900 – 1170: Oud
Nederlands
1170 – 1550: Middel-Nederlands
1550 – Nu: Nieuw Nederlands
MIDDELEEUWEN
Epiek
- Wereldlijk
Ridderomans: Berijmde gedichten in de volkstaal over strijders, verheven
dames
DierenEpos: Verhalen over dieren die
karaktereigenschappen, zwakheden en slimmigheden van mensen uitbeelden
- Geestelijk
Marialegenden: Een legende waarin Maria een grote rol speelt. Vaak is zij
degene die God met de mensen verbindt.
Heiligenlevens: Soort biografie van
een Christelijke heilige.
Mystiek proza: Geschreven in de vorm van simpele taal, vaak met mysterieuze
achterliggende betekenis.
Exempelen: Werd ingezet om het publiek te overtuigen van een bepaald geloof en om het gegeven voorbeeld na te
volgen.
Sermoen of Preek
Lyriek
- Wereldlijk
Balladen
Historieliederen: Lied dat gedicht is
naar aanleidingen van een bijzondere historische gebeurtenis.
Drinkliederen: Wordt aangeheven bij
het drinken.
Minneliederen: Liefdesliederen.
Klaagliederen
-Geestelijk
Kerstliederen
Marialiederen: Liederen gericht tot
of over Maria.
Mystieke liederen
Dramatiek
- Wereldlijk
Abele spelen: Liefdesthema waarbij de adel altijd een grote rol speelt.
Kluchten: Kort toneelstuk waarbij het
volkse vermaak centraal stond.
-Geestelijk
Mysterie- en mirakelspelen: Vorm van toneel die voortkwam uit drama.
Draaide om de verbeeldingen van heiligelevens.
Spelen van Sinne of Moraliteit: Draait
om de liefde of de moraal.
Literatuur op grond van vorm
Epiek: Verhalend
Lyriek: Gevoel
Dramatiek: Toneel/drama
Indeling literatuur
Wereldlijk en Geestelijk
1100: Eerste Nederlands:
“Hebben olla vogala nestas hogunnan
hinase hic enda thu wat unbidan we nu”
“Hebben alle vogels nesten gemaakt
behalve ik en jij, wat wachten we nu”
Vanaf 1100: Ook geschreven teksten in volkstaal
Standenmaatschappij:
- Geestelijken
- Adel
- Burgers
Vanaf 1000: 4e stand -
burgerij en eerste steden
Twee machtsferen:
Op basis van geloof
Op basis van feodale stelsel
Memento mori:
Gedenk te sterven, deugdelijk leven.
Middeleeuwse literatuur:
Anonieme teksten
Samenleving:
Collectief, Eercultuur, moraliserend karakter.
Doelen letterkunde in de middeleeuwen
Adel: Vermaak, luisterplezier
Geestelijken: Stichten, Gods
grootheid bewijzen
Burgerij: Didactiek
Vorm van letterkunde in de middeleeuwen
Versvorm: Gepaard rijm, korte regels
Lyrische gedichten: Gevoelsuiting
Taal van letterkunde in de middeleeuwen
Diets (dialect)
EIND MIDDELEEUWEN
Rederijkerskamers:
Clubjes literatuurliefhebbers (1450-1550)
Begin 15e eeuw ontstonden in Zuid-Nederland de eerste
rederijkerskamers, bijvoorbeeld
Den boeck uit Burssel (burgerij)
De leden waren van de elite, geletterd, talent, aanzien.
Doel: Bespreken en discussievoeren over teksten over christelijke waarden en
normen.
De prince kon de stock bepalen.
Rederijkers schreven Balladen, Refereinen, Toneelteksten.
‘int vroede
‘int sotte
‘int amoureuze
Laatste strofe is princestrofe
Een na laatste strofe is oorlogsstrofe – afscheid nemen
Rederijkers speelden een rol in de totstandkoming van het huidige Nederlands.
1548: Eerste grammatica Nederlandse
taal. Dit was Duits-Nederlands.
Rederijkers waren trots op de eigen taal, ze wilden deze verrijken.
