vergeleken te worden.
• Een lichamelijke en geestelijke reactie op stress
Faalangst is een reactie op stress, zowel lichamelijk als geestelijk. Die angst wordt meestal veroorzaakt door een intense externe prestatiedruk. Er wordt onderscheid gemaakt tussen lichamelijke en geestelijke symptomen.
Lichamelijk Geestelijk
• Hevig zweten
• Trillende handen en knieën
• Misselijkheid
• Hartkloppingen (versnelde of onregelmatige hartslag)
• Veel plassen
• Slecht slapen
• Gespannen spieren
• Piekergedachten
• Wanhoop
• Gevoel van agressie, teleurstelling en verdriet
• Slechte concentratie
• Een laag zelfbeeld
Tabel 1.1: Overzicht lichamelijke en geestelijke symptomen van faalangst
Veel mensen weten dat ze gestresseerd zijn, maar weten meestal niet dat ze aan faalangst lijden. Begrijpelijk, want faalangstgevoelens zijn subtieler, minder makkelijk te duiden en komen in verschillende vormen voor.
1.2.2.2 Stress, faalangst en perfectionisme
Stress, faalangst en perfectionisme hebben zeer veel met elkaar te maken. Wie faalangst heeft, heeft ook hoge verwachtingen. Wanneer die verwachtingen niet worden vervuld, resulteert dat vaak in teleurstelling. Het individu denkt: "Weer niet gelukt, ik heb maar een 7 gehaald en ging voor de 9”.
Soms willen perfectionisten niet eens aan een taak beginnen, omdat die goed willen presteren. Er wordt geredeneerd dat er veel energie en stress wordt bespaard, wanneer er niet eens aan een taak wordt begonnen.
Bijvoorbeeld: Iemand moet studeren voor een vak waarin iemand niet goed is. Die persoon wil heel goed presteren, maar weet niet of dat mogelijk is. Daarom wordt er gekozen om helemaal niet te leren, dan is men al zeker van de uitslag (negatief) en is er geen faalangst. Dit is eigenlijk een vorm van vluchten uit de realiteit.
1.2.3 Sociale Stress
Sociale stress wordt veroorzaakt door sociale contacten in een bepaalde omgeving bv. tussen klasgenoten.
Enkele stresserende sociale situaties zijn de dood van een vriend, crisissituaties, juridische problemen, openbare vernedering of waardigheidsafneming, ... Ook kwaadspreken, plagen, pesten en het te hard proberen om een goede indruk te maken kunnen stresserend zijn.
Peer pressure is druk die (een) vriend(en) op (een) andere vriend(en) uitoefent. Dit kan bijvoorbeeld over drugs gaan. Een groep vrienden nemen drugs en proberen een andere vriend te overtuigen om dat ook te doen door hem bijvoorbeeld uit te dagen.
1.2.4 Relatie- en familiestress
Voor zowel mannen als vrouwen is het huwelijk of een langdurige relatie soms stressvol. Het brengt veranderingen met zich mee in het dagelijkse leven qua levensstijl, levenspatroon, gedeelde financiën, ... Er moet rekening worden gehouden met de behoeften van een ander en er moet een nieuwe band worden gevormd.
De grootste stressbron van een gezin is vaak geld. Er zijn koppels waar de vrouw niets weet over de hoge schulden van de man of vrouwen die koopziek zijn (shopaholic). Bij een schuld van een gezin moet het precieze bedrag van de schuld gekend zijn door beide partners. Het is belangrijk het gezinsbudget samen te kennen en te beheren. Maar ook de keuzes die hierbij gemaakt dienen te worden, kunnen aanleiding zijn voor stress.
Veel partners willen kinderen en dat brengt ook veel stress mee. Onvruchtbaarheid is meestal de eerste stresserende factor wanneer ouders kinderen willen. Kinderen zijn echt de moeite waard maar kunnen veel stress veroorzaken: vanaf hun geboorte totdat ze uit het huis zijn en nog veel later ... Ouders zijn verantwoordelijk voor de opvoeding en discipline van hun kinderen. Daarom worden de ouders vaak aangekeken en zelfs beoordeeld voor het gedrag van hun kinderen. Ouders willen altijd het beste voor hun kinderen. Ook dat kan stress veroorzaken.
1.3 Lichamelijke reactie van stress
Er zijn veel soorten stress en stressoren, maar hoe reageert het lichaam op stress?
De lichamelijke reactie op stress zal a.d.h.v. van een voorbeeld worden uitgelegd. Een leerkracht kondigt een toets aan voor volgende week. De hersenen van de leerling vangen stresssignalen op. Dat is een neurologische respons op stress. Even na deze neurologische respons start de hormonale respons. De leerling gaat naar huis en neemt zijn boeken mee. Zijn hypothalamus wordt gewaarschuwd. De hypothalamus heeft invloed op het gevoel en het hormonaal evenwicht. De leerling opent thuis zijn boek om te studeren. De hypothalamus waarschuwt de hypofyse via hormonen (CRH). De hypofyse is een klier die onderaan in de hersenen gelegen is en de meeste hormoonproducerende organen in het lichaam bestuurt. De leerling begint te studeren en voelt een hevige druk. Zijn hypofyse prikkelt via een geproduceerd hormoon (ACTH= andrenocorticotroop) langs de bloedomloop de bijnieren. Die prikkel verhoogt de cortisolproductie. De bijnieren zijn hormoonproducerende klieren die links en rechts boven op de nieren liggen.
