Samenvatting Laagland module 1 & 2 , pijler 1 t/m 4
Lees motivaties verschillen van persoon; je hebt verschillende redenen om te lezen:
- Lezen om je te ontspannen
- Lezen om informatie te krijgen, om kennis op te doen, om iets te leren.
- Lezen om kennis te maken met andere mensen, hun problemen, hun ideeën en meningen.
- Lezen om te genieten van mooie, kunstige vorm, van het boek als kunstwerk
Over een verhaal heb je verwachtingen, door die verwachtingen heb je een bepaalde leeshouding.
Sommige titels roepen verwachtingen op van een spannend verhaal andere van een romantisch verhaal.
Flaptekst – is de tekst op de achterkant
Omslag – kaft
Informatie van anderen over literaire boeken voor jou om een keuze te maken uit het enorme aanbod.
Plekken in het verhaal die vragen oproepen, noemen we open plekken, het zijn nog niet ingevulde stukken van het verhaal.
Schrijvers maken ook bewust gebruik van open plekken om de lezers nieuwsgierig te maken na de rest van het verhaal, op die manier wordt de lezer geboeid en beinvloed, open plekken sturen de lezer.
Door open plekken krijgt de lezer noodzakelijke achtergrondinformatie.
Open plekken kunnen op verschillende manieren door de lezer worden ingevuld:
- ze worden vrij snel ingevuld
- ze worden na lange tijd ingevuld
- soms worden ze helemaal niet ingevuld.
Elke onbeantwoorde vraag veroorzaakt spanning – hoe langer het antwoord uitblijft hoe groter de spanning wordt.
Spanning ontstaat door achterhouden van informatie en door die tijd te verlengen.
Wekken van vermoedens is een ander heel belangrijke truc voor het vasthouden van de spanning is het wekken van onjuiste vermoedens.
Dwaalsporen: veel van die vermoedens in het verhaal zijn dwaalsporen. Je wordt als lezer op het verkeerde been gezet. Later blijkt de situatie andes te zijn en dat vind je verassend. Je vermoedens blijkt niet juist niet te zijn.
Manupilatietechnieken: Het gebruiken van trucs noemen we het manipuleren van de lezer : het beinvloeden in een bepaalde richting.
De trucs van het achterhouden van informatie of het wekken van vermoedens zijn zulke manipulatietechnieken.
Om de spanning in het verhaal te verhogen gebruiken schrijvers – naast de 3 genoemde – ook nog de volgende trucs of manipultietechnieken.
- een vooruitwijzing inlassen: er staat iets te gebeuren, maar het verhaal gaat niet verder; er wordt iets verteld wat verder in het verhaal gebeurt.
- Vertraging: het verhaal is op het punt gekomen dat je antwoord krijgt op een vraag, maar er worden nu allerlei dingen verteld die het geven van antwoorden vertragen.
- Op een andere verhaallijn overschakelen: net als je achter een antwoord dreigt te komen, schakelt het verhaal over naar heel andere gebeurtenissen.
De vooruitwijzing is een open plek, maakt de lezer nieuwsgierig en verhoogt de spanning.
Spanningsbogen: is de tijd die tussen de open plek en het antwoord in zit.
Roman: Een roman heeft een behoorlijke omvang ( meestal meer dan 100 blz) en beschrijft vrij uitgebreid de lotgevallen van een hoofdpersonage. Aan diens gedachten en gevoelens wordt meestal veel aandacht besteed. Ook komen er meestal flink wat bijfiguren in voor. De roman beschrijft de relaties tussen de personages vrij uitvoerig.
Novelle: een novelle is korter dan een roman ( vaak zon 80 tot 100 blz ) en kan daardoor het hoofdpersonage maar beperkt uitwerken. Het aantal gebeurtenissen is minder groot dan bij een roman en de hoeveelheid bijpersonen is ook gering.
Kort verhaal: een kort verhaal bestaat meestal niet meer dan 30 blz. En een beperkt gezicht tot een of enkele gebeurtenissen, de hoofdpersoon kan maar beperkt uitgewerkt worden, het aantal bijfiguren is gering vaak maar een.
Proza bedoelen we teksten waarin een verhaal wordt verteld bv romans en korte verhalen.
Poezie verstaan we gedichten, liedjes. Deze tekstsoort is meteen te herkennen aan de hoeveelheid wit op de blz.
We hebben 3 soorten personages: held, helper en tegenstander.
REACTIES
1 seconde geleden