Stijlfout-regels

Stijlfouten

• Tautologie, je kunt beide weglaten of apart gebruiken
Die irritante speler, die voortdurend pestte, werd geschorst.

• Pleonasme, je kunt niet beide weglaten of apart gebruiken
De witte sneeuw.

• Storend woordherhaling (overbodige woorden)
- Maar het is maar hoe je het bekijkt, ik heb mijn huiswerk gemaakt, maar dat is verspilde tijd. -> Het is maar hoe je het bekijkt, ik heb mijn huiswerk gemaakt, echter dat is verspilde tijd.
- 16 juni a.s. is er een feest. -> 16 juni is er een feest.

• Foutieve weglating of Foutieve samentrekking -> Bijna hetzelfde
- Foutieve samentrekking bestaat uit 2 samengevoegde zinnen. En het weggelaten deel zat wel in de 1de deel van de zin. Je moet ook het woord invullen die in de eerste deel zat.
Dat meisje is ziek en zie je voor het raam zitten -> Dat meisje is ziek en haar zie je voor het raam zitten.

- Foutieve weglating, daar heeft het weggelaten deel niet eerder in de zin gestaan.
Hij belde dat hij komt -> Hij belde om te zeggen dat hij komt.
Bij een samengestelde zin waarbij het onderwerp hetzelfde is mag je woorden weglaten.
Het meisje zingt en het meisje speelt toneel -> Het meisje zingt en speelt toneel.

• Contaminatie
Er is een verwarring tussen 2 uitdrukkingen, doordat ze ongeveer hetzelfde betekenis hebben.
- Dit boek kost duur. -> Verwarring tussen -> kost veel en is duur ( je mag ze allebei gebruiken)

• Geen symmetrie -> Asymmetrie
Wanneer de opsommingen in de zin geen gelijke structuur hebben. Je moet kijken naar de zinsbouw, woordkeus, men/je, onvoltooid/voltooid en bijvoeglijke naamwoorden.
- Als men iets wil bereiken dat moet je ervoor werken -> Als je iets wil bereiken dat moet je ervoor werken. OF -> Als je men iets wil bereiken dat moet men ervoor werken.
- Ze stemden unaniem in met een verhoging van de contributie, dat de verlichting van de baan werd verbeterd en dat er een nieuwe leraar werd aangesteld. -> met een verhoging van de contributie, met de verbetering van de lichten van de baan en met het aanstellen van een nieuwe leraar.

• Foutieve beknopte bijzin
De zin heeft geen onderwerp, ook geen persoonsvorm maar meestal een infinitief of onvoltooid deelwoord.
Als je er Als, toen wanneer of terwijl voor zet kan je(meestal) de rest van de zin afmaken. Er moet ook een persoonsvorm en onderwerp bijkomen.
- Door het koopcontract te ondertekenen wisselt de woning van eigenaar. -> Als het koopcontract wordt ondertekend, wisselt de woning van eigenaar.

• Congruentiefout
Is wanneer een enkelvoudig onderwerp een meervoudige persoonsvorm krijgt of als een meervoudig onderwerp een enkelvoudige persoonsvorm krijgt.
- De beursbezoekers heeft de folder meegenomen - > De beursbezoekers hebben de folder meegenomen.

• Foutieve woordvolgorde (Tangconstructie)
Een zin is onoverzichtelijk, wanneer tussen woorden die bij elkaar horen, te veel andere woorden zijn
- De man kreeg een lichte hartaanval, die daar zit. -> De man die daar zit kreeg een lichte hartaanval.

• Foutieve inversie -> is vaak bij een mededeling
Als de zin wordt vervolgd met en of maar en daarachter staat de persoonsvorm achter het onderwerp.
- In cola zit veel calorieën en gaan kinderen daardoor minder eten. -> In cola zit veel calorieën en daardoor gaan kinderen minder eten.
- Vandaag ontving ik uw bestelling en morgen verzend ik de gevraagde artikelen. ->
Vandaag ontving ik uw bestelling en dan verzend ik morgen de gevraagde artikelen.

• Verwijzingsfout

* Onzijdige woorden: Het-woorden -> horen ook bij namen van landen en verkleinwoorden
-> persoonlijk voornaamwoord = het -> bezittelijke voornaamwoord = zijn

* Mannelijke de-woorden. Persoonlijk voornaamwoord = hem/hem -> bezittelijke voornaamwoord = zijn

* Vrouwelijke de-woorden. Persoonlijk voornaamwoord = ze/zij -> bezittelijke voornaamwoord = haar

* Meervoudige woorden. Bij zaken Persoonlijk voornaamwoord = ze
Bij personen -> Persoonlijk voornaamwoord = zij/ze -> bij onderwerp = hen/ze

* Het-woorden gebruik je het betrekkelijke voornaamwoord -> dat, als het naar de hele zijn verwijst -> wat. Bij een overtreffende trap gebruik je ook -> wat.