Hoofdstuk 9

9.1 Berekeningen met tangens

overstaande rechthoekzijde

Tan hoek = _______________________

Aanliggende rechthoekzijde

Je kunt met de tangens een hoek berekenen als je de twee rechthoekzijden kent.

Je kunt met de tangens een rechthoekzijde berekenen als je een hoek weet en de andere rechthoekzijde.

Hoeken bereken je altijd met TAN -1 of COS -1 of SIN-1

9.2 hoeken berekenen met de sinus, cosinus of tangens

bij rechthoekige driehoeken horen drie verhoudingen. Je kunt ze onthouden met het ezelsbruggetje SOS CAS TOA

overstaande rechthoekzijde

Sin hoek = _______________________

Schuine zijde

Aanliggende rechthoekzijde

Cos hoek = _______________________

Schuine zijde

overstaande rechthoekzijde

Tan hoek = _______________________

Aanliggende rechthoekzijde

9.3 zijden berekenen met sinus, cosinus en tangens

Weet je in een rechthoekige driehoek een zijde en een hoek, dan kun je de andere zijde berekenen.

Als je de bovenste niet weet doe je X als je de onderste niet weet dan gebruik je :

9.4 zijden en hoeken berekenen

In een rechthoekige driehoeken kun je zijden en hoeken berekenen. Welke methode je daarvoor gebruikt hangt af van de gegevens die je hebt. Er zijn 3 situaties

1 Twee zijde bekent derde gevraagd.

Gebruik Pythagoras.

2 Een zijde en een hoek bekend zijde gevraagd.

Gebruik sinus cosinus of tangens.

3 Twee zijden bekent hoek gevraagd.

Gebruik sinus cosinus of tangens.

Bij hellingen gebruik je soms een hellingspercentage.

Hellingspercentage = tan hellingshoek x 100

Een hellingspercentage rond je af op een geheel getal