Teksten verklaren en lezen

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 430 woorden
  • 19 mei 2013
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
3 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

Leesstrategieën

Leesstrategie

Leesdoel

Aanpak

Oriënterend lezen

Vaststellen of een tekst bruikbaar is. Onderwerp/publiek vaststellen

Bij een boek:

  • Titel
  • Flaptekst
  • Inhoudsopgave
  • Voorwoord
  • Auteur

Bij een artikel

  • Titel
  • Lead
  • Eerste alinea’s
  • Tussenkoppen
  • Laatste alinea’s
  • Auteur
  • Publicatieplaats

Globaal lezen

Hoofdzaken van een tekst vinden.

  • Eerste/laatste alinea’s lezen
  • Eerste/laatste zin van andere alinea’s lezen

Intensief lezen

Tekst helemaal begrijpen.

  • Helemaal doorlezen
  • Moeilijke woorden
  • Onderwerp bepalen
  • Naar kernzinnen en signaalwoorden die verbanden aangeven zoeken
  • Deelonderwerpen vaststellen
  • Hoofdgedachte bepalen

Kritisch lezen

Betrouwbaarheid van informatie beoordelen

  • Juiste, volledige en niet eenzijdige informatie?
  • Deskundig en onpartijdig?
  • Betrouwbare bronnen?
  • Goede argumenten?

Studerend lezen

Inhoud onthouden

  • Tekst oriënterend en intensief lezen
  • Overhoorvragen
  • Uittreksel
  • Vragen beantwoorden
  • Uittreksel lezen

Zoekend lezen

Bruikbare informatie vinden

  • In catalogi en computerbestanden zoeken naar geschikte titels
  • Inhoudsopgave, register, gidswoorden en trefwoorden » juiste pagina

Schrijfdoelen

Informeren

  • Lezers vertellen wat er gebeurd is/gebeuren gaat.
  • Lezers iets uitleggen

Opiniëren

Lezers de gelegenheid geven zelf een mening te vormen over een onderwerp.

Overtuigen

Lezers met argumenten overhalen tot een bepaalde mening.

Activeren

Lezers aanzetten om iets te gaan doen.

Amuseren

Lezers vermaken.

 Tekstsoorten

Niet-fictionele of zakelijke teksten

Informeren

  • Teksten die uitleg geven (uiteenzetten):
  • Uiteenzetting, handleiding, gebruiksaanwijzing, instructie, recept, studieboek, informatieve folder en rapport.
  • Teksten die ‘nieuws’ overbrengen:

Nieuwsbericht, sommige uitnodigingen, geboortekaartje, trouwkaart, overlijdensbericht, notulen.

Opiniëren

Beschouwing, recensie, verslag en discussie.

Overtuigen

Betoog, ingezonden brief, redactioneel commentaar en column.

Activeren

Reclamefolder, brochure, direct mail, advertentie, affiche/poster, flyer, sommige uitnodigingen.

Fictionele of niet-zakelijke teksten

Amuseren

Roman, strip, cartoon, kort verhaal, mop, cursiefje (= klein, grappig verhaaltje in de krant).

Indeling van een tekst

Inleiding

1.  Inhoudelijke kenmerken

Onderwerp op een aantrekkelijke manier introduceren. Door gebruik te maken van:

  • De geschiedenis
  • De actualiteit
  • Belang voor de lezer
  • Voorbeeld
  • Anekdote

Aangeven wat het onderwerp van de tekst is.

  • Beschouwing: vraagstelling of probleemstelling geven
  • Betoog: stelling (standpunt, mening) geven » dat is dan de hoofdgedachte

(Soms) opbouw van een tekst aangeven (deelonderwerpen vertellen).

2. Typografische kenmerken

Witregels scheiden de inleiding van het middenstuk.

Inleiding cursief/vet gedrukt.

Middenstuk

1.  Structurerende zinnen

Aankondigende zinnen (deelonderwerp aankondigen) en afrondende zinnen (slotzinnen die een deelonderwerp afronden).

2. Verbanden tussen alinea’s/signaalwoorden

Sommige alinea’s horen bij elkaar en hebben hetzelfde deelonderwerp.

3. Typografische kenmerken

Witregels geven vaak scheidingen aan tussen de deelonderwerpen.

Tussenkopen boven deelonderwerpen

 Slot

1.  Inhoudelijke kenmerken

Hoofdgedachte of conclusie van de tekst

Samenvatting (signaalwoorden: kortom, ten slotte, al met al, dus).

Aansporing, afweging (van voor- en nadelen), toekomstverwachting.

2. Typografische kenmerken

Vaak een (extra) witregel na het middenstuk

REACTIES

A.

A.

Thanks! heeft me heel erg geholpen! nu duimen voor een goed cijfer!

8 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.