Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Tekstbegrip en Argumenteren

Beoordeling 5.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 1161 woorden
  • 24 maart 2001
  • 231 keer beoordeeld
Cijfer 5.4
231 keer beoordeeld

Nederlands “Tekstbegrip en Argumenteren” Tekstbegrip 1: Wat zijn leesstrategieën? -Dat zijn manieren van aanpak om een tekst te lezen. Welke strategie je voor een tekst kiest, hangt van je leesdoel af. Welke leesstrategieën ken je en in welke situatie gebruik je deze? 1. Oriënterend lezen; als je snel wilt zien of een bepaalde tekst voor jou interessant/bruikbaar is. 2. Globaal lezen; als je het onderwerp van de tekst weet en je vermoedt dat de tekst voor jou van belang is. 3. Intensief lezen; als je een tekst goed wilt begrijpen. 4. Kritisch lezen; als je de betrouwbaarheid van een tekst moet beoordelen. 5. Studerend lezen; als je een tekst moet leren (controle en onthouden). 6. Zoekend of doelgericht lezen; als je op zoek bent naar bepaalde informatie. Welke schrijfdoelen ken je?  Amuseren; ‘vermaken’, fictionele teksten (romans, verhalen, gedichten, strips), maar ook amuserend krantenknipsel.  Informeren; overbrengen van bepaalde kennis; instructie; uitleggen; hulp bij vorming van mening.  Overtuigen; bereiken dat lezers de mening v/d schrijver over een bepaalde kwestie overnemen; gebruik van argumenten.  Activeren; variant van de overtuigende tekst; schrijver wil bereiken dat de lezers iets gaan doen. Welke tekstsoorten ken je? 1. Uiteenzetting; schrijver wil lezer iets leren, informatie overdragen; d.m.v. feiten, duidelijke uitleg van het besproken onderwerp. 2. Beschouwing; geeft lezers mogelijkheid zelf over iets na te denken; verduidelijkt een probleem d.m.v. betrouwbare feiten, oorzaken, gevolgen, voor- en nadelen en mogelijke oplossingen. Ook gebruik van meningen opiniërende tekst. 3. Betoog; schrijver probeert lezers te overtuigen van zijn gelijk. D.m.v. één duidelijk standpunt (mening) staat centraal, argumenten daarvoor en bedenkt welke mogelijk tegenargumenten er kunnen zijn. Je moet betogen kritisch lezen. Waaraan kun je zien op welk publiek een tekst gericht is? -publicatieplaats -inhoud -taalgebruik -toon -vormgeving. Tekstbegrip 2: Waarom is het handig de driedeling van een tekst te achterhalen? -Als je de delen (inleiding-middenstuk-slot) van een tekst herkent en de functie ervan weet, begrijp je een tekst beter. En je kunt ze makkelijker samenvatten. Wat is de functie van de inleiding? -Belangrijk voor een goed begrip van een tekst. Waaraan herken je een inleiding? -Aan typografische aanwijzingen (extra witte regels, cursieve en vette tekst) of kijk naar pakweg de eerste drie alinea’s. Wat is de functie van het middenstuk? -Het bekijken van het onderwerp vanaf alle kanten, waarbij diverse aspecten van het onderwerp worden belicht. Denk aan ‘kenmerken, voordelen of nadelen van het onderwerp’. Wat is een deelonderwerp? -Een aspect of kant van een onderwerp. Hoe bepaal je wat de deelonderwerpen zijn? -Zoek naar de grenzen van de deelonderwerpen, kijk waar het ene deelonderwerp begint en de ander eindigt. Let hierbij weer op typografische aanwijzingen; regels wit en tussenkoppen. Wat zijn signaalwoorden? -Woorden waarmee de verbanden tussen alinea’s worden aangegeven. Je herkent een bepaald verband aan deze woorden. (LEREN SCHEMA VERBAND/SIGNAALWOORDEN OP BLZ 62 VAN NN) Wat is de functie van het slot? -Een afrondende functie. Waaraan herken je het slot? -samenvatting, conclusie, aansporing of toekomstverwachting. Wat is een alinea? - De alinea is de kleinste eenheid van een tekst. Wat is de functie van een alinea? -Het geeft een tekst een nog preciezere structuur. Waaraan herken je een alinea? -Aan typografische aanwijzingen zoals een regel wit. Wat is een kernzin? -Een zin die het belangrijkste van een alinea weergeeft. Waar vind je de kernzin? -Ze hebben meestal een vaste plaats, een voorkeursplaats; je vindt ze als eerste, tweede of laatste zin. Tekstbegrip 3: Oefen met teksten om je leesvaardigheid te vergroten. Argumenteren: Wat wordt er bedoeld met de term mening/standpunt? -‘Standpunt’ is een ander woord voor ‘mening’. Andere termen hiervoor zijn stelling, claim, conclusie, opvatting, visie of opinie. Wanneer is er sprake van een meningsverschil? -Als gesprekspartners elkaars standpunt niet delen. Elke zin waar je ‘ik vind’, ‘ik denk’ of ‘volgens mij’ voor kunt zetten, kun je een standpunt noemen. Wat wordt er bedoeld met de termen positief standpunt, negatief standpunt en standpunt van twijfel? -Standpunten kunnen positief of negatief zijn. Als een gesprekspartner niet weet of hij een positief of een negatief standpunt moet innemen, is dat een standpunt van twijfel en ook dat is een standpunt. Wat is een hoofdverschil van mening? -Het belangrijkste verschil van mening; de kwestie waar het in het betoog om gaat. Wat is het verschil tussen het beslechten van een meningsverschil en het oplossen van een meningsverschil? -Bij het beslechten van een meningsverschil wordt iets wél beslist, maar het meningsverschil is niet echt opgelost. En bij het oplossen van een meningsverschil is iets ècht opgelost als een van beide partijen geheel uit zijn vrije wil zijn standpunt herziet en het standpunt van de andere partij deelt. Bij een compromis herzien beide partijen hun standpunt gedeeltelijk. Welke signaalwoorden waarmee meningen kunnen worden aangeduid ken je? -Ik vind…Volgens mij…Mijn conclusie is dat…Dus…Daarom…Kortom… Welke vijf manieren waarmee een mening beslecht kan worden ken je? 1. Lichamelijk geweld
2. Intimidatie/chantage

