Hoofdstuk 7: De stelling van Pythagoras.

Beoordeling 5.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas vmbo | 155 woorden
  • 19 juni 2013
  • 91 keer beoordeeld
Cijfer 5.5
91 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Hoofdstuk 7.

De stelling van Pythagoras.

In een rechthoekige driehoek heten de zijden die aan de rechte hoek liggen de rechthoekszijden. De zijde die tegenover de rechte hoek ligt, is altijd de langste zijde.

Alleen voor een rechthoekige driehoek geldt:

 

  • De oppervlaktes van de vierkanten op de rechthoekszijden zijn opgeteld gelijk aan de oppervlakte van het vierkant op de langste zijde.
    • Dus: oppervlakte 1 + oppervlakte 2 = oppervlakte 3.
    • Dit wordt de stelling van Pythagoras genoemd.

Pythagoras was een Griekse wiskundige die leefde tussen 569 en 507 vóór Christus.

Maak altijd zo'n schema om uit te rekenen wat de lengte is van de langste zijde van een rechthoekige driehoek met de stelling van Pythagoras:

bijvoorbeeld:

Zijde

Kwadraat

BC = 3

9

AB = 5

 

+

 

25

AC = 5,8 cm

34

 

AC = √ 34

AC = 5,8 cm ( rond af op één decimaal getal)

De langste zijde moet altijd onderaan het schema.

Als er geen tekening van de rechthoekige driehoek is, moet je een schets maken.

REACTIES

H.

H.

geweldig top

6 jaar geleden

I.

I.

ik snap der helemaal niks van

3 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.