Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Module 1

Beoordeling 4.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 513 woorden
  • 15 februari 2009
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 4.3
6 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
module 1 Kiliaan leest

tekstdoelen:

informatief:
à informeren : feitelijke zaken opsommen (bijv nieuwsbericht, logboek, sollicitatiebrief, zakelijk verslag, notulen, biografie)
à uiteenzetten: feiten geven en daarbij toevoegingen of uitleg (bijv handleiding, spelregels, verhandeling, referaat, historisch overzicht.

persuasief:
à beschouwen: zet de ontvanger aan het denken, verschijnselen verklaren, situaties analyseren, ontwikkelingen interpreteren, verschillende kanten belichten (bijv beschouwing, achtergrondartikel, ingezonden brief, column)
à betogen: mening geven over situatie of gebeurtenis, met de bedoeling dat de ontvanger de mening overneemt. argumenten, tegenargumenten. (bijv betoog, ingezonden brief, verdediging in een debat, redactioneel commentaar)

-> pleidooi: betoog van iemand die als verdediger van iets optreedt of iets gedaan probeert te krijgen (sterk overtuigend dus)
à activeren: beroep doen op verstand en gevoel van de ontvanger. motiveren om in actie te komen.(bijv pamflet, open brief, reclametekst, recensie)

expressief:
= deelgenoot maken van zijn gevoelens (bijv column met vooral gevoelens, gedicht, liedtekst, cabarettekst)

diverterend:
= ontvanger vermaken, amuseren. (bijv sprookje, liefdesverhaal, mop, liedtekst, reisverhaal, column met vooral vertelling)

tekststructuur
à inleiding: aandacht trekken -> mogelijkheid tot inleving
-> actualiteit
-> anekdote
onderwerp aankondigen (bijv door een vraag)
à kern: gericht op het onderwerp, boodschap moet overkomen.
tekstpatronen: typering -> omschrijving, kenmerken eigenschappen(inf)
ontwikkeling -> totstandkoming, oorzaak (inf, pers.)
verklaring -> oorzaken, gevolgen (pers_besch, inf)
probleemoplossing -> probleem en oplossingen (pers_besch argumentatie -> mening, onderbouwing (pers_besch_act)
opsomming -> kenmerken opsommen (*typ)

vergelijking -> verschillende manieren v.uitleg. (*verkl)
tegenstelling -> argument – tegenargument (*argum)
voorwaarde -> onder omstandigheden. (*ontw)
beperking -> waaraan opl. moet voldoen (*prob.op.)
à slot: samenvatting -> informatief doel, hoofdz. worden nog eens op een rijtje gezet
conclusie -> persuasief doel, slotsom, mening delen.
aansporing -> activerende tekst.

argumenten

objectieve argumenten hebben meer waarde dan subjectieve argumenten.

1. voorbeeld als argument
2. vergelijking als argument
3. oorzaak/gevolg als argument
4. gezag van een ander als argument
5. algemeen geldende waarden als argument
6. bestrijden van een tegenargument als argument
7. emotie als argument
8. spreekwoord als argument
9. dilemma als argument
10. feit als argument

manieren van lezen

Globaal lezen: 1. kijk naar de auteur en bron van de tekst
2. met welke aanleiding is de tekst geschreven?

3. titel, ondertitel, tussenkopjes
4. inleiding lezen
5. slot lezen

Intensief lezen: 6. Lees middengedeelte van de tekst
7. tekstverbanden vastleggen
8. belangrijkste mededelingen per alinea
9. uitkomsten globaal lezen controleren.

Kritisch lezen: 10. controleer de gegeven feiten, kijk naar bronnen
11. is de argumentatie betrouwbaar, sluit de conclusie aan?

Functies van tekstdelen

bestudeer de functies op pagina 182 van je basisboek

samenvatten

minisamenvatting: uitkomst van globaal lezen, soms is intensief lezen noodzakelijk.
de samenvatting bevat maar enkele zinnen waarin voorkomen:
- tekstonderwerp
- de (probleem)stelling
- conclusie en stappen die hiertoe geleid hebben

tekstvervangende samenvatting: uitkomst van intensief lezen. er wordt een beeld gegeven van de redenering in een tekst.

- tekstonderwerp
- stappen tussen de (probleem)stelling en conclusie en hun onderlinge samenhang
deze samenvatting bevat meestal een kwart van het aantal woorden van de oorspronkelijke tekst
oriënteren op schrijven

- wat wordt er van je verwacht?
- welke tekstsoort moet ik schrijven?
- voor wie moet ik schrijven?
- met welk doel?
- over welk onderwerp?
- welke gedachten, ideeën en gegevens gebruiken?
- hoe ga ik te werk?

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.