Het regenwoud

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
  • Scriptie door een scholier
  • 6e klas vwo | 5490 woorden
  • 5 juni 2001
  • 511 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
511 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 1 : Algemene informatie over het regenwoud 1.1 Algemene gegevens Het tropisch regenwoud is een ecosysteem met een enorme diversiteit. Het heeft een gemiddelde maandtemperatuur van minimaal 18 ºC in de koudste maand en minimaal 24 ºC in de warmste. De neerslag moet per maand minimaal 100 mm zijn en op jaarbasis is zij ongeveer 1.700 mm. Dit klimaat heerst voornamelijk tussen de Kreeftskeerkring (23,5 N.B.) en de Steenbokskeerkring (23,5 Z.B.).De totale oppervlakte van het tropische regenwoud wordt geschat op 8 miljoen km, waarvan nog maar 67% onaangetast is. Van al het regenwoud bevindt zich 53% in Zuid-Amerika. (Brazilië 28%). De tropische regenwouden omvatten ongeveer 7% van het aardoppervlakte maar leveren meer dan 25% van de zuurstof. [plaatje0] De tropen bestaan uit drie delen waar tropische regenwouden zich bevinden: · Zuid-Amerikaans oerwoudgebied · Afrikaans oerwoudgebied · Indonesisch oerwoudgebied
De grenzen van het regenwouden worden meestal door de volgende criteria getrokken : · Waar de isotherm rond de 18 graden Celsius in de koudste maand is. · Waar door regenval het tropische regenwoud overgaat in een ander bostype.(bijvoorbeeld:seizoenbos = bos dat een of meerdere malen per jaar zijn blad verliest, terwijl het regenwoud altijd groen blijft) · Waar de geografische ligging een beperkende factor is. De tropische regenwouden kenmerken zich door een veelvormigheid van soorten planten en dieren. Er komen meer verschillende planten en dieren voor dan waar ook ter wereld. Op dit moment zijn zelfs nog vele tienduizenden soorten niet bekend. Veel soorten zijn zeldzaam en zijn geografisch bepaald tot kleine stukjes van het regenwoud. Veel bomen in de tropische regenwouden lijken op elkaar, maar toch kunnen er meer dan 200 verschillende soorten op een oppervlakte van nog geen hectare voorkomen. In vergelijking hiermee zijn de vierhonderd soorten die in het gematigde klimaat van het Noordelijk halfrond voorkomen slechts een klein aantal.
1.2 Producten uit het regenwoud De voornaamste producten van het regenwoud zijn : · Specerijen zoals : Spaanse pepers, kaneel en vanille · Vezels en riet : Rotan, jute, kapok, bamboe · Kamerplanten : Gatenplant, rubberplant, vrouwentongen · Vele soorten oliën, gommen, harsen en looien kleurstoffen 1.3 De Snelheid en omvang van de ontbossing Van de naar schatting 15,4 miljoen hectare tropisch regenwoud die er jaarlijks verdwijnen, bevindt zich 7,4 procent in Zuid-Amerika. Er zijn bijna nooit exacte cijfers bekend over het aantal hectare bos dat verdwenen is, omdat de opvattingen over wat nu wel ontbossing is en wat niet, onduidelijk zijn. Sommige bronnen spreken bij het in ernstige mate beschadigen van bomen al over een ontbossing, andere bedoelen alleen ontbossing, wanneer alle aanwezige vegetatie is verdwenen. Verder kunnen cijfers ook onbetrouwbaar zijn, omdat degene die ze publiceert er voordeel aan zou kunnen hebben, wanneer hij een vertekend beeld weergeeft, van de werkelijke situatie. Ten derde hangen bepaalde oorzaken ook vaak nauw met elkaar samen. Het één is een gevolg van het ander. Zo kunnen de boeren in plaats van zelf land platbranden ook op het door een kapbedrijf gekapte gebied een akker beginnen. Dit geeft de indruk dat er voldoende land voor de boeren is, maar het geeft eigenlijk een vertekend beeld. Daarom zijn de cijfers vaak schattingen. De ontbossing in tropische gebieden is van 1980 tot 1995 in een tamelijk stabiel tempo gegaan van 0,7 % per jaar, oftewel ongeveer 12 miljoen hectare per jaar (een hectare is een terrein van 100 bij 100 meter). Dit komt neer op 33.000 ha per dag, oftewel verdwijnt er per dag een stuk tropisch bos van 18 bij 18 km. Het betreft hier een "netto" verlies, waarin al een deel heraanplant verrekend is. Kijken we nu naar tropische regenwouden, dan maken die ongeveer een derde uit van alle tropische bossen. Omdat hier echter nauwelijks sprake is van herbebossing, en een eventuele heraanplant van productiebos niks te maken heeft met het oorspronkelijke regenwoud, moeten we het aandeel regenwoud in de algemene ontbossing wat hoger inschatten. Er gaat zeker een 150 km² per dag aan regenwoud verloren (een gebied van 12 x 12 km). Tabel 2.Hoogste absolute ontbossings-snelheid (miljoen ha p. jaar) 1 Brazilië 2,55
2 Indonesië 1,08
3 Congo 0,74
4 Bolivia 0,58
5 Venezuela 0,50
6 Mexico 0,50
7 Maleisië 0,40
8 Myanmar (Birma) 0,39
9 Sudan 0,35
10 Thailand 0,33
Tabel 1.Grootste hout-producenten(miljoen kubieke meters p. jaar) 1 USA 500
2 China 301
3 India 294
4 Brazilië 281
5 Indonesië 185
6 Canada 184
7 Rusland 134
8 Nigeria 108
9 Zweden 57
10 Finland 47
