Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Literatuurgeschiedenis 1880-1900 & 1900-1940

Beoordeling 5.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 6e klas vwo | 1772 woorden
  • 4 februari 2009
  • 56 keer beoordeeld
Cijfer 5.6
56 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Literatuurgeschiedenis Nederlands

1880-1900
Politieke achtergronden
1887 -> een keerpunt in de geschiedenis van de parlementaire democratie van Nederland. Het zwaartepunt werd verlegd van de welgestelde burgerij naar de minder welgestelde burgerij.

Sociaal-economische achtergronden
-Werkloosheid nam toe -> kinderen werkten soms 70 uur.
-Onkerkelijkheid nam toe

De culturele achtergronden
1859 -Gustave Flaubert veroorzaakte met zijn roman Madame Bovary veel opschudding -> objectieve realisme
1863 -Het schilderij van Edouard Manet ‘Le Déjeuner sur l’Herbe’ werd beschouwd als belediging van het publiek        ->ontmythologisering en breuk met de idealisering.

1865 -Olympia van Edouard Manet veroorzaakte nog meer opschudding.
In dit tijdperk staan schrijvers en schilders tegenover het publiek uit de gegoede burgerij -> kunstenaars en schrijvers worden anti –burgers

Impressionisme
Claude Monet(1840-1926) en Edgar Degas(1834-1917) behoren tot de bekendste impressionisten -> zij streefden naar een momentopname “impressie”
G.H. Breitner(1857-1923) =een schilder die impressionistisch werkte “de Singelbrug bij de Paleisstraat te Amsterdam”
Claude Debussy(1862-1918) probeerde met zijn muziek stemmingen en indrukken weer te geven
->impressionistische muziek
Le bourgeois satisfait = de gegoede burger

Freud en de psychoanalyse
1900: Sigmund Freud(1856-1939) schrijft “Die Traumdeutung”. Manifeste droominhoud ; het navertellen van een droom hoe de dromer hem herinnert. Dit herinnert men zich bewust. Latente droomgedachte ; betekenis van de droom, de diepere zin ervan. Dit betekent de droom onbewust.

Oedipuscomplex ->kinderen zien de vaderfiguur als concurrent en tegenstander, de moeder wordt geïdealiseerd omdat het, het eerste lustobject is.

Neurotisch gedrag -> Mensen die dingen doen of laten omdat een onbewuste drijfveer dat ingeeft, handelingen die geen enkele zin of logica hebben.
Psychologische drijfveren -> het gedrag, de gevoelens en het denken van mensen dat verwerkt wordt in verhalen en romans.
Ideologie ->wereldbeeld en de normen en waarden
Friedrich Nietzsche(1844-1900)beschouwde zichzelf als vernietiger van zekerheden: Afgodenbeelden omverwerpen
-> “de waarheid bestaat niet”

Literatuur in het Fin de siècle -> La belle époque(het mooie tijdperk)

1875-1914->Fin de siècle waarmee men wil aangeven dat ze een soort afsluitende periode is, waarin echter tegelijkertijd de kiemen van een nieuwe periode aanwezig zijn. De kunst van het Fin de siècle is een overgangskunst tussen oud en nieuw. Impressionisme, naturalisme, symbolisme en neoromantiek waren het belangrijkst.

De Beweging van Tachtig(1880-1894)
De nieuwe gids (bestaat nog steeds)-> literatuur presteren(vorm en inhoud 1) als een belangrijke vernieuwing van de Nederlandse literatuur en als breuk met de voorgaande literatuur waarin voor de dominee-poëzie een dominante plaats was weggelegd. In dit tijdschrift uiten veel schrijvers hun onvrede over de wereld.


Voor de dichters van Tachtig waren de ziel, het gevoel, de passie, de hartstocht en de emotie het uitgangspunt voor de poëzie. Ze zijn verwant met het impressionisme. De Tachtigers waren bohémiens(misprezen de burgerlijke levenswijze en trokken zich terug in een geïsoleerde sfeer), en geen gerespecteerde burgers. Ze benadrukten de schoonheid van de kunst en niet de boodschap -> aansluiten bij het estheticisme(de opvatting dat kunst uitsluitend iets moois dient te zijn en geen andere functie mag hebben dan kunst te zijn).
L’art pour l’art -> het gaat niet om de inhoud maar om de vorm

Tot de belangrijkste teksten van de Tachtigers behoren de sonnetten van Kloos, de poëzie van Gorter en het sprookjesachtige “De kleine Johannes(1885)” van Frederik van Eeden. De belangrijkste dichter van de Beweging van Tachtig geldt Herman Gorter(1864-1927) zijn gedicht “Mei(1889)” was het hoogtepunt. In 1890 publiceerde Gorter de bundel Verzen.

