- tekstdoelen :
? informeren
? overtuigen
? beschouwen
? activeren
? amuseren
- publiekgerichtheid, 4 beslissingen:
? schrijfdoel bepalen
? publiek bepalen
? onderwerp bepalen
? tekstvorm bepalen
- 3 soorten publiek:
? een bepaalde lezer of luisteraar: iemand die je kent of iemand die je niet kent
? een groep lezers of luisteraars met duidelijk kenmerken
? groep lezers of luisteraars met vage kenmerken (jongeren, ouderen)
- teksteigenschappen die lezer of luisteraar moet aanspreken:
? inhoud
? taalgebruik
? opbouw en presentatie
? dosering van de informatie
? toon en de gebruiksomgeving/situatie
- niveau, aantrekkelijkheid, betrouwbaarheid
- functies van tekstgedeeltes
- vergaderen en notuleren
- eisen aan een samenvatting:
? bevat alleen de hoofdzaken (z.g. informatie elementen)
? bedoeling en hoofdgedachte is juist weergegeven
? prettig leesbaar
? omvang hoogstens 20% van het oorspronkelijke
? representatief zijn. Moet de lezer hetzelfde kunnen vertellen als het oorspronkelijke.
- aaneenschrijven:
? zelfstandige naamwoorden schrijven we zoveel mogelijk aaneen: antirookcampagne, langetermijnplanning
? veel bijvoeglijke naamwoorden: veelgelezen, alcoholhoudend
? veel werkwoorden: gelijklopen, uiteenspatten MAAR tot stand komen, in werking treden
? voornaamwoordelijke bijwoorden: erop, daarmee, hierover
? getallen tot 100
- het liggend streepje:
? bij twee klinkers: na-apen
? bij letters die tot verkeerd lezen kunnen leiden
? tussen gelijkwaardige delen: minister-president
? eerste deel= twee woorden met hoofdletter: Tweede-Kamer, Rode-Kruis
? samenstellingen met letters of cijfers: 16-jarige
? samengestelde aardrijkskundige namen: Rotterdam-Zuid
? samenstellingen met een eigennaam: Miele-wasdroger, regering-Kok
? samenstellingen met privé, pro, ex, niet, non, quasi, loco, semi, vice en oud
? sommige woorden hebben twee - : doe-het-zelfzaak
- het weglatingsstreepje: voor- en nadelen MAAR grote en kleine delen (hier is niks weggelaten!)
- het trema:
? geeft aan waar de nieuwe lettergreep begint: opgeëist, commerciële
? bij sommige meervoudsvormen: orchideeën, melodieën
? bij –iee- en –ii- is het overbodig: commercieel, gelinieerd
? samengestelde telwoorden en afgeleide woorden krijgen geen liggend streepje maar een trema: drieënzestig, drieënhalf, drieëndertigjarige
REACTIES
1 seconde geleden