Nederlands formuleren – samenvatting.
§1.1 – de standaard fouten lijst
Dubbelop:
Onjuiste herhaling: als een vast voorzetsel ten onrechte twee keer word gebruikt.
Onjuist |
juist |
Op zo’n partij als het vlaams belang zou een mensenrechtenactivist niet op moeten stemmen. |
Op zo’n partij als het vlaams belang zou een mensenrechtenactivist niet moeten stemmen. |
Tautologie: hetzelfde word twee keer gezegd met verschillende woorden van dezelfde woordsoort.
Onjuist |
Juist |
Ik lees graag boeken over de toekomst van de samenleving, zoals bijvoorbeeld 1984 van george orwell en brave new world van aldous huxley. |
Ik lees graag boeken over de toekomst van de samenleving, zoals 1984 van george orwell en brave new world van aldous huxley. |
Pleonasme: een deel van de betekenis van een woord of woordgroep wordt nog eens door een ander woord uitgedrukt.
Onjuist |
Juist |
De aanwezige bezoekers kregen van de organisatie allemaal een aandenken. |
De bezoekers kregen van de organisatie allemaal een aandenken. |
Ik heb toestemming van de docent scheikunde om dit gevaarlijke proefje te mogen uitvoeren. |
Ik heb toestemming van de docent scheikunde om dit gevaarlijke proefje uit te voeren. |
De export van textiel naar het buitenland is dit jaar met twintig procent gegroeid. |
De export van textiel is dit jaar met twintig procent gegroeid. |
Contaminatie: als twee woorden of uitdrukkingen worden verward of ten onrechte worden vermengt.
Onjuist |
Juist |
Overnieuw |
Opnieuw, over |
Uitprinten |
Uitdraaien, printen |
Nachecken |
Nakijken, checken |
Als moeder zijnde besteed ik veel tijd aan de opvoeding van de kinderen. |
Als moeder besteed ik veel tijd aan de opvoeding van de kinderen. |
Dubbele ontkenning: in zinnen met woorden dat al een ontkennend karakter heeft wordt soms ten onrechte een tweede ontkenning toegevoegd.
Onjuist |
Juist |
De examenkandidaten deden veel moeite om te voorkomen dat er in hun profielwerkstuk geen spelfouten zouden staan. |
De examenkandidaten deden veel moeite om te voorkomen dat er in hun profielwerkstuk spelfouten zouden staan. |
Fouten met verwijswoorden:
onjuist verwijswoord: eerst het antecedent zoeken, daarna het correcte verwijswoord invullen.
Antecedent |
Pers. Vnw |
Bezitt. Vnw |
Aanw. Vnw |
Betr. vnw |
Mannelijk de woord |
Hij, hem |
Zijn, z’n |
Deze, die |
Die |
Vrouwelijk de woord |
Zij, ze (bij niet personen is het ze) |
Haar, d’r |
Deze, die |
Die |
Het woord (onzijdig) |
Het |
Zijn, z’n |
Dit, dat |
Dat |
Meervoudige znw |
Ow: zij, ze Lijdend vw: hen Na voorz: hen Meew, vw: hun |
Hun |
Deze, die |
die |
Onduidelijk verwijzen: soms wijst een verwijswoord terug naar iets wat niet in de tekst staat. (geen antecedent)
Onjuist |
Juist |
Natuurlijk is de natuurbescherming blijk met wildviaducten, omdat ze dan gemakkelijk van de ene kant van de snelweg naar de andere kant kunnen komen. |
Natuurlijk is natuurbescherming blij met wildviaducten, omdat het wild dan gemakkelijk van de ene kant van de snelweg naar de andere kant kan komen. |
Of; soms is er meer als één antecedent mogelijk.
Onjuist |
Juist |
Karianne zei tegen daniëlle dat ze haat blonde horen voor de presentatie bruin moest laten verven, omdat dat intelligenter stond. |
Karianne zei tegen danielle:’ik moet mijn blonde haren voor de presentatie bruin laten verven, want dat staat intelligenter’ |
Incongruentie: als een enkelvoudig onderwerp hoort bij een meervoudige persoonsworm en andersom.
