Leerwerk:
- Cursus 10 + cursus 11
- Blz. 123 150 kleine boekje
Literatuurgeschiedenis achttiende eeuw
Historische context
- In Amerika à verzet tegen Engeland à Amerikaanse Vrijheidsoorlog
- In Europa à burgerij wil meer invloed op bestuur (veel aandacht voor streven naar onafhankelijkheid en zelfbestuur in Amerika)
- 1789 à Bestorming van Bastille (startpunt Franse Revolutie à meer invloed van burgerij op bestuur en regering / niet alleen kerk en adel)
- Twee soorten revolutionairen: Jacobijnen (dictatuur van gelijkheid) en Girondijnen (gematigd)
- 1799 à Generaal Napoleon Bonaparte grijpt de macht à keizer in 1804
In Nederland
- Regenten aan de macht/burgerij wil ook hier meer invloed
- Drie groeperingen:
-
- Oranjepartij (stadhouder en aanhang)
- Regenten (tegen stadhouder/ wilden macht behouden)
- Patriotten (tegen stadhouder en regentenmacht à meer invloed burgerij)
-
- Inval Frankrijk op Nederland (17951806) à Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden à Bataafse republiek
- Zorgde voor samenwerking van de drie groepen à idealen werden op achtergrond gezet
- Pruikentijd (regenten in Nederland volgens Parijse mode)
- Elite (regenten à rijke burgers die veel macht heeft) à verfransing/ burgers tegen verfransing
- Eind achttiende eeuw economische achteruitgang (in andere landen wel start Industriële Revolutie)/ regenten doen geen nieuwe investeringen
Culturele context - Filosofie
- Immanuel Kant: a) à Wat kan ik weten? à Kennis begint met zintuiglijke waarneming van afzonderlijke verschijnselen. Vandaaruit komt kennis van algemene waarheden met behulp van het verstand (ratio/ rede à gebruik maken van je verstand)
- Omdat alle kennis voortkomt uit waarneming, is het niet mogelijk uitspraken te doen over God of de ziel
- b) Wat kan ik doen? à Mensen dienen zich zo te gedragen dat hun handelingen tot algemene wet kunnen worden verheven (Ik moet dingen doen, waardoor ik algemene waarheden zou kunnen zien à in je eigen leven laten zien hoe de mens zich zou moeten gedragen)
Culturele context - verlichting
- Verlichting à emancipatiebeweging van burgerij/ ontwikkeling van individu
- Emancipatie (strijd voor gelijke rechten) door zelfstandig kritisch denken (ratio/ rede à gebruik maken van je verstand)
- Onderwijs en verspreiding van kennis à middel tegen vooroordelen en ter bevordering van de deugd
- 1784 à oprichting Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen (scholing voor burgerij)
- Verlichtingsfilosofen: voor verdraagzaamheid en godsdienstvrijheid
-
- Montesqieu: Trias politica (drie machten gescheiden houden en alleen heersing gescheiden houden)
- Rousseau: terug naar de natuur/ opvoeding (niet beïnvloeden is belangrijk)
-
- Populaire genres: tijdschrift/ encyclopedie à verspreiding van kennis/ satire/ roman à verspreiding van satire: kritiek/ bestuursvorm roman: hoe mensen zich moeten gedragen (voorbeeldfunctie)
- Wetenschap en techniek: kennis neemt zeer snel toe (Boerhaave / Teyler)
Culturele context - kunst in de achttiende eeuw
- Kunstenaar is opvoeder en opinievormer
- Kunstenaar werkte vaak in opdracht
- Werken met symboliek neemt geleidelijk af/ kunst moet begrijpelijk zijn voor gegoede burger (mensen moeten begrijpen wat er te zien is)
Culturele context - classicisme
- Ontstaan in zeventiende eeuw (renaissance)
-
- Terughalen van Klassieke Oudheid
- Stijl van vorsten en machthebbers
-
- Classicisme in achttiende eeuw: aanpassing aan burgerlijke publieksgroep
à Meer eenvoud/ zakelijkheid/ regelmaat/ heldere lijnen/ i.p.v.
