Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Literatuurgeschiedenis Dautzenberg H5 en H7 18e en 19e eeuw

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 2134 woorden
  • 2 maart 2011
  • 44 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
44 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
5.34 Historische achtergrond 1700 - 1800
17e en 18e eeuw: Absolutisme bepaalde Europese politiek, behalve in Nederland.

2e helft 18e eeuw: In de Republiek ontstonden twee politieke stromingen:

• Patriotten die naar democratie streefden

• Prinsgezinden die liever het koningshuis lieten bestaan

18e eeuw: Dé culturele stroming was de Verlichting (vooral in Engeland & Frankrijk).


5.35 De Verlichting
Verlichting: In de 18e eeuw ontstond het gevoel dat de wereld langzaam maar zeker duidelijk, helder, ‘verlicht’ aan het worden was. De Verlichting heeft veel invloed gehad op de westerse geschiedenis en veel ideeën worden nog steeds uitgevoerd (Scheiding Kerk en Staat, afschaffing slavernij, scheiding der drie machten).

Empirisme: Onderzoek naar hoe de wereld in elkaar steekt.


Rationalisme: De opvatting dat de menselijke ratio (verstand, rede) in staat was álles op te lossen.

Deïsme: De opvatting dat er wel een Opperwezen bestaat, maar dat de verering daarvan in de vorm van een godsdienst zinloos is.

Tolerantie: Ieder mens moet kunnen denken en geloven wat hij wil en overheden hebben daar niks mee te maken. Voltaire was hier een aanhanger van.

Trias Politica: De opvatting dat de uitvoerende macht (regering), de wetgevende macht (parlement) en de rechterlijke macht gescheiden moeten zijn. John Locke en Montesquieu waren hier aanhangers van.

Liberalisme: Het streven naar grotere vrijheid, de overheid moet zich zo min mogelijk bemoeien met de economie. Adam Smith was hier de grondlegger van.

18e eeuw: Men ging ervan uit dat de mens van nature goed is en dat verkeerd gedrag voortkomt uit gebrek aan kennis van het goede  onderwijs was van groot belang.

Door de Amerikaanse en Franse Revolutie (1776 en 1789) zijn de ideeën van de Verlichting in de praktijk gebracht.


5.37 Literatuur

De Verlichting treffen we literair alleen in de proza. In het toneel en de poëzie heerste het neoclassicisme.

Verlichte prozaliteratuur = didactisch (duidelijke en zakelijke taal)

• Didactisch

o Encyclopédie (Denis Diderot): Dit was de eerste “uitgebreide” encyclopedie. Het telt 35 delen en poogde alle kennis samen te vatten.

• Didactisch-moralistisch

o Spectatoriale geschriften: Verlichte tijdschriften, om de burgerij op te voeden. In de vorm van dialogen, brieven, fabels, reisbeschrijvingen en korte verhalen. (bv. De Hollandse Spectator)

• Episch-didactisch


o Imaginaire reisverhaal: Een tekst waarin men een reis beschrijft die nooit heeft plaatsgevonden, maar waarin de schijn wordt opgehouden dat het om een echte reis gaat. In de 18e eeuw buitengewoon populair genre. Kan ook in satire vorm voorkomen. (bv. Gulliver’s Travels)

o Utopie: Een ideale wereld die niet bestaat.

o Robinsonade: Een roman over een of meer personen die door omstandigheden van de rest van de wereld afgezonderd raken en zich alleen moeten zien te redden. (bv. Robinson Crusoe)

• Realistisch episch-didactisch

o Roman: Verhaal waarbij de gebeurtenissen een middel zijn om personages te beschrijven.

 Psychologische roman: Karakters

 Ontwikkelings roman: Veranderingen karakters

 Sociale roman

 Historische roman


5.38 Justus van Effen (Utrecht 1684 – Den Bosch 1735)

• Jurist

• Frans

• Reizen naar o.a. Engeland

• Vertalen Engelse literatuur > Frans en Nederlands

• Lid van belangrijke wetenschappelijk genootschap The Royal Society

• Oprichter van De Hollandse Spectator

o Één tot twee keer per week

o Literatuur, taalkunde, sociale problemen, godsdienst

o 360 nummers van 8 bladzijden

o Grotendeels essays, ook korte verhalen.



5.40 Hiëronymus van Alphen (Gouda 1746 – Den Haag 1803)

Jean-Jacques Rousseau: Verlichter die van de gedachte uitging dat de mens van wezen goed is, maar wordt bedorven door de maatschappij. Daarom moesten kinderen niet streng opgevoed, maar vrijgelaten worden volgens hem. Hierdoor ontstond de jeugdlectuur.



