Laagland samenvatting hoofdstuk 13 t/m 15
13.1
- 1517: Maarten Luther spijkerde 95 stellingen aan de kerk, wegbereider van de hervorming of reformatie, de afscheiding van de rooms-katholieke kerk.
- Burgerij vond dat de RK-kerk te veel invloed had
- Calvijn had daar ook ideeën over.
- Door de boekdrukkunst werden de ideeën van Luther en Calvijn snel verspreid
- Nederland had in de 16e eeuw wel een gezamenlijke vorst, maar was geen eenheid
- Karel V wilde Nederland verenigen tot één staat met één centraal geloof, Het Rooms-Katholieke
- Tussen 1523 en 1566 werden de mensen die in Luther en Calvijn geloofden vervolgd
- Inwoners van Nederland verzetten zich tegen centralisatie(eenheidsstreven) en geloofsvervolging
- In 1566 was de beeldenstorm
- de aanloop tot de Nederlandse opstand
- de Tachtigjarige oorlog 1568-1648
- 1609-1621 Twaalfjarig Bestand, voorlopige vrede
- 1648 uiteindelijke vrede, Vrede van Münster
13.2
- In 1585 viel Anwerpen in de handen van Spanje
- Kooplieden en calvanisten vluchtten naar Amsterdam
- In het noorden maakte de handel een explosieve groei door
- Overzeese handel en tochten naar de koloniën
- Stedelijke cultuur kreeg de kans zich te ontwikkelen
- Gegoede burgerij bestuurde de staten en steden
- 17e eeuw had een stedelijke, burgelijke literatuur
- Door de kunst en literatuur ontwikkelde eigen stedelijke gedragscode, laten zien wat gewenst is
- Ontwikkeling groep jongeren die profiteerden van de economische successen van de vorige generaties
13.3
- Schilderkunst uit de 17e eeuw is erg beroemd geworden
- Gouden eeuw: het bloeiende artistieke leven en economische voorspoed
- Rederijkers: dichters die samenkwamen in de Rederijkerskamers
- Invloed was in de 17e eeuw nog groot
- Speelden een belangrijke opiniërende rol in de stad
- Renaissance ontstond in Italië, in de republikeinse stadstaten van Noord- en Midden-Italië
- Voor architecten en beeldhouwers was het navolgen van de klassieke voorbeelden makkelijker, want er waren veel werken overgebleven
- Voor schilders was het lastiger, want de voorbeelden ontbraken
- In de literatuur was er hernieuwde aandacht voor klassieke genres
- Men ging de klassieke werken vertalen(translatio), nabootsen en navolgen (imitatio) en het klassieke voorbeeld overtreffen(aemulatio)
- Parallel aan de klassieke kunst was het klassieke denken, het humanisme
- Menselijke waardigheid en zelfontplooiing komt centraal te staan
- Men wijdde zich aan de studie van de menswetenschappen: de grammatica, retorica, ethiek, poëzie en geschiedenis
- Humanisten stonden voor de menselijke waardigheid en verdraagzaamheid
- Door het humanisme herleefde het stoicisme uit de oudheid, alles kalm en met gemoedsrust aanvaarden
- Naast de menswetenschappen maakte ook de natuurwetenschappen een enorme bloei door
- Ontdekking perspectief
- Zon middelpunt van het heelal
- Succes van de Renaissance en humanisme door uitvinding van de boekdrukkunst. Behalve door boeken werden de verhalen ook snel verspreid door reizen.
- Kunst niet meer in opdracht van de adel en kerk, maar van de gegoede burgerij
- Maatschappelijke taak van schrijvers en kunstenaars: beleren, wijze les geven of kritiek leveren.