Overgang Middeleeuwen naar Renaissance:
- Uitvinding boekdrukkunst
Zorgde voor tijdswinst, de kerk was hun monopolie kwijt, teksten die voorheen
niet beschikbaar waren werden wel beschikbaar.
De kerk stelde een index op, een lijst met verboden boeken.
De behoefte aan gemeenschappelijke taal werd groter.
RENAISSANCE
Vanaf de 15e eeuw valt Nederland onder bourgondisch rijk.
(één munt)
Vanaf de 16e eeuw valt Nederland onder hapsburgse rijk.
Karel V wilde van Nederland een geheel maken onder leiding van één landsheer.
De zoon van Karel V was Philips II, hij wilde Willem van Oranje (1533-1584) als
plaatsvervanger.
Philips II:
Alle macht naar Spanje
Staat geen vrijheid van godsdienst toe.
Willem van Oranje kiest voor het
volk en komt in opstand.
De slag bij Heiligerlee (1568) was het begin van de 80 jarige oorlog.
Op dat moment begon de volksopstand door het door Willem geschreven ‘Wilhelmus’
in 1571.
1572: Inname den Briele door de watergeuzen.
Het Wilhelmus
Overgangstekst van de rederijkerskenmerken naar de renaissance.
Melodie: Chartres, frans spotlied.
Propaganda voor de volksopstand en verdedigingslied.
Renaissancistische
Geest van het verzet, nationalistische opvattingen.
Leven in het nu
Emblemata
Een genre uit de renaissance.
1: Motto
2: Pictura
3: Subscriptio
Doelgroep: Jeugd
DE GOUDEN EEUW
De grote vijf:
1) Bredero (1585-1618) Klucht, blijspelen
2) Vondel (1587-1679) Treurspelen (Vb. Gijsbrecht), Hekeldichten,
Gelegenheidsgedichten
3) P.C. Hooft (1581-1647) Treurspelen, Blijspelen, Lyriek, Emblemata, Dramatiek
4) Jacob Cats (1577-1660) Opvoedkundig en eenvoudig, Emblemata
5) Constantijn Huygens (1596-1687) Homo universalis, Trijntje Cornelis
ACHTTIENDE EEUW ‘VERLICHTING’
Middeleeuwen: Ontwetend
Renaissance: Ontwikkeling in wetenschap
Verlichting: Mensen zijn geschoold, rede, ratio en optimisme staan centraal.
‘We willen mensen kennis bijbrengen’
Kenmerken van de verlichting
De mens is van nature goed.
Als de mens zijn verstand gebruikt, zal hij het goede doen.
Rationalisme. Verstand is de belangrijkste bron van kennis.
Het kind wordt ook belangrijk tijdens de verlichting.
Romantiek (1780-1886)
Vanaf 1780: engagement,
betrokkenheid.
Industriële revolutie (2e helft 19e eeuw uitvinding van
de stoommachine)
Slechte arbeidsomstandigheden.
1848: Revoluties in Europa –
Liberalisme
De functie van kunst veranderde in de 19e eeuw:
Commerciële galerieën, privéverzamelaars, kunstenaar is vrij in het kiezen van
stijl.
Uitvinding fotografie.
Kenmerkend van de romantiek was het verzet tegen
- Optimisme/rationalisme
- Burgermaatschappij
- Strenge regels van de kunst
- Afkeer werkelijkheid
- Geen geloof in vooruitgang
- Geloof in het ideale. De werkelijkheid is onzichtbaar, de kunstenaar wil het
ideale beeld laten zien.
De kunstenaar voelt zich onbehaaglijk: Melancholie (Sehnsucht, Weltschmerz)
- Creatio: Zelf de ideale wereld scheppen, persoonlijk beeld.
Onderwerpen
Vluchten naar de natuur
Vluchten naar het verleden of toekomst
Vluchten naar het verre (vreemde landen)
Vluchten in geloof en liefde
Vluchten in het mysterieuze, gruwelijke dood
Vluchten in humor.
Voorbeeld: Snikken en grimlachjes (Piet Paaltjens)
REACTIES
1 seconde geleden