• Jurist  schatkistbewaarder

• Drie kinderen, vrouw jong overleden

• Schreef het belangrijkste Nederlandse jeugdboek uit die tijd (in eerste instantie anoniem)

o Kinderen worden aangespoord tot: leergierigheid, gehoorzaamheid, naastenliefde, vaderlandsliefde en godsdienstigheid

o Nog steeds populair


5.41 Betje Wolff en Aagje Deken (Vlissingen 1738 – Den Haag 1804

Amstelveen 1741 – Den Haag 1804)

• Elizabeth Bekker > Betje Wolff

o Streng gereformeerde, maar toch ‘verlichte’ opvoeding

o Eén dag affaire met jonge militair > werd gezien als schandaal

o Getrouwd met weduwnaar Adriaan Wolff, predikant

• Na de dood van haar man ging Betje Wolff samen wonen en schrijven met Agatha Deken

• Bekendste boek: Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart (1782)

o Voor een deel gebaseerd op Betjes eigen lotgevallen


o Sara Burgerhart dreigt met een slechte man te trouwen, maar trouwt uiteindelijk met een fatsoenlijke man.

o Briefroman, meerder personages

 Nadeel: dubbelvertellingen

 Voordelen: van meerdere kanten, ideale vorm om karakters uit te beelden

o Realistische roman, geeft goed beeld Hollandse tijd en vol met spot en humor

o Commercieel groot succes

• Vanwege patriottische sympathieën moesten ze uitwijken naar Frankrijk

• Ze raakten al hun kapitaal kwijt en leefden het eind van hun leven in armoede


5.42 Buitenlandse literatuur

• Jonathan Swift (1667 – 1745)

o A modest proposal (1729)

 Zijn meest cynische werk

 Kinderen van de armen als voedsel aan de rijken

o Gulliver’s Travels (1726)

 Zijn bekendste werk en grootste satire van de Verlichting

 Bedoeling was de wereld eerder te ergeren dan te vermaken

 Aanval op concrete politiek en religieuze kwesties van zijn tijd en het gedrag van de mens in het algemeen

 Vier delen


1. Gulliver komt na een schipbreuk op het eiland Lilliput terecht

o Satire

o Frans-Engelse oorlog

o Strijd tussen Protestanten en Katholieken

2. Hierna komt hij terecht in Brobdingnag

o Satire en Utopie

3. Gulliver bezoekt diverse eilanden

4. Tenslotte in het land van de Houyhnhnms

o Utopie

• Voltaire (1694 – 1778)

o Candide ou l’optimisme (1751)

 Grote satire van de Verlichting

 Aanval op het optimistische vooruitgangsgeloof

 Hoofdpersoon: Candide

o Een van de beroemdste en meest gevreesde mannen uit zijn tijd

o Zijn moeken werden regelmatig verboden

De boeken van Voltaire en Swift zijn satiren, maar ook imaginaire reisverhalen

• Daniel Defoe (1660 – 1731)


o Robinson Crusoe (1719)

 Robinsonade (soort imaginair reisverhaal)

 Avonturen van een zeeman op een onbewoond eiland

 Bedoeling: laten zien hoe de mens zich dankzij geesteskracht zich staande kan houden in extreme situaties

• Rudolph Erich Raspe

o Baron van Munchausen’s narrative of his marvellous travels and campaigns in Russia (1785)

o Leugenliteratuur

 Parodie op imaginaire reisverhaal

• Samuel Richardson (1689 – 1761)

o Drukker en brievenschrijver

o Pamela or virtue rewarded (1740 – 1741)

 Roman bestaande uit brieven en daboekfragmenten

o Schepper van de psychologische roman en de briefroman

• Henry Fielding (1707 – 1754)

o Begon met schrijven door ergernis over Richardsons verhalen

o An apology for the life of Mrs. Shamela Andrews (1741)

o The history and adventures of Joseph Andrews (1742)


 De broer van Pamela is de hoofdpersoon (zie Richardson)

o The history of Tom Jones, a foundling (1749)

 Zijn meesterwerk

 Door middel van de avonturen van een vondeling wordt een beeld gegeven van de hele 18e eeuwse Engelse maatschappij

Griezelroman (Gothic novel): Verhalen over geheimzinnige en bovennatuurlijke gebeurtenissen in oude sombere kastelen vol boze schurken en angstige maagden, speelt zich meestal in de Middeleeuwen af. Werd het populairste genre van de late 18e en vroege 19e eeuw.



