Hoofdstuk 4

Techniek hoofdstuk 4 constructies

Een constructie bestaat uit meerdere onderdelen. Die onderdelen zijn met elkaar verbonden. De functie hiervan is: zorgen voor stevigheid.

Voordat mensen een constructie gaan maken wordt er eerst van alles berekend. Daarvoor heb je natuurkundig inzicht nodig.

Een constructie maak je door onderdelen met elkaar te verbinden. Voor een goede constructie heb je nodig:
• Een goed ontwerp
• De juiste onderdelen

• De juiste verbindingen

Een constructie zorgt soms voor extra veiligheid door ‘zwak’ te zijn.

Om iets vast te zetten heb je een kracht nodig.

Als je iets indrukt ontstaan er drukkrachten. Drukkrachten teken je in het materiaal met twee pijltjes die naar elkaar toe wijzen. Trekkrachten ontstaan in een materiaal, als je het uitrekt. Nu wijzen de pijltjes van elkaar af.

Een driehoekconstructie is extra stevig. Als je op een top van een driehoek duwt, dan gebeuren er twee dingen. De schuine zijden worden ingeduwd. Daar ontstaan dus drukkrachten. In de basis ontstaan trekkrachten.

Een boogconstructie is ook heel sterk.

Beton ‘wapen’ je met staaldraad. Gewapend beton kan beter tegen trekkrachten.

Om beton nog sterker te maken geef je de staaldraden voorspanning.

Een profiel: is een balk waar op de juiste plaats materiaal is weggelaten. Het is alleen weggelaten op de plekken waar geen druk- en trekkrachten zijn.
Om een goede vorm te geven, krijg je stevigheid.

Als er in een materiaal plaatselijk niet genoeg krachten kan leveren krijg je haarscheurtjes. Een materiaal kan ook langzaam uitgerekt worden. Je noemt dat een kruip. Dus: een constructie is stevig als hij de maximale belasting makkelijk aankan.

Een constructie is stabiel als hij niet gemakkelijk omvalt.

Constructies maak je bestand tegen trillingen door ze ‘soepel’ te maken.

Als je iets wilt maken, zul je waarschijnlijk eerst naar een ontwerper gaan. Samen met de ontwerper denk je na over verschillende dingen. Een ontwerper heeft waarschijnlijk een studie voor vormgeven of architectuur gevolgd. Andere ontwerpers weten weer meer van elektriciteit af. Ook weten sommige ontwerpers meer van meet- en regeltechniek.

Daarna gaat het ontwerp naar de ingenieur. Deze gaat rekenen aan de constructie. Zo’n ingenieur moet veel verstand hebben van wiskunde en natuurkunde. Ook heb je in een constructiebedrijf mensen die weinig van techniek af weten. Bijvoorbeeld een calculator.

Een ingewikkelde constructie maak je niet alleen.

Een ontwerper moet ook bedenken of het slopen straks ook eenvoudig mogelijk is.