Literatuurgeschiedenis & stromingen Nederlands

Beoordeling 8.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 6e klas vwo | 2334 woorden
  • 19 juni 2018
  • 4 keer beoordeeld
Cijfer 8.3
4 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Twijfel je nog over jouw studiekeuze?

Of heb je hulp nodig bij het inschrijven? Bezoek dan onze Extra Open Avond op 7 juni. Kom een kijkje nemen en voel hoe het is om te studeren bij Hogeschool Inholland. Wij staan voor je klaar! 

Meld je aan!

Leerwerk:

  • Cursus 10 + cursus 11
  • Blz. 123 150 kleine boekje

Literatuurgeschiedenis achttiende eeuw

Historische context

  • In Amerika à verzet tegen Engeland à Amerikaanse Vrijheidsoorlog
  • In Europa à burgerij wil meer invloed op bestuur (veel aandacht voor streven naar onafhankelijkheid en zelfbestuur in Amerika)
  • 1789 à Bestorming van Bastille (startpunt Franse Revolutie à meer invloed van burgerij op bestuur en regering / niet alleen kerk en adel)
  • Twee soorten revolutionairen: Jacobijnen (dictatuur van gelijkheid) en Girondijnen (gematigd)
  • 1799 à Generaal Napoleon Bonaparte grijpt de macht à keizer in 1804

In Nederland

  • Regenten aan de macht/burgerij wil ook hier meer invloed
  • Drie groeperingen:
      • Oranjepartij (stadhouder en aanhang)
      • Regenten (tegen stadhouder/ wilden macht behouden)
      • Patriotten (tegen stadhouder en regentenmacht à meer invloed burgerij)
  • Inval Frankrijk op Nederland (17951806) à Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden à Bataafse republiek
  • Zorgde voor samenwerking van de drie groepen à idealen werden op achtergrond gezet
  • Pruikentijd (regenten in Nederland volgens Parijse mode)
  • Elite (regenten à rijke burgers die veel macht heeft) à verfransing/ burgers tegen verfransing
  • Eind achttiende eeuw economische achteruitgang (in andere landen wel start Industriële Revolutie)/ regenten doen geen nieuwe investeringen

Culturele context - Filosofie

  • Immanuel Kant: a) à Wat kan ik weten? à Kennis begint met zintuiglijke waarneming van afzonderlijke verschijnselen. Vandaaruit komt kennis van algemene waarheden met behulp van het verstand (ratio/ rede à gebruik maken van je verstand)
  • Omdat alle kennis voortkomt uit waarneming, is het niet mogelijk uitspraken te doen over God of de ziel
  • b) Wat kan ik doen? à Mensen dienen zich zo te gedragen dat hun handelingen tot algemene wet kunnen worden verheven (Ik moet dingen doen, waardoor ik algemene waarheden zou kunnen zien à in je eigen leven laten zien hoe de mens zich zou moeten gedragen)

Culturele context - verlichting

  • Verlichting à emancipatiebeweging van burgerij/ ontwikkeling van individu
  • Emancipatie (strijd voor gelijke rechten) door zelfstandig kritisch denken (ratio/ rede à gebruik maken van je verstand)
  • Onderwijs en verspreiding van kennis à middel tegen vooroordelen en ter bevordering van de deugd
  • 1784 à oprichting Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen (scholing voor burgerij)
  • Verlichtingsfilosofen: voor verdraagzaamheid en godsdienstvrijheid
      • Montesqieu: Trias politica (drie machten gescheiden houden en alleen heersing gescheiden houden)
      • Rousseau: terug naar de natuur/ opvoeding (niet beïnvloeden is belangrijk)
  • Populaire genres: tijdschrift/ encyclopedie à verspreiding van kennis/ satire/ roman à verspreiding van satire: kritiek/ bestuursvorm roman: hoe mensen zich moeten gedragen (voorbeeldfunctie)
  • Wetenschap en techniek: kennis neemt zeer snel toe (Boerhaave / Teyler)

Culturele context - kunst in de achttiende eeuw

  • Kunstenaar is opvoeder en opinievormer
  • Kunstenaar werkte vaak in opdracht
  • Werken met symboliek neemt geleidelijk af/ kunst moet begrijpelijk zijn voor gegoede burger (mensen moeten begrijpen wat er te zien is)

Culturele context - classicisme

  • Ontstaan in zeventiende eeuw (renaissance)
      • Terughalen van Klassieke Oudheid
      • Stijl van vorsten en machthebbers
  • Classicisme in achttiende eeuw: aanpassing aan burgerlijke publieksgroep

à Meer eenvoud/ zakelijkheid/ regelmaat/ heldere lijnen/ i.p.v.