• Horace Walpole (1717 – 1797)

o The castle of Otranto (1764)

 Wordt beschouwd als de eerste griezel roman

• Laurence Sterne (1713 – 1768)

o Grootste Engelse romanschrijver van de 18e eeuw

o The life and opinions of Tristram Shandy (1760 – 1767; 9 delen)

 Drijft de spot met de gebruikelijke kenmerken van romans

• Witte of zwarte bladzijdes

• Geen juiste volgorde van de hoofdstukken

• Etc.

o Modernere schrijver dan zijn tijdgenoten


7.45 Historische achtergrond 1800 – 1875

1795: De patriotten in de Noordelijke Nederlanden komen in opstand tegen de Republiek der Verenigde Nederlanden


1805: Napoléon stelde het Koninkrijk Holland in, met zijn broer Lodewijk als koning. Omdat het Koninkrijk veel te zelfstandig optrad volgens Napoléon, maakte hij van Nederland een Franse kolonie.

1815: Napoléon wordt verslagen bij de slag van Waterloo en het noorden wordt herenigd met het zuiden tot het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, met als vorst Willen I.

1830: Het zuiden kwam in opstand en zo werd het Koninkrijk België gesticht.

1848: De grondwetsherziening door J.R. Thorbecke (liberaal). Hierdoor kon nu ook de industriële revolutie doordringen in de Nederlanden.

In de late 18e en de hele 19e eeuw bracht men de politieke idealen van de Verlichting in de praktijk.

Aan het eind van de 18e eeuw werd op cultureel gebied de Verlichting opgevolgd door de Romantiek.

In de 19e eeuw komt naast de Romantiek een tweede stroming naar voren: het Realisme.

1875: Beide stromingen zijn zo goed als uitgewerkt en er begint een nieuwe tijd: het Fin de Siècle.


7.46 De Romantiek

Tijdens de Verlichting had het woord ‘romantisch’ een negatieve betekenis (overdreven).

Aan het einde van de 18e eeuw krijgt het een meer positieve betekenis.

Hoofdkenmerken van de Romantiek:

• Gevoeligheid

• Verbeeldingskracht

• Individualisme

• Originaliteit (kunst)

Bohémiens: Een type kunstenaars die leefden in het tijdperk van de Romantiek en een tamelijk ‘onmaatschappelijk’ leven leidden.

De Romantische kunst was lyrisch: de Romanticus moest zich laten leiden door zijn gevoelens.


De (wilde, onaangetaste) natuur staat centraal in de kunst.

In de wetenschap komt de interesse voor het ‘natuurlijke’ in uiting door het bestuderen van andere culturen: culturele antropologie. Hieruit ontstond ook de vergelijkende taalwetenschap.


7.48 Literatuur

Weltschmerz: De Romantische melancholie (droefgeestigheid)

Sehnsucht: Het Romantische verlangen naar het onbereikbare geluk: de ideale geliefde/vriendschap/maatschappij.

Het antirationalisme van de romantici leidde tot een nieuwe belangstelling voor de verhouding tussen de mens en het Opperwezen. Ze zochten het geloof in zichzelf en in de ongerepte natuur.

Historische roman: Komt voort uit de gothic novel. De historische achtergrond is veel authentieker dan in de gothic novel, hoewel met ook hier romantiseerde: De Middeleeuwen werden voorgesteld als een tijd van avonturen.

• Sir Walter Scott

o Bekendste schrijver van historische romans

o Ivanhoe (1819)

Griezelroman: Komt voort uit de gothic novel. De schrijver speculeert hierin op allerlei irrationele angsten die diep in de mens leven.

• Mary Shelly

o Schreef het bekendste werk uit de Engelse literatuur = Frankenstein (1818)

 Hoofdpersoon: Allesvernietigend monster

 Griezelroman en sciencefiction

• Jules Verne (1828 – 1905)

o Bekendste sciencefiction schrijver van de 19e eeuw


o Voyage au centre de la terre (1864)

o De la terre à la lune (1865)

o Vingt mille lieues sous les mers (1870)

Detectiveroman: In latere gothic novels werden aan het slot bovennatuurlijke gebeurtenissen ontmaskerd als bedrog; het detectiveverhaal.

Sprookjes: Ook dit genre bloeide in de Romantiek weer op.

• Volkssprookjes

o Werden overgeleverd en opgeschreven in de Romantiek

o De Gebroeders Grimm

• Cultuursprookjes

o Werden zelf bedacht tijdens de Romantiek (en ook opgeschreven)

o Hans Christian Andersen (1805 – 1875)


7.49 Het Realisme

Het Realisme was een reactie op de lieflijke, sentimentele en fantastische kant van de Romantiek.

Realisten zochten hun onderwerpen niet in de geschiedenis/mythologie/hun fantasie, maar in de realiteit van elke dag.

Belangrijke realistische schilders:

• Gustave Gourbet (1819 – 1877)


• Jean-François Millet (1808 – 1875)

• Jozef Israëls (1824 – 1911)

1870: Het Realisme maakt plaats voor het impressionisme. De onderwerpen worden daarbij geheel ondergeschikt aan de weergave van licht en kleur.

