Alle begrippen

Beoordeling 10
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 2013 woorden
  • 7 mei 2018
  • 2 keer beoordeeld
Cijfer 10
2 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Stap in jouw toekomst

Kom naar de Open Avond van Inholland op woensdagavond 29 maart van 17:00 - 20:00 uur. Proef de sfeer en ontdek onze opleidingen.

Meld je aan!

Alle Begrippen voor het Havo-Examen Tekenen

Alle begrippen die je volgens de syllabus moet kennen, de moeilijke met definitie erbij.

Aanzicht

Absis:

Een halfronde, of veelhoekige, nisvormige ruimte aan een basilica, kerk, kathedraal of tempel

Abstract:

Kunst waar kleuren vormstructuren en lijnen de plaats ingenomen van de figuratieve voorstelling. Ook wel non-figuratief.

Abstraheren:

Van een herkenbaar beeld een minder herkenbaar of zelfs een non-figuratief beeld maken; het is ook mogelijk van beeldende aspecten zoals vorm, kleur, ruimte en licht te abstraheren.

Affiche

Afsnijding:

Wanneer delen van een kunstwerk worden afgesneden door het kader, hierdoor wordt je als toeschouwer dichter bij het beeld betrokken.

Altaar

Ambachtelijk

Analoog

Animatie

Aquarel

Arcade:

Boogstelling, rustend op pijlers of zuilen, vrijstaand of blind (met de muur verbonden).

Arceren:

Een herhaling van kleine lijntjes om een vlak te vullen.

Arcering

Architectuur

Assemblage

Assembleren

Asymmetrie:

Tegenovergestelde van symmetrie(spiegelbeeld)

Atmosferisch perspectief:

Een vorm van ruimtesuggestie in een landschap door middel van kleurverloop

Attribuut:

Een voorwerp dat een persoon altijd bij zich heeft en deze herkenbaar maakt.

Aureool:

Dit wil je ook lezen:

Een stralenkrans rond het hoofd van een heilig of goddelijk persoon.

Basement:

Voet van een zuil of pilaster of onderkant van een gebouw.

Basiliek:

Een langwerpige kerk met minstens drie beuken.

Bedrukken

Beeldhouwen

Beeldhouwkunst

Beeldhouwwerk

Beeldmerk:

Een teken waarmee instellingen, bedrijven, kantoren en verenigingen door het publiek herkend willen worden.

Beeldvlak:

Oppervlak met daarop een voorstelling

Beton

Betonskeletbouw

Boetseren

Bouwen

Bovenaanzicht:

Een hoog standpunt waarvan je naar beneden kijkt.

Brons

Buste

Camerastandpunt:

Standpunt van de camera.

Cartoon

Cd-rom

Centraal perspectief:

Een vorm van perspectief waarbij dat wat gezien wordt, op een plat vlak wordt uitgebeeld vanuit het standpunt van het oog van de waarnemer.

Centraal compositie:

Een compositie waarin een centraal punt is waar alle andere element naartoe gericht lijken.

Clair-obscur:

Een overdreven contrast tussen licht en donker om een dramatisch effect te bereiken.

Close-up

Collage:

Techniek waarbij allerlei stukjes materiaal opgeplakt worden.

Commercial

Complementair kleurcontrast:

Het contrast tussen twee kleuren die tegenover elkaar staan in de kleurencirkel.

Complementaire kleuren

Compositie:

Een schema van een kunstwerk.

Compositievormen

Computeranimatie

Computergame

Computerkunst

Constructie

Constructief

Construeren

Contour:

Een lijn die om een vorm heen getekend is(omtreklijn).

Coulissewerking:

Een soort kijkdooseffect, je kan het als ware schilderij binnen kijken.

Decor

Decoratie:

Bedoeld als verfraaiing of verhoging van de status van een persoon of gebouw.

Dekkend

Design

Diagonaal

Diagonaalcompositie:

Een compositie die van de ene naar de andere hoek loopt. Het maakt een dynamische indruk.

Diepdruk:

Druktechniek waarbij alleen dieperliggende delen van de drukvorm worden afgedrukt.

Diepte

Digitaal

Digitale beeldwerking

Digitaliseren

Documentaire

Driedimensionaal:

Ruimtelijk, drie dimensies; lengte, breedte en hoogte.

Driehoek compositie:

Wanneer de beeldelementen gerangschikt zijn volgens een al dan niet zichtbare driehoek vorm.

Dvd

Dwarsbeuk:

Tussen koor en middenschip gelegen dwarspand in een kerk.

Dwarsdoorsnede

Dwarsschip:

Een kruisarm in een basiliek, die een rechte hoek vormt met het schip en dit gewoonlijk afscheidt van de apsis

Dynamisch:

In beweging, veranderlijk

Editen

Egaal:

Een oppervlak waar de kleur overal even verzadigd is.