De netto 0,7 % op jaarbasis vertegenwoordigt een "halveringstijd" van ongeveer een eeuw, dus in het huidige tempo duurt het ongeveer een eeuw voor de hoeveelheid tropisch bos gereduceerd is tot de helft van wat we nu hebben. Wat betreft het oorspronkelijk regenwoud kunnen we naar schatting rekenen met een bruto halveringstijd van 65 jaar. Wel blijkt nu dat het mogelijk is om op duurzame wijze hout te produceren. Sterker nog, het is eerder regel dan uitzondering. Top houtproducent de USA weet dit te paren aan een uitbreiding van zijn bossen met 0,3 % per jaar. En zelfs landen als China en India, die de nummers 2 en 3 zijn op de wereld-rangordelijst van houtproducenten (Tabel 3), houden hun bossen heel goed op peil. Eigenlijk staan er in deze hele Top-10 slechts 2 landen die ook in de ontbossingstop-10 staan. Houtproductie en ontbossing gaan dus duidelijk niet "per definitie" samen. Hoofdstuk 2 : Waarom is het regenwoud zo belangrijk ? Het belang van de tropische regenwouden: · De tropische regenwouden functioneren door hun bijdrage in de zuurstofproductie als het ware als een long voor de aarde (regulatiefunctie). · Voor de oorspronkelijke bewoners van de tropische regenwouden die in evenwicht met de natuur leven zijn de regenwouden de voorwaarde tot voortbestaan (draagfunctie) · Voor de landen waar de tropische regenwouden liggen en de West-Europese landen vormen zij voornamelijk vanwege de unieke houtsoorten een bron van inkomsten (productiefunctie). · Door de grote rijkdom aan geneeskrachtige planten zullen de regenwouden in de toekomst een belangrijke bron van inkomsten gaan vormen via de farmaceutische industrie (informatie en reservoirfunctie). · Zij zijn tevens een uniek biotoop dat gekenmerkt wordt door een ongekende rijkdom van flora en fauna. Er zijn nog tientallen redenen te noemen waarom het regenwoud moet blijven bestaan, bovengenoemde omvatten de meest wezenlijke.
Hoofdstuk 3 : Oorzaken van ontbossing in de Amazone 3.1 Algemeen In het gebied zijn er drie duidelijke belangrijkste veroorzakers van de ontbossing: · Zwerflandbouw en veeteelt · bosbouw · mijnbouw
Op de drie belangrijkste oorzaken wordt in de volgende paragrafen dieper ingegaan, eerst worden er andere mede-oorzakers genoemd. In Brazilië, waar het amazonegebied voornamelijk ligt, bevinden zich stuwdammen die ontzettend grote delen van het oerwoud onder water zetten en de die de mensen dwingen het gebied te verlaten (De Tucuruí-dam zette 243.000 hectare onder water en de bij de bouw van de Balbinas-dam ging 236.000 hectare tropisch regenwoud verloren). Er worden nog steeds plannen gemaakt voor verscheidene dammen in het gebied, met de mogelijkheid om 2% van het Amazonegebied onder water te zetten. Verder bevinden er zich verscheidene hoogovens waar houtskool verbrand wordt. Naar berekening is er 700.000 hectare houtplantage nodig om in de behoefte van houtskool te kunnen voorzien. Brazilië gaf ook erg gemakkelijk eigendomsrechten uit aan ondernemers die er veeteelt wilde gaan bedrijven. Dit heeft tot gevolg gehad dat er op grote schaal regenwoud ontgint is. Vanwege de slechte kwaliteit vee, dat Brazilië aflevert, heeft Amerika een handelsverbod opgesteld. In Brazilië zou onvoldoende aandacht worden besteed aan de mond en klauwzeer ziektes bij het vee. Veel vlees wordt nu binnenlands afgezet. Ook is er vooral het laatste decennia een ander fenomeen opgedoken; de verbouwing van de cocaplant, waarvan cocaïne gemaakt wordt. Aangezien het verbouwen van deze plant illegaal is , worden de plantages het bij verkeur diep in het oerwoud verdekt opgesteld, wat weer extra schade met zich meebrengt. Vooral Peru staat erg bekend om dit verschijnsel, daar wordt de deze oorzaak van ontbossing geschat op 10 % van de totale ontbossing. Grofweg vier groepen hebben verschillende belangen bij de regenwouden: · de kleine boeren · de indianen · de bosbouw · de overheden in ontwikkelingslanden · de internationale gemeenschap
Vooral deze laatste groep wil proberen het behoud van de regenwouden te stimuleren door het afgeven van economische prikkels. Algemene maatregelen die wereldwijd gelden zullen vaak niet helpen of juist tegengesteld werken. Als de internationale gemeenschap bijvoorbeeld aan overheden subsidie geeft op de hoeveelheid bos, dan kan het zelfs voordelig zijn om extra bos te kappen, omdat de prijs voor bosgrond toeneemt wanneer die grond schaarser wordt. Experts stellen in dit geval voor om subsidie te geven op de hoeveelheid bos, gecorrigeerd met de mate van ontbossing. Omdat de economische verhoudingen van land tot land verschillen, stelt zij ook voor om voor ieder land afzonderlijk economische gegevens te verzamelen en op basis van de uitkomsten daarvan voor ieder land geschikte maatregelen te nemen. 