Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Laagland samenvatting H13 t/m 15

Beoordeling 5.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 2914 woorden
  • 11 november 2012
  • 21 keer beoordeeld
Cijfer 5.8
21 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Laagland samenvatting hoofdstuk 13 t/m 15

13.1

-       1517: Maarten Luther spijkerde 95 stellingen aan de kerk, wegbereider van de hervorming of reformatie, de afscheiding van de rooms-katholieke kerk.

-       Burgerij vond dat de RK-kerk te veel invloed had

-        Calvijn had daar ook ideeën over.

-       Door de boekdrukkunst werden de ideeën van Luther en Calvijn snel verspreid

-       Nederland had in de 16e eeuw wel een gezamenlijke vorst, maar was geen eenheid

-       Karel V wilde Nederland verenigen tot één staat met één centraal geloof, Het Rooms-Katholieke

-       Tussen 1523 en 1566 werden de mensen die in Luther en Calvijn geloofden vervolgd

-       Inwoners van Nederland verzetten zich tegen centralisatie(eenheidsstreven) en geloofsvervolging

-       In 1566 was de beeldenstorm

-       de aanloop tot de Nederlandse opstand

-       de Tachtigjarige oorlog 1568-1648

-       1609-1621 Twaalfjarig Bestand, voorlopige vrede

-       1648 uiteindelijke vrede, Vrede van Münster

 

13.2

-       In 1585 viel Anwerpen in de handen van Spanje

-       Kooplieden en calvanisten vluchtten naar Amsterdam

-       In het noorden maakte de handel een explosieve groei door

-       Overzeese handel en tochten naar de koloniën

-       Stedelijke cultuur kreeg de kans zich te ontwikkelen

-       Gegoede burgerij bestuurde de staten en steden

-       17e eeuw had een stedelijke, burgelijke literatuur

-       Door de kunst en literatuur ontwikkelde eigen stedelijke gedragscode, laten zien wat gewenst is

-       Ontwikkeling groep jongeren die profiteerden van de economische successen van de vorige generaties

 

13.3

-       Schilderkunst uit de 17e eeuw is erg beroemd geworden

-       Gouden eeuw: het bloeiende artistieke leven en economische voorspoed

-       Rederijkers: dichters die samenkwamen in de Rederijkerskamers

-       Invloed was in de 17e eeuw nog groot

-       Speelden een belangrijke opiniërende rol in de stad

-       Renaissance ontstond in Italië, in de republikeinse stadstaten  van Noord- en Midden-Italië

-       Voor architecten en beeldhouwers was het navolgen van de klassieke voorbeelden makkelijker, want er waren veel werken overgebleven

-       Voor schilders was het lastiger, want de voorbeelden ontbraken

-       In de literatuur was er hernieuwde aandacht voor klassieke genres

-       Men ging de klassieke werken vertalen(translatio), nabootsen en navolgen (imitatio) en het klassieke voorbeeld overtreffen(aemulatio)

-       Parallel aan de klassieke kunst was het klassieke denken, het humanisme

-       Menselijke waardigheid en zelfontplooiing komt centraal te staan

-       Men wijdde zich aan de studie van de menswetenschappen: de grammatica, retorica, ethiek, poëzie en geschiedenis

-       Humanisten stonden voor de menselijke waardigheid en verdraagzaamheid

-       Door het humanisme herleefde het stoicisme uit de oudheid, alles kalm en met gemoedsrust aanvaarden

-       Naast de menswetenschappen maakte ook de natuurwetenschappen  een enorme bloei door

-       Ontdekking perspectief

-       Zon middelpunt van het heelal

-       Succes van de Renaissance en humanisme  door uitvinding van de boekdrukkunst. Behalve door boeken werden de verhalen ook snel verspreid door reizen.

-       Kunst niet meer in opdracht van de adel en kerk, maar van de gegoede burgerij

-       Maatschappelijke taak van schrijvers en kunstenaars: beleren, wijze les geven of kritiek leveren.

-       Utile en dulce: het nuttige en aangename in praktijk brengen

-       Literatuur en schilderijen hadden als doel: Lering en vermaak

 

13.4

-       2 verschillende groepen teksten: strijdliteratuur, verwijzing naar de actualiteit en de teksten met opvattingen uit de Renaissance en het humanisme

-       1: emblematiek, een driedelige vorm: motto(opschrift), pictura(afbeelding) en subio(uitleg)

-       Emblematiek maakte gebruik van analogiedenken, alles heeft een door God gewilde betekenis, verborgen betekenis in alles

-       2: Lyriek,liederen

-       Liefde nam een belangrijke plaats in in de literatuur

-       Onderscheid tussen de edele en ook geestelijke, platonische liefde en de zinnelijke, lichamelijke liefde. Vaak overheerst de platonische liefde, er werd een ideaalbeeld van een ideale vrouw opgeroepen

-        In de nieuwe liedboeken speelde de liefde een grote rol, de liefdeslyriek

-       Inhoud van de liederen sloot aan bij het petrarkisme: De platonische liefde zegeviert over de lichamelijke liefde. De aanbeden vrouw is onbereikbaar