Eigen schaduw:

De beschaduwde kant van een object zelf.

Ensceneren:

In scène zetten.

Environment:

Een kunstwerk waarin de toeschouwer kan rondlopen.

Esthetisch:

Ander woord voor mooi of smaakvol.

Ets:

Een proces waarbij een tekening in metaal wordt uitgebeten door zuur met het doel een afdruk te maken.

Exterieur:

Buitenkant van ene gebouw.

Façade:

De voorgevel.

Figuratief:

Kunst die herkenbare overeenkomsten met de werkelijkheid vertoont.

Figuurstuk:

Voorstellingen met als hoofdmotief een of meer menselijke gestalten

Film

Filmen

Filmstill:

Foto gemaakt van een filmbeeld.

Foto

Fotograferen

Fotografie

Fotomontage:

Een soort collage maar met foto's gemaakt met fotobewerkingprogramma's.

Fotonegatief:

Het negatief van een fotografisch beeld.

Fotoserie

Fragment

Galerij

Gebrandschilderd glas:

Beschilderd glas wordt verhit om er kleuren in te branden.

Gedeformeerd:

Het veranderen van herkenbare vormen.

Gedetailleerd:

Gebruik van veel details.

Gefragmenteerd:

In stukken verdeeld of verspreid.

Geluid

Geometrisch:

Wiskundige vormen als vierkanten, driehoeken etc.

Gesloten vorm

Gestileerd:

Alle onderdelen zijn vereenvoudigd weergegeven maar het blijft herkenbaar.

Gestroomlijnd

Gevel

Buitenmuren van gebouwen.

Gietijzer

Gieten

Gietmal:

Een mal om materiaal in te gieten.

Glas

Glas in lood:

Een vensterraam bestaande uit stukken glas gevat in loodlijsten.

Glasgevel(vliegevel):

Gevel gemaakt van glas.

Glazuur:

Een dunne, glasachtige afwerklaag op keramische producten.

Glimlicht:

Een lichte vlek die vooral op glanzende oppervlakken zichtbaar is.

Gouache:

Een met dekkende waterverf gemaakt schilderij waarbij de ondergrond niet meer zichtbaar is.

Grafiek

Grafische technieken

Graffiti:

Afbeeldingen of teksten die op straat of op een andere min of meer openbare plaats met verf, verfstift (paintmarker), inkt of krassen zijn aangebracht.

Groot voor- klein achter

Happening:

Combinatie van beeldende kunst, toneel en dans.

Harmonie:

Juiste verhoudingen.

Herhaling

Hoogdruk:

Een druktechniek waarbij alleen de hoger liggende delen van de drukvorm worden afgedrukt.

Horizon

Horizontaal

Hout

Houtskool

Houtsnede:

De voorstelling wordt op een vrij zachte houten plaat getekend.

Idealiseren:

Iets voorstellen of vormen zodat het beantwoordt aan het ideaal.

Illusionistisch:

Gebruik maken van optische illusies.

Illustratie

Industriële vormgeving:

Vormgeving van industrieel gefabriceerde gebruiksvoorwerpen.

Installatie:

Ruimtelijk kunstwerk die ontworpen is voor een speciale locatie en tijdelijk is.

Interieur:

Binnenkant van gebouwen.

Inzoomen

Kader:

De beeldrand

Kapel:

Kleine ruimte of apart gebouwtje voor kerkdiensten.

Kapiteel:

Een soort gebeeldhouwd kussen bovenop de zuilen.

Karikatuur

Kathedraal:

De kerk waar een bisschop zetelt.

Keramiek

Kikvorperspectief:

Laag standpunt.

Kinetische kunst:

Kunstwerken die een vorm van beweging bevatten.

Kitsch:

Meer een filosofisch oordeel over de kwaliteit van kunst, kitsch is de gemakkelijke weg om mensen te raken en werkt op de gemakkelijke emoties.

Klei

Kleur

Kleur als kleurcontrast:

Contrast van primaire kleuren naast of tegen elkaar.

Kleurencirkel

Kleurcontrasten

Kleurfamilie:

De kleuren die bij elkaar lijken te horen

Kleurgebruik

Kleurhelderheid:

Helderheid van een kleur; heldere kleuren weerkaatsen meer licht.

Kleurmenging

Kleurperspectief:

Dieptewerking in een kunstwerk door middel van kleur.

Koepel:

Een bol dak.

Koor:

Ruimte in een kerk waar zich het hoofdaltaar bevindt.

Kooromgang

Kostuum

Krijtsoorten

Kruisgewelf:

Afgeleid van de spitsboog, de ribben vormen het skelet waar het gewelf op rust.

Kruisribgewelf

Kunstlicht

Kunststof

Landschap

Lay-out:

Vlakverdeling van een pagina.

