Eindexamens 2025

Wij helpen je er doorheen ›

Literatuurgeschiedenis Middeleeuwen t/m De Verlichting

Beoordeling 5.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo/vwo | 936 woorden
  • 24 oktober 2012
  • 11 keer beoordeeld
Cijfer 5.2
11 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
De ultieme examengids voor mensen die echt niet willen slagen

Eindexamens. Die periode waar je al tijden naar uitkijkt (not) en waar je je super goed op hebt voorbereid (ook not). Geen paniek: wij hebben de ultieme survivalgids voor je samengesteld. Met deze tips ga je het (waarschijnlijk niet) redden. Maar ze zijn wel leuk. 

Bekijk de tips

900 – 1170: Oud

Nederlands

1170 – 1550: Middel-Nederlands

1550 – Nu: Nieuw Nederlands

MIDDELEEUWEN

Epiek

- Wereldlijk

Ridderomans: Berijmde gedichten in de volkstaal over strijders, verheven

dames

DierenEpos: Verhalen over dieren die

karaktereigenschappen, zwakheden en slimmigheden van mensen uitbeelden

- Geestelijk

Marialegenden: Een legende waarin Maria een grote rol speelt. Vaak is zij

degene die God met de mensen verbindt.

Heiligenlevens: Soort biografie van

een Christelijke heilige.

Mystiek proza: Geschreven in de vorm van simpele taal, vaak met mysterieuze

achterliggende betekenis.

Exempelen: Werd ingezet om het publiek te overtuigen van een bepaald geloof en om het gegeven voorbeeld na te

volgen.

Sermoen of Preek

Lyriek

- Wereldlijk

Balladen

Historieliederen: Lied dat gedicht is

naar aanleidingen van een bijzondere historische gebeurtenis.

Drinkliederen: Wordt aangeheven bij

het drinken.

Minneliederen: Liefdesliederen.

Klaagliederen

-Geestelijk

Kerstliederen

Marialiederen: Liederen gericht tot

of over Maria.

Mystieke liederen

Dramatiek

- Wereldlijk

Abele spelen: Liefdesthema waarbij de adel altijd een grote rol speelt.

Kluchten: Kort toneelstuk waarbij het

volkse vermaak centraal stond.

-Geestelijk

Mysterie- en mirakelspelen: Vorm van toneel die voortkwam uit drama.

Draaide om de verbeeldingen van heiligelevens.

Spelen van Sinne of Moraliteit: Draait

om de liefde of de moraal.

Literatuur op grond van vorm

Epiek: Verhalend

Lyriek: Gevoel

Dramatiek: Toneel/drama

Indeling literatuur

Wereldlijk en Geestelijk

1100: Eerste Nederlands:

Hebben olla vogala nestas hogunnan

hinase hic enda thu wat unbidan we nu

Hebben alle vogels nesten gemaakt

behalve ik en jij, wat wachten we nu

Vanaf 1100: Ook geschreven teksten in volkstaal

Standenmaatschappij:

- Geestelijken

- Adel

- Burgers

Vanaf 1000: 4e stand -

burgerij en eerste steden

Twee machtsferen:

Op basis van geloof

Op basis van feodale stelsel

Memento mori:

Gedenk te sterven, deugdelijk leven.

Middeleeuwse literatuur:

Anonieme teksten

Samenleving:

Collectief, Eercultuur, moraliserend karakter.

Doelen letterkunde in de middeleeuwen

Adel: Vermaak, luisterplezier

Geestelijken: Stichten, Gods

grootheid bewijzen

Burgerij: Didactiek

Vorm van letterkunde in de middeleeuwen

Versvorm: Gepaard rijm, korte regels

Lyrische gedichten: Gevoelsuiting

Taal van letterkunde in de middeleeuwen

Diets (dialect)

EIND MIDDELEEUWEN

Rederijkerskamers:

Clubjes literatuurliefhebbers (1450-1550)

Begin 15e eeuw ontstonden in Zuid-Nederland de eerste

rederijkerskamers, bijvoorbeeld

Den boeck uit Burssel (burgerij)

De leden waren van de elite, geletterd, talent, aanzien.

Doel: Bespreken en discussievoeren over teksten over christelijke waarden en

normen.

De prince kon de stock bepalen.

Rederijkers schreven Balladen, Refereinen, Toneelteksten.

