Leesstrategieën
Leesstrategie |
Leesdoel |
Aanpak |
Oriënterend lezen |
Vaststellen of een tekst bruikbaar is. Onderwerp/publiek vaststellen |
Bij een boek:
Bij een artikel
|
Globaal lezen |
Hoofdzaken van een tekst vinden. |
|
Intensief lezen |
Tekst helemaal begrijpen. |
|
Kritisch lezen |
Betrouwbaarheid van informatie beoordelen |
|
Studerend lezen |
Inhoud onthouden |
|
Zoekend lezen |
Bruikbare informatie vinden |
|
Schrijfdoelen
Informeren |
|
Opiniëren |
Lezers de gelegenheid geven zelf een mening te vormen over een onderwerp. |
Overtuigen |
Lezers met argumenten overhalen tot een bepaalde mening. |
Activeren |
Lezers aanzetten om iets te gaan doen. |
Amuseren |
Lezers vermaken. |
Tekstsoorten
Niet-fictionele of zakelijke teksten
Informeren |
Nieuwsbericht, sommige uitnodigingen, geboortekaartje, trouwkaart, overlijdensbericht, notulen. |
Opiniëren |
Beschouwing, recensie, verslag en discussie. |
Overtuigen |
Betoog, ingezonden brief, redactioneel commentaar en column. |
Activeren |
Reclamefolder, brochure, direct mail, advertentie, affiche/poster, flyer, sommige uitnodigingen. |
Fictionele of niet-zakelijke teksten
Amuseren |
Roman, strip, cartoon, kort verhaal, mop, cursiefje (= klein, grappig verhaaltje in de krant). |
Indeling van een tekst
Inleiding
1. Inhoudelijke kenmerken
Onderwerp op een aantrekkelijke manier introduceren. Door gebruik te maken van:
- De geschiedenis
- De actualiteit
- Belang voor de lezer
- Voorbeeld
- Anekdote
Aangeven wat het onderwerp van de tekst is.
- Beschouwing: vraagstelling of probleemstelling geven
- Betoog: stelling (standpunt, mening) geven » dat is dan de hoofdgedachte
(Soms) opbouw van een tekst aangeven (deelonderwerpen vertellen).
2. Typografische kenmerken
Witregels scheiden de inleiding van het middenstuk.
Inleiding cursief/vet gedrukt.
Middenstuk
1. Structurerende zinnen
Aankondigende zinnen (deelonderwerp aankondigen) en afrondende zinnen (slotzinnen die een deelonderwerp afronden).
2. Verbanden tussen alinea’s/signaalwoorden
Sommige alinea’s horen bij elkaar en hebben hetzelfde deelonderwerp.
3. Typografische kenmerken
Witregels geven vaak scheidingen aan tussen de deelonderwerpen.
Tussenkopen boven deelonderwerpen
Slot
1. Inhoudelijke kenmerken
Hoofdgedachte of conclusie van de tekst
Samenvatting (signaalwoorden: kortom, ten slotte, al met al, dus).
Aansporing, afweging (van voor- en nadelen), toekomstverwachting.
2. Typografische kenmerken
Vaak een (extra) witregel na het middenstuk
REACTIES
1 seconde geleden
A.
A.
Thanks! heeft me heel erg geholpen! nu duimen voor een goed cijfer!
8 jaar geleden
Antwoorden