Lengtedoorsnede

Licht

Lichtbeuk:

Het torenvormige bovengedeelte van een koepel of gewelf; de opbouw bevat ramen die voor het benodigde licht zorgen.

Lichteffecten

Lichtrichting

Lichtval

Lijn

Lijndikte:

De dikte van een lijn.

Lijnperspectief:

Een meetkundige of constructieve manier om diepte in een voorstelling te suggereren.

Lijnrichting

Lijnsoort:

De manier waarop een lijn getekend is, recht, gebogen etc.

Lijnwerking:

Het effect van het gebruik van lijnen.

Lijst

Lineair:

Ander woord voor lijnachtig

Linoleumsnede:

Een snede in hoogdruk in linoleum.

Logo

Luchtboog:

Een boog in een kathedraal om een opening te overspannen.

Maatverhouding

Machinaal

Manifest:

Tekst waarin kort en duidelijk de opvattingen van een organisatie staan

Maquette

Marmer

Massaproductie

Massief:

Helemaal gevuld en niet hol.

Meelicht:

Licht dat van voren komt, met de kijker mee.

Metalen

Miniatuur:

Een kleine, gedetailleerde tekening.

Mixed media

Mobile

Mode

Monochroom:

In één kleur.

Monteren

Monument

Monumentale kunst:

Kunst die aan een gebeurtenis of belangrijk persoon herinnert.

Moskee

Mozaïek:

Afwerkingsvorm met kleine stukjes keramiek of glas ter decoratie.

Multimedia

Mythologisch

Naar de fantasie

Naar de waarneming

Naturalistisch:

Figuratief en de werkelijkheid nabootsend maar niet per se realistisch.

Natuurlijk licht:

Licht van zon en maan.

Non figuratief:

Abstract

Objet trouvé:

Industrieel voorwerp uit de alledaagse context gehaald.

Ontwerp

Open vorm:

Toegankelijke vorm, je kunt de binnenkant zien.

Organisch:

Vloeiende, golvende en gebogen vormen.

Ornament

Over-all compositie:

Het hele beeldvlak wordt gevuld.

Overlapping:

Het ene object wordt gedeeltelijk door het andere overlapt.

Paneel

Papier

Pastel

Pasteus:

Schildertechniek van zeer dikke stroken/klodder verf

Performance:

Een optreden van kunstenaars. Het optreden staat centraal niet het kunstwerk.

Fotoshoppen

Pictogram:

Een grafisch symbool dat in computerprogramma’s als logo wordt gebruikt.

Pigment

Pijler:

Pilaar, vrijstaande drager van een boog, hoofdgestel, gewelf of balk.

Pilaar:

Paal of zuil die een deel van een gebouw ondersteunt

Pilaster:

Decoratieve zuil die half in een wand opgenomen zijn.

Pixel

Plaatsing

Plasticiteit:

Het effect van ruimtesuggestie in figuratieve voorstellingen.

Plastisch

Plat

Plattegrond

Polychroom:

Veelkleurig.

Portaal:

De hoofdingang van een kerk of ander groot gebouw.

Portret:

Afbeelding van het gezicht van iemand.

Prefab:

Geprefabriceerde onderdelen; van tevoren in de fabriek gemaakt.

Prent

Primaire licht kleuren

Primaire verf kleuren

Printen

Projectie

Proportie:

De ene opmeting in vergelijking met de andere. Bijvoorbeeld Gulden Snede of Mens van Vitrivius.

Raster:

Een regelmatig patroon of structuur.

Ready-made:

Alledaags voorwerp dat, doordat het in een bepaalde omgeving wordt tentoongesteld beschouwd wordt als een kunstvoorwerp.

Realistisch:

Natuurgetrouw

Reflectie:

Weerkaatsing van licht.

Reflecterend

Reliëf:

Een half ruimtelijk beeldhouwwerk, de vormen steken naar voren of liggen wat terug.

Reportage

Restvorm:

De open ruimte in een vorm of enkele vormen.

Rib:

Een stenen strook tegen de onderzijde van een gewelf of aan de zuil van een bouwwerk.

Richting

Ritme:

Herhaalde vormen die steeds iets veranderen.

Rondboog:

Een boog in de vorm van een halve cirkel(bouwkunst).

Ruimte

Ruimte suggestie:

Ruimtelijkheid of diepte suggereren op een plat vlak door overlapping, plasticiteit, perspectief etc.

Ruimtewerking:

Ruimtelijk effect door tegenstellingen in licht en donker.

Scène

Schema:

Tekening die op simpele manier aangeeft hoe iets werkt.

Schematisch

Scherptediepte:

Het vermogen van de camera om niet alleen het kunt waarop de camera scherp gesteld is maar ook verder en dichterbij gelegen punten scherp op te nemen.

