Nederlands moeilijke dictee woorden H.1
De spelling van het voltooid deelwoord
• Het aangebraden vlees
• De aangeslibde zeeklei
• Het bedeesde kind
• De beruchtste misdadiger
• De dichtstbijzijnde brievenbus
• Ergerlijke vernielingen
• Gedachteloos voor zich uit staren
• De gepeste klasgenoot
• De gezamenlijke maaltijd
• Het granieten aanrechtblad
• Loden kogels
• Een sterreloze hemel
• De te verlichten steeg
• De verlote prijzen
• De te verzachten pijn
• Een zijden das
Sneldictee
• acupuncturist
• auto-immuunsysteem
• besproeiingsinstallaties
• cholera-epidemieën
• dagblad de Telegraaf
• de Opeldealer
• een sociaaldemocratisch Kamerlid
• elektronicazaak
• Griekse gerechten
• Henry J. de Wit
• het Leger des Heils
• in de middeleeuwen
• mevrouw C. Kaandorp-van Steen
• Middellandse Zeeklimaat
• milieueffectrapportage
• mozaïekvloer
• passagiersaccommodatie
• personeelschef
• ’s Middags was het zonnig
• tweede paasdag
Overige woorden taalschat
• amputeren
• evalueren
• evangeliseren
• innoveren
• inventariseren
• liberaliseren
• professionaliseren
• promoveren
• authentieke
• monumentale
• nostalgie
• bedevaart
• idealiter
• diversiteit
• exploratie
• gemeengoed
• impuls
• intrinsieke
• nihil
• omissie
• paradoxaal
• particuliere initiatieven
• prototype
Uitleg spelling van het bijvoeglijk naamwoord
• Een bijvoeglijk naamwoord moet altijd zo kort mogelijk gespeld worden tenzij:
- Het bijvoeglijk naamwoord is afgeleid van een voltooid deelwoord, je spelt het bijvoeglijk naamwoord dan net als het voltooid deelwoord. Bv. Het verbrede fietspad(van verbreden), de verplichte zorgverzekering (van verplichten)
- Het een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is, je schrijft het dan met –en. Bv. het katoenen overhemd, de zijden sjaal.
- Het een bijvoeglijk naamwoord na –te is. Je schrijft dan het hele werkwoord. Bv. de te verwachten drukte, de te vergoeden onkosten.
Uitleg spelling van de drie werkwoordsvormen
• Is het een persoonsvorm? Is het tegenwoordige tijd of verleden tijd?
- Tegenwoordige tijd; gebruik de ik-vorm bij ik, je/jij achter de persoonsvorm en bij de gebiedende wijs. Bij jij (afgeleid van je), u, hij, zij (afgeleid van ze) en het gebruik je ik-vorm + t.
- Verleden tijd; als je niet kunt horen hoe het schrijft kan ’t kofschip gebruiken. Dat werkt als volgt als de stam op t, k, f, s, ch of p eindigt wordt het ik-vorm + t(en) anders wordt het ik-vorm +d(en)
• Is het een voltooid deelwoord?
- Als je in de verleden tijd t(en) schrijft of hoort is de laatste letter een –t. Als je in de verleden tijd d(en) schrijft of hoort is de laatste letter een –d.
• Is het een infinitief?
- Je schrijft het woord zoals het in een woordenboek staat.
REACTIES
1 seconde geleden