3.2 Zwerflandbouw en veeteelt Een belangrijk resultaat van onderzoek van de laatste vijftien jaar is dat niet door de bosbouw, maar door de landbouw de grootste schade aan de regenwouden ontstaat. Dit is door verschillende samenwerkende universiteiten vastgelegd, maar wordt tegengesproken door vele andere organisaties zoals greenpeace (hierover meer in het volgende paragraaf). De bosbouw kapt gemiddeld 1 tot 3 bomen per hectare. De schade is evenwel niet gering omdat in het bos als gevolg van de kap ook andere bomen in de val worden meegesleept en omdat jonge aanplant wordt vernield. Toch zal het bos na vijftien tot twintig jaar weer geheel hersteld zijn wat betreft de hoeveelheid groen (biomassa). De diversiteit van begroeiing kan wel achteruit gaan, maar deze schade kan zich in ongeveer 50 jaar herstellen. Een groter probleem is de landbouw die van de werkzaamheden van de bosbouw profiteert. In gekapt gebied is het bos door wegen ontsloten en zo beter toegankelijk. Bovendien is het woud minder dicht waardoor het zonlicht op de grond kan komen, waardoor de grond opdroogt. Het is voor boeren (vaak kleine boeren) gemakkelijk om de bossen plat te branden en geschikt te maken voor landbouw. De as maakt de bodem tijdelijk vruchtbaar, maar daarna raakt die snel uitgeput. Na braaklegging kan het bos zich na ongeveer 20 jaar herstellen. Wanneer de landbouw een te intensief beroep op de bodem heeft gedaan, is er weinig kans op herstel. Verantwoordelijk hiervoor is voor een belangrijk deel de Braziliaanse regering die besloot tot het bevolken van het lege Amazonegebied door miljoenen stedelingen en kleine boeren uit verarmde delen van Brazilië. Door de grond te ontbossen en enigszins in cultuur te brengen, zouden zij deze in eigendom kunnen krijgen. Met in hun kielzog grondspeculanten en andere ondernemers, bereikten zij het bos via autowegen. Samen met deze grootschalige landbouw- en veeteeltprojecten leidde deze transmigratie tot een ernstige verstoring van het natuurlijk evenwicht tussen de mens (indianen) en zijn omgeving. Doordat de grond arm bleek aan voedingsstoffen werden en worden de landbouwers gedwongen om te verhuizen naar weer een ander stuk grond. Hierdoor verdwijnen grote stukken oerwoud in een snel tempo (zwerflandbouw). Door de zwakke economie ligt de prioriteit bij hoge productiviteit. Er wordt hierbij geen aandacht besteed aan het grondgebruik. Er is al een tekort aan landbouwgrond en door ontbrekende kennis wordt deze grond ook slecht gebruikt. Vanwege de slechte kwaliteit vee, dat Brazilië aflevert, heeft Amerika een handelsverbod opgesteld. In Brazilië zou onvoldoende aandacht worden besteed aan de mond en klauwzeer ziektes bij het vee. Veel vlees wordt nu binnenlands afgezet. 3.3 Bosbouw Uit Brazilië komt een groot deel van het hout uit Zuid-Amerika. De kap ontstond vlakbij de afzetmarkt, en langs de Amazone waar de vloedbossen werden gekapt. Het hout kon daar gewoon naar de monding van de rivier drijven, zodat het transport weinig kosten met zich meebracht. Uit Brazilië komt vooral mahoniehout. Dit hout heeft op de internationale markt een waarde van $600 per kuub hout. Dit is erg veel tegenover de gemiddelde houtprijs van $30 per kuub. In Brazilië mag echter geen mahonie gekapt worden buiten een plantage of er moet heraanplanting plaatsvinden. De mahonieplantage is echter economisch en biologisch niet haalbaar. Een boom heeft dertig jaar nodig om een volwassen grote te halen. Bovendien is hij vatbaar voor de larve van de nachtvlinder, die van de topscheuten leeft. Zonder topscheuten gaat de boom zich op de stam vertakken en is nutteloos voor de zagerij. Geen enkele onderneming gaat zo’n riskante investering voor over zestig jaar aan. Toch is volgens het rapport van Greenpeace de illegale kap de veroorzaker van het verdwijnen van de bebossing en niet zozeer de boeren met hun migratie. Voor de kap van één mahonieboom moet een pad vrijgemaakt worden, waarvoor gemiddeld 28 bomen tegen de vlakte gaan. De kap van mahonie heeft dus enorme gevolgen. Hier komt nog eens bij dat mahonie meestal verspreid over het bos voorkomt. Zo wordt er dus veel bos verspild. De kappers trekken als nomaden door de Amazone op zoek naar nieuw hout. Zo is er meer dan drieduizend kilometer illegale weg bijgekomen, waar nu wel dankbaar door de plaatselijke bevolking gebruik van wordt gemaakt (indien het huisje van de boer niet plaats heeft moeten maken voor de weg). Het mahonie is erg schaars en dat heeft tot gevolg dat de kappers behalve uit het oerwoud ook illegaal uit de indianenreservaten halen. De indianenleider wordt dan gelijmd met een mooie auto, geld of levensmiddelen. Eveneens komt volgens het rapport van Greenpeace bijna 70% van de mahonie-export van Para uit reservaten, ondanks dat de Braziliaanse grondwet dit verbiedt. Een kapverbod is onreëel en niet haalbaar omdat de prijzen van het hout dan alleen maar meer gaan stijgen en de illegale kap dus toeneemt. De aantallen kloppen niet, de boekhoudingen kloppen niet, er worden schijnbedrijven opgericht en het gekapte hout wordt geverfd en onherkenbaar gemaakt. Controle is nauwelijks mogelijk. Een helikopter kost aan benzine in een controlevlucht van een half uur al evenveel als de boete die een mogelijke bekeuring zou opbrengen. Brazilië is simpelweg niet in staat om te gaan met de misdaad tegen het milieu. 3.4 Mijnbouw Sinds het begin van de jaren 70 is in mijnbouw in het amazonegebied sterk geïnvesteerd, maar

