Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Tehatex CE schriftelijkdeel

Beoordeling 9.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 6e klas vwo | 4019 woorden
  • 15 mei 2016
  • 12 keer beoordeeld
Cijfer 9.3
12 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Schriftelijkdeel KG.

  1. Visitekaartje

*Sociaal, 1945-2010.
-Kunstenaar: Himmelsbach de Vries
-Project: ‘Een dag gratis hulp’ -2009.
-Afgestudeerd aan: Academie voor beeldende kunsten.
-Studeert nu aan: No Academy, geen kunst opleiding in ouderwetse zin.
-Maatschappelijke vraagstukken onderzoeken. (d.m.v. out of the box denken)
-Dieper in contact komen met de samenleving.
-Het is belangrijk om een gemeenschappelijk doel te vinden, dat buiten je eigen belang staat.
-Het vertrouwelijk contact waar veel instanties naar op zoek zijn wordt mogelijk door ’t ontbreken van eigen belang of een verborgen agenda.
-“Monument voor Prima Mensen”

2. Kritisch geëngageerde kunstenaars? Die bestaan niet!

*Social, 1945-2010.
-Schrijver: Rutger Pontzen
-Opkomst geëngageerde kunstenaars is een opmerkelijk recent fenomeen. (Halverwege de 19e eeuw)
-Kunstenaars hadden minder behoefte aan de verheven kunst onderwerpen.
-Ander halve eeuw geleden veranderde het engagement in kritisch engagement. → De betrokkenheid van de kunstenaars was er niet langer op gericht hun verbondenheid te tonen met wat er in de wereld gaande was, maar om misstanden in beeld te brengen met het oog op een mogelijke verandering.
-Hoe effectief is Kritisch-geëngageerde kunst eigenlijk?
-Kunst en Kritisch engagement zijn twee termen die zich niet met elkaar laten verenigen, maar elkaar juist uitsluiten.
-Kritische engagement is gericht op effect en heeft altijd een doel.
-Kunst heeft nooit een doel.
-De term “Kritisch geëngageerde kunst” is een innerlijke tegenstelling.
-“Kritisch-geëngageerde kunst” heeft niet met kunst te maken, maar met de houding van de kunstenaars. (De betrokkenheid met de wereld en de wens daar iets aan te veranderen staat in het middelpunt van hun belangstelling.)

3. $he

*Emancipatie, 1945-2010
-Kunstenaar: Richard Hamilton
-Schrijver: A. De Visser
-Positie van de vrouw staat centraal.
-Richard Hamilton geeft commentaar op het fenomeen vrouw. (Het fenomeen vrouw staat op één lijn met huissloof en hoer.)
-De vrouw in de kunst van de jaren 50 past niet in de context van die tijd. → Ze was opgeblazen, suikerzoet, wellustig en met krulspelden in het haar. Dit was een fel contrast met de vrouw buiten de beeldende kunst.
-“Hoewel ze het kostbaarste sieraad is, wordt ze vaak slechts behandeld als een accessoire.”
-De relatie tussen de vrouw en haar apparaten is essentieel voor onze cultuur.
-Hamiltons commentaar op de consumptiedrang krijgt een ironisch accent door de titel niet SHE maar $HE te noemen.

4. Een rauwe blik op de aard van seks

*Emancipatie, 1945-2010
-Kunstenaar: Sarah Lucas.
-Er zijn 3 voorwaarden bij het zien van Sarah Lucas werk:
1. Het buiten beschouwing laten van de vermoeide vraag: “Is het kunst?”
2. Haar productie onder dezelfde noemer als die van Tracey Emin en Damien Hirst te scharen.
3. De fijngevoeligheid van welke soort dan ook, moet men bij de voordeur achter laten.
-Thema van haar werk: seks.
-Weergave van haar werk: onaantrekkelijk, abrupt, rauw, soms gruwelijk grappig, soms onsentimenteel en schrijnend.
-Het gebruik van haar eigen woordenschat is onontkoombaar.
-Ze toont een portret van vrouwelijke seksualiteit getekend door onwetendheid en lust van tienerjongens.
-Sarah Lucas genoot en gruwde diep van binnen over de gedachtes van tienerjongens.
-Ze is géén boze feministe, en eist geen sympathie of slachtofferschap.
-Ze produceert een ironisch, onopgesmukt statement dat de oppervlakkigheid van het standpunt in twijfel trekt en trotseert, het volledig tegen zichzelf keert en iets tot grappigs en scherpzinnigs maakt.

