Stappenplan redekundige ontleding van samengestelde zinnen

Beoordeling 6.3
Foto van k.
  • Samenvatting door k.
  • 3e klas havo/vwo | 267 woorden
  • 9 januari 2013
  • 12 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
12 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Twijfel je nog over jouw studiekeuze?

Of heb je hulp nodig bij het inschrijven? Bezoek dan onze Extra Open Avond op 7 juni. Kom een kijkje nemen en voel hoe het is om te studeren bij Hogeschool Inholland. Wij staan voor je klaar! 

Meld je aan!

Redekundige ontleding van samengestelde zinnen:

(persoonsvorm)

- vragend maken

- tijd veranderen

- getalsproef (meervoud/enkelvoud)

(onderwerp)

- wie/wat + gezegde

<voegwoord>

- nevenschikkend: en, wat, maar, of, dus

- onderschikkind: omdat, doordat, nadat, zodat, doordat, …dat, ook, aangezien,

als, dan, hoewel, indien, mits, tenzij, toen, zodra, dat, of

- niet iedere samengestelde zin hoeft een voegwoord te hebben

wat is de hoofdzin? -> de persoonsvorm en het

onderwerp staan altijd naast elkaar

wat is de bijzin? -> de persoonsvorm en het onderwerp kunnen uit elkaar staan

benoemen van bijzinnen

- ontleden als een zinsdeel van de hoofdzin

- je ontleed de hoofdzin en je benoemt de bijzin als een onderdeel van de hoofdzin

- we kennen een aantal soorten bijzinnen: (onderwerpszin), lijdend voorwerpszin, meewerkend voorwerpszin, voorzetselvoorwerpszin/, v bijwoordelijke bijzin v

[1 scheidbaar samengesteld werkwoord]

- persoonsvorm gescheiden in de zin

{gezegde}

- infinitief

- voltooid deelwoord

[2 werkwoordelijke uitdrukkingen]

- vaste uitdrukking waar een werkwoord bij hoort

[3 wederkerend voornaamwoord]

- werkwoorden die het ‘zich’ bij zich hebben

lijdend voorwerp

- wie/wat + gezegde + onderwerp?

staat er een koppelwerkwoord in de zin?

ja -> [4 naamwoordelijk deel]

nee -> meewerkend voorwerp

[4 naamwoordelijk deel]

- wie/wat + gezegde + onderwerp?

Dit wil je ook lezen:

meewerkend

voorwerp

- (aan/voor) wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp/naamwoordelijk deel?

voorzetselvoorwerp/

- vaste voorzetsels zijn vast gekoppeld aan een werkwoord met een figuurlijke

betekenis

- een zinsdeel heet een voorzetselvoorwerp als het begint met een vast voorzetsel dat hoort bij het zelfstandig werkwoord in de zin

v bijwoordelijke bepaling v

- alle overige zinsdelen: een tijd, plaats, reden, hoedanigheid, oorzaak

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door k.