-       Veel paradoxen en tegenstellingen,  liefde wordt verheerlijkt

-       Klacht van de minnaar staat centraal

-       Het petrarkisme bood dichters bepaalde beelden en conventies waar ze uit konden putten. Het ging om een literair spel voor een literaire elite

-       3: sonnet gedicht van 14 versregels, valt uiteen in 2 groepen het octaaf en het sextet. Vaak inhoudelijke tegenstelling tussen octaaf en sextet; val, chute of volta

-       Liefdesklacht van de wanhopige minaar

-       P.C. Hooft en Petrarca: belangrijkste sonnettenschrijvers

-       Belangrijk dat een dichter de literaire conventies uit zijn tijd kende

-       4; toneel

-       Duidelijk stedelijke functie

-       Stadsbestuur had een financieel belang bij het toneel

-       Een sterk opiniërende functie

-       Toneelproductie  in Amsterdam was enorm, groot aanbod van ernstig toneel en komisch toneel

-       Ethisch-didactisch doel: mensen een spiegel voorhouden

-       Tragedie,treurspel: hoofdpersonen zijn hooggeplaatste figuren,taal is verheven, ontleend aan de klassieke oudheid

-       Retorisch-didactische tragedie: door leden van de rederijkerskamer

-       Aristotelische tragedie: Er wordt teruggegrepen op de handelingsgerichte structuur met de eenheid van tijd, plaats en handeling

-       Komedie: mensen uit lagere klassen, spreektaal, happy end

-       Klucht:  korter dan komedie

 

14.1

-       ‘Middelstand’ economisch van groot  beland, maar politiek niet

-       Tweede helft van 18e raakte de Republiek erg verdeeld

-       Oranjegezinden: aanhangers van de stadhouders van Oranje

-       Patriotten: tegen Oranje als stadhouder

-        Aristocratische patriotten: voor een regentenheerschappij

-       Democratische patriotten: macht van de regenten breken en de gegoede burgerij aan de macht

-       1789:  Franse revolutie: burgerij tegen vorst en adel, Lodewijk XVI werd gedood

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

-       1795: Einde van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, de Bataafse Republiek kwam

 

14.2

-       Standenmaatschappij in de 18e eeuw

 

14.3

-       Rond 1700 interesse voor theoretische geschriften over kunst

-       Frans Classicisme werd gepropageerd door dichtgenootschappen

-       Ook ontwikkeling van de niet op de klassieken gebaseerde literatuur

-       Rationalisme:  Descartes, ratio, de rede, het denkend bewustzijn is belangrijk

-       Empirisme: John Locke, zintuigelijke ervaring is de bron van kennis

-       Verlichting:  empirisme en rationalisme hebben hier aan bijgedragen

-       Filosofen wilden: kennis verschaffen, voorlichting geven en mondig maken

-       Denkers en schrijvers pleitten voor: tolerantie, redelijkheid, gelijkheid en vrijheid

-       Kritiek op de bestaande maatschappij en moraal

-       Een veel besproken onderwerp was opvoeding.

-       Vriendschap: niet alleen vertrouwelijkheden, maar vooral elkaar steunen,  richting geven en terect te wijzen

-       Gevoel was erg belangrijk

-       Eind 18e eeuw, sentimentalisme: subtiele gevoelens en vervijnde emotionele vatbaarheid

-       2e helft 18e eeuw: beleving kreeg meer aandacht.

 

14.4

-       Frans-Classicisme: gepropageerd door het dichtgenootschap ‘nil volentibus arduum’.

-       Theorieën uiteengezet doorAndries Pels

-       In Nederland is de invloed te zien in de tragedie en de komedie

-       Classicistisch blijspel: wijze les, zeden verbeteren

-       Naast Frans-Classicisme ook ontwikkeling van nieuwe genres, stond voor de emancipatie van de burgerij

-       Spectatoriale tijdschriften: moraliserend tijdschrift

-       Lezersbrief: ingezonden brief met een probleem

-       Spectator: het tijdschrift, fictief personage die vragen van lezersbrief beantwoord

-       Idealen van de Verlichting werden als volmaakbaarheid van mens en maatschappij gepresenteerd

-       Geen politiek blad, want er werd niet opgeroepen tot revolutie

-       Kinderliteratuur: teksten speciaal voor kinderen geschreven

-       Perspectief ligt bij het kind, makkelijke taal, herkenbare situaties, moraal ‘ik wil’ ipv ‘je moet’

-       Pasten binnen pedagogie van de Verlichting

-       Imaginaire reisverhalen: nadruk op handelingen

-       Geschreven om ideeën aantrekkelijk uiteen te zetten

-       Maatschappijkritiek leveren

-       Opvoeding, religie en staatsbestuur zijn favoriete thema’s

-       Opvoedkundige zedenroman: nadruk niet langer op gebeurtenissen maar op de psychologie, het innerlijk en dekarakterontwikkeling van de personages

-       Duidelijk  maken wat goed en slecht was. Vormende waarde

-       Verlichtingsideaal van tolerantie op godsdienstig terrein komt duidelijk naar voren

-       Bekende omgeving

-       Effect op de lezer: de lezer kwam via de ontwikkeling van de personages tot de inzichten die de auteurs over wilden brengen.