5. Draagbaar Oorlogsmonument

*Politiek, 1945-2010
-Kunstenaar: Edward Kienholz
-Het “Draagbaar Oorlogsmonument” is een voorbeeld van het samengaan van historie, engagement en politiek.
-Kienholz hanteert zijn project als commentaar op alles wat met de oorlog te maken heeft.
-De titel is ironisch genoeg om zijn bedoelingen duidelijk te maken.
-Gebruik van eenvoudige materialen en een alledaags realisme.
-De stars en stripes vlag is niet echt.
-Elke dag kan er een nieuwe stand ingevuld worden op het monument.
-De rechterhelft van het kunstwerk is “Business as usual”.
-Het oorlogsmonument moet men laten stilstaan bij het meest actuele moment waarop ergens ter wereld wel een oorlog wordt uitgevochten.
-Kritisch engagement krijgt vorm in de valsheid van de oorlogsheroïek (heldhaftigheid van de oorlog), commercie en consumptie.
-Politiek is voor Kienholz kiezen: voor of tegen verandering.

6. Kunst & Agenda

*Politiek: 1945-2010
-Schrijvers: R. Klanten en R. Jansen.
-Politieke kunst hoeft niet minder besmet te zijn met commerciële overwegingen dan niet-politieke kunst.
-De macht om iets te maken/ uit te voeren ligt altijd bij de markt.
-De modernistische kunstenaar maakt aanspraak op zijn autonomie en legt de nadruk op het vrije bestaan.
-Doorgaans alles wat wordt gemaakt lijkt politieke kunst.
-Ai WeiWei is een kunstenaar wiens werken doorgaans een politieke impuls hebben en verband houden met specifieke problematische kwesties.
-Hoe verhoudt de politiek zich tot kunst? → Gebaren van vrede, o.a. van Willy Brandt en John F. Kennedy.
-Een cruciaal kenmerk van politieke boodschappen en van de politieke kunst is dat ze in het openbaar plaatsvinden en dat de gebeurtenissen in de media worden vermeld.

7. Engagement- welk engagement?

*Politiek, 1945-2010
-Schrijver: B. Heijne
-Kunst was weer akelig op zichzelf betrokken geraakt. → Veel kunstenaars wilde zich weer engageren.
-Het ideologische engagement was failliet, maar men bleef verlangen naar de tijd dat kunst er nog toe deed.
-De mythe van het “kunstenaarsengagement” was sterkt.
-Het wegvallen van het Klassieke politieke kunstenaarsengagement verbrak de band tussen de kunstenaars en de buiten wereld.
-Nu de kunst zich uit de wereld teruggetrokken had, leek haar rol op publiekterrein over te zijn genomen door de media.
-Het onderscheid tussen kunst eb entertainment begon steeds meer te vervagen.
-Pogingen om het politieke engagement weer leven in te blazen kan men ook zien als een poging om kunst zelf weer een rol van belang te laten spelen.
-Kunst moet zich wel weer gaan engageren, maar NIET via nostalgie of de politiek.
-Het is de taak van de kunstenaar om te onderzoeken wat een individu tegenover het massale kan stellen. (Dit is volgens Heijne engagement.)
-Het menselijke bewustzijn en de menselijke ervaring vormen het domein van de kunstenaar. → Als dit domein wordt weggevaagd kan de kunstenaar weer een rol in de wereld spelen.
-Deze rol wordt via de kracht van de verbeelding vervult.
-Heijne vindt dat een kunstenaar zich het beste kan engageren door verbeelding en niet door nostalgie of de politiek.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

