Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Mariken van Nieumeghen

Beoordeling 3.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 6e klas vwo | 1650 woorden
  • 23 oktober 2014
  • 40 keer beoordeeld
Cijfer 3.2
40 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

 ‘Hoe zwaar de mens ook zondigt, oprecht berouw en boetedoening zal hem altijd van zijn geestelijke ondergang kunnen redden.’

Mariken werkt als hulpje bij haar oom; Gijsbrecht. Mariken is een knap meisje, haar moeder is overleden. Op een dag wordt Mariken naar Nijmegen gestuurd om boodschappen te doen. Ze moet een paar dingen halen: kaarsen, lampolie, azijn, zout, uien en zwavelstokjes. Gijbrecht vertelt dat het voor Mariken te laat wordt om nog terug te komen naar huis na de boodschap, hij is bang dat Mariken verkracht wordt of iets dergelijks. Hij stelt voor dat Mariken bij haar tante gaat slapen, voor één nachtje. Toen Mariken vertrok had Gijsbrecht al een slecht gevoel.

Na de boodschap ging ze naar haar tante. Tante doet vanaf het begin al gemeen, ze noemt Mariken de duivel. Mariken vertelt wat ze wil en Tante reageert achterdochtig. Ze denkt niet dat Mariken de hele middag bezig is geweest met het boodschappen doen. Tante beschuldigt Mariken van gemeenschap met verschillende mannen. Ze noemt Mariken een slet, hoer en teef. Mariken rent verdrietig weg; ze zoekt een slaapplek in de struiken.

Door de wanhoop die haar overvallen heeft, zegt ze: ‘God of de duivel, kom tot mij en sta mij bij!’ De duivel hoort deze kreten en gaat naar haar toe (in mensenvorm, met één oog). Mariken schrikt en de man vertelt dat hij geen kwaad wil doen. Mariken vraagt wie hij is, hij antwoordt dat hij een geleerde kunstenaar is. De duivel belooft Mariken vele dingen. Hij belooft dat Mariken de 7 vrije kunsten zou leren; retorica, musica, logica, grammatica, geometrie, aritmetica en alchemie. De duivel vertelt dat hij Moenen heet, met het ene oog en Mariken heeft gelijk door dat het de duivel is. Mariken wil de zwarte kunsten leren, maar dat staat de duivel niet toe, daarmee kan Mariken zelfs de duivel tot haar macht nemen. De duivel stelt in plaats daarvan iets anders voor; Mariken leert alle talen van de wereld.

Moenen vraagt of Mariken van haar naam afstand wil doen (Mariken <-> Maria). Hij stelt vele namen voor, maar Mariken wil het niet doen. Moenen krijgt het toch voor elkaar om een andere naam voor haar te verzinnen. Ze behoudt daarbij haar eerste letter; M. Haar naam wordt nu: Emmeken. Mariken stemt ermee in. Mariken mag ook geen kruisteken meer maken.

Mariken en Moenen vertrekken naar ’s-Hertogenbosch en daarna naar Antwerpen, voordat ze aankomen heeft Mariken alle dingen geleerd. De duivel wil natuurlijk wel dat haar ziel ten gronde zal gaan.

Gijsbrecht vindt het raar dat Mariken al een paar dagen weg is. Gijsbrecht besluit om naar Tante (Gijsbrechts zus) te gaan om te kijken of Mariken daar is. Tante ontkent dat ze iets weet over Mariken. Oom dramt door en uiteindelijk vertelt Tante wat er gebeurt is. Ze kwam daar 8 of 10 dagen geleden voor een slaapplek. Tante vertelt dat Mariken de hele dag al zat te drinken en te klinken (veel alcohol drinken en gemeenschap). Ze kon het zien aan Marikens rode wangen. Oom kan zijn oren niet geloven en hij gelooft het verhaal van Tante. Oom moet huilen. Tante zegt dat hij zich niet zo moet aanstellen, Mariken wordt er tenslotte ‘niet armer van worden’. Gijsbrecht gaat weg bij Tante en is diep bedroefd.

Ondertussen is slotvoogd van Grave (oude hertog) vrijgelaten. Marikens tante wordt woedend als ze dit hoort. Ze is zo van streek dat ze alle duivels zou willen roepen om haar met lichaam en ziel aan te bieden. De duivel komt dan en wil profiteren van haar ziel. Tante snijdt haar keel door van ergernis en de duivel pakt haar ziel. De duivel vertelt dat politieke hartstocht en haat miljoenen zielen per jaar opleveren.

Moenen is met Mariken in Antwerpen, ze gaan wat drinken bij Den Boom (losbollenkroeg). Moenen bestelt 3 soorten wijn (Wit, kruiden en zoet). Twee drinkebroers praten over Moenen en Mariken, ze willen erbij komen zitten en zo Mariken afpakken van Moenen. Dat mag van Moenen. Mariken (Emmeken) vraagt opeens aan Moenen of zij nu dus precies kan uitrekenen hoeveel druppels er in een wijnkruik zitten met geometrie. Moenen stemt in. Één van de drinkebroers vindt het maar gek. Moenen vertelt dat ze dus alle 7 kunsten beheerst. De drinkebroers willen graag wat van haar zien of horen, ze hebben er alles voor over. Vervolgens draagt Emmeken een heel gedicht voor over Retorica (dichtkunst). Er kwamen veel mensen op af en Moenen vond dat maar niets. Hij veroorzaakte een opschudding, hierdoor werd een persoon doodgestoken. De dader werd vervolgens onthoofd.