-       Sentimentalisme:  personages tonen gevoelsverfijningen, subtiele gevoelens.

-       Emotionele effectwerking: nadruk op de beleving en de gewaarwordingen

-       Ook kritiek tegen de gevoelsverfijning: het zou tot een grote psychische kwetsbaarheid, egocentriciteit en onmaatschappelijk gedrag leiden. Voor veel mensen onacceptabel gedrag.

 

15.1

-       1815: Nederland wordt een koninkrijk, na de nederlaag bij Waterloo

-       Willem  1 wilde de economie uit het slop halen. Hij ijverde voor een modern-kapitalistische grootindustrie en  stimuleerde de handel

-       1839: afscheiding België

-       Grondwet gewijzigd. Nederland werd een parlementaire democratie.

-       Ministers hadden een ministeriële verandwoordelijkheid

 

15.2

-       In de 19e eeuw kwam de industrialisatie op gang

-       Mensen  kregen het gevoel op te gaan in de massa

-       In Aziatische koloniën werd in 1830 het cultuurstelsel ingevoerd

-       1/5 deel van de grond werd gereserveerd voor producten van de Europese markt

-       De burgelijke ideologie stelde gezin, vaderland en vorstenhuis centraal

-       De zelfgenoegzame burger(le bourgeois satisfait) meende te leven in een veilige, rationele en geordende tijd: la belle epoque

-       De burgelijke ideologie kwam onder druk te staan door wetenschappelijke inzichten.

 

15.3

-       In de 19e eeuw was het nationalisme belangrijk

-       Volk werd beschouwd als een organische eenheid, met gemeenschappelijke afstamming, cultuur en taal.

-       Men streefde naar een nieuwe identiteit en een nieuw vaderlands gevoel

-       Vaderlands verleden werd geëerd

-       Er waren vernieuwingen in de wetenschap. Charles Darwin kwam met zijn evolutietheorie.

-       Ook Karl Marx  was bedreigend voor de gegoede burgerij. Hij bekritiseerde de vervreemding: de mens was een concurrent van zijn medemens en woonde ver van de natuur

-       In de maatschappij was een tweedeling ontstaan: de loonarbeiders(het proletariaat) tegenover de bourgeoisie(het kapitaal)

-       Socialisme werd door de arbeiders opgericht

 

15.4

-       Romantiek  was internationaal van karakter

-       Breuk met het classicisme: nieuwe opvatting over kunst en literatuur

-       Geen rationele benadering, maar indivuele verbeeldingskracht

-       Gevoel moest zo direct mogelijk geuit worden

-       In de romantische literatuur staat de weergave van emoties en gevoelens centraal

-       Verbeelding: stond naast gevoel en emotie centraal

-       Voor een romanticus was er een kloof tussen ideaal en werkelijkheid

-       Sociaal engagement: betrokkenheid tot de politieke en maatschappelijke situatie

-       Weltschmerz: het gevoel met onvrede van de tijd

-       Personages vaak vol verlange, idealisten of wereldverbeteraars

-       Niet alleen personages leiden aan Weltschmerz, ook personen. Dit leidt tot een romantisch levengevoel

-       Er was een sociale cultuur: gemeenschappelijke activiteiten waren belangrijker dan het individuele

-       Literaire genootschappen gaven de toon aan. Vaderlandsliefde en huiselijkheid zijn belangrijke onderwerpen

-       Historische avonturenroman: vaste motieven, niet-historische personen komen in aanraking met historische personen

-       Naast avonturenroman ook historische ideeënromans

-       Hendrik Conscience sloot aan bij het emancipatiestreven van Vlaanderen in de 19e eeuw

-       Vlaamse beweging: oproep tot een groter zelfbewustzijn, zelfontplooiing en verzet tegen de Franstaligheid

-       Domineedichters: dichters uit de burgerij die na hun studie theologie dominee werden maar doorgingen met dichten

-       Multatuli: Max Havelaar, beoogde een buitenliterair effect, ingrijpen op de politieke werkelijkheid

-       Realisme: fotografie was fascinerend in de 19e eeuw

-       Camera obscura, donkere kamer, was de voorloper van de camera

-       2 soorten realisme:

-       Idealistisch realisme: werkelijkheid werd niet beschreven om  zo objectief mogelijk iets weer te geven, maar voor zedelijke verbetering van het publiek

-       Idealistisch realisme: werkelijkheid werd niet beschreven om  zo objectief mogelijk iets weer te geven, maar voor zedelijke verbetering van het publiek

-       Sluit goed aan bij la belle epoque

-       Schrijver is iemand uit de gegoede burgerij

-       Objectief realisme: zo objectief mogelijk iets weergeven

-       Bijna wetenschappelijke precisie

-       Geen lerende les

-       Kunstenaar en schrijver kwam tegenover de gegoede burgerij te staan en werd een anti-burger

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.