Module 1 en 2

Beoordeling 5.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 438 woorden
  • 19 januari 2005
  • 15 keer beoordeeld
Cijfer 5.6
15 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
Maak kans op 50 euro Bol.com tegoed 💜

Scholieren.com wil weten hoe school écht is voor jou. Vul de vragenlijst in (7 - 10 min) en laat weten wat er beter kan. Wij luisteren — en je maakt kans op 50 euro 💶

Doe mee
Samenvatting Nederlands KVW module 1 en 2 Toetsweek Periode 1 VWO4

Interpreteren: Het ontvangen/begrijpen van een boodschap naar de ontvanger
Communicatie model: Volgens het communicatiemodel gaat het als volgt
Zender(idee1)„³ boodschap„³ ontvanger (idee2)
Communicatiestoornis/ruis Wanneer een boodschap niet overkomt als bedoelt is of hij reageert anders dan de bedoeling is.
Verbale communicatie: Er vindt communicatie plaats door middel van concrete woorden
Non verbale communicatie: Er vindt communicatie plaats zonder woorden.
Directe communicatie: de ontvanger en zender staan direct met elkaar in contact.
Feedback: een non-verbale reactie van een ontvanger.
Indirecte communicatie: De ontvanger reageert niet direct(bij een brief bijvoorbeeld).
Interactief: Wanneer ontvangers invloed kunnen hebben op bijvoorbeeld een tv programma of radio
4 manieren van communicatie: - schrijven - luisteren
- spreken - lezen
Presentatie of monoloog: Een zender is enige tijd alleen aan het woord. De informatie gaat dus dan een kant op.
Dialoog: Eigenlijk gewoon een gesprek.
Polyloog: een groepsgesprek
Globaal lezen: Je gaat er ff snel overheen
Intensief lezen: Wat beter lezen. Je gaat iets meer op de tekst in.
Kritisch lezen: Heel goed lezen, je zoekt naar achtergronden, betrouwbaarheid enz.
Conceptualisering Door het opschrijven zet je je eigen gedachten en menig geordender neer.
Documentatieve functie: Iets schrijven om het vast te leggen.
Metafoor: Een vervangend woord voor het bedoelde (Die hark, die stijve man)
Personificatie: Voorwerpen worden persoonlijk gemaakt(die motor snort tevreden)
Metonymie Zoals metafoor, maar dan meer met het bedoelde te maken (rookte een havana)
Hyperbool: Een overdreven uitspraak(dan sta je hier met Sinterklaas nog)
Eufinisme: een verzachtende uitspraak (drugsgebruikers)
Litotes: het tegenovergestelde ontkennen (is niet vies)
Antithese: een tegenoverstelling in een zin (ik ben wel goed maar niet gek)
Paradox: schijnbare tegenoverstelling (velen eersten zullen de laatsten zijn)
Climax: een opeenvolging van sterkere uitdrukkingen.
Elliptische zin: woorden in een zin weglaten om de kern van de uitspraak naar voren te laten komen.
INFORMATIEVE DOEL
Informeren: De zender kaart alleen maar feiten aan.
Uiteenzetten: De zender legt zijn aangekaarte feiten uit.
PERSUASIEVE DOEL
Beschouwen: De zender wil de ontvanger aan het denken zetten door mede zijn mening naast die van anderen te zetten.
Betogen: De zender doet een beroep op het verstand van de ontvanger. Hij wil ook de ontvanger overtuigen van zijn mening.
Activeren: De zender wil de ontvanger aanzetten om iets te gaan doen.
Expressieve doel: De zender wil de ontvanger meenemen in zijn/haar gevoelens (bijv. geschokt of verbaasd)
Diverterende doel: De zender wil de ontvanger puur en alleen maar vermaken.

“stappenplan”
1. stof vinden
2. plannen
3. formuleren
4. herschrijven

Textpatronen: - typering - opsommend
- Ontwikkeling - vergelijking
- Verklaring - tegenstelling
- Probleemoplossing - voorwaarde
- Argumentatie - beperking

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.