Dit gebeurd als het onderwerp meervoudig lijk, maar enkelvoudig is.
Onjuist |
Juist |
De jeugd in de grote steden als Amsterdam, Utrecht en Den Haag hebben een schrijnend gebrek aan speelplaatsen en hangplekken. |
De jeugd in de grote steen als Amsterdam, Utrecht en Den Haag heeft een schrijnend gebrek aan speelplaatsen en hangplekken. |
Of, als persoonsvorm en het onderwerp ver uit elkaar staan.
Onjuist |
Juist |
Eneco verwacht dat het gebruik van gas, water en elektriciteit de komende jaren bij de meeste huishoudens alleen maar verder zullen toenemen. |
Eneco verwacht dat het gebruik van gas, water en elektriciteit de komende jaren bij de meeste huishoudens alleen maar verder zal toenemen. |
Dat/als constructie: een bijzin met voorwaarde begint met als of wanneer. Als de bijzin niet achteraan de zin staat ontstaat deze constructie. Vermijd die door ‘volgens mij’ in de zin te gebruiken.
Onjuist |
Juist |
Daarom vin ik dat als films schokkende beelden bevatten of vormen van ernstig geweld, ze niet voor 10 uur moeten worden uitgezonden. |
Daarom vind ik dat films niet voor 10 uur moeten worden uitgezonden, als ze schokkende beelden bevatten of vormen van ernstig geweld. |
Foutieve samentrekking: een samentrekking is weglating. Het gebeurd bij woorddelen (voor- en nadelen), bij woorden (korte… en lange broeken) en bij zinsdelen (jan koopt een cd … en piet een hond). Als je zinnen aan elkaar plakt met en of maar mag je de delen die hetzelfde zijn in de tweede zin weglaten. Maar dat mag alleen als:
- De betekenis hetzelfde is
- De vorm (bijv. enkelvoud/meervoud) hetzelfde is
- De grammaticale functie (ow/lv etc.) hetzelfde is.
Foute zin |
Waarom fout? |
De herderinnetjes hielden en kudde en (..) van ieder schaap. |
Hielden betekend in stand houden en verzorgen dus het mocht niet weggelaten worden in deze zin. (betekenis) |
Het vervallen huis werd afgebroken en de oude schuren (…) gesloopt. |
Werd is enkelfout maar bij oude schuren moet meervoud dus mocht het niet weggelaten worden (vorm) |
De computer is stuk en (…) dus naar de reparateur gebracht. |
In de eerste zin is is een koppelwerkwoord en in de tweede zin een persoonsvorm van een werkwoordelijk gezegde. Mocht dus niet weggelaten worden (gramm func) |
Foutieve beknopte bijzin: er staat geen persoonsvorm in en ook geen onderwerp, maar je kunt wel ‘invullen’ in je gedachte wat het onderwerp moet zijn. Het ‘denkbeeldige’ onderwerp van de beknopte bijzin moet hetzelfde zijn als het onderwerp van de hoofdzin. Je kunt ze verbeteren door van de beknopte bijzin een gewone zin met een persoonsvorm en onderwerp te maken of de onderwerpen van beide zinnen gelijk maken. Je hebt drie soorten;
- Met een voltooid deelwoord
- Met een onvoltooid deelwoord
- Met te + hele werkwoord
Onjuist |
Juist |
|
od |
[bij het theater aangekomen] was de voorstelling (ow) al begonnen. |
[bij het theater aangekomen] stelden we (ow) vast dat de voorstelling al begonnen was. |
vd |
[fietsend op de veluwe] dwaalden erins ogen (ow) af naar de grazende herten tussen de bomen. |
[fietsend op de veluwe] zag erin (ow) grazende herten tussen de bomen. |
te + ww |
[na drie uur overlegd te hebben] ging de staking (ow) bij philips uiteindelijk niet door. |
[na drie uur overlegt te hebben] zagen de philipswerknemers (ow) af van een staking. |
Losstaande zinsgedeelte: bijwoordelijke zinnen zijn zinsdeel binnen een grotere zin en mogen niet losstaan van de zin waarin ze horen.