De hersenen stimuleren ook de sympathicus, die deel uitmaakt van het autonome zenuwstelsel en zorgt voor de aanmaak van adrenaline en noradrenaline langs de zenuwuiteinden en het bijniermerg.
Adrenaline vernauwt de bloedvaten en versnelt de hartslag, waardoor de bloeddruk stijgt. Het heeft tevens een sterk opwekkend effect. Noradrenaline heeft ongeveer hetzelfde effect als adrenaline maar heeft een andere chemische samenstelling en reageert anders op adrenege receptoren (sympathische zenuwvezels die bij prikkeling stoffen produceren). Alle hormonale processen zijn trage processen en alle neurologische processen zijn snelle processen. De biologische reactie van stress werkt met beide systemen, de hypothalamus prikkelt het orthosympatisch zenuwstelsel (neurologisch) maar prikkelt ook de hypofyse (hormonaal).
1.4 Evolutie in leeftijd
1.4.1 Kinder- en tienertijd (0 tot +/- 18 jaar)
• Kleuter: zindelijkheid, eerste schooldag, samenwerken, tijdelijke scheiding van ouders, ...
• Lagere school: goede cijfers, spreekbeurten, pesten, jaloezie, vrienden maken, ...
• Tiener: zoals lagere school, maar ook: seksuele ontwikkeling, groei, verliefdheid, beroepskeuze, peer pressure, ...
1.4.2 Vroege volwassenheid (+/- 18 tot +/- 45 jaar)
In deze levensfase komt meestal een definitieve beroeps- en partnerkeuze, de geboorte van kinderen, de opvoeding van kinderen, enz. Dit brengt heel wat stress mee.
Aan het einde van de vroege volwassenheid (+/- 40 jaar) gaan veel mannen door een onzekere periode, een zogenaamde midlifecrisis. Bij vrouwen treden er, wat later, hormonale veranderingen op met emotionele gevolgen (menopauze). Men realiseert zich dat er nog een beperkte tijd is om hun levensdoelen te bereiken.
1.4.3 Middelbare leeftijd (+/- 45 tot +/- 65 jaar)
Als de overgang van de vorige fase goed is verlopen, begint de nieuwe fase meestal met acceptatie en nieuwe en meer realistische doelen. Op deze leeftijd komen er enkel voorspelbare en stresserende situaties zoals het vertrek van de kinderen van huis, meer kans op gezondheidsproblemen, pensioen, enz.
1.4.4 Late volwassenheid (+/- 65 jaar tot ...)
Het gevoel van zinloosheid, het overlijden van vrienden en familieleden, eenzaamheid, gezondheidsproblemen, ... zijn kenmerkend voor deze levensfase. Daarom is het belangrijk om actief te blijven en in sociaal contact te blijven door bv. vrijwilligerswerk te doen, lid van een vereniging te zijn, het onderhouden van familiale relaties (kleinkinderen), enz.
1.5 Burn-out
Een burn-out overkomt individu’s die te veel van zichzelf eisen, die het moeilijk hebben om hun grenzen te bepalen. Dit heeft teleurstelling tot gevolg, leidt tot vermoeidheid, faalangst, allerlei lichamelijke klachten en zelfs tot volledige uitputting. Het woord burn-out is een Engels woord dat letterlijk ‘volledig opgebrand’ betekent. Wie een burn-out heeft, is volledig opgebrand, kan niet meer. Dit komt niet alleen voor bij studenten, maar ook bij sporters die zichzelf te ver geduwd hebben, zonder hun doel te bereiken.
Een burn-out komt vooral voor bij perfectionisten die geen fout willen maken, bij mensen die alles uitstellen of te veel in korte tijd proberen te doen, bij vrouwen die werken en voor een gezin moeten zorgen, bij mensen die altijd alles onder controle hadden (financieel goed, veiligheid) en plots met iets onverwachts of ingrijpends worden geconfronteerd of bij mensen die geen nee kunnen zeggen.
In 1996 werd er in Nederland een enquête gehouden over het voorkomen van een burn-out volgens sector. Er werd besloten dat een burn-out vooral in het onderwijs en in de horeca voorkomt. De verklaring hiervoor is dat dit beroepen zijn waar werknemers veel contact hebben met bv. klanten, patiënten, leerlingen, ... Leerkrachten of professoren kunnen een burn-out krijgen, omdat er elk jaar dezelfde leerstof moet worden gezien of omdat de leerlingen gewoon te lastig zijn.
2. De oorzaken van stress
2.1 Inleiding
In het vorige hoofdstuk werd beschreven wat stress is, welke soorten er bestaan, wat de oorzaken zijn en de biologische werking ervan.