- Utile en dulce: het nuttige en aangename in praktijk brengen
- Literatuur en schilderijen hadden als doel: Lering en vermaak
13.4
- 2 verschillende groepen teksten: strijdliteratuur, verwijzing naar de actualiteit en de teksten met opvattingen uit de Renaissance en het humanisme
- 1: emblematiek, een driedelige vorm: motto(opschrift), pictura(afbeelding) en subio(uitleg)
- Emblematiek maakte gebruik van analogiedenken, alles heeft een door God gewilde betekenis, verborgen betekenis in alles
- 2: Lyriek,liederen
- Liefde nam een belangrijke plaats in in de literatuur
- Onderscheid tussen de edele en ook geestelijke, platonische liefde en de zinnelijke, lichamelijke liefde. Vaak overheerst de platonische liefde, er werd een ideaalbeeld van een ideale vrouw opgeroepen
- In de nieuwe liedboeken speelde de liefde een grote rol, de liefdeslyriek
- Inhoud van de liederen sloot aan bij het petrarkisme: De platonische liefde zegeviert over de lichamelijke liefde. De aanbeden vrouw is onbereikbaar
- Veel paradoxen en tegenstellingen, liefde wordt verheerlijkt
- Klacht van de minnaar staat centraal
- Het petrarkisme bood dichters bepaalde beelden en conventies waar ze uit konden putten. Het ging om een literair spel voor een literaire elite
- 3: sonnet gedicht van 14 versregels, valt uiteen in 2 groepen het octaaf en het sextet. Vaak inhoudelijke tegenstelling tussen octaaf en sextet; val, chute of volta
- Liefdesklacht van de wanhopige minaar
- P.C. Hooft en Petrarca: belangrijkste sonnettenschrijvers
- Belangrijk dat een dichter de literaire conventies uit zijn tijd kende
- 4; toneel
- Duidelijk stedelijke functie
- Stadsbestuur had een financieel belang bij het toneel
- Een sterk opiniërende functie
- Toneelproductie in Amsterdam was enorm, groot aanbod van ernstig toneel en komisch toneel
- Ethisch-didactisch doel: mensen een spiegel voorhouden
- Tragedie,treurspel: hoofdpersonen zijn hooggeplaatste figuren,taal is verheven, ontleend aan de klassieke oudheid
- Retorisch-didactische tragedie: door leden van de rederijkerskamer
- Aristotelische tragedie: Er wordt teruggegrepen op de handelingsgerichte structuur met de eenheid van tijd, plaats en handeling
- Komedie: mensen uit lagere klassen, spreektaal, happy end
- Klucht: korter dan komedie
14.1
- ‘Middelstand’ economisch van groot beland, maar politiek niet
- Tweede helft van 18e raakte de Republiek erg verdeeld
- Oranjegezinden: aanhangers van de stadhouders van Oranje
- Patriotten: tegen Oranje als stadhouder
- Aristocratische patriotten: voor een regentenheerschappij
- Democratische patriotten: macht van de regenten breken en de gegoede burgerij aan de macht
- 1789: Franse revolutie: burgerij tegen vorst en adel, Lodewijk XVI werd gedood
- 1795: Einde van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, de Bataafse Republiek kwam
14.2
- Standenmaatschappij in de 18e eeuw
14.3
- Rond 1700 interesse voor theoretische geschriften over kunst
- Frans Classicisme werd gepropageerd door dichtgenootschappen
- Ook ontwikkeling van de niet op de klassieken gebaseerde literatuur
- Rationalisme: Descartes, ratio, de rede, het denkend bewustzijn is belangrijk
- Empirisme: John Locke, zintuigelijke ervaring is de bron van kennis
- Verlichting: empirisme en rationalisme hebben hier aan bijgedragen
- Filosofen wilden: kennis verschaffen, voorlichting geven en mondig maken
- Denkers en schrijvers pleitten voor: tolerantie, redelijkheid, gelijkheid en vrijheid
- Kritiek op de bestaande maatschappij en moraal
- Een veel besproken onderwerp was opvoeding.
- Vriendschap: niet alleen vertrouwelijkheden, maar vooral elkaar steunen, richting geven en terect te wijzen
- Gevoel was erg belangrijk
- Eind 18e eeuw, sentimentalisme: subtiele gevoelens en vervijnde emotionele vatbaarheid
- 2e helft 18e eeuw: beleving kreeg meer aandacht.
14.4
- Frans-Classicisme: gepropageerd door het dichtgenootschap ‘nil volentibus arduum’.
- Theorieën uiteengezet doorAndries Pels
- In Nederland is de invloed te zien in de tragedie en de komedie
- Classicistisch blijspel: wijze les, zeden verbeteren
- Naast Frans-Classicisme ook ontwikkeling van nieuwe genres, stond voor de emancipatie van de burgerij
- Spectatoriale tijdschriften: moraliserend tijdschrift
- Lezersbrief: ingezonden brief met een probleem
- Spectator: het tijdschrift, fictief personage die vragen van lezersbrief beantwoord
- Idealen van de Verlichting werden als volmaakbaarheid van mens en maatschappij gepresenteerd
- Geen politiek blad, want er werd niet opgeroepen tot revolutie
- Kinderliteratuur: teksten speciaal voor kinderen geschreven
- Perspectief ligt bij het kind, makkelijke taal, herkenbare situaties, moraal ‘ik wil’ ipv ‘je moet’
- Pasten binnen pedagogie van de Verlichting
- Imaginaire reisverhalen: nadruk op handelingen
- Geschreven om ideeën aantrekkelijk uiteen te zetten
- Maatschappijkritiek leveren
- Opvoeding, religie en staatsbestuur zijn favoriete thema’s
- Opvoedkundige zedenroman: nadruk niet langer op gebeurtenissen maar op de psychologie, het innerlijk en dekarakterontwikkeling van de personages
- Duidelijk maken wat goed en slecht was. Vormende waarde
- Verlichtingsideaal van tolerantie op godsdienstig terrein komt duidelijk naar voren
- Bekende omgeving
- Effect op de lezer: de lezer kwam via de ontwikkeling van de personages tot de inzichten die de auteurs over wilden brengen.
