Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Redekundig ontleden

Beoordeling 7.4
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 370 woorden
  • 15 februari 2013
  • 62 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
62 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Stap 1: Persoonsvorm

Stap 2: Onderwerp

 (wie/wat + gez)

 Stap 3: Werkwoordelijk/naamwoordelijk gezegde

We gaan nu op zoek naar het gezegde. Je hebt hiervan 2 soorten(wwg/ng)

Staat er een van de volgende werkwoorden in de zin?

Zijn, worden, blijven, schijnen, lijken, blijken, heten, dunken, voorkomen.

Het naamwoordelijk gezegde bestaat uit 2 delen: werkwoordelijk deel +naamwoordelijk deel.

  • Werkwoordelijk deel van het gezegde: kww of/en hww.
  • Naamwoordelijk deel van het gezegde: Naamwoord of een zinsdeel met een naamwoord.

 Stap 4: Lijdend voorwerp

(Wie/wat + gez + ow)

Stap 5:  Medewerkend voorwerp

Aan wie+ gezegde +ow +lv of voor wie+ gezegde+ ow+ lv

  • Kan met voorzetsel aan/voor beginnen, hoeft niet!
  • Als het niet met aan/voor begint moet het erin kunnen zetten of het kunnen weglaten anders is het geen mv!

Stap 6: Bijwoordelijke bepaling

  • Waar, wanneer, waarom, waardoor, waarmee, waarnaar, waaruit, hoe, hoeveel
  • Zinsdelen: wel, niet, toch zijn bwb’s!
  • Kunnen er meer dan 1 in 1 zin zijn!

Stap 7: Het voorzetselvoorwerp

  • Begint met een voorzetsel, het voorzetsel waar het vv mee begint, is een voorzetsel dat met het werkwoord in de zin is verbonden.
  • Je kan dit controleren door de er+ dat proef toe te passen. Je zet het woordje er voor het voorzetsels je probeert van de rest van het zinsdeel een zin te maken die met dat begint.

Voorbeeld: Mijn ouders rekenen erop, dat je komt

Stap 8: De bijvoeglijke bepaling

  • Vormt een ander deel van een ander zinsdeel, de bijvoeglijke bepaling zegt iets over het kernwoord(het belangrijkste woord in dat zinsdeel).

Voorbepaling

  • Meerdere mogelijk
  • Geen lidwoord
  • Geen voorzetsels

 Nabepaling

  • Altijd 1x
  • Vaak voor een woordgroep
  • Wel lidwoorden en voorzetsels!

 Stap 9: Verschil bijwoordelijke/bijvoeglijke bepaling

  • Bwb is een zinsdeel, je kan het zinsdeel dus voor de persoonsvorm plaatsen!
  • Bvb is geen apart zinsdeel, het vormt een deel van een ander zinsdeel. Je kunt het zinsdeel niet voor de persoonsvorm zetten, zonder dat de betekenis van de zin verandert!

Stap 10: De bijstelling

Is een soort bvb en is ook een deel van een ander zinsdeel.

  • Achter het kernwoord en noemt dezelfde zaak of persoon nogmaals, maar dan met andere woorden.
  • Staat altijd tussen komma’s.

Voorbeeld: de Batavia, het bekendste VOC-schip, werd in 1628 in A’dam gebouwd.

REACTIES

R.

R.

Hulp nodig bij het redekundig ontleden van een zin? Laat de zin ontleden door ontleedautomaat redekundig.nl.

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.