Mythologische scenes (verhalen van de klassieken en romeinen) en historische gebeurtenissen

Culturele context - muziek

  • Voortgang van ontwikkeling uit zeventiende eeuw à Barokmuziek
  • Doel: gevoelens en hartstochten uitdrukken/ voor bepaalde gelegenheden (heel belangrijk)
  • Bekende componist: Bach
  • In tweede helft achttiende eeuw: klassieke stijl van de Weense school komt op
  • Doel: gevoel van evenwicht uitdrukken door logische ordening van muzikale motieven en melodieën (herhaling, symmetrie)
  • Bekende componisten: Haydn, Mozart, Beethoven ß Weense school
  • Componisten werkten veel vanuit opdrachtgevers à later steeds zelfbewuster en dus conflicten met opdrachtgevers

Literaire ontwikkelingen - schrijver en publiek

Dit wil je ook lezen:
  • Schrijvers uit alle lagen van de burgerij
  • Literatuur voor en door burgers
  • Schrijvers zijn opvoeders en opinievormers
  • Schrijvers zien zichzelf als intellectuele elite (de mensen die iets weten/ iets te vertellen hebben)
  • Meer dan voorheen manifesteren ook vrouwen zich als schrijfsters
  • Belangrijke namen: Gerrit Paape (Reis door Apenland), Hieronymus van Alphen (kindergedichten), Betje Wolff en Aagje Deken (Sarah burgerhart à briefroman), Belle van Zuylen

Literaire ontwikkelingen - classicistisch toneel

  • Belangrijk dichtgenootschap (groep mensen die samen gedichten maken) :‘Nil volentibus arduum’ (niets is onmogelijk voor hen die willen van hoger opgeleide burgerij
  • Wens toneel te hervormen tot Frans classicistisch toneel (voorbeelden van toneelstukken schrijvers uit Frankrijk: Corneille, Racine en Moliere)
  • Verbetering op vorm en inhoud (logische opeenvolging van handelingen/ taalgebruik beschaafd en fatsoenlijk)
  • Doel: publiek via toneel morele lessen leren/ levenslessen / deugdzaamheid bevorderen

Literaire ontwikkelingen - spectatoriale tijdschriften

  • Vanaf 1730 erg populair
  • ‘Spectator’ à eerste tijdschrift à twee betekenissen:
      • Hoofdpersoon oorspronkelijke tijdschrift (Spectator) à Heer Spectator (verteller van het verhaal) (verteller en moraliserende instantie à vertelt hoe het moet en hoe het niet moet)
      • Tijdschrift zelf (oorsprong in Engeland)
  • Spectatoriaal tijdschrift = opinieorgaan voor burgerij/ sluit aan bij idealen van verlichting
  • Teksten over zaken uit dagelijks leven/ problemen op zedelijk en godsdienstig terrein
  • Teksten leerzaam en amusant/ zetten aan tot denken en discussie
  • Geen individuele personen beschreven, maar karakterschetsen/ algemeen menselijke eigenschappen bekritiseerd of geprezen
  • Soorten teksten: verhandeling, karakterschets, moraliserende gedichten of de (fictieve) lezersbrief)
  • Spectatoriale tijdschriften in koffiehuizen gelezen
  • Vanaf 1780 daalde populariteit door:
      • De opkomst van de roman
      • Het verbod op het bespreken van politieke kwesties in deze tijdschriften
  • In Nederland: ‘De Hollandsche Spectator’ van Justus van Effen

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

Literaire ontwikkelingen - kinderliteratuur

  • Interesse in opvoeding en onderwijs à teksten speciaal voor kinderen
  • Pionier (diegene die als eerste kinderliteratuur schreef) in Nederland: Hieronijmus van Alphen à ‘Proeve van Kleine gedichten voor Kinderen’ (onderwerpen: studieijver, deugden, relatie ouder-kind)

Literaire ontwikkelingen - imaginaire reisverhalen

  • Populair genre
  • Reis naar denkbeeldig land
  • Doel: maatschappijkritiek geven
  • Voorbeelden: ‘Gulliver’s Travels’ van Swift en ‘Reize door het Aapenland’ van (Schasz/Paape)

