Enkelvoudige zin: 1 persoonsvorm
Samengestelde zin: meer persoonsvormen
Nevenschikking:
- nevenschikkend voegwoord; en, maar, want, of
- gelijkwaardige delen
- je kunt de delen als zelfstandige zinnen opschrijven
- de volgorde van de zinsdelen is gelijk
Onderschikking
- onderschikkend voegwoord dit zijn er heel veel; als, terwijl, nadat, mits, zodra, etc.
- ongelijke delen
- je kunt de delen niet als zelfstandige zinnen opschrijven
- de volgorde van de zinsdelen is ongelijk
VB. Rob wil heel graag surfen, maar hij vindt het nu te koud.
Je kunt deze zin splitsen.
-Rob wil heel graag surfen.
-Hij vindt het nu te koud.
Zie je dat de PV en het onderwerp op dezelfde plaats staat?
Als je de zin kunt splitsen en de volgorde is hetzelfde, dan heb je een NEVENSCHIKKING. Je kunt dit ook zien aan het voegwoord maar.
VB. Het publiek begon te joelen, nadat de scheidsrechter de rode kaart liet zien.
Je kunt deze zin niet splitsen.
-Het publiek begon te joelen.
-De scheidsrechter de rode kaart liet zien. FOUT
Zie je dat de PV en het onderwerp niet op dezelfde plaats staat?
Als je een foute zin krijgt, dan heb je te maken met een ONDERSCHIKKING. Je kunt dit ook zien aan het voegwoord nadat.
REACTIES
1 seconde geleden