nadat in Brazilië rond 1980 goud werd ontdekt in het stroomgebied van de Amazone en in oude rivierbeddingen, kwam er een ware "goldrush" op gang in de tropische regenwouden. Hierbij maakt men gebruik van kwik. In de' wilde mijnbouw' wordt bij het aalgeren, uiterst slordig met kwik omgesprongen. Aangenomen wordt dat per kilogram goud 1,32 kilo kwik in het milieu verdwijnt. Kwik wordt in Brazilië niet geproduceerd, maar kan overal worden gekocht zonder vereiste vergunning . In 1989 werd 41% van het geleverde kwik, ter grootte van 337 ton , geïmporteerd via tussenhandelaren in Nederland. Naar schatting zijn in het Amazonegebied en in de tropische regenwouden van Brazilië, nu 500.000 goudzoekers, min of meer illegaal, aan het werk. Op tientallen plaatsen in het Amazonewoud wordt naar goud gezocht, dat daarvoor eerst wordt ontbost en afgegraven. De laatste jaren maakten de goudzoekers gebruik van hydraulische materieel waarmee tonnen rivierslib vanaf vlotten worden opgezogen. De gevolgen van de mijnbouw richten grote schade aan: · Om in een bepaald gebied te komen moet er eerst vele hectaren gekapt worden. · Afvalmateriaal van de mijnen kunnen lokaal en regionaal voor ernstige milieuproblemen zorgen, maar de meeste schade is bij de volksgezondheid van de plaatselijke bevolking. · Om winning mogelijk te maken moet men infrastructuur aanleggen,waar weer mensen op af komen, die op hun beurt weer infrastructuur nodig hebben. Zo ontstaat er een vacuüm, wat grote milieugevolgen heeft. Hoofdstuk 4 : De openlegging van het Amazonegebied 4.1 Het gebied De tropische regenwouden van het amazonegebied bevinden zich, zoals eerder genoemd, voornamelijk in Brazilië, maar reiken zich ook uit tot in Peru en Colombia. Het Amazonegebied is geomorfologisch in twee delen in te delen: · Het hoogland, bestaande uit plateaus, heuvels en bergen. · Het Laagland (of de grote Laagvlakte), het bekken van de rivier de Amazone. Deze vlakte is lager dan 200 meter boven de zeespiegel. Grote verschillen tussen deze twee gebieden: Hoogland Laagland * overstroomt nooit * overstroomt regelmatig * minder vruchtbaar * zeer vruchtbaar * vruchtbaar gehouden door middel van bemesting * vruchtbaar gehouden door overstromingen die vruchtbaar slib achterlaten 4.2 Bevolkingsontwikkeling Brazilië telt ongeveer 200.000 indianen en 120 afzonderlijke indianenvolken, waaronder hetYanomami- volk dat een van de meest talrijke is. In de tropische regenwouden van Noord Brazilië wonen ongeveer 10000 Yanomami tussen de Orinoco en de Amazonerivier. Zijbehoren tot de oudste volken van Zuid-Amerika. De Yanomami zijn het minst in aanraking gekomen met kerkelijke bekeerders en andere westerse invloeden. Tot voor kort leidden zijeen semi-nomadisch bestaan . Voor hun voedselvoorziening waren zij aangewezen op bosvruchten en een kleinschalige milieuvriendelijke manier van landbouw. Dit plantaardige menu werd aangevuld met vlees en vis afkomstig van de jacht. Daartoe bewoonden zij sinds mensenheugenis een gebied van 90.000 km2. In de tropische regenwouden hebben zij een eigen systeem ontwikkeld om te leven en te overleven. Dit evenwicht is ernstig verstoord door de komst van de goudzoekers. Uit medisch en bacteriologisch onderzoek in vijf Yanomami - nederzettingen blijkt dat de verslechtering in de gezondheidstoestand van de bewoners nauw gekoppeld is met de komst van de goudzoekers. In 1960 waren er ongeveer 5 miljoen inwoners in het amazonegebied, in 1980 waren dat er al snel 11 miljoen. Hoe kan de bevolking zo explosief zijn toegenomen? De oorzaak van deze bevolkingstoename is voornamelijk te vinden in de openlegging en kolonisatie van het gebied. 4.3 Geschiedenis tot 60-er jaren Rond +/ 1960 was het Amazonegebied dun bevolkt. Het werd door de blanken ook vaak “de groene hel” genoemd, omdat het voor blanken bijna onmogelijk was een fatsoenlijk bestaan op te bouwen. Alleen langs rivieren waren nederzettingen, die hun bestaan baseerden op het verzamelen van bosproducten. Deze situatie veranderde nadat de waarde van rubber was ontdekt en de eerste plantages ontstonden. Na de eerste wereldoorlog liep de vraag naar rubber weer behoorlijk terug doordat er goedkoop rubber kwam uit Azië. 4.4 Ontwikkelingen vanaf de 60-er jaren Men kwam erachter dat het Amazonegebied in feite een braakliggend terrein was met enorme potentie. In Brazilië werd een nieuwe hoofdstad, Brasilia, gesticht om openlegging van het binnenland te bevorderen. Er waren inmiddels al grote wegenprojecten opgezet om het binnenland van nieuwe infrastructuur te voorzien. Deze waren deel van een grootschalig