Stress is een proces dat bestaat uit 3 (psychologische) stappen: de gebeurtenis, de interpretatie en de lichamelijke en emotionele reactie. Dit kan schematisch worden voorgesteld:
In dit hoofdstuk worden de gebeurtenis en de interpretatie gedetailleerd bekeken. De reactie en de gevolgen voor o.a. de gezondheid zullen in de volgende hoofstukken gedetailleerd worden besproken.
2.2 Gebeurtenis
Stress treedt op wanneer mensen zich aan de dagelijkse eisen van hun omgeving moeten aanpassen. Als deze aanpassing niet lukt, kan er ongezonde stress ontstaan. Het gebeurt heel vaak dat men zich onvoldoende kan aanpassen. Daarom dient men stress zoveel mogelijk te vermijden. Bv. raak je gestresseerd in het verkeer? Vertrek dan vroeger van huis. Soms kan men dit niet ontlopen. Vroeger van huis vertrekken kan bijvoorbeeld niet, omdat andere verplichtingen meespelen. In dit geval moet men de situatie anders, minder stresserend bekijken. (zie 2.3 Interpretatie)
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat veel kleine stressoren belangrijker zijn dan enkele grote stressoren. Enkele voorbeelden van kleine stressoren zijn: een frustrerende klant op het werk, de verkeersfile, zich schuldig voelen na het eten van een zakje vettige chips, ...
De belangrijkste bronnen van stress liggen dikwijls in het onbewuste. Onbewuste stressoren zijn veel schadelijker dan bewuste stressoren. Een gevoel niet te voldoen aan een ideaalbeeld is een bekend voorbeeld van een onbewuste stressor. Mensen zoeken automatisch naar oorzaken voor hun gevoelens en als die oorzaak niet bij zichzelf wordt gevonden, dan wordt die extern gezocht. Dit heet rationalisering, een psychologisch afweermechanisme. Rationalisering treedt op bij onverwerkte gevoelens waarvan men probeert te bewijzen dat het eigen gedrag rationeel (logisch) en rechtvaardig is, en dus aanvaardbaar.
2.3 Interpretatie
Als men de situaties en gebeurtenissen die stress veroorzaken niet voldoende kan aanpassen, dan is er de optie een situatie anders te gaan beoordelen. Elk individu is, meestal onbewust, voortdurend bezig met het interpreteren van situaties. Stress treedt op wanneer men merkt niet te kunnen voldoen aan eisen of verwachtingen. Het is dus van belang situaties en gebeurtenissen op een realistische, niet-stresserende manier te interpreteren.
Sommige mensen hebben meer stress dan andere en reageren verschillend op dezelfde situaties. Dit komt door de eigen interpretatie van de situatie. Iedereen interpreteert de situatie anders, met als gevolg een individueel verschillend stressniveau.
De boodschap is dus positief te denken over situaties, optimistisch te blijven. Positief denken heeft niet alleen een sterk effect op innerlijke gevoelens, maar ook op enkele biochemische processen in het lichaam.
Positieve gedachten gaan impulsen uit de hypothalamus en het limbisch stelsel sturen die de hypofyse bereiken. Deze scheidt dan het ACTH-hormoon uit, dat de bijnierschors stimuleert. De bijnieren gaan cortisol produceren en de bloedvaten in inwendige organen gaan verwijden.
Negatieve gedachten werken omgekeerd. De hypofyse zal het STH-hormoon afscheiden die de bijnieren zal activeren tot de productie van het DOC-hormoon, ontstekingsremmende corticoïden en andere hormonen. Deze hormonen maken deel uit van het verdedigingsmechanisme tegen ziekte. Het hart gaat sneller kloppen, de bloeddruk zal stijgen en de bloedvaten in de inwendige organen gaan vernauwen, maar gaan uitzetten in de spieren. Hierdoor ontstaat een ontsteking om schadelijke organismen te isoleren en te vernietigen.
2.4 Holmes en Rahe stress schaal
De Holmes en Rahe stress schaal is een lijst van 43 stressvolle levensveranderingen die tot ziekte kunnen lijden. Deze schaal werd in 1967 door de psychiaters Thomas Holmes en Richard Rahe opgesteld. De medische dossiers van meer dan 5000 patiënten werden bestudeerd om na te gaan of stressvolle evenementen tot ziektes kunnen leiden. Aan patiënten werd gevraagd om aan een lijst van 43 levensevenementen een relatieve stressscore toe te kennen. De resultaten werden gepubliceerd als de Social Readjustment Rating Scale, de sociale aanpassing schaal, ¬¬¬¬¬¬maar wordt ook de Holmes en Rahe Stress Scale genoemd. Om stress te meten volgens deze schaal wordt het aantal “levensverandering units”, die van toepassing zijn op gebeurtenissen in het afgelopen jaar van het leven, van een individu toegevoegd en de eindstand wordt een schatting van hoe stress invloed op de gezondheid geeft.
Er kan uit deze grafiek (zie bijlage 2) worden afgeleid dat de 3 bekendste situaties die veel veranderingen meebrengen gezondheidsproblemen, familiale problemen en financiële problemen zijn.