‘int vroede

‘int sotte

‘int amoureuze

Laatste strofe is princestrofe

Een na laatste strofe is oorlogsstrofe – afscheid nemen

Rederijkers speelden een rol in de totstandkoming van het huidige Nederlands.

1548: Eerste grammatica Nederlandse

taal. Dit was Duits-Nederlands.

Rederijkers waren trots op de eigen taal, ze wilden deze verrijken.

Overgang Middeleeuwen naar Renaissance:

- Uitvinding boekdrukkunst

Zorgde voor tijdswinst, de kerk was hun monopolie kwijt, teksten die voorheen

niet beschikbaar waren werden wel beschikbaar.

De kerk stelde een index op, een lijst met verboden boeken.

De behoefte aan gemeenschappelijke taal werd groter.

RENAISSANCE

Vanaf de 15e eeuw valt Nederland onder bourgondisch rijk.

(één munt)

Vanaf de 16e eeuw valt Nederland onder hapsburgse rijk.

Karel V wilde van Nederland een geheel maken onder leiding van één landsheer.

De zoon van Karel V was Philips II, hij wilde Willem van Oranje (1533-1584) als

plaatsvervanger.

Philips II:

Alle macht naar Spanje

Staat geen vrijheid van godsdienst toe.

Willem van Oranje kiest voor het

volk en komt in opstand.

De slag bij Heiligerlee (1568) was het begin van de 80 jarige oorlog.

Op dat moment begon de volksopstand door het door Willem geschreven ‘Wilhelmus’

in 1571.

1572: Inname den Briele door de watergeuzen.

Het Wilhelmus

Overgangstekst van de rederijkerskenmerken naar de renaissance.

Melodie: Chartres, frans spotlied.

Propaganda voor de volksopstand en verdedigingslied.

Renaissancistische

Geest van het verzet, nationalistische opvattingen.

Leven in het nu

Emblemata

Een genre uit de renaissance.

1: Motto

2: Pictura

3: Subscriptio

Doelgroep: Jeugd

DE GOUDEN EEUW

De grote vijf:

1) Bredero (1585-1618) Klucht, blijspelen

2) Vondel (1587-1679) Treurspelen (Vb. Gijsbrecht), Hekeldichten,

Gelegenheidsgedichten

3) P.C. Hooft (1581-1647) Treurspelen, Blijspelen, Lyriek, Emblemata, Dramatiek

4) Jacob Cats (1577-1660) Opvoedkundig en eenvoudig, Emblemata

5) Constantijn Huygens (1596-1687) Homo universalis, Trijntje Cornelis

ACHTTIENDE EEUW ‘VERLICHTING’

Middeleeuwen: Ontwetend

Renaissance: Ontwikkeling in wetenschap

Verlichting: Mensen zijn geschoold, rede, ratio en optimisme staan centraal.

‘We willen mensen kennis bijbrengen’

Kenmerken van de verlichting

De mens is van nature goed.

Als de mens zijn verstand gebruikt, zal hij het goede doen.

Rationalisme. Verstand is de belangrijkste bron van kennis.

Het kind wordt ook belangrijk tijdens de verlichting.

Romantiek (1780-1886)

Vanaf 1780: engagement,

betrokkenheid.

Industriële revolutie (2e helft 19e eeuw uitvinding van

de stoommachine)

Slechte arbeidsomstandigheden.

1848: Revoluties in Europa –

Liberalisme

De functie van kunst veranderde in de 19e eeuw:

Commerciële galerieën, privéverzamelaars, kunstenaar is vrij in het kiezen van

stijl.

Uitvinding fotografie.

Kenmerkend van de romantiek was het verzet tegen

- Optimisme/rationalisme

- Burgermaatschappij

- Strenge regels van de kunst

- Afkeer werkelijkheid

- Geen geloof in vooruitgang

- Geloof in het ideale. De werkelijkheid is onzichtbaar, de kunstenaar wil het

ideale beeld laten zien.

De kunstenaar voelt zich onbehaaglijk: Melancholie (Sehnsucht, Weltschmerz)

- Creatio: Zelf de ideale wereld scheppen, persoonlijk beeld.

Onderwerpen

Vluchten naar de natuur

Vluchten naar het verleden of toekomst

Vluchten naar het verre (vreemde landen)

Vluchten in geloof en liefde

Vluchten in het mysterieuze, gruwelijke dood

Vluchten in humor.

Voorbeeld: Snikken en grimlachjes (Piet Paaltjens)




REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.