Onjuist |
Juist |
Iedere arts zal je adviseren om in de winter niet zonder jas naar buiten te gaan. Omdat je dan snel een verkoudheid oploopt en misschien wel griep krijgt. |
Iedere arts zal je adviseren om in de winter niet zonder jas naar buiten te gaan, omdat je dan snel een verkoudheid oploop en misschien wel griep krijgt. |
Onjuiste inversie: als het onderwerp achter de persoonsvorm staat.
Onjuist |
Juist |
[van de nieuwe directeur kreeg (pv) jansen (ow) ontslag] en zat (pv) hij (ow) bijna een half jaar zonder werk |
[van de nieuwe directeur kreeg (pv) jansen (ow) ontslag] en [hij (ow) zat (pv) bijna een half jaar zonder werk] |
Geen symmetrie: als je opsommingen gebruikt moeten de delen van dezelfde orde zijn.
Onjuist |
Juist |
Karin heeft dit baantje (a) om werkervaring op te doen en (b) voor het geld. (beknopte bijzin + woordgroep) |
Karin heeft dit baantje (a) om werkervaring op te doen en (b) om geld te verdienen (twee x beknopte bijzin) |
OF: |
Karin heeft dit baantje (a) voor de werkervaring en (b) voor het geld (twee x een woordgroep) |
§2.2 –aanwijzingen voor woordgebruik.
Gebruik geen lange woorden
Niet |
Wel |
Arbeidsongeschiktenverzekering |
Verzekering voor arbeidsongeschikten |
Geneesmiddelenvergoedingssysteem |
Systeem voor de vergoeding van geneesmiddelen |
Schrijf geen ‘moeilijke’ woorden over, zoek eenvoudige woorden of synoniemen.
Niet |
Wel |
Artificieel |
Kunstmatig |
Exceptioneel |
uitzonderlijk |
Vermijd deftige/formele woorden
Niet |
Wel |
Nochtans |
Toch |
Teneinde |
Om te |
Schrijf alleen afkortingen van woorden die je ook uitspreekt als afkorting.
Niet |
Wel |
Enz. |
Enzovoort |
Bijv. |
Bijvoorbeeld |
Eerder een synoniem als een verwijswoord gebruiken.
Niet de hele tijd hetzelfde woord gebruiken (herhalen).
§2.3 – aanwijzingen voor de zinsbouw.
- Formuleer korte zinnen (dus gebruik niet meer als 20 woorden per zin, knip lange zinnen in stukken maar zorg ervoor dat je geen zinsdelen in aparte zinnen zet).
- Zet woorden die bij elkaar horen zo dicht mogelijk bij elkaar.
Niet |
Wel |
Door de meeste vliegtuigmaatschappijen aan de klant in rekening gebrachte brandstoftoeslag is de laatste jaren door de snel stijgende olieprijzen snel opgelopen. |
De brandstoftoeslag, die door de meeste vliegtuigmaatschappijen aan de klant in rekening word gebracht, is de laatste jaren door de snel stijgende olieprijzen snel opgelopen. |
- Werkwoorden van de zijn zo dicht mogelijk bij elkaar
Niet |
Wel |
In deze tabel worden de groeicijfers van de geneesmiddelenverkoop door de farmaceutische industrie weergegeven. |
In deze tabel worden de groeicijfers weergegeven van de geneesmiddelenverkoop door de farmaceutische industrie. |
- Zet zinsdelen die bij elkaar horen naast elkaar, dus ow naast pv.
- Gebruik liever hoofdzinnen als bijzinnen (in bijzinnen staan ow en pv vaak niet bij elkaar).