2.5 Belasting, belastbaarheid en prestatie
Belasting en belastbaarheid zijn de basisprincipes van stress. De belasting is de hoeveelheid stress waarmee iemand belast kan worden en de belastbaarheid is de maximumhoeveelheid stress dat het lichaam kan verdragen. Als het lichaam de belasting niet kan verdragen, dan daalt de prestatie van het individu (en er komen nog een tal van andere gevolgen mee).
Aan de andere kant is de belasting iets positief, want dan stijgt de prestatie van de individu. Dit is positieve stress. De hoogste prestatie wordt bereikt bij het zgn. optimum. Kortom, er moet een goed evenwicht zijn tussen de belasting en de belastbaarheid. Als er geen belasting wordt uitgeoefend, dan blijft de prestatie laag. Daarom is het altijd goed om zichzelf uit te dagen. Dit kan grafisch worden voorgesteld op een grafiek. (zie figuur 2.2)
Deze theorie is echter afhankelijk van welke sport wordt beoefend. Bij het scherpschieten is een laag stressniveau nodig voor de prestatie, maar bij een hoge fysieke activiteit zoals een 100 m sprint is een hoog stressniveau nodig, opdat de spieren goed kunnen werken en optimaal kunnen presteren. Grafisch gezien zal op de grafiek van het scherpschieten de top van de parabool aan de kant van de lage stress zijn en op grafiek van de sprint zal het aan de kant van de hoge stress zijn.
2.6 Oorzaken versus risicofactoren
Er is een groot verschil tussen een oorzaak en een risicofactor. Een oorzaak is de reden dat iemand een bepaalde ziekte heeft, maar een risicofactor verhoogt de kans op het verwerven van die ziekte.
De oorzaken van stress zijn stressoren waarmee men elke dag geconfronteerd wordt. De risicofactoren van stress beïnvloeden de gevoeligheid voor stress, waardoor iedereen een andere tolerantie heeft voor stressoren.
Enkele risicofactoren:
• (Slechte) jeugdervaring
• Emotionele instabiliteit, bepaalde mensen hebben persoonlijkheidskenmerken waardoor die te sterk reageren op stressvolle gebeurtenissen.
• Genetische factoren: sommige mensen hebben genetische factoren die stress beïnvloeden, zoals het hebben van een meer of minder efficiënte ontspanningsreactie.
• Oudere volwassenen: hoe ouder men wordt, hoe moeilijker het is om na een stressvolle gebeurtenis ontspannen te blijven. Veroudering kan gewoon de systemen in de hersenen die op stress reageren slijten, zodat die inefficiënt worden. Oudere mensen worden ook zeer vaak blootgesteld aan grote stressoren, zoals medische problemen, het verlies van een partner en/of vrienden, ...
• Vrouwen in het algemeen, en tewerkgestelde moeders in het bijzonder: tewerkgestelde moeders, ongeacht of ze gehuwd of ongehuwd zijn, hebben veel stress, waarschijnlijk omdat ze een grotere en meer diffuse werkdruk dan mannen of andere kinderloze, niet werkende vrouwen hebben.
• Zorgverleners van familieleden: studies tonen aan dat verzorgers van lichamelijk of geestelijk gehandicapte familieleden een verhoogd risico hebben op chronische stress.
• Gescheiden of alleenstaande individuen: studies tonen aan dat ongehuwde mensen in het algemeen niet zo lang leven als gehuwden.
• Geïsoleerde, niet sociale individu’s
• Mensen die in steden wonen, omdat het sociaal weefsel daar vaak zwakker is.
Er zijn nog veel risicofactoren, maar alleen de voornaamste werden opgesomd.
3. Gezondheid
Om het verband tussen stress en gezondheid te begrijpen, moet er eerst worden onderzocht wat gezondheid is, welke factoren de gezondheid beïnvloeden en welke soorten gezondheid er bestaan.
3.1 Definitie
“Een toestand van algeheel welbevinden waarin er geen sprake is van lichamelijk letsel of ziekte” ~ Wikipedia
“Het verkeren in een toestand van volledig welzijn, zowel fysiek, mentaal als sociaal en niet alleen een afwezigheid van ziekte of zwakte ~ WGO (Wereldgezondheidsorganisatie)
Gezondheid wordt steeds belangrijker in onze samenleving, omdat men een verband legt tussen gezondheid en levensduur. Ook omdat men de gezondheid als uithangbord ziet.
Vroeger zag men gezondheid als een toestand van afwezigheid van ziekte. Deze term werd eerder negatief gebruikt. In 1948 definieerde de WGO gezondheid als volgt: “gezondheid is een toestand van volkomen welzijn op lichamelijk, geestelijk en sociaal gebied.” Hieruit volgt dat gezondheid niet alleen lichamelijk in orde wil zeggen, maar ook geestelijk en sociaal. Deze 3 aspecten worden in dit hoofdstuk verder besproken.
