wiskunde kader 4 3.2, 3.3, 3.4, 5.1, 5.2, 5.3, 5.4, 5.5 & 5.6

Beoordeling 7.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vmbo | 861 woorden
  • 14 september 2023
  • 8 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
8 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
Maak kans op 50 euro Bol.com tegoed 💜

Scholieren.com wil weten hoe school écht is voor jou. Vul de vragenlijst in (7 - 10 min) en laat weten wat er beter kan. Wij luisteren — en je maakt kans op 50 euro 💶

Doe mee

Wiskunde samenvattingen k4 2023/2024:

Hoofdstuk 3 boek A.
Blz. 86 3.2 graven, tabellen en diagrammen.
Vmbo-b 35
Vmbo-k 78
Vmbo-tl 87
----------------+
200 hoeveel % zijn kader (k) leerlingen?
Aantal (a) 200 1 78
% 100 0,5 39
Je schrijft eerst alle getallen op die je hebt. Een van die 2 heeft 2 getallen, bijvoorbeeld de a. dan ga je van 200 naar 1 dat doe je door met 200 te ÷zowel bij de a doe je dat maar ook bij de %. daarna ga je naar de gewenste hoeveelheid a 78 dan doe je dus ×78 net zoals het ÷doe je dat ook bij de %.

In het bos zijn totaal 185 uilen. Daarvan zijn 14% sneeuwuilen. Hoeveel sneeuwuilen zijn er?
Aantal (a) 185 1,85 26
% 100 1 14
Je schrijft eerst alle getallen op die je hebt. Een van die 2 heeft 2 getallen, bijvoorbeeld de %. dan ga je van 100% naar 1% dat doe je door met 100 te ÷ zowel bij de % doe je dat maar ook bij de a. daarna ga je naar de gewenste hoeveelheid %. 14% dan doe je dus ×14 net zoals het ÷ doe je dat ook bij de a.

Tip: aan de kant waar 2 getallen weet maak je er een 1 en tussen antwoord niet afronden met je tussen antwoord.

Blz.90 3.3 mediaan en kwartielen.
3 7 9 12 17 ( 9 is de mediaan) | mediaan= middelste getal (op volg worden).
3 3 6 7 7 7 20 21 22 23 ( 7 is modus) | Modus= een getal dat het vaakst voor komt.

Let op: is de getallenlijn even dan zijn er 2 mediaans!
Met twee modusen is er geen modus

7 12 16 | 17 19 21 (2 mediaans)
Mediaan: 16+17:2= 16,5 (de 2 mediaans optellen en door 2 ÷ is de nieuwe mediaan)
1e kwartiel: 12 ( aan de linkerkant de mediaan)
3e kwartiel: 19 ( aan de rechterkant de mediaan)

2 5 10 17 28 35 47
Mediaan: 17
1e kwartiel: 5
3e kwartiel: 35
Tip: met 1 mediaan tel je die niet mee met de 1e en 3e kwartiel.


Blz. 94 3.4 boxplot.

1 2 3 4
|------|________|____|--------------------|
|------|------|------|------|------|------|------|------|------|
0 2 4 6 8 10 12 14 16 18
Weetje: dit noem je een boxplot
Vakje 1: 25%
Vakje 2: 25%
Vakje 3: 25%
Vakje 4: 25%
De aantal boxen ÷ je door 100%. Het maakt dus niet uit dat een box groter of kleiner is dan de ander.

Tip: je kunt een box niet open breken.


Wat gebeurt er als er 2 modusen zij?
Dan is er geen modus.

Wat is een modus?
Een getal dat het vaakst voor komt.

Hoe bepaal je de 1e en 3e kwartiel met 1 mediaan?
De mediaan streep je weg en dan heb je aan de linkerkant en de rechterkant een kwartiel (midden).

Hoe bereken je %?
Je kan van een tabel of iets af lezen wat je 100% is daarvan de aantal of % zijn er 2 getallen van die 2 zet je er een 1 tussen door te ÷ en dan ×de aantal of % dat je wilt. Beneden het zelfde!

Wat is een modus?
Het getal dat het vaakst voorkomt.

Wat gebeurd er met de mediaan met een even aantal getallenlijn?
Dan zijn er 2 mediaans.