Landbouwkolonisatieproject van voornamelijk de Braziliaanse overheid. De meeste kolonisatieprojecten zijn mislukt, van de 100.000 kolonisten die tot het gebied waren aangewezen werden er uiteindelijk slechts 6000 geplaatst. De voornaamste oorzaken voor het mislukken van de projecten: · Overhaaste planning · Beperkte investering van de overheid · Onvoldoende inzet van kader · Gebrek aan ervaring bij de officiële instanties · Inefficiënte organisatie · Onvoldoende coördinatie van het werk van de overheidsinstellingen
Ook werden kolonisten geconfronteerd met problemen: · Onjuist geplande nederzettingen · Niet tijdig klaar zijn van huizen en faciliteiten · Onbruikbare ontsluitingswegen · Gebrek aan medische voorzieningen · Malaria · Onvoldoende en onjuiste agrarische adviezen · Gebrek aan nabije markten, waardoor het onmogelijk werd om een gepland rotatieschema op te zetten
Door al deze oorzaken kwamen de meeste boeren niet verder dan armelijke shiftingcultivation. Wat waren de motieven voor ontsluiting?: · Bereikbaar maken van zeer grote rijkdommen aan ertsen (ijzer, aluminium, tin, mangaan, uranium en hout) · Mogelijkheden voor akkerbouw · Extensieve veeteelt op grote schaal · Industrialisatie · Toerisme 4.5 Ontwikkelingen in “de tweede fase” De jaren ’75 tot en met ’79 worden in het beleid van de Braziliaanse overheid ook wel “de tweede fase” genoemd, wat overigens achteraf bekeken een net zo’n grote flop bleek als het gelijknamige nieuwe Nederlandse middelbare onderwijssysteem. Het doel van de overheid in deze periode was simpelweg het vergroten van de staatskas door middel van grootschalige activiteiten, waaronder: · Mijnbouw · Grootschalige veehouderijen · Grootschalige houtkap en verwerking · Grootschalige akkerbouw
Men wilde in een versneld tempo de economische groei bevorderen. Men kan gemakkelijk begrijpen dat al deze acties niet bevorderlijk waren voor het milieu, integendeel. De grootschalige exploitatie heeft tot enorme gevolgen geleid, vooral op sociaal gebied. Er werd namelijk totaal geen aandacht besteed aan de behoeften van de plaatselijke bevolking. De bewoners van de ontgonnen gebieden werden opzij geduwd en van hun grond vervreemd.Zij konden alleen nog dieper het oerwoud intrekken of naar de sloppenwijken van de grote steden trekken. Enkele argumenten om het tropisch regenwoud niet te ontginnen: · 1 hectare met rust gelaten tropisch bos levert meer aan bosproducten,wild en vis dan een hectare met vee. · Een gebied bestaande uit bos kan honderden mensen werk bieden, terwijl een zelfde gebied waar 2000 koeien gehouden worden, onderhouden kan worden door slechts een persoon. · De enigen die aan exploitatie verdienen zijn de ondernemingen en niet de plaatselijke bevolking
Vreemd genoeg zijn dit ook allerlei argumenten die voor de overheid gelden, alleen zoekt zij meer de oplossingen voor korte termijn inkomsten. 4.6 De toekomst van de bewoners van de tropische regenwouden Tot nu toe is het droevig gesteld met de toekomst van met name de indianen die in de tropische regenwouden van Brazilië wonen. Hun aantal wordt zienderogen gedecimeerd door allerlei ziekten die geïmporteerd worden door de goudzoekers. Door het op grote schaal verkeerd gebruiken van kwik komt kwik in de bodem en rivieren tercht om uiteindelijk in de voedselketen te belanden. Vooral in vis. Daar de indianen van de tropische regenwouden van het Amazonegebied in Brazilië grote viseters zijn worden ook zij in toenemende mate getroffen door kwikvergiftigingen. Af en toe boeken de Indianen hierbij geholpen door organisaties kleine successen. De Guarani-Kaiowa Indianenbijvoorbeeld slaagden erin hun stukje tropische regenwoud te behoeden voor hout kap t.b.v. landbouw en veeteelt-exploitatie. De Guarani-Kaiowa Indianen waren zelfs bereid zich dood te vechten of collectief zelfmoord te plegen. Toch zou er waarschijnlijk niet naar hun dreigement geluisterd zijn wanneer de 247 Guarani-Kaiowa families niet geholpen zouden zijn door de mensenrechtenorganisatie die alle noodzakelijke bureaucratische procedures om onteigening te voorkomen voor de indianen uitvoerde. Hoofdstuk 5: Oplossingen voor de problematiek Er zijn al verscheidene mogelijkheden geopperd om de massale houtkap terug te dringen. Zij zijn echter niet allemaal zo effectief. Hier geef ik een schematische weergave van de meest genoemde oplossingen.