Enkele factoren die de gezondheid van een individu bepalen:
• Levenswijze: persoonlijke beslissingen, oftewel beslissingen waarover het individu controle uitoefent die kunnen bijdragen aan een ziekte of overlijden
• Omgevingsfactoren: externe factoren die verband houden met de gezondheid, maar waarover het individu weinig of geen controle heeft
• Biologische en genetische factoren: alle aspecten van gezondheid, fysieke en mentale, ontwikkeld binnen het menselijk lichaam door invloed van de genetische samenstelling van het individu
• Gezondheidszorg: het geheel van activiteiten die gericht zijn op verbetering van de gezondheid bv. medische hulp, vaccinaties, terugbetaling ziekenkas, enz.
Hieruit volgt dat een gezondheidsprobleem vaak meerdere oorzaken heeft, zowel uitwendige als inwendige.
3.2 Lichamelijke gezondheid
Lichamelijke gezondheid is een toestand van een organisme, vrij van ziekte of letsel en van optimaal welzijn. Iedereen wil normaal functioneren, maar milieufactoren vallen het lichaam constant aan of men heeft genetische afwijkingen. De grootste zorg in de gezondheidszorg is het voorkomen van letsels of ziektes en de genezing ervan.
Helaas is geen enkel lichaam perfect. Iedereen heeft defecten in zijn lichaam. Sommige defecten zijn zelfs levensbedreigend, maar gelukkig kan het lichaam dit (grotendeels) compenseren. Daarom kan een persoon een lang en gelukkig leven leiden met een lichaam dat slechts gedeeltelijk functioneert. Een goed voorbeeld hiervan is een blinde.
De lichaamsdelen moeten niet alleen goed functioneren en samenwerken, er moet ook een goede energievoorziening zijn. De mens haalt energie uit voedsel. Een overmaat aan zout, zoet en vet voedsel is schadelijk voor de gezondheid, maar wordt toch veel gegeten.
Het menselijk lichaam is gebouwd om fysiek actief te zijn en heeft die fysieke activiteit ook nodig om gezond te blijven. Het hart moet soms wat sneller pompen om de spierspanning te behouden. Ook de longen moeten eens wat sneller werken.
Ziektes en letsels zijn uit den boze. Bij ziekte wordt het lichaam aangevallen door bacteriën, virussen of andere ziektekiemen, maar gelukkig heeft het lichaam een intern afweersysteem. Een letsel is een beschadiging van het lichaam. Daarom is voorzichtigheid de beste verdediging ertegen.
Een groot deel van de fysieke gezondheid omvat ook de genezing. Na ziekte of verwonding, zal het lichaam de ziekte bestrijden of de wonde proberen te genezen. Medicijnen kunnen dit proces verhelpen en aangenamer maken, maar het grootste deel van de genezing verloopt op natuurlijke wijze.
3.3 Geestelijke gezondheid
De geestelijke gezondheid verwijst naar het emotioneel welzijn van een persoon. Dit omvat gedachten, gevoelens en gedrag. De mentale gezondheid oefent veel invloed uit op het dagelijkse leven, relaties en zelfs op de lichamelijke gezondheid.
De WGO definieert de geestelijke gezondheid als “een toestand van welzijn waarin het individu zich bewust is van zijn vaardigheden, kan omgaan met de normale stress in zijn of haar leven, kan productief werk leveren en in staat is om een bijdrage te leveren aan zijn of haar gemeenschap”. Er wordt hier benadrukt dat de geestelijke gezondheid niet alleen de afwezigheid van een psychische stoornis betekent.
Een psychische stoornis kan iedereen overkomen, ongeacht leeftijd, geslacht of etnische groep.
De meest voorkomende vormen van geestelijke stoornissen zijn:
• Angststoornissen: het individu heeft angst die gekoppeld is aan bepaalde situaties of objecten bv. fobieën die gekoppeld zijn aan bijvoorbeeld kleine of afgesloten ruimten (claustrofobie), maar ook OCS (obsessieve-compulsieve stoornis) die bijvoorbeeld gekenmerkt wordt door erg vaak de handen te wassen
• Stemmingsstoornissen: het individu heeft stemmingsveranderingen die meestal schommelen tussen vrolijkheid en depressie. Een depressie is een staat waarin het individu niet langer geïnteresseerd is en niet meer geniet van activiteiten die vroeger wel voor plezier zorgden.
Uit veel studies kan worden bewezen dat fysieke activiteit een positief effect heeft op de geestelijke gezondheid. Uit een studie met muizen blijkt dat fysieke activiteit een gen in de hersenen kan stimuleren dat als antidepressivum werkt.
Er werd ook bewezen dat op dieet gaan een gunstig effect kan hebben op ADHD. De hersenen bestaan voor een groot deel uit vetzuren, water en andere voedingsstoffen. Daarom heeft voedsel veel invloed op de psychische gezondheid. Vetzuren voeren cruciale functies uit in de structuur van de neuronen (nodig voor communicatie). Daarom worden soms Omega-3 pillen ingeslikt om depressies te verminderen en de concentratie te verhogen.
3.4 Sociale gezondheid
De sociale gezondheid is een term die in het algemeen heeft te maken met 2 verschillende elementen te verklaren. Het verwijst enerzijds naar de gezondheid van een persoon met betrekking tot het communicatievermogen met anderen en het persoonlijk gedrag in sociale situaties. Het verwijst anderzijds ook naar de algemene gezondheid van een samenleving, hoe de leden van die samenleving worden behandeld en zich onderling tegenover elkaar gedragen.