Literaire ontwikkelingen - Opkomst van de roman

  • Veel aandacht voor psychologische verdieping van personages
  • Beschrijving van innerlijke ontwikkeling van belangrijkste personen
  • Verlichting à interesse in zelfbespiegeling, innerlijk leven en analyses van eigen gedrag
  • Ook tegenstanders: angst voor zedelijk en moreel verval
  • Specifiek genre: zedenroman (romans die duidelijk maken wat positief en negatief gedrag is verdedigen heersende normen en waarden)
  • In zedenroman vaak briefvorm: zelfbespiegeling (kijken naar jezelf (door de mensen die de brieven lazen))/ illusie van echtheid/ variatie in taal per personage/ spanning verhogen (spanning wordt verhoogd door overschakeling naar een andere verhaallijn à benieuwd om verder te lezen)

Voorbeelden:

  • ‘De historie van Mejuffrouw Sara Burgerhart’ van Betje Wolff en Aagje Deken
      • Zedenroman
      • Programmanamen: namen typeren karakters
      • Pleidooi voor goede opvoeding, goede leiding en huiselijk geluk
      • Vrouw moet zich richten op geluk in het huwelijk, niet op werelds vermaak als luxe en mode
  • ‘Julia’ van Rhijnvis Feith
      • Cultivering eigen gevoel (richting negentiende eeuw à romantiek)
      • Sentimentele roman (sentimentalisme)
      • Emotionele effectwerking (zie gekozen locaties en interpunctie)
      • Beinvloed door ‘Die leiden des jungen Werther’ van Goethe

Literatuurgeschiedenis negentiende eeuw

Historische context

  • Nederlaag van Napoleon in 1815
  • Niet herstel van oude orde, maar veel revoluties
  • Nationalisme en imperialisme belangrijkste politieke ontwikkelingen in Europa en de wereld
      • Nationalisme à streven naar eenwording (veel belangstelling voor eigen verleden en volkskarakter)/ Fase in totstandkoming van moderne eenheidsstaten
      • Imperialisme (vanaf 1870) à streven naar gebieds- en machtsuitbreiding in de koloniën
  • Eeuw van
      • Bourgeoisie à kleine groep welvarende kooplieden, bankiers en industriëlen
      • Industrialisatie à nieuwe industrie en nieuwe arbeidsvormen
      • Kapitalisme à investeren van geld om winst te maken
      • Metropolen à grote steden waarin veel arbeiders anoniem leefden en opgingen in de massa

Historische context - Nederland

  • Na nederlaag Napoleon à Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden herenigd in een koninkrijk onder Willem 1
  • Belgen in opstand à 1839 Zuiden erkend als zelfstandig koninkrijk België
  • 1848 Nieuwe grondwet van Thorbecke à Nederland parlementaire democratie (verantwoording afleggen/ macht bij welgestelde burgers (de mensen die geld hebben))
  • Nederlaag Napoleon + afsplitsing van België à versterking nationaal gevoel (huiselijkheid, godsdienstigheid, vaderlandsliefde en vrijheidsverlangen)
  • Van agrarische maatschappij naar geïndustrialiseerde maatschappij à nieuwe ontwikkelingen, ontwikkeling steden, mar ook verpaupering (verarming) en kinderarbeid
  • Moderniteit maatschappij
      • Bij arbeiders toenemende politieke en sociale bewustwording
      • Van platteland naar stad
      • Individualisme vergroot (traditionele banden van gezin, dorp of groep verdwenen)
      • Opkomst massacultuur, gericht op amusement en ontspanning (tegenhanger van officiële, burgerlijke (door dominees bepaalde) cultuur)
      • Ontkerkelijking nam toe, waardoor verzuiling ontstond (vorm van emancipatie om alles in je eigen kring te doen/ te kunnen doen)
      • Opkomst feminisme (Aletta Jacobs)