Mythologische scenes (verhalen van de klassieken en romeinen) en historische gebeurtenissen
Culturele context - muziek
- Voortgang van ontwikkeling uit zeventiende eeuw à Barokmuziek
- Doel: gevoelens en hartstochten uitdrukken/ voor bepaalde gelegenheden (heel belangrijk)
- Bekende componist: Bach
- In tweede helft achttiende eeuw: klassieke stijl van de Weense school komt op
- Doel: gevoel van evenwicht uitdrukken door logische ordening van muzikale motieven en melodieën (herhaling, symmetrie)
- Bekende componisten: Haydn, Mozart, Beethoven ß Weense school
- Componisten werkten veel vanuit opdrachtgevers à later steeds zelfbewuster en dus conflicten met opdrachtgevers
Literaire ontwikkelingen - schrijver en publiek
- Schrijvers uit alle lagen van de burgerij
- Literatuur voor en door burgers
- Schrijvers zijn opvoeders en opinievormers
- Schrijvers zien zichzelf als intellectuele elite (de mensen die iets weten/ iets te vertellen hebben)
- Meer dan voorheen manifesteren ook vrouwen zich als schrijfsters
- Belangrijke namen: Gerrit Paape (Reis door Apenland), Hieronymus van Alphen (kindergedichten), Betje Wolff en Aagje Deken (Sarah burgerhart à briefroman), Belle van Zuylen
Literaire ontwikkelingen - classicistisch toneel
- Belangrijk dichtgenootschap (groep mensen die samen gedichten maken) :‘Nil volentibus arduum’ (niets is onmogelijk voor hen die willen van hoger opgeleide burgerij
- Wens toneel te hervormen tot Frans classicistisch toneel (voorbeelden van toneelstukken schrijvers uit Frankrijk: Corneille, Racine en Moliere)
- Verbetering op vorm en inhoud (logische opeenvolging van handelingen/ taalgebruik beschaafd en fatsoenlijk)
- Doel: publiek via toneel morele lessen leren/ levenslessen / deugdzaamheid bevorderen
Literaire ontwikkelingen - spectatoriale tijdschriften
- Vanaf 1730 erg populair
- ‘Spectator’ à eerste tijdschrift à twee betekenissen:
-
- Hoofdpersoon oorspronkelijke tijdschrift (Spectator) à Heer Spectator (verteller van het verhaal) (verteller en moraliserende instantie à vertelt hoe het moet en hoe het niet moet)
- Tijdschrift zelf (oorsprong in Engeland)
-
- Spectatoriaal tijdschrift = opinieorgaan voor burgerij/ sluit aan bij idealen van verlichting
- Teksten over zaken uit dagelijks leven/ problemen op zedelijk en godsdienstig terrein
- Teksten leerzaam en amusant/ zetten aan tot denken en discussie
- Geen individuele personen beschreven, maar karakterschetsen/ algemeen menselijke eigenschappen bekritiseerd of geprezen
- Soorten teksten: verhandeling, karakterschets, moraliserende gedichten of de (fictieve) lezersbrief)
- Spectatoriale tijdschriften in koffiehuizen gelezen
- Vanaf 1780 daalde populariteit door:
-
- De opkomst van de roman
- Het verbod op het bespreken van politieke kwesties in deze tijdschriften
-
- In Nederland: ‘De Hollandsche Spectator’ van Justus van Effen
Literaire ontwikkelingen - kinderliteratuur
- Interesse in opvoeding en onderwijs à teksten speciaal voor kinderen
- Pionier (diegene die als eerste kinderliteratuur schreef) in Nederland: Hieronijmus van Alphen à ‘Proeve van Kleine gedichten voor Kinderen’ (onderwerpen: studieijver, deugden, relatie ouder-kind)
Literaire ontwikkelingen - imaginaire reisverhalen
- Populair genre
- Reis naar denkbeeldig land
- Doel: maatschappijkritiek geven
- Voorbeelden: ‘Gulliver’s Travels’ van Swift en ‘Reize door het Aapenland’ van (Schasz/Paape)
Literaire ontwikkelingen - Opkomst van de roman
- Veel aandacht voor psychologische verdieping van personages
- Beschrijving van innerlijke ontwikkeling van belangrijkste personen
- Verlichting à interesse in zelfbespiegeling, innerlijk leven en analyses van eigen gedrag
- Ook tegenstanders: angst voor zedelijk en moreel verval