De sociale gezondheid kan verbeterd worden door bijvoorbeeld zich aan te sluiten bij een sportclub of jeugdbeweging.
3.5 Verband
Er bestaat een verband tussen de fysieke, mentale en sociale gezondheid. Ze worden constant door elkaar beïnvloed.
Enkele voorbeelden:
• Onderzoekers van de Bangor University in Wales ontdekten dat als er eerst een geestelijk vermoeiende taak en dan een (fysiek) moeilijke oefening wordt uitgevoerd, gaan de deelnemers sneller uitgeput geraken dan wanneer dezelfde oefening wordt uitgevoerd zonder geestelijke vermoeidheid vooraf.
• Uit een andere studie blijkt dat oudere volwassenen die fysiek fit waren, de neiging hebben om een beter geheugen te hebben.
4. Het verband tussen stress en de lichamelijke, de geestelijke en de sociale gezondheid
4.1 Inleiding
Uit de meeste enquêtes die werden uitgevoerd, blijkt stress een negatief effect te hebben op het leven. Betekent dit ook dat stress een negatief effect heeft op de gezondheid? In dit hoofdstuk wordt het verband tussen stress en gezondheid besproken. Er wordt onderscheidt gemaakt tussen de lichamelijke, geestelijke en sociale gezondheid.
4.2 Lichamelijke gezondheid
Wie ooit al stress heeft gehad, heeft ook zeker ademhalingsproblemen of vermoeidheid ervaren. Men heeft ook zeker gehoord dat stress de kans op hart- en vaatziekten vergroot.
In het eerste hoofdstuk werd de biologische respons besproken tijdens een stressreactie. Deze respons was zowel hormonaal als neurologisch. Het lichaam gaat hormonen produceren o.a. adrenaline en cortisol. Het lichaam ziet stress als een levensbedreigende situatie. Adrenaline zorgt ervoor dat het lichaam wordt voorbereid om weg te rennen of om te vechten (vecht- of vluchtreactie). Adrenaline verhoogt o.a. de hartslag en bloeddruk en stimuleert de energievoorziening door de vorming van glucose uit glycogeen. Cortisol verhoogt het glucosegehalte in het bloed en in de hersenen door vorming van sachariden uit vetten en eiwitten. Cortisol houdt ook enkele systemen in bedwang die niet-essentieel zijn in stresssituaties. Het wijzigt het immuunsysteem en stopt het spijsverteringsstelsel, het voortplantingsstelsel en het groeiproces. Het communiceert ook met delen van de hersenen die motivatie, angst en humeur controleren. Deze stressrespons is zelfregulerend, d.w.z. dat het lichaam terug naar een normale toestand keert wanneer de bedreiging voorbij is. Wanneer het adrenaline- en cortisolniveau dalen, daalt ook de hartslag en bloeddruk en worden alle systemen hervat. Bij langdurige aanwezigheid van stressoren, blijft het alarmsysteem ingeschakeld. De overmatige blootstelling aan stresshormonen kan alle processen in het lichaam verstoren. Dit verhoogt het risico op gezondheidsproblemen. Enkele voorbeelden:
• Ademhalingsproblemen bv. hyperventilatie: door de verhoogde aanmaak van adrenaline, verwijdt de luchtpijp en wordt er dieper ingeademd.
• Hart- en vaatziekten: bij stress gaat het hart sneller pompen en stijgt de bloeddruk om voldoende zuurstof en bloedsuikers aan te voeren via het bloed naar de spieren. Het lichaam gaat ook de bloedstolling en het cholesterolgehalte verhogen. Cholesterol is een grondstof voor stresshormonen die snel aangemaakt moet worden bij stress. Het bloed kan minder gemakkelijk door de bloedvaten stromen door de hoge druk die wordt uitgeoefend op het hart en de bloedvaten. Dit verhoogt de kans op een hartinfarct.
• Infecties: aan de ene kant wil het lichaam geen energie verspillen aan het bestrijden van bacteriën en virussen, maar wil het overleven via het vecht- of vluchtreactie. Aan de andere kant wil het lichaam geen infectie krijgen tijdens een levensbedreigende situatie, want dat is lastig tijdens het gevecht of de vlucht. Daarom kan het aantal ziekteverwekkers tijdens stressperiodes groeien zonder dat het individu er last van heeft. Het is alleen na de stressperiode dat het immuunsysteem actief wordt en het gaat terugvechten, maar dan hebben de ziekteverwekkers zich al voortgeplant.
• Kanker: cortisol is in een normale hoeveelheid essentieel om het immuunsysteem onder controle te houden. Bij langdurige stress gaat het lichaam teveel cortisol aanmaken en wordt het immuunsysteem onderdrukt. Kankercellen zijn afwijkende cellen, die normaal gezien vernietigd zouden moeten worden door het immuunsysteem. Bij een individu waarbij het immuunsysteem onderdrukt is, kunnen de kankercellen woekeren en uitgroeien tot tumoren.
