Waar heb jij je schoolspullen gekocht?

Doe mee aan het Back To School onderzoek over schoolspullen en maak kans op een Bol.com bon van 25 euro.

Taak 1 t/m 5

Beoordeling 8.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo/vwo | 1084 woorden
  • 17 december 2014
  • 163 keer beoordeeld
Cijfer 8.8
163 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
5 belangrijke vragen die je jezelf moet stellen als studiezoeker

Met keuze uit ruim 1.600 hbo- en wo-bachelors in Nederland is het best lastig om een studie te kiezen. Hoe begin je met zoeken, en hoe kom je dichterbij de studie die bij je past? Om je daarbij te helpen, hebben we vijf belangrijke vragen op een rijtje gezet die je jezelf moet stellen tijdens je studiezoektocht.

Naar de pagina

Taak 1

Abrupt = plotseling
Absurd = dwaas
Acclamatie = zonder hoofdelijke stemming
Gratificatie = extra uitkering
Geste = dat gebaar
Interruptie = onderbreking
Semester = halfjaar
Sector = afdeling
Gesaneerd = gezond gemaakt
Precair = hachelijk, onzeker

Zich veel moeite getroosten =  zich hevig inspannen
Iets uit de doeken doen = iets onthullen
Overeenstemming over iets bereiken = met elkaar eens zijn
Iemand van alle blaam zuiveren = de smet op iemands eer of goede naam verwijderen
De kwestie als afgedaan beschouwen = niet meer op de zaak terugkomen
Een arts consulteren = raadplegen
De kosten over alle deelnemers omslaan = ieder betaalt een evenredig deel
Iemand iets euvel duiden = iemand iets kwalijk nemen
Zij willen de onderhandelingen opschorten = uitstellen
Zij wil hem voor die klus zien te charteren = inschakelen voor iets, gebruiken

Een klacht naast zich neerleggen = zich er niet aan storen
Aarden naar zijn vader = lijken op (qua karakter)
Iets bij geruchte vernemen = iets horen via roddels
Aan zijn verplichtingen voldoen = je verplichtingen nakomen
De goederen onder rembours verzenden = bij aflevering direct betalen
Iets in der minne schikken = tot een vreedzame oplossing komen
Rekening houden met = denken aan
Er is hoop op een vergelijk = hopen op een overeenkomst
Wij willen tot een vergelijk komen = wij willen tot een overeenkomst komen
Dat ligt voor de hand = dat is logisch
 

 

 

 

 

Taak 2

 

Eminent = voortreffelijk, uitstekend

Cholerisch = heftig

Proactief = alvast bepaalde handelingen verrichten voor een later doel

Epiloog = slotrede

Geëquipeerd = van het nodige voorzien

Grootscheeps = zeer royaal

Halfslachtig = geen duidelijke mening hebben

Interventie = tussen komst

Intrinsiek = van binnenuit

Irrelevant = niet van belang

 

Zich rekenschap geven aan de gevolgen = de gevolgen te weten komen

Dit ligt in de lijn der verwachtingen = dat is zoals het is verspelt

Dit is daar bij uitstek geschikt voor = uitermate geschikt

Dat behoeft geen betoog = duidelijk zijn

Iemand tegen zich in het harnas jagen = iemand tot vijand maken
Na rijp beraad = na lang nadenken
Iets in twijfel trekken = iets betwijfelen
Iemand onder curatele stellen = de zeggenschap ontnemen over financiële zaken e.d.
Ergens geen genoegen mee nemen = niet tevreden zijn
Alle goede bedoelingen ten spijt = ondanks alle goede bedoelingen. 

 

Iets op prijs stellen = iets waarderen
Het leveren van kritiek = commentaar geven
Genoegen met iets nemen = zich tevredenstellen
Aan zijn wensen tegemoet komen = iemand tevreden stellen
Op een fiasco uitlopen = mislukken
Je ergens aan onttrekken = je deel ergens uit verwijderen
De hand met iets lichten = iets niet zo nauw nemen
Iets bij benadering opgeven = ongeveer
Dat staat niet in verhouding tot de prijs = ongelijk
Protest aanteken tegen = ergens tegen protesteren

 

Taak 3

Catastrofe = grote ramp
Memoreren = in herinnering brengen
Reproductie = nabootsing
Debacle = grote mislukking
Recessie = teruggang
Sinecure = kleinigheid
Heilloze = slecht aflopende
Calamiteiten = grote rampen
Egaliseren = gelijkmaken
Emolumenten = bijkomende verdiensten