8. I am searching for Field Character

*Utopie, 1945-2010
-Kunstenaar: Jospeh Beuys
-Alleen kunst is in staat om de onderdrukkende effecten te ontmantelen van een afgetakeld sociaal stelsel.
-De moderne kunstvorm (sociale sculptuur/ sociale architectuur) wordt pas gerealiseerd als iedereen ter wereld een schepper/ beeldhouwer/ architect van het sociale organisme wordt. → Alleen dan wordt de democratie volledig gerealiseerd.
-Elk mens is een kunstenaar. → De vrijheid die hij uit eerste hand ervaart leert de andere posities in het totale kunstwerk van de toekomstige sociale orde te bepalen.
-Er ontstaat zelfbestuur & decentralisatie (driedelige structuur) → vrijheid, democratie, socialisme. → VRIJ DEMOCRATSCH SOCIALISME.

9. De Utopische Impuls in de Hedendaagse Kunst

*Utopie, 1945-2010
-Schrijver: R.Noble
-De tekst gaat over de begripsdefinitie van Utopia en de betekenis daarvan voor kunst.
-De eenvoudigste vorm van Utopia is een betere plek zonder problemen.
-“Utopia”: Verbeelde plek die nog niet is gerealiseerd.
-Utopie staat centraal in de meeste dominante politieke ideologieën van de moderne tijd.
-Utopie is aanwezig in bijna alle toekomst gerichte activiteiten waar de mens zich mee bezig houdt.
-We zijn waarschijnlijk utopisch, omdat we denken dat kunst de wereld beter maakt.
-Niet alle kunst is echter utopisch, het is cruciaal dat men utopische kunst van non-utopische kunst kan onderscheiden.
-De term “Utopisch” is tegenstrijdig. Het kan verwijzen naar de wens om de wereld beter te maken. Maar “utopisch” kan ook naar naïeve dromerij verwijzen, een tevergeefs poging om aan de realiteit te ontsnappen.
-Wat kunst utopisch maakt, is de kunst nauw verweven met de esthetische strategie van het vormgeven. → De meeste utopische kunstwerken zijn voorbeelden van andere levenswijzen.
-Men kan constateren dat utopische kunst aan de ene kant een visie is van een betere plaats dan waar we nu leven, en aan de andere kent is het vol met tegenstellingen en beperkingen die de drijvende kracht vormen.
-Utopie komt voor uit een bewustzijn van imperfecties.

10. Architectuur, kunst en leven

*Sociaal, 1900-1945
-Kunstenaars: Van Doesburg, Mondriaan en Oud.
-Kunst moest volgens Mondriaan aan de voorwaarde van het neoplasticisme voldoen.
-Mondriaan vond dat de architectuur buiten het domein van de kunst viel omdat het ook aan praktische eisen van de maatschappij moest voldoen. → Oud was het hier niet mee eens.
-Volgens Oud was de taak van de nieuwe architectuur niet om het in een neoplastisch keurslijf te dwingen, maar om tot een nieuwe vormgeving te komen.
-Volgens Oud was architectuur t.o.v. schilderkunst een sociale kunst. (Maar wel degelijk kunst!)
-Volgens Mondriaan moest “mooi” de nadruk hebben bij architectuur.

11. Teksten van George Grosz

*Sociaal, 1900-1945
-Schrijver: George Grosz
-In de tijd van voor de oorlog was George Grosz erg negatief over de mens. Hij noemde ze varkens. De enige zin van het leven is de bevrediging van honger naar voedsel en vrouwen. Hoofdzaak is dat men heeft wat nodig is.
-George Grosz in een tegenstander van oorlog. → Tegenstander van elk systeem dat hem dwingt.
-Vanuit een ethisch standpunt verheugt hij zich erop wanneer een Duitser op het veld de heldendood sterft.
-Duitsers staan bekend als: flauw, dom, lelijk, dik, stijf zijn, reactionair van de ergste soort zijn.
-De drie steunpilaren van de maatschappij: het leger, de kerk en het onderwijs.