• Slapeloosheid: bij een levensbedreigende situatie, gaat het lichaam zo wakker mogelijk willen blijven. Adrenaline en cortisol hebben een dominante positie t.o.v. andere hormonen, omdat het lichaam in de eerste instantie probeert te overleven. Daarom hebben stresshormonen voorrang op hormonen als serotonine, melatonine en GABA (gamma-aminoboterzuur), die een rol spelen bij de slaap.
Er zijn nog een tal van voorbeelden, maar alleen de voornaamste werden besproken.
De American Academy of Family Physicians schat dat 60% van alle problemen waarmee Amerikaanse patiënten te kampen hebben stressgerelateerd zijn. Veel problemen zijn het gevolg van stress, andere worden erdoor nog erger of duren langer.
4.3 Geestelijke gezondheid
Het verschil tussen normale stress en een psychische stoornis is dat de symptomen van normale stress tijdelijk zijn, terwijl de symptomen van een psychische stoornis langdurig of permanent zijn. Bij normale stress nemen mensen medicijnen om stress te behandelen, maar bij een psychische aandoening doet men dat op lange termijn. Stress heeft zowel invloed op het lichaam als op de geest. Dat kan leiden tot een reeks problemen. Stel stress als een kracht voor die een deel van de geest dwingt tegen een ander deel van de geest te vechten. Dit is een gevoel van verlies van controle over het leven, waardoor men emotioneel gaat reageren. Dit kan leiden tot negatieve gedachten zoals zelfmoord. Nu is het aan de persoon om te kiezen of die iets wil doen om de problemen op te lossen. Als dit niet wordt gekozen, zullen er voortdurend negatieve gedachten in het hoofd zijn en blijft de stoornis hangen. Soms zelfs maandenlang. Dit wordt een psychische stoornis genoemd. Stress verandert het evenwicht in de hersenen, waardoor er veel druk op de geest wordt uitgeoefend. Als het evenwicht niet wordt hersteld, dan kan er een chemische onevenwicht in de hersenen optreden, of zelfs tumoren en ziektes.
Posttraumatische stressstoornis (PTSS) is een psychologische reactie nadat een persoon een hoge mate van trauma heeft ervaren. Deze persoon lijdt vaak aan angstaanvallen, depressie, terugkerende nachtmerries, ’s nachts zweten, flashbacks van de trauma, enz. De persoon gaat sociale bijeenkomsten en triggers vermijden die verwijzen naar de trauma, maar zal ook aan een abnormale mate van stress lijden.
Stress is dus een belangrijke factor bij psychische stoornissen, want het kan de symptomen verergeren en kan leiden tot een terugval.
4.4 Sociale gezondheid
Tijdens stressvolle periodes is sociale steun heel belangrijk. Sociale steun omvat het comfort, de zorg, waardering of hulp die iemand krijgt van andere mensen krijgt. Dit kan van vrienden, familieleden, collega’s of zelfs van een psychiater komen. Er bestaan verschillende soorten sociale steun: emotionele ondersteuning (uitdrukking van empathie), waardering, instrumentele ondersteuning (directe assistentie zoals het lenen van geld), gezelschap en informatieve ondersteuning (advies, feedback). Niet iedereen krijgt genoeg sociale steun. De mate van deze steun is afhankelijk van de samenstelling en structuur van het sociale netwerk van het individu, de banden die iemand heeft binnen de directe omgeving en met de gemeenschap. Elk sociaal netwerk kan variëren in grootte, contactfrequentie, samenstelling en intimiteit.
Bovenstaande grafieken tonen 2 theorieën over de gunstigheid van sociale steun voor de gezondheid. Grafiek a illustreert dat sociale steun de negatieve impact op de gezondheid bij een intense stressor verlaagt. Grafiek b illustreert dat sociale steun de negatieve impact op de gezondheid verlaagt ongeacht de intensiteit van de stressor. Zelfs bij een lichte intensiteit van de stressor verlaagt sociale steun de negatieve impact ervan.
Sociale steun helpt niet altijd bij stress. Ten eerste omdat niet iedereen sociale steun ziet als steun. Dit kan gebeuren als de hulp ontoereikend is of als het individu geen hulp wilt. Ten tweede omdat de steun niet overeenkomt met de moeilijkheden die de stressor heeft gecreëerd. Bijvoorbeeld, als de auto van iemand stukgaat, gaat emotionele troost het stressgehalte niet reduceren. Bij een stressvolle gebeurtenis die controleerbaar is, is instrumentele ondersteuning van belang, zoals bij ziekte. Emotionele ondersteuning is van belang bij een stressvolle gebeurtenis die oncontroleerbaar is, zoals ontslagen worden.
Mensen die genoeg sociale steun krijgen en in een goede sociale kring zitten, hebben minder stress. Een sociaal gezonde persoon kan gemakkelijk vrienden maken, kan samenwerken met mensen in een groep. Men heeft dan een goede sociale kring met veel sociale steun en dus minder stress.