Schets:

Een vorm van onderzoek om voorlopige indruk te krijgen, niet in detail uitgewerkt.

Schetsen

Schetsmatig:

Vereenvoudigd voorgesteld.

Schilderachtig

Schilderij

Schildertechnieken

Sculptuur:

Een beeldhouwwerk.

Secundaire kleuren:

Kleuren die ontstaan door twee primaire kleuren te mengen; groen, oranje en paars.

Silhouet

Sjabloneren

Sjabloon

Skeletbouw:

Het gewicht van het gebouw wordt gedragen door een geraamte van pijlers en balken.

Slagschaduw:

De schaduw van een object op zijn eigen omgeving.

Sokkel:

Voetstuk onder een beeld.

Spiegelend

Spitsbouw

Staalskeletbouw

Standpunt:

Kunst met een standpunt heeft meestal een sociale of politieke bedoeling.

Stapeling:

Een oude bouwwijze waarbij de wanden van gebouwen bestaan uit opgestapelde bouwmaterialen.

Statisch:

Maakt een rustige indruk door symmetrie en horizontale en verticale lijnen, weinig dynamiek.

Stedenbouw

Steen

Steunbeer:

Een verticale versteviging van een muur.

Stileren:

Alle onderdelen op vereenvoudigde manier weergeven maar het blijft herkenbaar.

Stilleven:

Een afbeelding van levenloze dingen op een bepaalde manier bi elkaar geplaatst.

Stofuitdrukking

Straalkapel:

Kapel in de kerk rondom het koor.

Strijklicht:

De lichtstralen lopen bijna evenwijdig aan een oppervlak, er ontstaan langgerekte schaduwen.

Structuur-zie raster

Symbool:

Een teken om een bepaalde betekenis uit te drukken (getallen, onderscheidingstekens).

Tableau vivant:

Een levend schilderij.

Tapijt

Tegenlicht:

Licht dat je tegenmoet schijnt.

Tekenachtig

Tekening

Tekenmaterialen

Tekentechnieken

Textiel

Textiele technieken

Textuur:

Het voelbare oppervlak.

Theatraal:

Dramatisch en overdreven.

Thema:

Een idee dat door middel van beeld wordt overgebracht.

Toetsmatig

Zo schilderen dat de toetsen verf nog zichtbaar zijn.

Tongewelf:

De oudste gewelven, een gewelf in de vorm van een halve cilinder

Transparant:

Een ander woord voor doorzichtig.

Trompe l'oeuil:

Een vorm van ruimtesuggestie bij muur- en plafondschilderingen.

Tv-film 

Tweedimensionaal:

Vlak, alleen hoogte en breedte of lengte en breedte.

Tympaan:

Driehoekig bovenstuk van een gevel.

Typografie:

De vormgeving van gedrukte of nog te drukken teksten.

Uitsnede

Uitzoomen

Verdwijnpunt:

Het punt waar de vluchtlijnen bij perspectief samenkomen.

Vereenvoudigd:

De details zijn weggelaten.

Verfsoorten

Verkorting:

Kleiner zien of tekenen van de werkelijke lengte om ruimte te suggereren.

Verticaal

Vervaging:

Schaduw vervaagt verderweg.

Vervreemdend:

Bekende voorwerpen die vreemd of onbekend afgebeeld worden

Videoclip

Video-installatie

Videokunst

Videotape

Vlak:

Egaal óf tweedimensionaal.

Vlakdruk:

Grafische techniek waarbij afdrukken worden gemaakt van een vlakke drukplaat.

Vlakverdeling:

Ordening van een vlak.

Vliesgevel:

Een gevel van glas.

Vogelvluchtperspectief:

Een hoog standpunt waarvandaan je naar beneden kijkt.

Volume

Vooraanzicht:

Het beeld wordt recht van voren gezien.

Vorm:

Uiterlijke gedaante van een object.

Vormcontrast:

Wanneer twee vormen die sterk tegen elkaar afsteken tegelijk in één beeld worden gebruikt.

Vormsoort:

Een groep vormen dezelfde kenmerken of vormaspecten.

Vrijstaand:

Iets dat los in de ruimte staat.

Wandtapijt

Warm koud kleurcontrast:

Tegenstelling tussen warme en koude kleur naast elkaar.

Webdesign

Woningbouw

Zijaanzicht:

Het beeld wordt vanaf de zijkant gezien.

Zijbeuk:

Een ruimte die evenwijdig loopt aan het middenschip van de kerk.

Zijlicht:

Het licht komt van opzij.

Zijschip:

Een ruimte aan de zijkant van een kerk door pilaren gescheiden van de hoofdruimte.

Zuil:

Onderdeel van een bouwwerk dat de vorm ondersteunt.

Zuivere kleuren:

Kleuren met zo weinig mogelijk sporen van andere kleuren.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.