H.12 – Literatuur in de Middeleeuwen
12.1 politieke achtergronden
- 5e eeuw → WestRomeinse rijk valt uit elkaar.
- 8e eeuw → Karel de Grote regeert over een groot deel van dat rijk. d
- 843 → Verdrag van Verdun, Frankrijk wordt in 3 delen verdeeld.
- 1337 – 1453 → Honderdjarig oorlog.
- 1096 – 1291 → verschillende kruistochten om het Heilige Land te bevrijden van de Mohammedanen.
- 15e eeuw → Nederland werd 1 geheel.
De internationale politiek werd gedomineerd door de vorming van grote nationale staten, die soms met elkaar in conflict raakten.
12.2 sociaal-economische achtergronden
Adalbero (bisschop van Laon) leverde het theoretisch fundament voor een benoeming van 3 maatschappelijke groepen: (in de 11e eeuw)
- De geestelijkheid → bidden
- Adel + ridders → strijden
- Boeren + visser → werken.
In de 12e/13e eeuw beschreef hij niet de groep die steeds groter en belangrijker werd: de ambachtslieden en handelaren / de burgerij. Hij gaf in zijn standentheorie liever een maatschappij weer waarin iedereen zijn eigen plaats kende.
In deze samenleving is het feodale stelsel belangrijk → de vazal (de lener) kreeg een stuk land van de leenheer. In ruil daarvoor moet de vazal gehoorzaam zijn. Ook moet hij zijn leenheer trouw beloven (hommage doen). De invloed van het feodale stelsel op het wereldbeeld in de Middeleeuwen blijkt uit de liederen van Heinric van Veldeken. Hij schreef een heiligenleven, een roman over de klassieke oudheid en een minnelyriek (liefdeslied), in opdracht van een graaf en gravin.
Een liefdeslyriek begint meestal met een Natureingang, bijvoorbeeld de aankondiging van het goede jaargetijde. Het is een techniek die veel schrijvers gebruiken en het publiek verwacht het ook. Van Veldekens liederen zijn conventioneel gemaakt met bekende regels en technieken. Ook probeert hij iets algemeens zo te verwoorden dat het publiek zich ermee kan identificeren.
Eercultuur → de norm voor het gedrag lag in het aanzien dat men van anderen ontving, zoals in de middeleeuwen.
Gewetenscultuur → je eigen geweten is graadmeter voor je eigen gedrag.
12.3 culturele achtergronden
Religieuze middeleeuwers geloofden dat in bijna alle normale dingen een symbool kon zitten, een diepere betekenis. Dit is ook te zien in veel Middeleeuwse kunst (architectuur, schilderkunst en literatuur). Het christelijke geloof was in die tijd ook erg belangrijk, en ook veel symbolen verwijzen ernaar. In die tijd werd er veel gebruik gemaakt van lichtsymboliek, kleurensymboliek, getallensymboliek.
Buiten hun gebruik in symboliek, hebben de Middeleeuwers nog een verschil in kunst: ze hebben een andere opvatting over originaliteit. Middeleeuwse auteurs hadden een maatschappelijke taak: ze wilden het publiek iets leren.
Boekdrukkunst in het einde van de 15e eeuw, was het einde van de Middeleeuwen. Als je daarvoor nog een 2e exemplaar wilde, moest het worden overgeschreven door een kopiist. Dat leidde vaak tot tekstverandering, door fouten of als ze het niet eens waren met de tekst.
Middeleeuwse auteurs werkten in principe in opdracht van vorsten of andere hoogstaande mensen. Dat heet mecenaat, en de opdrachtgever heet mecenas.
12.4 soorten middeleeuwse literatuur
1. literatuur aan het hof
Tot ongeveer 1000 n.Chr. was heel Europa agrarisch, maar dat begon te veranderen door opkomende nijverheid en handel. Bij feodale vorsten begon een geldbehoefte te ontstaan, en door dat geld konden ze literatuur betalen.
Hoofsheid = je gedragen naar de aanbevolen gedragswijze. Het was een ideaal.
Aan het hof werd er naar verschillende teksten geluisterd, maar de populairste waren hoofse minnelyriek en ridderromans. Er zijn verschillende genres bij ridderromans. Dit zijn er 2:
- Karelepiek: de avonturen van Karel de Grote staan hierbij centraal. De verhalen konden functioneren als propaganda voor de kruistochten en de strijd tegen de heidenen, want in het verhaal was Karel door God uitgekozen als voorvechter van het Christendom.
- Arthurepiek: Arthurs ridders gaan meestal op een queeste. De Arthurridder verlaat het hof om in een niet hoofse wereld de orde te herstellen.
Verschelen tussen de Karelepiek en de Arthurepiek:
- Bij Arthur worden er meer idealen beschreven (een rijk zonder geweld, liefde had een belangrijke rol enz.), bij Karel staat hijzelf centraal, als machtige man zonder genade.
- Karelromans zijn realistischer.
- Doordat Arthurromans minder realistisch zijn, zitten er meer boodschappen in.
2. geestelijke letterkunde
In de Middeleeuwen had de rooms-katholieke kerk veel macht.
Seculiere geestelijkheid → zielzorg
Reguliere geestelijkheid → nonnen en monniken
Kloostergeloften: armoede, kuisheid en gehoorzaamheid
De teksten die we tot de geestelijke letterkunde rekenen, gaan vaak over het christendom. De opdrachtgevers/auteurs waren vaak de geestelijkheden.
Een belangrijke groep geestelijke teksten zijn de Marialegenden. Ze zijn bedoeld om het publiek tot Mariaverering te zetten.
3.literatuur in de stad
Vanaf de 12e eeuw werden steden een steeds belangrijke politieke en economische factor. De mensen leefden er vooral van handel en nijverheid. Er werd vaak een eigen burgermoraal en -ideologie met veel nadruk naar voren gebracht. Dit was vooral hard werken, handelsgeest, investeren en zelfstandigheid.
De abele spelen waren ernstige toneelstukken, die in de Middeleeuwen werden gedaan. Daarna werd er een sotternie gespeeld, een kort en grappig toneelstukje. Ook was er een typisch eigen stadsliteratuur, bedoeld voor de burgers. De burgerlijke standenliteratuur legitimeerde en verheerlijkte het burgerbestaan en de nadruk lag vaak op gewenst gedrag.
In de late Middeleeuwen ontstonden er georganiseerde verenigingen waar men literatuur beoefende, de rederijkers. Ze hielden zich vooral bezig met toneel en gedichten.
REACTIES
1 seconde geleden