3. Scheidsrechterbemiddeling
4. Loting
5. Stemming Noem drie geaccepteerde manieren waarop een meningsverschil beslecht kan worden. -loting -geschillenarbitrage (‘scheidsrechtersbemiddeling’) -besluit bij meerderheid van stemmen Welke manier gebruik je als je een meningverschil wilt oplossen? -Praat met elkaar en luister naar elkaar en probeer tot een compromis te komen. Er moet bij de ander sprake van innerlijke overtuiging zijn dat jij gelijk hebt en hij of zij niet. Wat zijn argumenten? -Uitspraken waarmee iemand zijn standpunt of mening verdedigt. Welke twee moeilijkheden zijn er bij het aanwijzen van de argumenten in een betoog? -uit de formulering blijkt niet altijd even duidelijk of een bepaalde uitspraak van iemand een argument is, doordat signaalwoorden als ‘want’ of ‘omdat’ vaak ontbreken. -naast de argumenten die in een betoog letterlijk genoemd worden door de spreker, zijn er ook argumenten die wèl een rol in de argumentatie spelen, maar nìet genoemd worden. Wat is een argumentatie/betoog? -Alle argumenten tezamen bij een mening noem je een argumentatie. Een ander woord dat ook wel gebruikt wordt voor zo’n verzameling argumenten is betoog. Wat is een verzwegen argument? -Een argument die in een discussie een rol speelt, maar niet onder woorden wordt gebracht. Hoe vul je een verzwegen argumenten in? -Breng het verzwegen argument letterlijk naar voren. VB. Pien: “Ruben is een saaie jongen, want hij houdt niet van uitgaan.” Chris: “Je wilt toch zeker niet zeggen dat als je niet van uitgaan houdt, dat je dan een saaie jongen bent?!” Wat is enkelvoudige argumentatie? -Een betoog met één argument. Wat is meervoudige argumentatie? -Bij een standpunt worden een aantal argumenten gegeven die los van elkaar staan en in de verdediging onafhankelijk van elkaar gebruikt kunnen worden. Het zijn als het ware alternatieve verdedigingen voor hetzelfde standpunt. Wat is nevenschikkende argumentatie? -Verschillende argumenten worden samen gebruikt om een standpunt te verdedigen. De argumenten kan je niet los van elkaar zien. De argumenten werken in combinatie met elkaar. Wat is onderschikkende argumentatie? -Voor elk gebruikt argument wordt een nieuw argument aangevoerd, dat het voorgaande ondersteund. Zo ontstaat er een klein of groot ‘trapje’ van elkaar ondersteunende argumenten.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.