Niet |
Wel |
We gaan met het vliegtuig op vakantie, omdat we op die manier al binnen een paar uur lekker in de zon op het italiaanse strand zitten. |
We gaan met het vliegtuig op vakantie, want op die manier zitten we al binnen een paar uur lekker in de zon op het italiaanse strand. |
- Zet bijwoordelijke bijzinnen van voorwaarde achteraan in de zin, bij de zinsdelen waar de bepaling bij hoort.
Niet |
Wel |
Als de trainer onze beste aanvaller had opgesteld, denk ik dat ons elftal meer kans op de overwinning zou hebben gehad. |
Ik denk dat ons elftal meer kans op de overwinning zou hebben gehad, als de trainer onze beste aanvaller had opgesteld. |
- Gebruik zoveel mogelijk actieve zinnen (die zijn duidelijker, dus vermijd de lijdende vorm met ‘worden’).
Niet |
Wel |
Door de voorzitter werd op de vergadering de nodige informatie verstrekt over de constante situatie (passief) |
De voorzitten verstrekte op de vergadering de nodige informatie over de constante situatie. (actief) |
- Gebruik geen naamwoordstijlen (werkwoorden die omgebouwd zijn tot zelfstandige naamwoorden)
Niet |
Wel |
Door het vroegtijdig treffen van de juiste maatregelen kunt u de afzetting van kalkdeeltjes op uw kranen en leidingen eenvoudig voorkomen. |
Als u vroegtijdig de juiste maatregelen treft kunt u eenvoudig voorkomen dat zich kalkdeeltjes afzetten op uw kranen en leidingen. |
§3.1 – uitdrukkingen.
Een uitdrukking is een zinsnede met een figuurlijke betekenis. Er zijn 4 soorten uitdrukkingen:
- Met twee synoniemen (tautologie) à die opmerking van jou raakt kant nog wal
- Met twee tegenstellingen (antithese) à vriend en vijand was blij dat de gijzelaar werd vrijgelaten.
- Met beginrijm (alliteratie) à in de berging stonden alle stoelen schots en scheef door elkaar.
- Met eindrijm à tegen heug en meug aten de leerlingen de typische tjechische gerechten.
uitdrukkingen |
Betekenis |
Bij tijd en wijle |
Zo nu en dan |
Gepokt en gemazeld |
Zeer ervaren |
Have en gied |
Bezittingen |
In eer en geweten |
Fatsoenlijk/correct |
In kannen en kruiken |
Voor elkaar/af/gereed |
Met angst en beven |
Erg bang |
Met hangen en wurgen |
Met zeer veel moeite |
Pais en vree |
Vrezig/afwezigheid van ruzie |
Schering en inslag |
Vaak voorkomend |
Te hooi en te gras |
Op ongeregelde tijden |
Van alle rangen en standen |
Van alle maatschappelijke niveaus |
Van haver tot gort |
Door en door |
Van heinde en verre |
Van overal/van ver weg |
Van toeten noch blazen weten |
Volkomen onkundig zijn/van niets weten |
Voor galg en rad |
Misdadig |
Allitererende uitdrukkingen |
Betekenis |
Als het puntje bij het paaltje komt |
Als het erop aan komt |
Door schade en schande |
Als gevolg van nadeel of verlies |
Kommer en kwel |
Hopeloze ellende/negatief |
Met macht en man |
Zo krachtig mogelijk |
Op stel en sprong |
Onmiddellijk |
Paal en perk stellen |
Binnen de grenzen houden |
Taal noch teken |
Geen enkel bericht |
Vlees noch vis |
Het een noch het ander |
Wikken en wegen |
Zorgvuldig nadenken |
Willens en wetens |
Opzettelijk en bewust |
Rijmende uitdrukking |
Betekenis |
Alles op haren en snaren zetten |
Alles op alles zetten/hemel en aarde bewegen |
De tering naar de nering zetten |
De uitgaven in overeenstemming houden met de inkomsten |
Een aardje naar zijn vaartje hebben |
De eigenschappen van zijn vader bezitten |
Handel en wandel |
Gedrag |
Heg noch steg (weten) |
Geen idee hebben waar je bent |