Het naturalisme(verdere uitwerking van het realisme) in het proza
1867 ->de franse schrijver Emile Zola(1840-1902) publiceert de roman “Thérèse Raquin”.
Naturalisme = opvatting die vindt dat er maar 1 autonoom subject is de natuur
Positivisme=alleen waarneembare feiten zijn kenbaar-> Augsute Comte(1798-1857)
Determinisme ->de mens wordt beschouwd als een natuurverschijnsel dat onderhevig is aan wetmatigheden (erfelijke factoren, woon en leefomstandigheden)
Een naturalistische auteur wil de objectieve observator van de waarneembare verschijnselen zijn en de determinerende factoren daarbij blootleggen.

1879 ->Marcellus Emants(1848-1923) sluit zich aan bij de deterministische opvatting dat de mens een door de verschijnselen buiten hem om volkomen gedetermineerd wezen is.

Louis Couperus(1863-1923) -> thematiek van het noodlot staat centraal (determinisme).

Naturalisme in het toneel
1889 ->De Toneelvereniging werd opgericht -> ze willen modern naturalistisch toneel opgevoerd zien. Henrik Ibsen(1828-1906) ->“Een poppenhuis” . Ibsen wordt beschouwd als een van de grondleggers van het naturalistische toneel.
Herman Heijermans(1864-1924)treed in de voetsporen van Ibsen. “Op hoop van zegen”(1900), “Schakels”(1903) en “De opgaande zon”(1908).

1900-1940

De politieke achtergronden
1914-1918 -> Eerste wereldoorlog.
1917 ->door de Russische Revolutie kwam in Rusland een einde aan het tsaristisch bewind (communisten werden onderleiding van Lenin, Stalin, de nieuwe machthebbers.
1917 ->Algemeen kiesrecht werd in NL ingevoerd en einde aan schoolstrijd
1929 ->zware economische crisis door de beurskracht van Wall Street -> grote werkloosheid -> in Italië kwam het fascisme(1 partij of persoon had de macht) op, met als leider Benito Mussolini.

1933 ->Adolf Hitler werd rijkskanselier -> het nationaal-socialisme was officieel aan de macht gekomen.
1937 ->De NSB o.l.v. A. Mussert kreeg 4 Tweede-Kamerzetels.
1940 ->Duitsers vielen NL binnen

De sociaal- economische achtergronden
In het Fin de siècle -> burgerlijke normen en waarden onder druk.
Emile Drukheim(1859-1917) -> anomie -> gezamenlijke normen en waarden verdwijnen.
Vrouwen gingen een belangrijke plaats in de maatschappij opeisen -> eerste feminiseringsgolf was een feit -> 1919 vrouwen kregen actief kiesrecht

Culturele achtergronden
Marcel Duchamp -> fietswiel met kruk
Picasso ->kubisme: voorwerpen en mensen vanuit meerdere gezichtspunten geschilderd
Piet Mondriaan(1872-1944) (Horizontale en verticale lijnen geven een idee van rust) en Theo van Doesburg(1883-1931) bekendste leden van “De Stijl”(1917-1931).

De Nieuwe Beelding was een middel om de natuurlijk vormen terug te brengen tot zuivere en onveranderlijke houdingen.
1895 -> gebroeders Lumière maakten hun eerste film.
D.W. Griffith ->werkte met close-ups en montage.
S. Eisenstein -> benadrukte montage ->film was reconstructie van de werkelijkheid
D.A.M. Binnendijk (1930) -> Poëzie is geen ontroerend spreken, maar een van de aanleiding en den schrijver losgeraakt gewas, een natuurlijk organisme, een bloem.
Martinus Nijhoff(1894-1953) -> streefde een zo autonoom mogelijke poëzie na.

Historische avant-garde(modernisme)-> vernieuwingen in de kunst en literatuur in 1900-1940
- Dadaïsme -> antikunst -> Duchamp
- Surrealisme
- Vormgevingsprincipes -> om nieuw bewustzijn en wereldbeeld uit te drukken

De Nederlandse en Vlaamse Literatuur: 1900-1940

Voortzetting van de romantiek en het symbolisme
19e-eeuwse romantiek werd rond 1900 voortgezet in neoromantiek
Arthur van Schendel(1874-1946) had een voorkeur voor historische romans.
J.J. Slauerhoff(1898-1936) zijn werk staat in een romantische traditie
1886: Jean Moreas publiceert: “Le Figaro” het manifest van het symbolisme -> beginpunt van het symbolisme (reactie op het realisme, naturalisme en positivisme)

Symbolisten besteedden veel aandacht aan de techniek en de vorm van hun gedichten. Ze benadrukten de bewuste wil tot maken. J.H. Leopold(1865-1925) was in NL 1 van de belangrijkste symbolisten.