5.1 Wetgevingen Doormiddel van wetten willen overheden proberen de illegale kap en de massale kaalkap tegen te gaan.Zo wil men kapmaatschappijen verplichten na het kappen aan heraanplanting te doen. Deze vorm noemt men duurzame kap. Toch heeft het vaak weinig nut. De nieuw aangeplante bomen kunnen zich niet aanpassen op een kaalgekapte vlakte en zij kunnen daar niet meer groeien. Ze gaan in zeer korte tijd dood. De bedrijven zijn dan wel hun verplichtingen nagekomen maar de gevolgen worden er niet beter van. Er zal niets meer groeien en de ontstane schade is enorm. Ook wil men strenger toezicht gaan houden op het naleven van de regels. Deze regels kunnen vaak slecht nageleefd worden. De overheden stellen echter veel te weinig geld ter beschikking om een groot gebied door boswachters te laten controleren. Om een helikopter een half uur te laten controleren boven een gebied is evenveel geld nodig als een mogelijke bekeuring zou opleveren. Vaak wordt ook bewust erg weinig aandacht geschonken aan de het bestrijden van de houtkap. Een land waar op grote schaal kap van regenwoud plaatsvindt, is vaak erg afhankelijk van zijn exportopbrengst. Door de houtproductie dwars te zitten zullen ze indirect minder geld in het laatje krijgen. 5.2 Ontwikkelingshulp De ontwikkelingshulp moet een van de grootste oorzaken van de kap een halt toeroepen. De landhonger van zeer dichtbevolkte gebieden zorgt ervoor dat mensen hun eigen stukje grond vrij gaan kappen of branden. Door met ontwikkelingshulp, zoals seksuele voorlichting en anticonceptie de bevolkingsdruk te verminderen ontstaat er een kleinere behoefte aan nieuw land. De mensen zelf zien echter een groot gezin als een toekomstig pensioen. Deze levensvisie zal dan moeten veranderen en dat is geen gemakkelijke opgave. Ook ziet men bijvoorbeeld in de islamitische cultuur een groot gezin als een teken van vruchtbaarheid. Door kritiek te leveren op de geloofsopvattingen van mensen, ontstaat niet bepaald een sympathie. Hier is een subtiele aanpak nodig. Ook landbouwverbetering is een goede manier om de ontbossing tegen te gaan. De boeren bebouwen hun kaalgekapte landje vaak op een onvakkundige manier, waardoor de grond wordt uitgeput. De grond is dan na verloop van tijd niet meer zo vruchtbaar en de boeren trekken verder om een nieuw stukje land te ontginnen. Het achtergelaten perceeltje is niet meer in staat zich te herstellen omdat nieuwe planten worden weggespoeld en de bodemerosie toeslaat. Door technische verbeteringen te brengen kan de bevolking beter met het land omgaan en zal de ontbossing afnemen. Het probleem is echter, dat de mensen moeilijk te bereiken zijn. Een boer in het binnenland staat niet zo goed in contact met de buitenwereld en het is moeilijk iedereen een goed advies te geven. Vooral omdat het een wereldprobleem is. Ook een goed onderzoek en een verandering in de landbouw kunnen een goede oplossingen zijn voor de grote problemen van de ontbossing. Volgens Louise Fresco is bijvoorbeeld het verbouwen van bananen een goede vorm van landbouw, in vergelijking tot het verbouwen van vele andere gewassen. Bananenbomen zorgen er namelijk voor dat de aarde nog steeds goed beschermd is en dat erosie veel minder grip op het stuk land krijgt, dan bij veel andere gewassen. Er kan ook beter gezocht worden naar een andere manier van het landbouw bedrijven. Vanwege de groeiende bevolkingsdruk worden westerse landbouwtechnieken toegepast, om in de groeiende vraag naar voedsel te kunnen voorzien. De omstandigheden daar zijn echter zo verschillend dat deze methoden weinig tot geen effect hebben. Er moet daar in andere hoeveelheden water bevloeid worden en de grondsamenstelling is er ook afwijkend. 