Nevenschikking en onderschikking.

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas havo/vwo | 206 woorden
  • 14 april 2013
  • 123 keer beoordeeld
Cijfer 6
123 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

Enkelvoudige zin: 1 persoonsvorm

Samengestelde zin: meer persoonsvormen

Nevenschikking:

- nevenschikkend voegwoord; en, maar, want, of

- gelijkwaardige delen

- je kunt de delen als zelfstandige zinnen opschrijven

- de volgorde van de zinsdelen is gelijk

Onderschikking

- onderschikkend voegwoord dit zijn er heel veel; als, terwijl, nadat, mits, zodra, etc.

- ongelijke delen

- je kunt de delen niet als zelfstandige zinnen opschrijven

- de volgorde van de zinsdelen is ongelijk

VB. Rob wil heel graag surfen, maar hij vindt het nu te koud.

Je kunt deze zin splitsen.

-Rob wil heel graag surfen.

-Hij vindt het nu te koud.

Zie je dat de PV en het onderwerp op dezelfde plaats staat?

Als je de zin kunt splitsen en de volgorde is hetzelfde, dan heb je een NEVENSCHIKKING. Je kunt dit ook zien aan het voegwoord maar.

VB. Het publiek begon te joelen, nadat de scheidsrechter de rode kaart liet zien.

Je kunt deze zin niet splitsen.

-Het publiek begon te joelen.

-De scheidsrechter de rode kaart liet zien. FOUT

Zie je dat de PV en het onderwerp niet op dezelfde plaats staat?

Als je een foute zin krijgt, dan heb je te maken met een ONDERSCHIKKING. Je kunt dit ook zien aan het voegwoord nadat.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.