- Specifiek genre: zedenroman (romans die duidelijk maken wat positief en negatief gedrag is verdedigen heersende normen en waarden)
- In zedenroman vaak briefvorm: zelfbespiegeling (kijken naar jezelf (door de mensen die de brieven lazen))/ illusie van echtheid/ variatie in taal per personage/ spanning verhogen (spanning wordt verhoogd door overschakeling naar een andere verhaallijn à benieuwd om verder te lezen)
Voorbeelden:
- ‘De historie van Mejuffrouw Sara Burgerhart’ van Betje Wolff en Aagje Deken
-
- Zedenroman
- Programmanamen: namen typeren karakters
- Pleidooi voor goede opvoeding, goede leiding en huiselijk geluk
- Vrouw moet zich richten op geluk in het huwelijk, niet op werelds vermaak als luxe en mode
-
- ‘Julia’ van Rhijnvis Feith
-
- Cultivering eigen gevoel (richting negentiende eeuw à romantiek)
- Sentimentele roman (sentimentalisme)
- Emotionele effectwerking (zie gekozen locaties en interpunctie)
- Beinvloed door ‘Die leiden des jungen Werther’ van Goethe
-
Literatuurgeschiedenis negentiende eeuw
Historische context
- Nederlaag van Napoleon in 1815
- Niet herstel van oude orde, maar veel revoluties
- Nationalisme en imperialisme belangrijkste politieke ontwikkelingen in Europa en de wereld
-
- Nationalisme à streven naar eenwording (veel belangstelling voor eigen verleden en volkskarakter)/ Fase in totstandkoming van moderne eenheidsstaten
- Imperialisme (vanaf 1870) à streven naar gebieds- en machtsuitbreiding in de koloniën
-
- Eeuw van
-
- Bourgeoisie à kleine groep welvarende kooplieden, bankiers en industriëlen
- Industrialisatie à nieuwe industrie en nieuwe arbeidsvormen
- Kapitalisme à investeren van geld om winst te maken
- Metropolen à grote steden waarin veel arbeiders anoniem leefden en opgingen in de massa
-
Historische context - Nederland
- Na nederlaag Napoleon à Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden herenigd in een koninkrijk onder Willem 1
- Belgen in opstand à 1839 Zuiden erkend als zelfstandig koninkrijk België
- 1848 Nieuwe grondwet van Thorbecke à Nederland parlementaire democratie (verantwoording afleggen/ macht bij welgestelde burgers (de mensen die geld hebben))
- Nederlaag Napoleon + afsplitsing van België à versterking nationaal gevoel (huiselijkheid, godsdienstigheid, vaderlandsliefde en vrijheidsverlangen)
- Van agrarische maatschappij naar geïndustrialiseerde maatschappij à nieuwe ontwikkelingen, ontwikkeling steden, mar ook verpaupering (verarming) en kinderarbeid
- Moderniteit maatschappij
-
- Bij arbeiders toenemende politieke en sociale bewustwording
- Van platteland naar stad
- Individualisme vergroot (traditionele banden van gezin, dorp of groep verdwenen)
- Opkomst massacultuur, gericht op amusement en ontspanning (tegenhanger van officiële, burgerlijke (door dominees bepaalde) cultuur)
- Ontkerkelijking nam toe, waardoor verzuiling ontstond (vorm van emancipatie om alles in je eigen kring te doen/ te kunnen doen)
- Opkomst feminisme (Aletta Jacobs)
-
Culturele context - filosofie en wetenschap
Karl Marx en Friedrich Engels à socialisme
-
- Arbeidsdeling en ontstaan van eigendom leiden tot vervreemding van de mens
- Tweedeling van bourgeoisie (rijken) en loonarbeiders (armen) is niet goed
-
- Auguste Comte à positivisme
-
- Feiten ordenen + wetmatigheden opstellen à werkelijkheid begrijpen, beheersen en sturen
-
- Friedrich Nietzsche à reactie op vervreemding en anonimiteit in massa
-
- Ziet zichzelf als vernietiger van alle zekerheden
- Industrialisatie à dwang à mens raakt van zichzelf vervreemd
- Uebermensch à een mens die bevrijd is van conventies en gegeven waarden (iemand die eigen keuzes kan maken)
-
- Charles Darwin à evolutietheorie
-
- On the origin of species