In geuren en kleuren vertellen |
Iets levendig en uitvoerig vertekllen |
Reilen en zeilen |
De gang van zaken |
Steen en been klagen |
Ontzettend klagen |
Van de hand in de tand leven |
Onbezorgd leven zonder sparen |
Wijd en zijd bekend |
Overal bekend |
Uitdrukkingen oefening 5 |
Betekenis |
De barricades opengaan |
In opstand komen |
De eerste viool spelen |
Altijd op de voorgrond staan |
Een boekje opendoen |
Overal bekendmaken |
Een slag om de arm houden |
Een voorbehoud maken |
Het klappen van de zweep kennen |
Zeer ervaren |
Iets in de melk te brokkelen hebben |
Medezeggenschap hebben |
Op alle slakken zout leggen |
Over alle kleine mankementen mopperen |
Pappen en nathouden |
Slappe maatregelen |
Uit de school klappen |
Gevoelige informatie doorspelen |
Zijn snor drukken |
Er tussenuit knijpen |
Buiten de waard rekenen |
Kansen verkeerd inschatten |
De handdoek in de ring werpen |
Verzet opgeven |
Een wolf in schaapskleren |
Leek een vriendelijk man, was een schurkachtig type (etc) |
Het voortouw nemen |
Het initiatief nemen |
Hoog van de toren blazen |
Praatjes hebben |
In de doofpot stoppen |
Stil houden |
Jan rap en zijn maat |
Het gewone volk |
Op de spits drijven |
Op scherp zetten |
Ruggespraak houden |
Overleggen |
Zich op glad ijs begeven |
Veel risico nemen |
Uitdrukkingen oefening 6 |
Betekenis |
De koe bij de horens vatten |
De zaak flink aanpakken |
De kool en de geit willen sparen |
Partijen met tegengestelde belangen beide tevreden willen stellen |
De lat hoog leggen |
Hoge eisen stellen |
De vingen aan de pols houden |
De verloop van de zaak in de gaten houden |
De vuile was buiten hangen |
Het interne probleem van (familie/bedrijf) aan buitenstaanders mededelen |
Een scheve schaats rijden |
Zich onfatsoenlijk gedragen |
Iemand het vuur aan de schenen leggen |
Iemand scherp ondervragen/moeilijk maken |
Op de lange baan schuiven |
Uitstellen |
In iemands vaarwater komen |
Iemand verhinderen door je met zijn zaken te bemoeien |
Kwaad bloed zetten |
Verbittering veroorzaken |
Met iemand in de clinch liggen |
Met iemand ruzie hebben |
Pas op de plaats maken |
Geen veranderingen doorvoeren |
Heel wat voeten in de aarde hebben |
Veel moeite kosten |
Voor iemand in de bres springen |
Voor een ander opkomen |
Zijn kruid verschoten hebben |
Te snel al je mogelijkheden verbruikt hebben |
§3.2 – beeldspraak
Het is een vorm van figuurlijk taalgebruik. Je hebt er twee vormen van. De een berust op een overeenkomst tussen het beeld en iets uit de werkelijkheid, de andere is er geen sprake van overeekomst maar van een andere relatie bijvoorbeeld een opvallend kenmerk.
Beeldspraak die berust op overeenkomst.
Vergelijking (iets uit de werkelijkheid beschrijven naast het beeld dat hij daarvoor bedacht heeft).
- Het buikje van de peuter was zo rond als een tonnetje
Asyndetische vergelijking (wanneer je het verbindingswoord weglaat, alleen het beeld en object blijven over).
- Het nieuwe schoolgebouw, immers een glazen labyrint, wekte bij docent lodesteyn enkele ergernis op (de weg is er niet te vinden).
Metafoor (als je het verbindingswoord en object weglaat dan blijft alleen het beeld over. De lezer zelf moet het object bedenken waarnaar het beeld verwijst).
- De openbare aanklagers draaiden met hun slimme vragen de verdachte de duimschroeven aan en legden hem op de pijnbank.
Personificatie (een levenloze zaak word als levens (menselijk) voorgesteld.