12. De Muze als Kunstenaar

*Emancipatie, 1900-1945
-Schrijfster: W. Chadwick
-In het Surrealistisch Manifest (1924) is het surrealisme een manier van totale bevrijding van de geest en alles wat erop lijkt. Die totale bevrijding moet voor de vrouw echter met een korreltje zout genomen worden.
-Het surrealistische ideaalbeeld van de vrouw was een blok aan het been van de vrouwelijke kunstenaar. → Moeilijk te negeren, maar niet van nut bij het vormen van een eigen identiteit als kunstenaar.
-De Muze is een eigenaardige mannelijke uitvinding.
-Veel vrouwen kunstenaren beweerde dat ze geen surrealist waren. Ze schilderde volgens hen niet dromen, maar hun eigen realiteit.

13. Vrouwen aan het Bauhaus – een emancipatiemythe

*Emancipatie, 1900-1945
-Schrijver: A. Baumhoff.
-In het Bauhaus (een grote, zeer brede opleiding/ school) begonnen vrouwen en mannen met gelijke kansen. Dit duurde echter niet lang, al snel werd het nadelig voor vrouwen.
-Het Bauhaus was niet langer een voorbeeldig onderdeel van de eerste Duitse democratie.
-Vrouwen stonden vooral in de schaduwzijden.
-De vormmeesters van het Bauhaus, onder wie geen enkele vrouw, besloten in het begin van 1920 een vrouwenklas in te richten.
-De mannelijke studenten kregen voorrang op de weinige atelierplaatsen, vrouwen zouden namelijk niet veel kans maken op een beroep in de meubelindustrie.
-Vrouwenklassen gingen zich vooral richten op textiel, boekbinderij en het pottenbakkersatelier.
-De Bauhausmeesters waren in principe niet tegen een gelijke behandeling van sekse, maar het mocht hen niks kosten.
-De meesterraad wilde deze kwestie niet in het openbaarbestuur bespreken en hield zijn seksepolitiek angstvallig verborgen. Wettelijk konden vrouwelijke studenten dus bij hun keuze vasthouden want de vrouwenklassen stonden niet in het schoolreglement.
-Als gevolg hiervan trok ‘de meester’ de bekwaamheid en aanleg van de vrouwelijke studente vaak in twijfel, hierdoor kon de toegang tot het atelier ontzegt worden.

14. Het realistisch Manifest

*Politiek, 1900-1945
-Schrijvers: Naum Gabo en Antoine Pevsner.
-Naum Gabo en zijn broer Antoine Pevsner maken hun ideeën over kunst en welke rol kunst moest spelen kenbaar. (Vooral de rol van kunst in de nieuwe communistische samenleving.)
-Ruimte en tijden zijn de enige vormen waarop het leven is gebaseerd. → De kunst moet hier vanuit worden opgebouwd.
-De realisering van de opvattingen van Gabo en Pevsner van de wereld in slechts de vorm van ruimte en tijd is het enige doel van de schilder- en beeldhouwkunst.
-Elk voorwerp heeft zijn eigen wezenlijke beeld. → Gabo en Pevsner laten alleen het constante ritme van de krachten in het product over.
-Gabo en Pevsner zien af van kleur, lijn en volume bij het schilderen. (Het zijn toevallige elementen die niks gemeen hebben met de innerlijke essentie van een product.)
-Gabo en Pevsner zien af van massa als sculpturaal element bij het beeldhouwen.
-Gabo en Pevsner zien af van de 1000 jaar oude misvatting in de kunst die de statische ritmes als de enige elementen van de 2D en 3D kunst zag.
-Gabo en Pevsner bekrachtigen een nieuw element, de kinetische ritmes.

