1. Tautologie:
Twee keer hetzelfde zeggen in 1 zin. Een bepaald begrip in zijn geheel herhalen.
2. Pleonasme:
Een eigenschap die in een hoofdwoord zit, wordt nog eens apart vermeld. Het deel van het begrip dat je herhaald behoort niet tot dezelfde woordsoort als het hoofdwoord.
3. Foutieve beknopte bijzin:
In een beknopte bijzin staat geen onderwerp. Als de beknopte bijzin correct is, dan kun je van die zin weer een volledige bijzin maken door hetzelfde onderwerp toe te voegen als in de hoofdzin staat.
4. Contaminatie:
Twee woorden, begrippen of uitdrukkingen met ongeveer dezelfde betekenis worden op een verkeerde manier met elkaar gecombineerd, worden door elkaar gehaald, met elkaar vermengd tot een nieuw, niet correct geheel.
5. Congruentiefout:
In een zin moet er tussen onderwerp en persoonsvorm overeenkomst zijn in ‘getal’, enkelvoud of meervoud. Oftewel, het onderwerp en de persoonsvorm moeten congruent zijn.
6. Foutieve inversie:
In veel bevestigende Nederlandse zinnen staat in het Nederlands het onderwerp voor de persoonvorm. Als het onderwerp achter de persoonvorm staat spreken we van inversie.
Inversie mag je alleen gebruiken in de volgende 3 soorten zinnen:
- vraagzinnen;
- zinnen die met een ander zinsdeel beginnen dan het onderwerp;
- zinnen die met een bijzin beginnen.
7. Foutieve verwijzende woorden:
Het woorden:
- Naar het-woorden wordt verwezen met het persoonlijk voornaamwoord het en het bezittelijk voornaamwoord zijn.
- Namen van landen en steden zijn meestal het-woorden
- Werkwoordstammen met de voorvoegsels be-, ge- en ont- zijn het-woorden
- Er zijn een paar het-woorden waarnaar wordt verwezen met hij of zij, afhankelijk van de mannelijk of vrouwelijke persoon die erdoor genoemd wordt.
- Alle verkleinwoorden zijn het-woorden.
Meervoudige woorden:
- Bij verwijzing naar meervoudige woorden gebruiken we bij zaken altijd ze.
- Bij personen gebruiken we zij of ze als het om een onderwerp gaat en hen als het lijdend voorwerp betreft
- Hunis de vorm van het meewerkend voorwerp zonder ‘aan’ of ‘voor’.
Hen/hun:
- Na een voorzetsel (dus ook ‘aan’ en ‘voor’) zetten we hen.
Mannelijke de-woorden:
- Bij mannelijke de-woorden gebruiken we de persoonlijk voornaamwoorden hij en hem en het bezittelijke voornaamwoord zijn.
- Tot de mannelijke woorden behoren de volgende categorieën.
- Woorden met de achtervoegsels -aar, -aard, -er en -erd.
- Zelfstandig gebruikte werkwoordsstammen.
- Aanduiding van mannelijke personen of dieren.
Vrouwelijke de-woorden:
- Bij de-woorden die een vrouwelijke persoon noemen, gebruiken we de persoonlijke voornaamwoorden zij/ze en haar en het bezittelijk voornaamwoord haar.
- Bij duidelijk vrouwelijke diernamen gebruiken we het persoonlijk voornaamwoord ze en het bezittelijk voornaamwoord haar.
- Vrouwelijk zijn ook woorden met de volgende inheemse achtervoegsels:
-heid, -nis, -schap, -de, -te, -ij, -erij, -arij, -ernij, -ie, -tie, -logie, -sofie, -agogie, -iek, -ica, -theek, -teit, -iteit, -tuur, -suur, - ade, -ide, -ode, -ud, - age, -ine, -se, -sis, -xis, -tis, of -st achter een werkwoordstam.
- Veel abstracte de-woorden zijn vrouwelijk, we gebruiken dus het persoonlijk voornaamwoord ze en het bezittelijk voornaamwoord haar.
- Wanneer je twijfelt of het gekozen verwijzende woord wel juist is, omdat het ‘onnatuurlijk’ klinkt, kun je twee dingen doen:
- Je vervangt het door het aanwijzend voornaamwoord deze of die
- Je gebruikt geen verwijzende woorden, maar noemende/vervangende woorden.
Gemeenslachtige de-woorden:
- Woorden als minister en verpleegkundige gebruiken we zowel voor de mannelijke als de vrouwelijke persoon. Ze heten gemeenslachtige woorden. De keuze van het verwijzende woord hangt hier samen met het feit of naar de mannelijke of een vrouwelijke persoon wordt verwezen.
De betrekkelijke voornaamwoorden ‘dat’ en ‘wat’:
- Als het antecedent waarnaar wordt verwezen een het-woord is, gebruiken we dat, als het een hele zin is, het woord wat, ook na een overtreffende trap zetten we wat.
Enkelvoudige woorden en verzamelnamen:
-Bij deze woorden hoort een enkelvoudig verwijzend woord.
Aan wie, met wie…waaraan, waarmee:
- Wanneer naar een persoon wordt verwezen, zetten we aan wie, met wie enz. Wanneer naar zaken wordt verwezen, gebruiken we de voornaamwoordelijke bijwoorden: waaraan, waarmee, enz.
8. Foutieve samentrekking:
Weglaten heeft voorrang boven vervangen door een verwijswoord, maar is alleen toegestaan als er aan een aantal voorwaarden is voldaan:
- De woorden uit de eerste en de tweede zin moeten dezelfde grammaticale functie hebben.
- De woorden uit de eerste en de tweede zin moeten dezelfde betekenis hebben; het gaat er vooral om dat beide betekenissen letterlijk, of beide figuurlijk gebruikt moeten worden.
- Als de woorden dezelfde vorm hebben;
Beide moeten meervoud, of beide moeten enkelvoud zijn;
Beide moeten dezelfde tijd hebben: vt of tt;
Beide moeten dezelfde vorm van het woord hebben: nieuw of nieuwe.
9. Anakoloet/ontspoorde zin, onvolledige zin, onoverzichtelijke zin:
- Als een zin grammaticaal niet juist is, geen goede samenhang vertoont, niet (correct) afgemaakt wordt, spreek je van een anakoloet, of een ontspoorde zin. Dit is vooral het geval bij lange zinnen
- Verder zijn er ook zinnen die onvolledig zijn.
- Lange en ingewikkelde zinnen worden algauw onoverzichtelijk doordat je dingen die bij elkaar horen te ver uit elkaar zet en/of doordat je te veel mededelingen tegelijk in één zin propt.
10. Niet symmetrisch/asymmetrie:
In een tekst moet je consequent zijn in het gebruik van ‘men’, ‘ze’, ‘je’, ‘we’, in het gebruik van tegenwoordige en verleden tijd en van enkelvoud en meervoud, en bij het gebruik van opsomming. Die consequentheid heet symmetrie in de opbouw van stukken tekst:
- Het niet consequent gebruik van ‘men’, ‘ze’, ‘je’, ‘we’.
- Het niet consequent gebruik van tegenwoordige en verleden tijd.
- Fouten tegen de symmetrie bij opsommingen.
11. Verkeerd geplaatste zinsdelen:
Het komt nogal eens voor dat zinnen misverstanden oproepen of onbedoeld op de lachspieren werken doordat zinsdelen op de verkeerde plaats staan.
REACTIES
1 seconde geleden
D.
D.
hier klopt niks van
8 jaar geleden
Antwoorden