Tekstdoelen, argumeten en drogredeneringen

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 395 woorden
  • 30 april 2010
  • 27 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
27 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
tekstdoel subdoel kenmerken
Informatieve doel Informeren De zender geeft alleen feitelijke gegevens
uiteenzetten Aan de feitelijke gegevens wordt informatie toegevoegd(bijvoorbeeld een toelichting of uitleg)
Persuasieve doel Beschouwen De zender wil de ontvanger aan het denken zetten, bijvoorbeeld door:
- Een verschijnsel te verklaren
- Een situatie te analyseren of een ontwikkeling te interpreteren
- Een verschijnsel van verschillende kanten te bekijken
- Zijn mening te vergelijken met die van anderen

Betogen De zender geeft zijn mening. Hij probeert de ontvanger zijn mening te laten overnemen door argumenten te geven en tegenargumenten te weerleggen.
activeren De zender geeft, net als bij een betogende tekst, zijn mening, maar hij roept de ontvanger ook op om iets te gaan doen, in actie te komen.
Expressieve doel De zender wil zijn gevoelens tonen aan de ontvanger, bijvoorbeeld uiting geven aan verbazing of boosheid.
Diverterende doel De zender wil de ontvanger vermaken. Het gaat hier om de amusementswaarde van de tekst. De feitelijke gegevens zijn minder belangrijk.

# argument
1 voorbeeld
2 Vergelijking
3 Oorzaak/gevolg
4 Gezag van een ander
5 Algemeen geldende waarheden
6 Bestrijden van een tegenargument
7 Emotie
8 Spreekwoord
9 Dilemma
10 Feit

Argumenten zijn aanvaardbaar als:
- Ze echt betrekking hebben op het standpunt
- Z deugdelijk zijn
- Ze elkaar niet tegen spreken

# Drogredenering voorbeeld
1 Onjuist beroep op causaliteit (Onjuiste oorzaakgevolgrelatie)
Sinds de uitvinding van de computer kan niemand meer rekenen.
2 Verkeerde vergelijking

Neem nou de brugklassers, die klagen toch ook niet als ze een telaatbriefje moeten halen?
3 Autoriteitsargument De halve wereld weet dat ik gelijk heb.
4 Overhaaste generalisatie Leraren zijn niet te vertrouwen.
5 Cirkelredenering Elsschot is zo’n goede schrijver, omdat hij zo goed schrijft.
6 Persoonlijke aanval(op de man spelen) Als je zelf ME’er was, zou je wel anders praten.
7 Bewijslast ontduiken Dat kan ik niet bewijzen, maar bewijs jij maar eens dat het niet zo is.
8 Stroman(standpunt vertekenen) Dus je wilt beweren dat sport alleen voor mensen met een dikke portemonnee is?
9 Manipulatie Je legt me woorden in de mond die ik niet gebruikt heb.
10 Feit voor mening Het is een feit dat Nederlands in 4 havo wel meevalt.
11 Als-dandrogreden Als de premier het zegt, zal het wel zo zijn.
12 Vals dilemma Wie niet vóór mij is, is tégen mij.
13 Recht praten wat krom is Eigelijk ben ik blij dat ik gezakt ben.
14 Retorische vragen Wie gelooft niet in het recht van de sterkste?
15 Vorm voor inhoud Je moet zo chagrijnig kijken bij wat je beweert.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.