15. Unovis: Brandpunt Van Een Nieuwe Wereld

*Politiek, 1900-1945
*Schrijver: A. Shatskikh
-Unovis behoort tot de Sovjet-Kunst,  en was een zelfbenoemde kunstpartij.
-Unovis had alle kenmerken van een haast religieuze broederschap.
-Unovis bestond uit avant-garde kunstenaars. (Revolutionaire kunstenaars)
-Aanhangers van Unovis waren ervan overtuigd dat deze “partij” van avant-garde kunstenaars er zowel praktisch als ideologisch toe geroepen was om het aanbreken van nieuwe levensvormen veilig te stellen door de ontwikkeling van nieuwe systemen in de kunst.
-Unovis maakte het mogelijk om “kunst in het leven van alledag” in te voeren.
-In de eerste tien jaar van de 20e eeuw had Unovis sterke wortels in het gedachtegoed van de Russische cultuur.
-Kazimir Malevich was de architect en de drijvende kracht achter Unovis, hij beschikte over buitengewone organisatorische talenten.
-Malevich werd geïnspireerd door de algemene situatie in de Europese kunst.
-Malevich had een toonaangevend centrum van de kunst voor ogen, dat in de loop der jaren een veelvoud aan functies moest vervullen. Dit idee ontstond in 1917, maar werd later definitief gerealiseerd toen in Leningrad GUNKHUK opgericht werd.

16. Kunst en Propaganda

*Politiek, 1900-1945
-Schrijver: W. Pickens
-Het doel en bestaansrecht van kunst is propaganda, maar de kunst kan hier ver bovenuit stijgen.
-“Bijna” kunstenaars hechten te veel waarde aan het idee dat kunst en propaganda niet samen gaan.
-Kunst en propaganda bestaan echter altijd naast elkaar, want propaganda is de voedingsbodem voor alle kunst.
-Het is de functie van de kunst om de propaganda te verbergen.
-Kunst moet niet worden verward met propaganda. “Bijna” kunstenaars nemen dit te letterlijk, en denken dat propaganda helemaal niet mag bestaan.
-Er is genoeg propaganda zonder kunst, maar er is maar weinig waardevolle kunst zonder propaganda.
-Propaganda wordt het beste verhuld met kunst, want dan wekt het minder weerstand.
-De oorsprong van de kunst is propaganda.
-Er is geen verschil tussen doel en propaganda.
-We kunnen geen kritiek hebben op een doel, zolang het smaakvol is aangekleed met kunst.

17. Bauhaus Manifest

*Utopie, 1900-1945
-Schrijver: Walter Gropius
-Het uiteindelijke doel van alle beeldende kunsten is het bouwwerk.
-Bij het maken van een bouwwerk is er bewuste samenwerking van alle werklieden (architect, schilder, beeldhouwer) nodig.
-Kunst is niet aan te leren.
-Architecten, schilders en beeldhouwers moeten allen terug naar het handwerk, want het kunstenaarschap is geen beroep.
-Er is echter geen wezenlijk verschil tussen de kunstenaar en de handwerksman.
-Het Bauhaus wil gezamenlijk de nieuwe bouwkunst van de toekomst maken.

18. Bauhaus-filosofie – cultuurkritiek en sociale utopie

*Utopie, 1900-1945
-Schrijver: N. Colin
-De moderne kunst wordt gezien als de “Aardse verlossing”
-Men verwachtte ook een aardse verlossing van de technische ontwikkelingen.
-Het Bauhaus stelde niet de verheerlijking van de machines op de voorgrond, maar de vermenselijking ervan. Men heeft de machine nodig, maar zonder romantiek.
-Men wilde met de techniek binnen afzienbare tijd oplossingen vinden voor sociale problemen (utopie).
-De optimistische inschattingen van de sociale effecten van de techniek staan verbazingwekkend dichtbij de communistische opvattingen. (Marx richtte zich tegen de kapitalistische productiemethode, maar niet tegen de technologie zelf. Volgens Marx kon de technologie een toenemende welvaart mogelijk maken, die dan alleen nog naar gelijkheid verdeeld hoefde te worden.)
-De techniek gaf men o.a. hoop op een betere maatschappij voor de arbeidersklasse.
-Het Bauhaus schiep een ruimte voor het naast elkaar bestaan van de meest uiteenlopende visies.