- Sentimentalisme: personages tonen gevoelsverfijningen, subtiele gevoelens.
- Emotionele effectwerking: nadruk op de beleving en de gewaarwordingen
- Ook kritiek tegen de gevoelsverfijning: het zou tot een grote psychische kwetsbaarheid, egocentriciteit en onmaatschappelijk gedrag leiden. Voor veel mensen onacceptabel gedrag.
15.1
- 1815: Nederland wordt een koninkrijk, na de nederlaag bij Waterloo
- Willem 1 wilde de economie uit het slop halen. Hij ijverde voor een modern-kapitalistische grootindustrie en stimuleerde de handel
- 1839: afscheiding België
- Grondwet gewijzigd. Nederland werd een parlementaire democratie.
- Ministers hadden een ministeriële verandwoordelijkheid
15.2
- In de 19e eeuw kwam de industrialisatie op gang
- Mensen kregen het gevoel op te gaan in de massa
- In Aziatische koloniën werd in 1830 het cultuurstelsel ingevoerd
- 1/5 deel van de grond werd gereserveerd voor producten van de Europese markt
- De burgelijke ideologie stelde gezin, vaderland en vorstenhuis centraal
- De zelfgenoegzame burger(le bourgeois satisfait) meende te leven in een veilige, rationele en geordende tijd: la belle epoque
- De burgelijke ideologie kwam onder druk te staan door wetenschappelijke inzichten.
15.3
- In de 19e eeuw was het nationalisme belangrijk
- Volk werd beschouwd als een organische eenheid, met gemeenschappelijke afstamming, cultuur en taal.
- Men streefde naar een nieuwe identiteit en een nieuw vaderlands gevoel
- Vaderlands verleden werd geëerd
- Er waren vernieuwingen in de wetenschap. Charles Darwin kwam met zijn evolutietheorie.
- Ook Karl Marx was bedreigend voor de gegoede burgerij. Hij bekritiseerde de vervreemding: de mens was een concurrent van zijn medemens en woonde ver van de natuur
- In de maatschappij was een tweedeling ontstaan: de loonarbeiders(het proletariaat) tegenover de bourgeoisie(het kapitaal)
- Socialisme werd door de arbeiders opgericht
15.4
- Romantiek was internationaal van karakter
- Breuk met het classicisme: nieuwe opvatting over kunst en literatuur
- Geen rationele benadering, maar indivuele verbeeldingskracht
- Gevoel moest zo direct mogelijk geuit worden
- In de romantische literatuur staat de weergave van emoties en gevoelens centraal
- Verbeelding: stond naast gevoel en emotie centraal
- Voor een romanticus was er een kloof tussen ideaal en werkelijkheid
- Sociaal engagement: betrokkenheid tot de politieke en maatschappelijke situatie
- Weltschmerz: het gevoel met onvrede van de tijd
- Personages vaak vol verlange, idealisten of wereldverbeteraars
- Niet alleen personages leiden aan Weltschmerz, ook personen. Dit leidt tot een romantisch levengevoel
- Er was een sociale cultuur: gemeenschappelijke activiteiten waren belangrijker dan het individuele
- Literaire genootschappen gaven de toon aan. Vaderlandsliefde en huiselijkheid zijn belangrijke onderwerpen
- Historische avonturenroman: vaste motieven, niet-historische personen komen in aanraking met historische personen
- Naast avonturenroman ook historische ideeënromans
- Hendrik Conscience sloot aan bij het emancipatiestreven van Vlaanderen in de 19e eeuw
- Vlaamse beweging: oproep tot een groter zelfbewustzijn, zelfontplooiing en verzet tegen de Franstaligheid
- Domineedichters: dichters uit de burgerij die na hun studie theologie dominee werden maar doorgingen met dichten
- Multatuli: Max Havelaar, beoogde een buitenliterair effect, ingrijpen op de politieke werkelijkheid
- Realisme: fotografie was fascinerend in de 19e eeuw
- Camera obscura, donkere kamer, was de voorloper van de camera
- 2 soorten realisme:
- Idealistisch realisme: werkelijkheid werd niet beschreven om zo objectief mogelijk iets weer te geven, maar voor zedelijke verbetering van het publiek
- Sluit goed aan bij la belle epoque
- Schrijver is iemand uit de gegoede burgerij
- Objectief realisme: zo objectief mogelijk iets weergeven
- Bijna wetenschappelijke precisie
- Geen lerende les
- Kunstenaar en schrijver kwam tegenover de gegoede burgerij te staan en werd een anti-burger
REACTIES
1 seconde geleden