Culturele context - filosofie en wetenschap

  • Karl Marx en Friedrich Engels à socialisme

      • Arbeidsdeling en ontstaan van eigendom leiden tot vervreemding van de mens
      • Tweedeling van bourgeoisie (rijken) en loonarbeiders (armen) is niet goed
  • Auguste Comte à positivisme
      • Feiten ordenen + wetmatigheden opstellen à werkelijkheid begrijpen, beheersen en sturen
  • Friedrich Nietzsche à  reactie op vervreemding en anonimiteit in massa
      • Ziet zichzelf als vernietiger van alle zekerheden
      • Industrialisatie à dwang à mens raakt van zichzelf vervreemd
      • Uebermensch à een mens die bevrijd is van conventies en gegeven waarden (iemand die eigen keuzes kan maken)
  • Charles Darwin à evolutietheorie
      • On the origin of species
      • Wetmatigheden opstellen door zintuigelijk waarneembare verschijnselen of herhaalbare experimenten

Culturele context - kunst in de negentiende eeuw

  • Kunstwerken steeds minder in opdracht gemaakt
  • Kunstwerken steeds vrijer in stijl en onderwerpskeuze
  • Kunst werd koopwaar
  • Grote publiek was behoudend en kunstenaars wilden daar niet altijd aan voldoen
  • Tweedeling bij kunstenaars:
      • Zij die voldoen aan wens en smaak van publiek (geld verdienen à wat het publiek vraagt)
      • Zij die kiezen voor artistieke vrijheid (emotionele aspect à maakt niet uit of de mensen het kopen of niet)
  • Kunstenaar eerst aan kant van burger, nu soms antiburger
  • Kunst verandert ook door komst fotografie à functie om iets natuurgetrouw af te beelden werd overgenomen door foto’s à basis voor de moderne kunst

Culturele context - romantiek

  • Kunst = expressie van de eigen gevoelens
  • Waarde van het persoonlijke en het individuele werd gezien
  • Romantisch kunstenaar à vrijheidsgedrang à breken met voorgeschreven regels in de kunst (belemmerend voor expressie van gevoelens)
  • Romanticus à onvrede met wereld om hem heen
      • Sehnsucht: verlangen naar iets dat leven niet te bieden heeft/ kloof tussen ideaal en werkelijkheid
      • Weltschmerz: pijn aan de wereld/ ergens anders willen zijn
      • Melancholie: treurnis, depressie
  • Escapisme om aan Weltschmer te ontvluchten: vlucht naar verbeelding, verleden (middeleeuwen en Gouden Eeuw), ongerepte natuur, andere exotische culturen, dromen en het geheimzinnige/ griezelige

Culturele context - romantiek

  • Kunst = expressie van de eigen gevoelens
  • Waarde van het persoonlijke en het individuele werd gezien
  • Romantisch kunstenaar à vrijheidsgedrang à breken met voorgeschreven regels in de kunst (belemmerend voor expressie van gevoelens)
  • Romanticus à onvrede met wereld om hem heen
      • Sehnsucht: verlangen naar iets dat leven niet te bieden heeft/ kloof tussen ideaal en werkelijkheid
      • Weltschmerz: pijn aan de wereld/ ergens anders willen zijn
      • Melancholie: treurnis, depressie
  • Escapisme om aan Weltschmer te ontvluchten: vlucht naar verbeelding, verleden (middeleeuwen en Gouden Eeuw), ongerepte natuur, andere exotische culturen, dromen en het geheimzinnige/ griezelige

Culturele context - realisme

  • Gericht op eigentijdse werkelijkheid en onderwerpen
  • Streven om mensen af te beelden in de sociale/ economische werkelijkheid

Culturele context - impressionisme

  • Ontstaan in Parijs
  • Snelle weergave van momentopname
  • Onderwerp: modern en stedelijk leven
  • Schilders: Monet, Degas (hoef je niet te onthouden)

Culturele context - muziek

  • Voornamelijk romantische muziek
  • Ontwikkeling van eigen muzikaal idioom (persoonlijke stijl)
  • Favoriete muziekvorm: symfonie
  • Eind negentiende eeuw: impressionistische muziek à geen strakke structuur/ wil sfeer oproepen

Literaire ontwikkelingen - schrijver en publiek

  • Algemeen:
      • Veel literaire teksten in 19e eeuw toch belerend of opvoedkundig
      • Schrijven vooral nevenactiviteit
      • Veel dominee dichters
      • Veel geschreven om voorgedragen te worden
      • 1880 - bewering van tachtig à literatuur moet los staan van religieuze, politieke en morele bedoelingen/ literatuur werd autonoom (zelfstandig)
  • Lezerspubliek
      • Burgerij à wilde ontspanning en amusement
      • Ontwikkeling massalectuur, maar ook kunst omwille van de kunst (l’art pour l’art)
  • Enkele schrijvers tegenover burgerij (antiburgers) à tegen burgerlijkheid en de ethische en esthetische normen en waarden (ethiek à goed en kwaad, esthetisch à over wat je mooi vind) daarvan