Mariken en Moenen wonen in de Gulden Boom aan de Markt in Antwerpen. Er werden destijds veel misdaden gepleegd in Antwerpen. Dit spoorde Moenen aan om dagelijks iemand te vermoorden en zijn ziel aan de Duivel te offeren. Hij deed zich voor als wonderdokter en zou veel geld gaan verdienen.

Mariken merkt dat Moenen veel misdaden pleegt; elke dag merkt zij dat Moenen iemand heeft verwond of vermoord. Ze voelt dat hij de Duivel is. Ze ziet haar fouten in, ze heeft spijt. Hierna gaat ze drinken met de drinkebroers. Moenen vertelt over de vele zielen die hij heeft gehaald en over de gemene streken die hij heeft uitgevoerd. Zo liet hij mensen naar schatten zoeken die er helemaal niet waren, de hebzucht was te groot. Zo zorgde hij ervoor dat een man onder een paardenstal terecht kwam, omdat hij zei dat er een schat onder de funderingspaal lag.

Na 6 jaar in Antwerpen gewoond te hebben, wil Mariken wel eens terug naar haar familie. Ze mist haar familie en vooral haar oom. Moenen vertelt dat hij Marikens nek allang gebroken zou hebben als haar oom haar niet in bescherming nam. Gijsbrecht bad elke dag voor haar. Moenen wil graag mee, zo kan hij Marikens oom, de pastoor, uit de weg ruimen en Mariken volledig in zijn macht nemen.

Mariken en Moenen zijn naar Nijmegen gereisd, ze kwamen aan op de dag van de Mariaprocessie. Moenen vertelt Mariken dat haar Tante al 3 jaar dood is, dat doet Mariken veel verdriet. Mariken merkt een wagenspel op, haar oom keek er ook altijd naar. Het is het spel van Masscheroen, Mariken wil beslist kijken. Moenen wil het liever niet, misschien zou Mariken spijt krijgen en dan zou er niets terecht komen van zijn verwachtingen. Moenen stemt uiteindelijk toch in, maar hij roept Mariken als ze weer moet komen, anders wordt hij kwaad.  

Het spel gaat over Masscheroen, de advocaat van de Duivel. Hij gaat in gesprek met God en zijn moeder. Nadat Mariken het gesprek aanhoort, overweegt ze bedroefd haar zondig leven. Moenen wordt boos en wil dat Mariken NU mee komt. Moenen is bang dat ze berouw krijgt, maar Mariken luistert rustig verder. De kern van het verhaal van Masscheroen is: Al zou één mens alle zonden van de hele wereld begaan hebben, dan nog zou hij - als hij een oprecht beroep op uw (Gods) barmhartigheid zou doen – met open armen ontvangen worden. God wil geen één ziel verloren zien gaan.

Mariken moet hard huilen, omdat ze zoveel zonden heeft. Moenen wil met haar wat gaan drinken, hij is nog bozer. Mariken zegt dat hij haar met rust moet laten, gemene duivel. Moenen besluit Mariken van een hele hoge toren te gooien, ze zou het alleen overleven als ze geluk had. Iedereen kan het zien, ook de oom van Mariken. Ze weten niet wat er aan de hand is.

Nadat Mariken gevallen is, komen er veel mensen op af. Oom vraagt aan een burger of hij haar herkent, maar hij kan het niet zien. De burger besluit een doorgang te maken. Eenmaal aangekomen bij Mariken, schiet Oom vol van tranen. Hij ziet dat het Mariken is.

Tot iedereens verbazing beweegt ze nog. Mariken herkent haar oom, ze is bang dat ze nu voor eeuwig verdoemd is. Mariken vertelt het verhaal aan Oom, Oom schrikt er erg van. Oom zegt dat hij de duivel wilt verdrijven, maar dan komt Moenen weer en zegt dat dat hem niet gaat lukken. Moenen claimt Mariken. Oom leest een bezweringsformule op en Moenen deinst terug. Moenen is bang dat hij deze ziel moet laten gaan. Mariken heeft er alles voor over om in Gods handen terug te keren.

Gijsbrecht (oom) gaat met Mariken langs alle priesters in Nijmeghen, maar geen één priester wilde absolutie geven of een boetedoening opleggen voor haar onmenselijke zonden.

Gijsbrecht vertrekt met Mariken richting Keulen, Moenen achtervolgt hen op grote afstand. Moenen wierp af en toe een halve eik en andere bomen naar hen toe om de nekken te breken, maar dat lukte niet, God nam hen in bescherming. Ook in Keulen lukt het niet absolutie te krijgen. Ze reizen verder naar Rome. Mariken biecht bij de paus met tranen in haar ogen. Ze vertelt haar verhaal aan de paus. De paus weet er eerst geen raad mee, maar verzint dan toch iets. Hij roept Gijsbrecht weer in de kamer en de paus vertelt de boetedoening. Mariken krijgt drie ijzeren ringen, één om haar nek en twee om haar polsen. Gijsbrecht zorgt ervoor dat de ringen erg strak zitten. Ze zouden er nooit meer af gaan, tenzij ze vanzelf afvallen of wanneer God ze afdeed. Ze zou volledig vergeven zijn als de ringen afvielen.

Op de terugweg komen ze langs Maastricht, daar wordt Mariken een non in het klooster voor bekeerde zondaressen. Oom neemt afscheid van haar, hij leefde nog 24 jaar en Mariken kwam hem elk jaar opzoeken.

Mariken (Emmeken) leefde goed in het klooster en op een nacht werd zij bevrijd van haar ringen door engel Gabriël. Mariken wordt wakker en ziet de ringen op de grond liggen, ze is erg blij. Ze leefde nog twee jaar en bleef ijverig boete doen om de Opperste Koning welgevallig te zijn. 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.