Gerenommerd = goed bekendstaand
Acuut = plotseling
Lucratief = winstgevend
Progressief = vooruitstrevend
Fiductie = vertrouwen
Authentiek = origineel, echt
Objectief = feitelijk
Genuanceerd = niet eenzijdig
Scepsis = twijfel
Notoire = algemeen bekend

Melding maken van = iets melden
Aandacht besteden aan = ergens aandacht aan geven
Evenwijdig lopen aan/met = gelijk lopen
Verwijzen naar = ergens op wijzen
Gebaat zijn bij = voordeel hebben van
Diep in de buidel tasten = veel geld betalen
Het gaat ons voor de wind = het goed hebben 
Onder geen beding akkoord gaan =  absoluut niet akkoord gaan
Door de vingers zien = iemand iets vergeven; doen alsof je iets niet ziet
Iemand op een voetstuk plaatsen = iemand heel erg prijzen.
 

Taak 4

Weten waar Abraham de mosterd haalt = Er alles van weten (slim zijn)
Een appeltje voor de dorst = een bedrag/kapitaal voor de oude dag
Bakzeil halen = toegeven
Een balletje opgooien over iets = voorzichtig over iets beginnen
Zijn poot stijf houden = niet toegeven
Een ongelikte beer zijn = geen manieren hebben
Een kat in de zak kopen = een miskoop doen
Het hangt me de keel uit = ik vind het vervelend worden
Het over een andere boeg gooien = het op een andere manier proberen
Als een bok op de haverkist zitten = klaar staan om een doel te bereiken

Zich uit de naad werken = heel hard werken
Op zijn neus kijken = teleurgesteld zijn
Twee linkerhanden hebben = onhandig zijn
Het hoofd boven water houden = voldoende verdienen om van te kunnen leven; zich niet                                                                 kunnen handhaven
Aan de kaak stellen = de aandacht vestigen op iets wat niet goed is
Alles op één kaart zetten = op één ding gokken
Over één kam scheren = generaliseren
Hutje bij mutje leggen = onderling geld inzamelen om te kunnen betalen
Zijn huid duur verkopen = zich niet makkelijk gewonnen geven

In je verlies berusten = vrede hebben met je verlies
Dit is van alle grond ontbloot = argumenten/redenen ontbreken
Behept zijn met nare trekjes = nare trekjes hebben
Bij iemand te rade gaan = advies vragen
Iemand iets op het hart binden = iets met nadruk zeggen
Wij zullen dit toetsen aan de feiten = controleren
Kun je dat met bewijzen staven = aantonen
De akte voor de notaris verlijden = neerleggen
Iets van hogerhand beslissen = beslissing door een hoger iemand
Wij verwijzen naar uw brief = refereren aan

 

Taak 5

Urgente = dringende
Relevante = van belang zijnde
Plenaire = voltallige (coor iedereen)
Incidenteel = af en toe
Recentelijk = onlangs
Inferieure = minderwaardige
Intrigeert = ik wil weten hoe het zit
Integreren = samenvoegen
Distantiëren = afstand nemen
Lobbyen = invloed uitoefenen

Iemand naar de mond praten = slijmen
Iemand met de nek aankijken = minachtig voor iemand hebben
Het gaat door merg en been = diep raken
Iemand iets door de neus boren = missen
Zwaar op de maag liggen = ermee zitten
Fris van de lever spreken = spontaan
Iemand op de huid zitten = iemand achter de vodden zitten
De hielen lichten = vertrekken
Een hart onder de riem steken = moed inspreken
Twee handen op een buik = mensen die elkaar niet afvallen

Je bij de zaak neerleggen = accepteren
Zij blijven in gebreke = een afspraak/overeenkomst niet nakomen
Dat is in strijd met de wet = tegen
Je moet over de bezwaren heenstappen = iets toch doen
De voordelen wegen niet op tegen de nadelen = meer nadelen dan voordelen
Dit beantwoordt aan de verwachtingen = voldoen aan verwachting
Je moet je toeleggen op iets creatiefs = je aandacht aan creativiteit besteden
Je kunt er geen staat op maken = er niet op kunnen vertrouwen
Inzage in de gegevens hebben = gegevens kunnen inkijken
Iemand ter wille zijn = iemand helpen
 

 

REACTIES

L.

L.

Dankje wel!

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.