De historische avant-garde(Voorhoede, ook wel modernisme)
- Dadaïsme ->1916 in Cabart Voltaire in Zwitserland. Ze doorbraken de grammaticale regels en trokken zich niets aan van de interpunctieregels. Ze maakten bewust anti-kunst om maatschappijkritiek te leveren en het publiek tot denken aan te zetten en te activeren. écriture automatique -> Het zo snel mogelijk opschrijven van alles dat in gedachten opkomt -> cadavre exquis (een zin maken van verschillende zinsdelen) Dada was een ‘internationale antiburgerlijke beweging’ ->Kurt Schwitters(1887-1948) ‘Aan Anna Bloem’. In NL was Theo van Doesburg(1883-1931) dadaïstisch bezig in zijn tijdschrift “Mecano”(1922-1923)
- Surrealisme ->Andre Breton(1896-1966) meende dat dada te zeer alleen anti was. Hij wilde het een andere weg in laten slaan: surrealisme. Surrealisten wilden iets scheppen dat reëler was dan de realiteit zelf -> veel invloed in de schilderkunst (Max Ernst, Salvador Dali en Rene Margritte). Op de NL literatuur van 1900-1940 had het surrealisme geen grote invloed.
- Expressionisme ->1923 -> Hendrik Marsman(1899-1940) schreef Verzen. Ernst Ludwig Kirchner(1880-1938) was een van de belangrijkste exponenten. Expressionistische schilders wilden de werkelijkheid niet langer natuurgetrouw weergeven. Expressionisten weken af van traditioneel werkelijkheidsgetrouw kleurgebruik en kozen eerder voor een gestileerde of vervormde weergave van de ruimte of een object. De expressionistische literatuur manifesteerde zich in 1920 -> korte zinnen en kernachtige regels. Het gedicht moest geen afbeelding van de werkelijkheid zijn, maar een autonoom(onafhankelijk) product. Expressionisten hadden een drang naar vereniging met de kosmos
- Nieuwe Zakelijkheid ->De literatuur richtte zich op fenomenen uit de moderne tijd, zoals het leven in de grootte stad. Ze probeerden alles zo feitelijk en objectief weer te geven -> een journalistieke weergave. Het principe dat hierachter zat, was het functionalisme -> gebruiksvoorwerpen moeten allereerst doelmatig zijn, hun vorm moet aangepast zijn aan hun functie. In NL F.Bordewijk(1884-1965).

- Modernisme:de vernieuwing in het proza -> duurde van 1920-1950. James Joyce&Marcel Proust schreven proza waarin het realisme en naturalisme doorbroken werd. Ze zochten nieuwe uitdrukkingsmogelijkheden -> psychologische beschrijving van de personages. Open einden en de chronologie is niet altijd duidelijk. Ze beschreven een subjectieve weergaven van de werkelijkheid. Simon Vestdijk(18998-1971) is een van de productiefste schrijvers uit NL invloeden van het modernisme zijn in zijn werk te vinden.
- Literatuur uit de jaren ’30 ->1932-1935 leidden Menno ter Braak en E. du Perron het tijdschrift Forum. Ze pleitten voor de persoonlijkheid van de schrijver. In de jaren ’30 kwam het fascisme en nationaal-socialisme op. Het accent in kunst en literatuur kwam meer te liggen op engagement en maatschappelijke betrokkenheid. Ter braak bestreed het fascisme met: “Het nationaal-socialisme als rancuneleer(1937).

Stromingen in 1880-1900 Stromingen in 1900-1940
Naturalisme Modernisme
Positivisme Dadaïsme
Realisme Surrealisme
Determinisme De nieuwe zakelijkheid
Impressionisme Symbolisme
Estheticisme Kubisme
Beweging van de jaren 80 Functionalisme
Neoromantiek

Impressionisme – Beweging van de jaren 80 – estheticisme
- Deze stromingen benadrukken de schoonheid van de kunst en de kunst heeft geen andere functie
- L’art pour l’art

Naturalisme – determinisme – positivisme
- Geven alles feitelijk weer. Het naturalisme bendrukt de natuur. Het determinisme vind dat de mens wordt beschouwd als een natuurverschijnsel(erfelijke factoren, woon en leefomstandigheden)

Dadaïsme -> surrealisme ontstaat doordat het dadaïsme een andere weg inslaat met als leider Andre Breton hij vond dat dada te zeer anti was.


Expressionisme(1923) -> niet langer natuurgetrouw dus geen naturalisme
- geeft niet langer de werkelijkheid meer maar iets autonooms

Nieuwe zakelijkheid – functionalisme (tegenovergestelde van naturalisme, estheticisme en realisme)

Modernisme doorbrak het realisme & Naturalisme, modernisme bestaat uit:
- Expressionisme
- Dadaïsme
- Symbolisme

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.