Literaire ontwikkelingen - romantische literatuur

  • Romantische literatuur = expressie van gevoelens
  • Schrijver probeert Sehnsucht, Weltshcmerz en melancholie te ontvluchten
  • Voorkeur voor lyrische (uitdrukken van je gevoelens) teksten
  • Onderwerpen: verleden, natuurbeleving, tragische liefde, de dood, vriendschapsbanden, aandacht voor het hogere/ bovennatuurlijk

Literaire ontwikkelingen - historische roman

  • Door nationalisme en escapisme veel interesse in verleden
  • Verhaal tot leven roepen waarin nationale gevoelens een rol konden spelen (vaderlandsliefde)
  • Voorbeeld: romans van Sir Walter Scott (‘Ivanhoe’)
  • Verleden beschreven voor lessen voor het heden

Literaire ontwikkelingen - humor

  • Gevoeligheid en Weltschmerz kunnen humor oproepen
  • Humor als wapen tegen het lijden en de onvrede met het bestaan
  • Manieren: (vraag in proefwerk à op welke manier probeert de schrijver humor te gebruiken?)
      • Pijn uitvergroten en ironiseren
      • Absurde situaties
      • Woordspelingen
      • Vermenging van alledaags met verheven (iets simpels belangrijk maken)
      • Stijlbreuken
      • Overdrijving

Literaire ontwikkelingen - multatuli

  • Multatuli = Nick name van Eduard Douwes Dekker (‘ik heb veel geleden’)
  • ‘Max Havelaar of De koffieveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappij’
  • Raamvertelling (verhaal in verhaal)
  • Mengeling van feit en fictie/ mengeling van verschillende soorten teksten
  • Doel: Nederlandse koning laten zien dat uitbuiting van NederlandsIndië moest stoppen (engagement)

Literaire ontwikkelingen - beweging van tachtig

  • Vanaf 1885/ ‘tegencultuur’ genoemd
  • Eigen tijdschrift ‘De nieuwe gids’
  • Literatuur bevrijden van religieuze, morele en didactische doeleinden (l’art pour l’art / autonomie van de literatuur) à vernieuwing van de Nederlandse literatuur  + breuk met al het voorgaande
  • Literatuur werd bedoeld om te lezen, niet om voor te dragen
  • Belangrijke schrijvers: Willem Kloos, Lodewijk van Deyssel, Frederik van Eeden, Herman Gorter
  • Poëzie = allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie

Literaire ontwikkelingen - realistische literatuur

  • Eigentijdse werkelijkheid beschrijven
  • Herman Heijermans met ‘Op hoop van zegen’
  • Veelal over sociale milieus/ klimmen op maatschappelijke ladder
  • Personages à doorbreken van sociale rollen
  • Realisme ontwikkelt zich in 19e eeuw van belerend naar objectief/naturalistisch

Literaire ontwikkelingen - belerend realisme

  • Eerst wel werkelijkheid, maar moraliserende bedoeling
  • Schokkende onderwerpen vermeden
  • Normen en waarden goed te herkennen
  • Personages goed of slecht à ethiek
  • Goede afloop
  • Voorbeeld: ‘Camera obscura’ van Hildebrand

Literaire ontwikkelingen - naturalisme

  • Werkelijkheid zo objectief mogelijk weergeven/ neutraal (verteller mag geen commentaar geven
  • Naturalisten willen niet beleren of moraliseren/ alles moet beschreven kunnen worden (dus ook taboeonderwerpen)
  • Grondlegger: Emile Zola (geïnspireerd door positivisme, leidend tot determinisme)
  • Determinisme: mens heeft geen vrije wil door erfelijkheid, het sociale milieu en de tijd waarin hij leeft
  • Temperamentenleer: iedereen geboren met bepaald temperament (sommige mensen zijn eerder op de kast te krijgen dan anderen)
  • Niet meer altijd goede afloop
  • Nederlandse naturalisten: Marcellus Emants, Louis Couperus

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.