- De lentewind streelde het wateroppervlak en kuste de twijgen van het lover.
Allorgie (een reeks van bij elkaar horende metaforen)
- In onze tijd heerst het nieuwe klimaatgeloof … een ware zondeval … een ketter … ziel … duivel … ze preken … hel en verdoemenis als ware discipelen van hun nieuwe messias.
Synesthesie (waarnemingen van twee verschillende zintuigen met elkaar gecombineert).
- Hij droeg de gedichten voor met een donkerbruine stem (gezicht en gehoor)
- Ze werd gehaat om haar scherpe opmerkingen (gevoel en gehoor)
Beeldspraak zonder vergelijking (zonder overeenkomst).
Dit noem je metonymia, er is geen sprake van overeenkomst tussen beeld en werkelijkheid maar er is wel een ander verband. Vaak is dat een opvallende eigenschap of een kenmerk.
Je noemt een deel in plaats van het geheel.
- Op de researchafdeling werken alleen maar knappe koppen (koppen à mensen)
Je noemt het geheel in plaats van het deel.
- Nederland word als sinds eind jaren negentig elk jaarkampioen (nederland à het team)
Je noemt het materiaal in plaats van het product dat daarvan gemaakt is
- Tegenwoordig brengen steeds meer artiesten hun muziek weer op vinyl uit (vinyl à lp)
Je noemt de maker van het product in plaats van het product zelf
- Wat vind je van de nieuwe justin timberlake ? (zanger à liedje word bedoeld)
Je noemt een stuk serviesgoed in plaats van wat erop zit/ligt (het voedsel/drinken)
- Neem toch nog een bakje, meid
Je noemt de merknaam of productieplaats in plaats van het product.
- Ober, mag ik een spa
- Met die parker schrijf ik een stuk netter dan met een goedkope balpen.
Vaste vergelijkingen |
|
Zo blij als een kind |
Zo zat als een maleier |
Roken als een ketter |
Vloeken als een ketellapper |
Zo oud als een methusalem |
Zo arm als job |
Drinken als een tempelier |
Zo wijs als salamo |
Zo brutaal als de beul |
Praten als brugman |
Eten als een bootwerker |
Leven als een prins |
Gillen als een speenvarken |
Als twee kemphanen tegenover elkaar |
Zo fris als een hoentje |
Als een olifant door de porseleinkast |
Haringen in een ton |
Als een luis op een zeer hoofd |
Een feniks uit de as herrezen |
Zo ziek als een hond |
Met als die ruzies leven jullie als kat en hond |
Zweten als een otter |
Trots als een pauw |
Rood als een kreeft |
Mager als een lat |
Slaan als een tang op een varken |
Zo stijf als een plank |
Brandden als een fakkel |
Zo slap als een vaatdoek |
Zo oud als de weg naar rome |
Loopt als een trein |
Zwijgen als het graf |
Handen als kolenschoppen |
Uiteenspatten als een zeepbel |
Geheugen als een zeef |
Zo helder als koffiedik |
Groeien als kool |
Als paddestoelen uit de grond |
Beven als een rietje |
Groen als gras |
Zo rot als een mispel |
Rood als een biet |
§3.3 – stijlfiguren
een stijlfiguur is een vaste vorm van zeggen met het gebruik van zo’n stijlfiguur benadruk je de inhoud van je mededeling, maar welke nadruk je geeft hangt af van de gekozen vorm.
# Lichter uitdrukken;
Eufemisme (verzachtende uitdrukking, je vermijd termen die hard klinken/bang grof over te komen/taboesfeer).
- Helaas moeten we uw kat laten inslapen
Understatement (grote zaken als minder ernstig voor te stellen/ zelfspot)
- De nederlandse ambassadeur heeft een nieuw optrekje, het korstte 1.1 miljoeneuro en is 4000 vierkante meter. Eindelijk hebben we wat bewegingsvrijheid.
