Een goed opgebouwde tekst bestaat uit 3 onderdelen;
een inleiding, middenstuk en het slot.
Een inleiding laat je kennis maken met de tekst. Dit kan op verschillende manieren;
- een anekdote ( kort grappig verhaal )
- vragen stellen
- het onderwerp aankondigen
- een opvallend detail vertellen
- samenvatting
Niet alles wat in de tekst staat is belangrijk. De belangrijkste zaken noemen we hoofdzaken. Deze bevatten nuttige informatie. Uitleg, toelichting, en voorbeelden zijn minder belangrijk en noemen we bijzaken.
Het belangrijkste wat een tekst over een onderwerp wil zeggen, noemen we een hoofdgedachte. Een kernzin is de belangrijkste zin uit een alinea.
Het middenstuk bespreekt het onderwerp, verdeeld in deelonderwerpen. Het slot rond de tekst af, meestla door middel van een samenvatting of een conclusie.
Tekstdoelen = wat je met de tekst wilt bereiken
- informeren = iets nieuws vertellen
- mening vertellen = vertellen wat je van iets vind
- uitdrukken = gevoelens uitdrukken
- overtuigen = duidelijk maken waarom jou mening de beste is
- aansporen / overhalen = overhalen iets te doen -> activeren
- amuseren = de lezer vermaken, zoals een verhalend boek
- adviseren = goede raad geven
- waarschuwen = op een gevaar of (groot) risico wijzen
Een breed publiek: mensen van alle leeftijden. Je hebt hun gemiddelde voorkennis nodig om hun het verhaal te laten begrijpen.
Een gericht pubiek: bijvoorbeeld een beatles biografie voor beatles fans
Verwijswoorden verwijzen naar iets wat in de tekst is gebeurt. DIt is zodat we niet de hele tijd lange zinnen hoeven te maken. Je hebt:
- verwijswoorden naar 1 woordje
- verwijswoorden naar een groepje woorden
- verwijswoorden naar een hele zin
Teksten inleiden kan op verschillende manieren:
- een anekdote ( kort grappig verhaal )
- vragen stellen
- het onderwerp aankondigen
- een opvallend detail vertellen
- samenvatting
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden