samenvatting wiskunde h4

Beoordeling 8.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas vwo | 281 woorden
  • 7 mei 2022
  • 9 keer beoordeeld
Cijfer 8.4
9 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
Maak kans op 50 euro Bol.com tegoed 💜

Scholieren.com wil weten hoe school écht is voor jou. Vul de vragenlijst in (7 - 10 min) en laat weten wat er beter kan. Wij luisteren — en je maakt kans op 50 euro 💶

Doe mee

wiskunde h4

4.1

  • formule voor een parabool: y = ax² + b
  • positieve a in een kwadratische formule = dalparabool
  • negatieve a in een kwadratische formule = bergparabool
  • als je een parabool tekent, kies je 5 punten voor de x zodat je de y krijgt en dan heb je een punt

4.2

  • √2 is de lengte van de zijde van een vierkant waarvan de oppervlakte 2 is / als de oppervlakte van een vierkant 2 is, is de lengte van de zijde √2
  • een wortel kan niet negatief zijn
  • zie regels voor wortels onderaan

4.3

  • het kwadraat van een wortel: (√a)² = a
  • wortels vermenigvuldigen: √a ⋅ √b = √ab
  • bij wortels optellen moeten de wortels gelijk zijn (voorbeeld: 3√2 + 5√2 = 8√2)
  • bij het herleiden van wortels breng je een zo groot mogelijke factor voor het wortelteken
  • factor voor het wortelteken brengen (voorbeeld: √18 = √9 ⋅ 2 = √9 ⋅ √2 = 3√2)
  • haakjes wegwerken bij wortels (merkwaardige producten)

4.4

  • als er een macht in een wortel zit, wordt die door tweeën gedeeld (voorbeeld: √a^4 = a²)
  • (a^6)² = a^12 want je doet het exponent binnen de haakjes keer het exponent buiten de haakjes
  • √a^13 = √a^12 ⋅ a = √a^12 ⋅ √a = a^6√a
  • machten met een gebroken exponent: √a = a^(1/2)
  • 1/a^p = a^-p

4.5

  • wortelformules = formule met wortels erin
  • de wortel van een negatief getal bestaat niet, dus in een wortelformule mogen geen negatieve getallen in een wortel zitten (voorbeeld: in y = 3√x mag x niet negatief zijn)
  • formules herleiden: √ab = √a ⋅ √b dus y = 5 + 3√16x is y = 5 + 12√x

regels voor wortels:

√a² = a

√-a = kan niet

√(a ⋅ b) = √a ⋅ √b

√(a/b) = √a/√b

√a = a^(1/2)

√(-a)² = a

kwadraten:

4, 9, 16, 25, 36, 49, 64, 81, 100, 121, 144, 169, 196, 225

merkwaardige producten:

(a + b)² = a² + 2ab + b²

(a - b)² = a² - 2ab + b²

(a + b)(a - b) = a² - b²

rekenvolgorde:

  1. haakjes wegwerken
  2. machtsverheffen en worteltrekken
  3. vermenigvuldigen en delen
  4. optellen en aftrekken

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.