Hoofdletters
- Aan het begin van de zin
- Bij namen
- Bij woorden van namen afgeleid
- Pas op niet bij dagen maanden seizoenen windstreken
Komma
- Tussen twee persoonsvormen
- Tussen de delen van een opsomming
- Na een naam
- Na een uitroepteken aan het begin van de zin
- Voor voegwoorden( maar doordat nadat omdat tenzij terwijl want voordat zodat zodra)
- Pas op niet voor en
Punt
- Aan het einde van een gewone zin
Vraagteken
- Na een vraag
Uitroepteken
- Aan het eind van een zin om extra nadruk te geven
Dubbele punt
- Voor een toelichting of een aankondiging
Aanhalingstekens
- Voor en na een citaat( iets wat iemand zegt)
Laatste letter –d of –t? tegenwoordige tijd
- Als het woord geen pv is maak je het woord langer en schrijf je een d als je een d hoort en een t als je een t hoort
Laatste letter –d of –t? verleden tijd
- Wat je hoort schrijf je (maak het woord langer)
- Hoor je het niet dan gebruik je T (e)x f(o)kschaap
- Kijk naar het hele werkwoord laatste letter eindigt op één van de letters dan
- Ja = stam+ te
- Nee= stam+de
Laatste letter –d of –t ? geen pv
- Let op schrijf kort en eenvoudig
- Geen dubbele letters
Laatste letter –d of –t? bijvoegelijk naamwoord
- + e
Laatste letter –d of –t? voltooid deelwoord
- Ge/ver/ont +stam+d/t
Laatste letter –d of –t ? onvoltooid deelwoord
- Hele werkwoord+ d
Wat is een bijvoegelijk naamwoord
- Een bijvoeglijk naamwoord is een woord dat wordt gebruikt om een eigenschap van een zelfstandig naamwoord te benoemen.
Wat is een zelfstandig naamwoord
- Het zelfstandig naamwoord is de woordsoort die wordt gebruikt om in een uitspraak de personen of zaken aan te duiden waar de uitspraak betrekking op heeft.
Meervoud op –en
- -en achter het woord zetten
- Soms ook een letter verdubbelen
- A,e,o,u weghalen
- Van een –f een –v maken
- Van een –z een –s maken
- Woorden op –ee word –ën
- Woorden op –ie word –ën of n
Meervoud op –s
- Een –s achter het woord zetten
- Bij woorden op –a –o –u –i –y of een afkorting een ‘s
- Maar bij woorden met twee of meer van deze letters achter elkaar schrijf je de –s er achter
Engelse Leenwoorden
- Woorden die uit een andere taal komen
- Een in het Nederlands gebruikelijke samenstelling van Engelse woorden schrijf je als één woord
- Als het rechterdeel van de samenstelling een Engels voorzetsel is plaats je een koppelteken
- Sommige combinaties worden gezien als een woordgroep dan schrijf je delen los
De spelling van Franse leenwoorden
- In sommige Franse woorden schrijf je op een klinker een accent
- Een Frans woord dat gebruikelijk is geworden in het Nederlands verliest zijn accenttekens maar de accenten op de e blijven behouden als dat nodig is om de uitspraak aan tegeven
- In een woord dat nog als echt Frans wordt aangevoeld. Blijven alle accenten staan. Dat geldt vooral voor woordgroepen
Zo vervoeg je Engelse werkwoorden
- De stam van een Engels werkwoord maak je door –en van het woord te halen
- Als het woord in het Engels eindigt op een dubbele medeklinker schrijven we een enkele medeklinker tenzij dit een andere uitspraak oproept
Engelse zwakkewerkwoorden vervoegen
- In de tegenwoordige tijd schrijf je stam
- Of stam+t
- In de verleden tijd gebruik je het T (e)x foksch(aa)p
Woorden
Duitse
Lente
Roodbont
Pony’s
Groeven
Argeloze
Brandhout
Constant
Geestdrift
Gevecht
Jeugd
Keldermot
Klacht
Reislust
Slooppand
Stopnaald
Tegenwind
Vastgoed
Verband
Verbod
Verzetshaard
Visvangst
Voorkant
Waterkoud
Woest
Zandstrand
Alliteratie
Capituleren
Carrière
Categorie
Citaat
Commando’s
Guerrillastrijd
Interview
Medaille
Oeuvre
Offensief
Parafraseren
Redacteur
Airbags
Airconditioning
Back
Beautycase
Coach
Comedy’s
Country
Cruisecontrol
Diskjockey
Eyeliner
Games
Hardrock
Joystick
Keeper
Lay-up
Lipsticks
Nail polish
Shorts
Sneakers
Time-out
t-shirt
westerns
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden