Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

stijlfiguren

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 449 woorden
  • 25 mei 2006
  • 67 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
67 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Stijlfiguren:

Herhaling (repetitio):
Bij een herhaling worden sommige woorden herhaald, waardoor deze extra nadruk krijgen.

Opsomming (enumeratie):
In een opsomming wordt een aantal feiten, meningen, namen en dergelijke valk achter elkaar geplaatst.

Climax en Anticlimax:
Bij een climax is er in een opsomming sprake van een opklimming in kracht.
Het tegenovergestelde is een anticlimax.

Antithese (tegenstelling):
Het naast elkaar plaatsen van tegenstellingen of tegengestelde begrippen noemt met antithese.


Paradox:
Een paradox is een schijnbare tegenspraak. Het lijkt alsof de schrijver zichzelf tegenspreekt, maar door erover na te denken, ontdekt de lezer dat de schrijver wel gelijk heeft.

Hyperbool:
De hyperbool is een stijlfiguur waarbij de werkelijkheid sterk overdreven wordt. Een hyperbool uit de spreektaal: je doodlachen, je bent de liefste van de hele wereld, een glas dat in duizend stukken valt, of je even een seconde wilt wachten.

Retorische vraag:
Een retorische vraag is eigenlijk geen vraag, maar een heel besliste mededeling in de vorm van een vraag. Op een retorische vraag wordt geen antwoord verwacht.

Eufemisme:
Er is sprake van een eufemisme als een te ‘harde’ uitdrukking vervangen wordt door een verzachtend woord of een minder directe omschrijving. Meestal worden eufemismen gebruikt uit angst om iets bij de juiste naam te noemen. Zo zijn in de loop der tijden allerlei eufemismen ontstaan over doodgaan, zoals: de geest geven, het tijdelijke met het eeuwige verwisselen, heengaan (naar een beter leven), het hoofd op het kussen leggen.

Understatement:
Een understatement is ook een vorm van verzachting, vaak met een humoristisch effect. Understatements kunnen ook gebruikt worden om op een kalme , alledaagse toon over iets te gruwelijks te schrijven. Als boekkritieken melding maken van een ‘onderkoelde stijl’, dan bedoelen de recensenten dat de schrijver van het boek de stijl van het understatement gebruikt heeft.


Litotes (dubbele ontkenning):
Een speciale vorm van understatement is de stijlfiguur litotes, waarin iets sterk benadrukt wordt door het tegenovergestelde ontkennen.

Woordspeling:
In een woordspeling wordt gebruikgemaakt van de verschillende betekenissen die een woord of uitdrukking kan hebben ; ze hebben een ‘dubbele bodem’. Bestaande woorden worden soms in elkaar gevlochten, zodat er nieuwe woorden ontstaan, of een woord krijgt een nieuwe betekenis. Een woordspeling heeft meestal een humoristisch effect.

Tautologie:
De tautologie is eigenlijk een stijlfout: een begrip wordt herhaald met een ander woord: eenzaam en alleen, gratis en voor niets, in vuur en vlam, zij zat daar triest en droevig. Als een tautologie echter bewust door de schrijver wordt gebruikt, dan is er sprake van een stijlfiguur.

Pleonasme:
Ook het pleonasme is eigenlijk een stijlfout: er wordt een vanzelfsprekend kenmerk vermeld: een ronde cirkel, hij daalde de trap af naar beneden, uitstellen tot later. Maar ook hier geldt: bewust gebruik kan het een mooi stijlfiguur zijn.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.