19. Een Begrafenis in Ornans

*Sociaal, 1750-1900
-Kunstenaar: Gustave Courbet
-Schrijver: L. Nochlin
-In het monumentale ziet men een afwijzing van alle traditionele begrippen over de dood. → De dood werd altijd weergegeven als de ultieme samenkomst van de hemelse en aardse realiteit, met als middelpunt een afzonderlijke menselijke ziel.
-Courbet richtte stelde de begrafenis voor als een immanente gelegenheid voor de sociale gemeenschap op aarde, wie er werd begraven is niet van belang.
-Dit schilderij gaat slechts over de plek waar de persoon begraven wordt en de aard van de gemeenschap die deelneemt aan deze gebeurtenis.
-Het is de concreetheid, het hier en nu, waar het Courbet om gaat. (Realisme)
-Het gaat niet om een ziel die naar de hemel gaat, maar om het samenkomen van mensen op aarde in een specifieke, plaatselijke gemeenschap.
-Het belang van de gelegenheid wordt geïmpliceerd door de schaal en het gebruik van de compositie van het schilderij.
-Courbet geeft het dagelijkse leven weer, door iets weer te geven wat realiteit kan zijn.
-Het is geen “onreligieuze” behandeling van een religieus onderwerp, maar juist een bevestiging van hele andere waarden.

20. Over Aardappeleters

*Sociaal, 1750-1900
-Kunstenaar: Vincent van Gogh
-Boeren krijgen hun eten d.m.v. handenarbeid, zij verdienen hun eten zo eerlijk.
-Vincent is er van overtuigd dat het beter is om de boeren in hun ruwheid te schilderen dan conventionele liefheid er in te brengen.
-Een boeren meisje is mooier dan een dame.
-Een boerenschilderij moet nooit geparfumeerd worden.
-Men moet de boeren schilderen zoals zij zelf zijn, en zich niks van het feit aantrekken dat het schilderij niet bij iedereen goed in de smaak zou vallen.
-Vincent van Gogh denkt dat de boeren soms een wereld op zichzelf zijn, in veel opzichten zoveel beter dan de beschaafde wereld.

21. Een Afrikaanse Koningin op de Philadelphia Centennial Exposition

*Emancipatie, 1750-1900
-Kunstenares: Edmonia Lewis
-Lewis was de eerste professionele beeldhouwster van Afrikaanse/ Indiaanse afkomst in Amerika.
-Ze eiste een plek op het hoogste niveau van de neoklassieke kunst.
-Mannen waren echter fel tegen de deelname van vrouwen aan een ‘mannenberoep’.
-Lewis besloot om samen met een paar andere vrouwen (allemaal blank) de uitdaging aan te gaan, en produceerde bijzondere marmeren beelden.
-Lewis had een tweevoudige last. Niet alleen haar geslacht, maar ook haar ras bracht problemen met zich mee in de wereld van de kunst.
-De kroon op haar werk was: “De Dood van Cleopatra” (1876).
-Haar unieke status als afro-indiaanse neoklassieke beeldhouwer had ook voordelen.
-Blanke critici en bewonderaars beschouwde Cleopatra als blank, wanneer de nadruk gelegd werd op haar edelmoedigheid, leiderschap en ideale schoonheid. Ze beschouwde haar echter als Egyptisch, Afrikaans of Joods als haar seksuele en gewelddadige aard ter sprake kwam.
-Accepteren dat Cleopatra zwart was, was voor sommige ondenkbaar.