Litotes (je beweert iets door het tegendeel te ontkennen/afbreuk grootheid van de zaak)
- Dat ziet er niet zo best uit
Ironie (milde vorm van spot/ tegenovergestelde van wat gezegd word)
- Ik kijk graag naar die urenlange analyses van voetbalwedstrijden door die intelligente voetbalfilosofen. Ja ze zijn briljant. Meestal hebben ze ook een andere wedstrijd gezien dan jij als argeloze kijker. Dacht jij een leuk duel gezien te hebben, blijkt er niets aan te zijn geweest. Toch goed dat je erop gewezen word.
# Zwaarder uitdrukken;
Hyperbool (zware overdrijving)
- In een oogwenk was de dief er met de buit vandoor gegaan.
# Iets extra nadruk geven;
Prolepsis (een zinsdeel/woord dat de nadruk moet hebben word uit de eigenlijke zin gehaald en vooropgezet)
- Die ellendeling, ik hoop dat ik hem nooit meer tegenkom.
Anticipatie (de zaak die je wilt bespreken eerst met verwijswoorden aanduiden en dan noemen/spanning opbouwen)
- Iedere ouder weet het, maar veel te weinig ouders handelen ernaar; bij de opvoeding is het belangrijk heldere regels te formuleren en overtreders aan te pakken.
Repetitio (je herhaalt hetzelfde woord om er aandacht op te vestigen)
- Potje met vet of potje met spread? Heinz sandwich spread. Lekker fris, lekker anders, lekker licht.
Tautologie (een begrip word herhaald maar niet door hetzelfde woord, door een synoniem)
- Alles achter slot en grendel doen.
- Eenzaam en verlaten stond de oude schaapskooi in het stille, winterse landschap.
Pleonasme (een eigenschap die al aanwezig is word extra benadrukt)
- Een rode bloedplas verraadde nog de plek waar de gewonde soldaat gelegen had
Enumeratie (een opsomming met veel elementen achter elkaar)
- Nablijven? Deze ruimte is alleen toegankelijk voor snoodaards, vlegels, doerakken, belhamels en bengels.
Opsomming in drieën (drie woorden in opsomming)
- Tijdens festiviteiten hangt de hele stad vol met affiches, leuzen en spandoeken.
Climax (de elementen van de opsomming nemen in sterkte toe)
- Dat word vanavond weer lachen, gieren, brullen met youp van t’hek in het theater.
Omgekeerde climax (de elementen/woorden van de opsomming nemen in sterkte af)
- Geen dag, geen uur, geen minuut, zelfs geen seconde kon hij nog wacht.
Antithese (een tegenstelling)
- Stof verdwijnt, waar swiffer verschijnt.
Chiasme (een kruisstelling, je herhaalt op een speciale manier een begrip. Als je de woorden van een chiasme onder elkaar zou zetten dan krijg je een kruis verbinding)
- … de enige rennende schrijver of schrijvende renner.
# Middelen om de lezer aan het denken te zetten;
Paradox (een schijnbare tegenstelling. De bewering lijkt niet kloppend/vreemd maar na langer denken zie je de waarheid ervan in, en dus de logica)
- De nieuwe smart. Dat kon je verwachten: iets onverwachts.
Retorische vraag (een vraag die eigenlijk een mededeling is, je verwacht er geen antwoord op)
- Het fenomeen bestseller blijft ietwat raadselachtig. Wie kon er voorspellen dat van dit boek 40000 exemplaren verkocht zouden worden?
# Een middel om een grappig effect te bereiken;
woordspeling (een taalgrapje, in een woord krijg je twee betekenissen)
- Bijzondergoed
- Wie met bob stapt, hoeft nooit te lopen.
# een middel om een geleerde indruk te maken:
Allusie (een verwijzing naar bekend veronderstelde personen/gebeurtenissen/teksten) je toont dat je wat weet van literatuur, kunst, sport of politiek à mens ziet je als autoriteit
- Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie heeft de mooiste telefoon van het land?
Maar de gewone man gelooft nu graag dat er meer is tussen
REACTIES
1 seconde geleden