5.3 Technische ontwikkelingen Verder kunnen technische verbeteringen een uitkomst bieden. Dit is goed via een voorbeeld te illustreren. In de regenwouden van Indonesië wordt (helaas nog op kleine schaal) met een navigatiesysteem vanuit de ruimte bos gekapt. Veel schade aan bossen ontstaat wanneer bij de selectieve kap de bomen uit het bos worden gesleept. Vele tientallen bomen moeten geveld worden. De exploitatiebedrijven moeten van de overheid een gedetailleerde kaart gemaakt hebben van het gebied waar zij kappen, maar in praktijk is dat niet het geval. Nu wordt er dus door een computer een plattegrond gemaakt met behulp van satellieten. Er wordt dan precies in kaart gebracht waar welke boom staat en wat de kortste en beste route is om met een bulldozer de geselecteerde bomen, die geschikt zijn om gekapt te worden, te verwijderen. Beschermde bomen en steile hellingen worden gemarkeerd als verboden gebied en de boordcomputer in de bulldozer stippelt de kortste route uit om bij de gekapte boom te komen. De boom kan dan via een vrij rechte route naar een laadplaats geleid worden zodat er zo weinig mogelijk bomen beschadigd worden. Ook de afhaaltrucks kunnen nu precies op tijd de bomen afhalen, omdat de grote computer precies de positie van de bulldozer in de gaten houdt. Door deze manier van kappen wordt er veel minder schade toegebracht aan de bossen en de opbrengst stijgt ook enorm. De bulldozers hoeven namelijk niet zelf een route met behulp van hun kompas te maken, waarbij ze niet letten op wat ze omver rijden. Zelfs aan de kappers worden instructies gegeven, in welke richting ze de boom moeten neerhalen, zodat de bomen al direct goed liggen om weggesleept te worden. Er werden beloningen betaald als de boom perfect lag en loon ingehouden als de boom meer dan negentig graden van de aangegeven richting lag. In de toekomst is het zelfs de bedoeling de bulldozer via een route op pad te sturen en wanneer de machine afwijkt van de opgegeven route, zal de motor afslaan. De bestuurder zal dan eerst toestemming moeten vragen aan de kapmaatschappij, voordat hij verder kan rijden. Dit was een zeer geslaagd project dat zowel voor de natuur als voor de kapmaatschappijen een enorme vooruitgang was. Helaas is dit systeem nog in een te kleine mate in gebruik. En het zal veel moeite kosten om de overheden van landen en de kapmaatschappijen te overtuigen en ze over te laten stappen op deze automatisering, aangezien het veel kosten voor de aanschaf met zich meebrengt. Bovendien is deze vorm van automatisering waardeloos in gebieden waar geen selectieve kap plaatsvindt, maar volledige kaalslag, 5.4 Keurmerken In veel landen bestaat er al een keurmerk voor hout dat op een duurzame manier is gekapt. Toch is dit merk niet altijd betrouwbaar, omdat het wel garandeert dat er bijvoorbeeld herbebossing is toegepast, maar of de herbebossing effectief, is niet altijd zeker. Er zijn echter ook percelen bos te koop. Hiermee bescherm je een stuk regenwoud door het tot jouw eigendom te maken. Je ontvangt dan ook een eigendomscertificaat. Of deze vormen van bescherming ook daadwerkelijk te vertrouwen zijn is niet altijd duidelijk. 5.5 Koopgedrag Doordat er minder hout geconsumeerd wordt in de wereld, zou de vraag naar het hout af moeten nemen. Zo kan iemand beter eens gewoon hout kopen in plaats van tropisch hardhout. De consument denkt zo de vernietiging van het regenwoud tegen te kunnen gaan, maar in de praktijk is ligt dit toch anders. Van het totale gedeelte van al het hout dat wordt gekapt, komt slechts een klein gedeelte (plusminus 6 %) op de wereldmarkt terecht. De vraag zal ook maar iets afnemen. De gevolgen zullen nihil zijn en de kap zal gewoon doorgaan. De rest van de houtkap wordt binnenlands afgezet. En bovendien verdwijnt er slechts een klein deel van de bossen door kap en een veel groter deel door de zwerflandbouw.
Hoofdstuk 6: Nederland en de tropische regenwouden De Nederlandse regering wil haar bijdrage leveren om het regenwoud te redden. Daarom formuleerde zij in 1991 het Regeringsstandpunt Tropisch Regenwoud (RTR). Belangrijkste doelstelling is om te streven naar duurzaam land- en bosgebruik. In de praktijk betekent dit bijvoorbeeld dat alleen nog tropisch hout wordt geïmporteerd, als daarvoor in het land van herkomst nieuw bos is aangeplant. Ondanks dat het regeringsstandpunt vergeleken met andere landen uniek in zijn soort is, is het ook beperkt vanwege de fixatie op bomen. De dieren worden nog buiten beschouwing gelaten. Van deze ambitieuze kabinetsplannen om een bijdrage te leveren aan het behoud van het tropisch regenwoud komt in de praktijk weinig terecht. Van de 150 miljoen gulden die hiervoor in 1994 is gereserveerd, blijft bijna 50 miljoen onaangeroerd. Bovendien zouden verdeeld over diverse departementen 100 ambtenaren worden ingezet om hun bijdrage te leveren aan redding van het regenwoud; in de praktijk houden zich hier slechts 18 mensen mee bezig. Dat blijkt uit een evaluatie-onderzoek