22. Turners Slavenschip

*Emancipatie, 1750-1900
-Kunstenares: Edmonia Lewis
-Lewis was de eerste professionele beeldhouwster van Afrikaanse/ Indiaanse afkomst in Amerika.
-Ze eiste een plek op het hoogste niveau van de neoklassieke kunst.
-Mannen waren echter fel tegen de deelname van vrouwen aan een ‘mannenberoep’.
-Lewis besloot om samen met een paar andere vrouwen (allemaal blank) de uitdaging aan te gaan, en produceerde bijzondere marmeren beelden.
-Lewis had een tweevoudige last. Niet alleen haar geslacht, maar ook haar ras bracht problemen met zich mee in de wereld van de kunst.
-De kroon op haar werk was: “De Dood van Cleopatra” (1876).
-Haar unieke status als afro-indiaanse neoklassieke beeldhouwer had ook voordelen.
-Blanke critici en bewonderaars beschouwde Cleopatra als blank, wanneer de nadruk gelegd werd op haar edelmoedigheid, leiderschap en ideale schoonheid. Ze beschouwde haar echter als Egyptisch, Afrikaans of Joods als haar seksuele en gewelddadige aard ter sprake kwam.
-Accepteren dat Cleopatra zwart was, was voor sommige ondenkbaar.

22. Turners Slavenschip

*Sociaal, 1750-1900
-Kunstenaar: Joseph William Turner
-De zonsondergang op zee wordt niet onmiddellijk gezien als een decor voor afschuwelijke wreedheid.
-Wanneer men de betekenis in het schilderij herkend, wordt het een van de meest schokkende visuele beelden van de trans-Atlantische slavenhandel.
-Erg pijnlijk onderwerp.
-Kunstenaars kregen de opdracht van de Britse Vereniging om de afschaffing van de slavenhandel te bewerkstelligen.
-Kunstenaars richtte hun werk meer op de slavenhandel dan op de slavernij, aangezien slavernij een politiek gevoelig onderwerp was.

23. De dood van Marat

*Politiek, 1750-1900
-Kunstenaar: Jacques-Louis David
-De mannen van de Franse Revolutie zagen zich graaf als herboren Grieken en Romeinen.
-Ze gebruikte in de kunst de neoklassieke stijl.
-De officiële kunstenaar van de (Franse) republikeinse regering was Jacques-Louis David.
-De republikeinen vonden dat ze in een “dappere” tijd leefden en dat de gebeurtenissen uit hun tijd evenveel recht op aandacht van de schilder hadden als de episodes uit de Griekse en Romeinse geschiedenis.
-Marat, een van de leiders van de Franse Revolutie was in zijn bad door een vrouw vermoord.
-Jacques-Louis David schilderde Marat als een martelaar, die voor de goede zaak was gestorven.
-Jacques-Louis David had van de Grieken en Romeinen geleerd hoe hij de spieren en de pezen van het lichaam moest modelleren om er het aanzien van edele schoonheid aan te geven. Bovendien had hij van de Klassieke kunst geleerd alle details zover ze niet noodzakelijk zijn voor het hoofdeffect weg te laten en zich op de soberheid toe te leggen.
-Het is een indrukwekkend monument aan een eenvoudige ‘vriend van het volk’.

24. De kunst van Lincoln

*Politiek, 1750-1900
-Schrijver: H. Mitgang
-Tijdens Lincolns volwassen leven vonden er grote veranderingen plaats in de kunstwereld. (Ontwikkeling van fotografie, karikaturen, gravures en de reproductie van schilderijen en sculpturen.)
-Lincoln was ervan bewust dat scheppers moesten worden aangemoedigd en gerespecteerd.
-Verschillende politieke tekenaars waren het niet met Lincolns beleid eens, bijv. ten aanzien van de gekleurde Amerikanen.
-Er was een debat over de vraag of de nationale regering kunstenaars en musea moesten helpen voor het algemeen geluk/ welvaren of niet.
-Lincoln zei dat kunstenaars ook een beroep hadden.
-Geen enkele Amerikaanse president had meer te lijden dan Lincoln onder karikaturisten in de Amerikaanse en Britse pers.
-De cartoonist John Tenniel gebruikte zijn talent om het gezicht van Lincoln om te zetten in wrede lijnen.
-Na de dood van Lincoln maakte Tenniel het goed door te herroepen wat hij drie oorlogsjaren getekend had.
-Tijdens Lincolns verkiezingscampagne kwam de kunst in dienst te staan van de politiek.