4.5 Eustress
Eustress is een term die wordt gebruikt om te verwijzen naar wat vele mensen positieve stress noemen. In tegenstelling tot de negatieve vorm, distress, die ongemak en spanning veroorzaakt, motiveert eustress mensen om vooruit te gaan en te genieten van gebeurtenissen die wat inspanning vergen. Tevens zorgt het voor een schrikreactie en reflex bij gevaar. De term is bedacht door Hans Selye, een endocrinoloog die artikels schreef over de invloed van stress op het lichaam en de geest. Fysieke activiteit is een uitstekend voorbeeld van dit soort stress. Hardlopen, wandelen en trainen veroorzaakt een zekere mate van stress op het lichaam, maar dit ontwikkelt ook de spieren en versterkt het hart en de longen. Tegelijkertijd, zorgt de stress ervoor dat het lichaam endorfines gaat aanmaken die helpen om de stemming van de mens te verhogen en zich te beschermen tegen depressie. Een diploma behalen of de geboorte van een kind vergen heel wat inspanningen en zijn ook heel stressvol, maar zorgen uiteindelijk voor positieve emoties die mensen helpen om een betekenis en waarde in het leven te vinden. Op korte termijn zorgt eustress voor motivatie om door te gaan met een activiteit of project en op lange termijn draagt het bij tot zelfvertrouwen, emotioneel evenwicht, een goed zelfbeeld en zelfwaarde. Deze effecten verlagen de kans op de ontwikkeling van een aantal lichamelijke en geestelijke kwalen. Het is wanneer de stress te hoog wordt en te lang duurt en dat stress niet wordt vrijgegeven d.m.v. fysieke activiteit of emotionele reacties, dat het ongezond wordt. Balans is dus van groot belang.
Enkele verassende voorbeelden waarbij stress helpt bij de gezondheid en welzijn:
• Stress verbetert het geheugen: tijdens een stressvolle situaties voelt men zich heel scherp, omdat er een vloei van hormonen is naar de prefrontale cortex . Dit verbetert het geheugen en de concentratie.
• Stress zorgt voor een sneller herstel na een operatie: onder het mes gaan is stressvol! De biologische veranderingen die plaatsvinden voor een stressvolle gebeurtenis, zijn voor het lichaam een soort van voorbereiding. Het lichaam gaat de immuuncellen in het bloed activeren en die naar de nodige plaatsen sturen voor het herstel.
Besluit
Stress is een vorm van spanning die optreedt als reactie op externe prikkels. Deze externe prikkels worden stressoren genoemd. Deze reactie vindt plaats wanneer de draagkracht van een persoon wordt overschreden. Werkstress, studiestress, sociale stress, relatiestress en familiestress zijn de voornaamste vormen van stress. Stress verloopt in 3 stappen: de gebeurtenis, de interpretatie en de reactie. Als men zich onvoldoende aan de dagelijkse eisen van de omgeving kan aanpassen, kan er stress ontstaan. De aanwezigheid van stress hangt af van de interpretatie van de situatie. Bij een stresserende interpretatie ontstaat er stress, maar bij een niet-stresserende interpretatie ontstaat er geen stress. Daarom is het van belang om positief te denken over situaties. De biologische reactie op stress is zowel neurologisch als hormonaal. Het lichaam scheidt o.a. adrenaline, noradrenaline en cortisol af. Dit zorgt voor enkele lichamelijke en mentale veranderingen in het lichaam. Gezondheid is een toestand van volkomen welzijn op lichamelijk, geestelijk en sociaal gebied. Hieruit volgt de onderverdeling van de soorten gezondheid: de lichamelijke, geestelijke en sociale gezondheid. Meerdere factoren bepalen de gezondheid van een individu, daarom zijn gezondheidsproblemen vaak multicausaal. Er bestaat een verband tussen stress en de gezondheid. Om de onderzoeksvraag te beantwoorden, heeft stress zekere negatieve invloeden op elk van de 3 gezondheidsaspecten, maar ook positieve invloeden. Door de overmatige blootstelling aan stresshormonen worden alle processen in het lichaam verstoord. Het immuunsysteem wordt verzwakt en de hartslag en bloeddruk worden verhoogd. Dit verhoogt het risico op gezondheidsproblemen zoals hart- en vaatziekten, infecties en zelfs kanker. Bovendien zorgt stress voor een gevoel van verlies van controle over het leven, met als gevolg emotioneel reageren. Dit kan zelfs leiden tot psychische stoornisssen. Sociale steun is tijdens stressvolle periodes van groot belang, want dan heeft stress een minder sterk effect op de gezondheid en het algemeen welzijn. Daarnaast bestaat er ook een positieve vorm van stress die eustress wordt genoemd. Dit motiveert mensen om vooruit te gaan en te genieten van gebeurtenissen die wat inspanning vergen. Het zorgt ook voor een schrikreactie en reflex bij gevaar. Probeer zoveel mogelijk ongezonde stress te vermijden in het dagelijkse leven door te sporten, genoeg te slapen en zoveel mogelijk vooruit te plannen. Het belangrijkste is om een gezond leven te leiden en altijd positief te denken.
REACTIES
1 seconde geleden