Klassieke roman: De intrige (plot) ervan heeft een duidelijk begin, verloop en afsluiting en is heel zorgvuldig opgebouwd; alle onderdelen hangen met elkaar samen.

• Onderwerp: natuurgetrouwe uitbeelding/sociaal-psychologische analyse van mens en maatschappij

• Overheerst nog steeds in de literatuur


7.51 François Haverschmidt (Piet Paaltjens) (Leeuwarden 1835 – Schiedam 1894)

• Theoloog

• Romanticus

• Bloemlezing uit de dichterlijke nalatenschap van Piet Paaltjens (1856, Leidse Studentenalmanak)

• Deed voorkomen alsof hij de gedichten van zijn vriend Piet Paaltjens publiceerde.

• Snikken en grimlachjes (1867, onder Piet Paaltjens)

• In de figuur van Paaltjens viel Haverschmidt de dichters van zijn tijd aan, maar ook een bepaalde kant van zijn eigen persoonlijkheid.

• 1894: Hij pleegde zelfmoord



7.54 De Romantische literatuur in het buitenland

• Jean-Jacques Rousseau (1712 – 1778)

o ‘Vader van de Romantiek’

o Julie (1761) en Emile (1762) en Du contrat social (1762)

 Aanval op de moderne beschaving

Preromantiek/Sturm und Drang: Periode van veel aanhang voor Rousseaus ideeen zoals dat de mens goed is van zichzelf, maar slecht is gemaakt door de maatschappij.



Belangrijkste vertegenwoordigers:

• Johann Wolfgang von Goethe (1749 – 1832)

o Veelzijdig schrijver/onderzoeker/politicus

o Faust (1808)

 Beroemdste boek

 Geleerde verkoopt zijn ziel aan de duivel in ruil voor kennis

o Die leiden des jungen Werthers (1774)

 Bekendste boek

 Sterk onder invloed van Rousseau

 Groot internationaal succes

• Friedrich von Schiller (1759 – 1805)

o Gedicht: Ode an die Freude

 Gebruikte Beethoven voor zijn Negende Symfonie

o Veelzijdig schrijver


‘Hoge’ Romantiek:

• E.T.A. Hoffmann (1776 – 1822)

o Griezelverhalen

o Der Sandmann

 Vroege sciencefiction

• Sir Walter Scott (1771 – 1832)

o Wereldberoemd

o Ivanhoe en The bride of Lammermoor (beide 1819)

 Zijn bekendste romans

• George Gordon, Lord Byron (1788 – 1824)

o Romanticus bij uitstek

o Adellijke bohémien

• Heinrich Heine (1797 – 1856)

o Leefde in Frankrijk

o Jood

o Gedicht: Die Lorelei

• Charles Baudelaire (1821 – 1867)

o Belangrijkste Franse dichter van de 19e eeuw

o Verdoemde dichter (poète maudite)

o Gedichtenbundel: Les fleurs du mal (1857)

 Veroorzaakte veel opschudding


Belangrijke romanschrijvers uit de Romantiek:

• M.H. Beyle (Stendhal) (1782 – 1842)

o Le rouge et le noir (1831)

o La chartreuse de Parme (1839)

 In beide boeken probeert de hoofdpersoon te ontsnappen aan de maatschappij

• Honoré de Balzac (1799 – 1850)

o La comédie humaine

 Meerdere delen

 Commentaar op de Franse samenleving van de vroege 19e eeuw

 Eugénie Grandet (1834)

 Le père Goriot (1835)

• Alexander Poesjkin (1799 – 1837)

o Rus

o Jevgeni Onegin (1833)

 Sterk onder invloed van Byron

• Edgar Allan Poe (1809 – 1849)

o Amerikaan

o Griezel- en detectiveverhalen

o Bekendste griezelverhalen:

 The fall of the house of Usher

 The tell-tale heart

 The facts in the case of M. Valdemar

 The cask of Amontillado


• Hans Christian Andersen (1805 – 1875)

o Sprookjesschrijver

o Bekendsten:

 Het lelijke jonge eendje

 De kleine zeemeermin

 De nieuwe kleren van de keizer

 Het standvastige tinnen soldaatje

 Het meisje met de zwavelstokjes



Extra Gelezen boek

Ab ovo: Normale chronologische volgorde

In medias res: In het midden van het verhaal beginnen

Post rem: Met het einde beginnen

Fabel: Het verhaal in zijn logische en chronologische samenhang

Sujet: De manier waarop de fabel in de tekst is weergegeven

Handeling (plot/intrige): Alle gebeurtenissen in het verhaal samen

Thema: Korte samenvatting van de handeling

Onderwerp: Een samenvatting van het verhaal in een of enkele woorden

REACTIES

D.

D.

best samenvatting 2013

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.