25. Heine over Delacroix

*Politiek, 1750-1900
-Schrijver: Heinrich Heine
-In het midden ziet met een jonge vrouw, bijna als een allegorisch figuur, ze gaat over lijken terwijl ze mannen oproept tot de strijd. Ze is tot de heupen naakt, en een mengsel van Phryne, viswijf en vrijheidsgodin.
-De kunstenaar had de bedoeling om haar uit te beelden als een vrijheidsgodin, maar dit komt niet duidelijk over. (Ze stelt eerder de woeste macht van het volk voor)
-Een grote gedachte heeft deze arme gewone mensen verheven en tot heiligen gemaakt.
-Het ontbreken van vernis en glans geven dit schilderij een waarheidsgehalte.

26. Fabrieken

*Utopie, 1750-1900
-Schrijvers: H. Honour en J. Fleming
-In de vroege 19e eeuw had de industriële revolutie vooral in Groot-Brittannië geleid tot een enorme uitbreiding van het aantal fabrieken, waaromheen de arbeiders in een zwaar vervuilde omgeving woonden.
-in 1800 probeerde Robert Owen hen een alternatief te bieden. Dit project was kleinschalig, maar wel opmerkelijk.
-Owens was de eigenaar van een katoenfabriek in New Lanark en vestigde een nederzetting voor zijn arbeiders inclusief school, ziekenhuis, dorpshuis, winkel, etc.
-Bovendien betaalde Owen normale lonen, beperkte de werkdag tot 10,5 uur, had geen kinderen onder de tien in dienst en zorgde voor sociale zekerheid.
-Owen had het utopische idee om nog meer van deze coöperatieve dorpen te bouwen. Hij kocht een stuk land in Indiana en gaf een architect de opdracht om zijn idee te verwezenlijken. Er kwam echter niks van de grond. Owen ging terug naar Engeland en was viervijfde van zijn vermogen verloren.
-In dezelfde tijd ontwierp Charles Fourier een groot gebouw dat gezamenlijk bezit zou zijn van ongeveer 1600 bewoners met een gemeenschappelijke eetzaal, bibliotheek, werkplaatsen en privéappartementen. De buitenkant moest op het Paleis van Versailles lijken.
-De utopische projecten van Owen en Fourier hadden een grotere invloed toen ze van hun socialistische ideologie waren ontdaan.

27. Een paradijs van plastic hout

*Utopie, 1750-1900
-Schrijver: John Adolphus
-Een paradijs binnen het bereik van alle mensen, zonder arbeid, via de krachten van de natuur en machines.
-Adolphus wilde een wereld creëren zonder arbeid en zonder betaling, en waar iedereen in alle mogelijke luxe kan wonen.
-Adolphus had extreme utopische ideeën, zoals heel de wereld over kunnen reizen (van pool tot pool) in twee weken, en dat de mens zichzelf kan bevrijden van elk kwaad waar de mens onder lijdt, behalve de dood, maar kan de dood wel ver uitstellen tot na de gebruikelijke duur van een mensenleven. Hij wil de mens laten leven en genieten van een nieuwe wereld.
-Volgens Adolphus zijn de mooiste monumenten en wonderen op de wereld slechts kinderachtige prullen vergeleken met de ontzagwekkende werken die met deze energie bewerkstelligd kunnen worden.
-Mensen worden gehuisvest in geautomatiseerde, centraal verwarmde paleizen met zevenduizend bewoners.
-Machines voldoen aan elke behoefte.
-Zelfs lopen is in deze toekomst overboden.
-Armoede verdwijnt, en daarmee misdaad, en er is geen behoefte aan belasting of slavernij.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.