- Wetmatigheden opstellen door zintuigelijk waarneembare verschijnselen of herhaalbare experimenten
-
Culturele context - kunst in de negentiende eeuw
- Kunstwerken steeds minder in opdracht gemaakt
- Kunstwerken steeds vrijer in stijl en onderwerpskeuze
- Kunst werd koopwaar
- Grote publiek was behoudend en kunstenaars wilden daar niet altijd aan voldoen
- Tweedeling bij kunstenaars:
-
- Zij die voldoen aan wens en smaak van publiek (geld verdienen à wat het publiek vraagt)
- Zij die kiezen voor artistieke vrijheid (emotionele aspect à maakt niet uit of de mensen het kopen of niet)
-
- Kunstenaar eerst aan kant van burger, nu soms antiburger
- Kunst verandert ook door komst fotografie à functie om iets natuurgetrouw af te beelden werd overgenomen door foto’s à basis voor de moderne kunst
Culturele context - romantiek
- Kunst = expressie van de eigen gevoelens
- Waarde van het persoonlijke en het individuele werd gezien
- Romantisch kunstenaar à vrijheidsgedrang à breken met voorgeschreven regels in de kunst (belemmerend voor expressie van gevoelens)
- Romanticus à onvrede met wereld om hem heen
-
- Sehnsucht: verlangen naar iets dat leven niet te bieden heeft/ kloof tussen ideaal en werkelijkheid
- Weltschmerz: pijn aan de wereld/ ergens anders willen zijn
- Melancholie: treurnis, depressie
-
- Escapisme om aan Weltschmer te ontvluchten: vlucht naar verbeelding, verleden (middeleeuwen en Gouden Eeuw), ongerepte natuur, andere exotische culturen, dromen en het geheimzinnige/ griezelige
Culturele context - realisme
- Gericht op eigentijdse werkelijkheid en onderwerpen
- Streven om mensen af te beelden in de sociale/ economische werkelijkheid
Culturele context - impressionisme
- Ontstaan in Parijs
- Snelle weergave van momentopname
- Onderwerp: modern en stedelijk leven
- Schilders: Monet, Degas (hoef je niet te onthouden)
Culturele context - muziek
- Voornamelijk romantische muziek
- Ontwikkeling van eigen muzikaal idioom (persoonlijke stijl)
- Favoriete muziekvorm: symfonie
- Eind negentiende eeuw: impressionistische muziek à geen strakke structuur/ wil sfeer oproepen
Literaire ontwikkelingen - schrijver en publiek
- Algemeen:
-
- Veel literaire teksten in 19e eeuw toch belerend of opvoedkundig
- Schrijven vooral nevenactiviteit
- Veel dominee dichters
- Veel geschreven om voorgedragen te worden
- 1880 - bewering van tachtig à literatuur moet los staan van religieuze, politieke en morele bedoelingen/ literatuur werd autonoom (zelfstandig)
-
- Lezerspubliek
-
- Burgerij à wilde ontspanning en amusement
- Ontwikkeling massalectuur, maar ook kunst omwille van de kunst (l’art pour l’art)
-
- Enkele schrijvers tegenover burgerij (antiburgers) à tegen burgerlijkheid en de ethische en esthetische normen en waarden (ethiek à goed en kwaad, esthetisch à over wat je mooi vind) daarvan
Literaire ontwikkelingen - romantische literatuur
- Romantische literatuur = expressie van gevoelens
- Schrijver probeert Sehnsucht, Weltshcmerz en melancholie te ontvluchten
- Voorkeur voor lyrische (uitdrukken van je gevoelens) teksten
- Onderwerpen: verleden, natuurbeleving, tragische liefde, de dood, vriendschapsbanden, aandacht voor het hogere/ bovennatuurlijk
Literaire ontwikkelingen - historische roman
- Door nationalisme en escapisme veel interesse in verleden
- Verhaal tot leven roepen waarin nationale gevoelens een rol konden spelen (vaderlandsliefde)
- Voorbeeld: romans van Sir Walter Scott (‘Ivanhoe’)
- Verleden beschreven voor lessen voor het heden
Literaire ontwikkelingen - humor
- Gevoeligheid en Weltschmerz kunnen humor oproepen
- Humor als wapen tegen het lijden en de onvrede met het bestaan
- Manieren: (vraag in proefwerk à op welke manier probeert de schrijver humor te gebruiken?)