Wat is een mediaan?
Middelste getal (op volg worden).

moet met een mediaan de getallenlijn op volg worden staan?
Ja.

Met een tabel met % mag je dan een tussenantwoord afronden?
Nee.

Kan je een box van een boxplot openbreken?
Nee nooit.

Met een boxplot hoeveel % heeft elk vakje?
De aantal vakjes delen door 100% bijvoorbeeld 100:4= 25%.

Wat is een 3e kwartiel?
Aan de rechterkant de mediaan.

Hoe bepaal je de 1e en 3e kwartiel met 2 mediaans?
De 2 mediaans zet je een streepje tussen en dan heb je een linkerkant en een rechterkant om de kwartiel te bepalen.

Wat is een 1e kwartiel?
Aan de linkerkant de mediaan.

examenoefening blz.108
technishe vaardigheden blz.112

hoofdstuk 5 boek A
blz.152 5.1 tijd hoe reken ik deze tijd om naar secondes?
03:41:11
03 = uur 3×60×60= 10800
41 =minuten 41×60= 2460
11 = seconden 11×1= 11
---------------------+
13271 seconden

3,4 uur hoe reken ik deze tijd om naar secondes?
3= uur 3×60×60=10800
0,4= minuut 10 past 6x in 1 minuut 0,1= 6 minuten 24 minuten

44 (uur)×60= aantal minuten × 60= aantal seconden.

3:41,2
3= minuten
41= seconden
0,2= miniseconden

Blz.156 5.2 snelheid
Km per uur (km/h of km/u)
Meter per seconden (m/s)

Wat is zijn snelheid?
03:42:11 over 42 km
Afstand: 42 km
42000 meters
Tijd: 03:42:11
3×60×60=10800
42×60= 2520
11×1= 11
---------------+
13331 seconden
Snelheid: 42000:13331= 3,2 m/s x 3,6 =11,3 km/h
De snelheid bereken je door meter de ÷ met seconden. Dan heb je m/s maar we willen km/h weten. Dan doe je met de magische getal 3,6 × en als je van km/h naar m/s wil dan doe je delen.

Kortom: km reken je om naar meter (+ 3 nullen).
Van de tijd reken je alles om naar secondes.
Die twee ÷ je, eerst de meter en dan de secondes.
Dan heb je m/s om naar km/h doe je × 3,6.
En als je van km/h naar m/s doe je ÷3,6.

Blz.160 5.3 lengte, oppervlakte en inhoud
÷10 
Kl – hl – dal – l – dl – cl – ml
 ×10
Km – hm – dam – m – dm – cm -mm
÷10 <-
 ×100
Km² – hm² – dam² – m² – dm² – cm² – mm ²
÷100 <-
 ×1000
Km³ – hm³ – dam³ – m³ – dm³ – cm³ – mm³
÷1000 <-

1 centiare (ca) = 1 m² dm × dm × dm = dm³
1 are (a) = 100m² dm × dm + dm²
1 hectare (ha) = 10 000 m²
1 dm³ = 1 liter
1 m³ = 1 kuub

Hoeveel liter past er in?

4 × 3 × 5 = 60 dm³
60 dm³ = 60 liters
5 dm
30 cm
Word 3 dm
0,4 m
Word 4 dm
Je rekent eerst alles om naar dm dan doe je alles × dan kom je uit op … dm³. Dm³ staat gelijk aan … liter.
Blz. 164 5.4 gewichten

 ×1000
Ton – kg – g – mg
<- ÷1000

Je slaat steeds 3 over daardoor krijg je × of ÷ 1000

Blz. 168 5.5 wetenschappelijke notatie

6 200 000
|6,2| x 10 <- aantal keer de komma verplaatsen

Getal tussen 0 en 10

721 000 rekenmachine hele groten of hele kleine getallen
|7,21| × 10 getal = format eng-notatie = antwoord
× 10 = format standaard = antwoord
700 000
7 × 10

3 210 000 de komma naar rechts × 10
3,21 × 10

0,0000321 de komma naar links × 10 -
3,21 × 10

Blz. 172 5.6 procenten
Van de 188 mensen zijn er 103 mannen hoeveel % is man?
Aantal (a) 188 1 103
% 100 0,54 56,6j

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.