van het Nijmeegse bureau IME Consult, uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV). IME Consult heeft bekeken wat de diverse ministeries doen om de doelstellingen te bereiken. De conclusies in het rapport zijn ronduit negatief. De beoogde uitgaven voor behoud en beheer van tropisch regenwoud worden niet gehaald. Met name de ministeries van landbouw, economische zaken en VROM hebben 'zeer geringe budgetten' voor het tropisch regenwoud gereserveerd. Van samenwerking tussen departementen voor ondersteuning van projecten is nauwelijks sprake. Ondanks dat de Nederlandse regering weinig haast lijkt te maken met de bescherming van de tropische regenwouden, realiseren vooral de Nederlandse gemeente zich steeds meer dat het nodig is duurzaam te bouwen en hierbij geen hout te gebruiken uit de tropische regenwouden tenzij aangetoond kan worden dat het gewonnen hout ook op een milieuvriendelijke manier gewonnen is en dat zorg is gedragen voor herplant en conservatie van de tropische regenwouden waar dit hout vandaan komt. Hoofdstuk 7: Conclusie en Samenvatting Nu wij meer in contact komen met de ontwikkelingslanden, door middel van onze moderne technieken, bemerken wij steeds vaker de problemen in de ontwikkelingslanden. Er is reden voor bezorgdheid. De ontwikkelingslanden willen de economische groei van de westerse landen bijhouden, maar kunnen dat niet. Hun negatieve betalingsbalans (de import is groter dan de export) willen zij wegwerken door meer grondstoffen en andere producten te exporteren. Als gevolg hiervan ontstaan milieuproblemen zoals uitputting van natuurlijke hulpbronnen, erosie, vervuiling van land water en lucht, vernietiging van bossen en andere ecosystemen. Er wordt hierbij weinig aandacht besteed aan de plaatselijke natuur. De problemen zijn ontstaan in verband met de onderontwikkeling van de landen ten opzichte van de rest van de wereld. De oorzaken van deze onderontwikkeling zijn de sterke bevolkingsgroei en de zwakke economie. Door de enorme groei van de bevolking kan er niet voorzien worden in bestaansmogelijkheden. Zo ontstaat er hongersnood en zijn er slechte hygiënische omstandigheden Ook wordt er vanwege de vraag naar nieuwe landbouwgrond nauwelijks acht geslagen op de manier van het landbouw bedrijven en op de vernietiging die wordt achtergelaten. Door de zwakke economie ligt de prioriteit bij hoge productiviteit. Hoopvol voor het behoud van de tropische regenwouden is dat er in(juli 1996) door de Braziliaanse regering het besluit is genomen voor de duur van twee jaar alle concessies op het kappen van mahoniehout in te trekken en dit is in juli 2000 nog steeds van kracht. Wereldwijd zijn er steeds meer bedrijven zoals The New York Times die geen papier meer gebruiken waar houtpulp van de tropische regenwouden in verwerkt is. Aktiegroepen sluiten steeds meer wereldwijde coalities om het streven naar het behoud van de regenwouden te bundelen. Een centrale rol hierin vervult RAN. Rain Action Network. Grote bedrijven die op de een of andere manier de afbraak van de tropische regenwouden financieren worden voortdurend en met succes, onder druk gezet en indien noodzakelijk met boycotacties bedreigd. Bij deze bedrijven horen o.a. Coca Cola, Burger King, Mitsubishi, Minute Maid, Orange Juice en de Wereldbank. Ik ben er persoonlijk achter gekomen dat het probleem van de ontbossing in het Amazonegebied niet slechts een probleem is, maar een problemenstelsel met vele factoren die meespelen. Er moeten dus ook meerdere oplossingen moeten komen die goed op elkaar afgestemd zijn en de huidige cultuur respecteren. Vooral de westerse maatschappij en dan met name de multinationals handelen voor financiële belangen op korte termijn zonder toekomstvisie. Ik ben van mening dat daar de grootste problemen uit voort vloeien en denk dus ook dat er een mentaliteitsverandering nodig is. Op dit moment zou alleen de bewustwording van de problematiek in de gehele wereld al een hele grote stap zijn, die nodig gemaakt moet worden.

REACTIES

J.

J.

bedankt voor je werkstuk op scholieren.com!
Ik zit nu in havo3 en heb er heel veel aan!

22 jaar geleden

R.

R.

Bedankt! Briljant!

12 jaar geleden

L.

L.

Vet veel info zeg

8 jaar geleden

O.

O.

Supper goed maar de w-vragen staan die er allemaal in ?

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.