-
- Pijn uitvergroten en ironiseren
- Absurde situaties
- Woordspelingen
- Vermenging van alledaags met verheven (iets simpels belangrijk maken)
- Stijlbreuken
- Overdrijving
-
Literaire ontwikkelingen - multatuli
- Multatuli = Nick name van Eduard Douwes Dekker (‘ik heb veel geleden’)
- ‘Max Havelaar of De koffieveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappij’
- Raamvertelling (verhaal in verhaal)
- Mengeling van feit en fictie/ mengeling van verschillende soorten teksten
- Doel: Nederlandse koning laten zien dat uitbuiting van NederlandsIndië moest stoppen (engagement)
Literaire ontwikkelingen - beweging van tachtig
- Vanaf 1885/ ‘tegencultuur’ genoemd
- Eigen tijdschrift ‘De nieuwe gids’
- Literatuur bevrijden van religieuze, morele en didactische doeleinden (l’art pour l’art / autonomie van de literatuur) à vernieuwing van de Nederlandse literatuur + breuk met al het voorgaande
- Literatuur werd bedoeld om te lezen, niet om voor te dragen
- Belangrijke schrijvers: Willem Kloos, Lodewijk van Deyssel, Frederik van Eeden, Herman Gorter
- Poëzie = allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie
Literaire ontwikkelingen - realistische literatuur
- Eigentijdse werkelijkheid beschrijven
- Herman Heijermans met ‘Op hoop van zegen’
- Veelal over sociale milieus/ klimmen op maatschappelijke ladder
- Personages à doorbreken van sociale rollen
- Realisme ontwikkelt zich in 19e eeuw van belerend naar objectief/naturalistisch
Literaire ontwikkelingen - belerend realisme
- Eerst wel werkelijkheid, maar moraliserende bedoeling
- Schokkende onderwerpen vermeden
- Normen en waarden goed te herkennen
- Personages goed of slecht à ethiek
- Goede afloop
- Voorbeeld: ‘Camera obscura’ van Hildebrand
Literaire ontwikkelingen - naturalisme
- Werkelijkheid zo objectief mogelijk weergeven/ neutraal (verteller mag geen commentaar geven
- Naturalisten willen niet beleren of moraliseren/ alles moet beschreven kunnen worden (dus ook taboeonderwerpen)
- Grondlegger: Emile Zola (geïnspireerd door positivisme, leidend tot determinisme)
- Determinisme: mens heeft geen vrije wil door erfelijkheid, het sociale milieu en de tijd waarin hij leeft
- Temperamentenleer: iedereen geboren met bepaald temperament (sommige mensen zijn eerder op de kast te krijgen dan anderen)
- Niet meer altijd goede afloop
- Nederlandse naturalisten: Marcellus Emants, Louis Couperus
REACTIES
1 seconde geleden