A2. Doelen van de zender
· Het informatieve doel (2.1)
· Het persuasieve doel (2.2)
· Het expressieve doel (2.3)
· Het diverterende doel (2.4)
2.1 het informatieve doel
een zender verstrekt de ontvanger van gegevens.
Informeren(2.1.1)
Wanneer de zender zich beperkt tot een zakelijke opsomming van de feiten, spreken we van informeren.
voorbeelden
· Nieuwsbericht
· Een zakelijke brief
· Logboek
· Een CV
Uiteenzetten(2.1.2) Hetzelfde als informeren, alleen voegt de zender er een uitleg toe. Het kan ook een verklaring of een toelichting zijn. Voorbeelden · Handleiding · Een verhandeling · Een historisch overzicht · Een instructie · studieboeken
2.2 het persuasieve doel
de zender wil de ontvanger aan het denken zetten over een kwestie en wil bereiken dat de ontvanger zich een mening vormt.
Beschouwen(2.2.1)
Wanneer een zender de ontvanger aan het denken wil zetten door dingen te verklaren, te analyseren en te interpreteren. Daarbij kan hij zijn eigen mening naast anderen zetten.
Voorbeelden
· Een beschouwing
· Een achtergrondartikel
· Een ingezonden brief
· Een commentaar
Betogen(2.2.2) Wanneer een zender de ontvanger zijn mening over iets geeft spreken we van betogen. De bedoeling is dat de ontvanger de mening van de zender overneemt. Voorbeelden · Een betoog · Een ingezonden brief · Een commentaar · Een column
Activeren(2.2.3) Bij activeren doet de zender niet alleen iets met het verstand van de ontvanger maar ook iets met zijn gevoel. Bedoeling is om de ontvanger te bewegen om iets te gaan doen. Voorbeelden · Een pamflet · Een open brief · Een reclametekst · Een recensie · Een bezwaarschrift · Een redevoering met oproep tot actie 2.3 het expressieve doel de zender wil de ontvanger deelgenoot maken van zijn gevoelens. Voorbeelden: · Een column · Een ingezonden brief · Een gedicht · Een liedtekst · Een cabarettekst 2.4 het diverterende doel de zender wil de ontvanger vermaken. Voorbeelden: · Een sprookje · Een liefdesverhaal · Een detective · Een avonturenverhaal · Een mop · Een reisverhaal · Een liedtekst A4.2 de kern In de kern is de zender meer gericht op zijn onderwerp dan op de ontvanger. Tekstpatronen: · Typering(4.2.1) · Ontwikkeling(4.2.2) · Verklaring(4.2.3) (4.2.1) Typering Binnen dit tekstpatroon kan de zender een omschrijving geven van zijn onderwerp en de kenmerken en eigenschappen ervan beschrijven. Hij kan de bestanddelen en bijzonderheden ervan melden. Hij kan ook laten zien tot welke soort zijn onderwerp behoort en welke voorbeelden ervan zijn. Voor dit tekstpatroon zullen vooral zenders met een informatief doel kiezen. (4.2.2) Ontwikkeling Binnen dit tekstpatroon kan de zender laten zien hoe zijn onderwerp tot stand is gekomen. Er kan aan bod komen welke veranderingen het onderwerp in de loop van de tijd heeft ondergaan. Voor dit tekstpatroon zullen vooral zenders met een informatief doel kiezen. (4.2.3) Verklaring Binnen dit tekstpatroon laat de zender van zijn onderwerp, zien welke oorzaken eraan liggen. Hij kan ook melden tot welke gevolgen het kan leiden. Daarnaast ken hij laten zien welke andere verklaringen voor het verschijnsel zijn bedacht. Voor dit tekstpatroon zullen vooral zenders met een persuasief doel kiezen, vooral voor degenen die kiezen voor een beschouwende aanpak.
Uiteenzetten(2.1.2) Hetzelfde als informeren, alleen voegt de zender er een uitleg toe. Het kan ook een verklaring of een toelichting zijn. Voorbeelden · Handleiding · Een verhandeling · Een historisch overzicht · Een instructie · studieboeken
Betogen(2.2.2) Wanneer een zender de ontvanger zijn mening over iets geeft spreken we van betogen. De bedoeling is dat de ontvanger de mening van de zender overneemt. Voorbeelden · Een betoog · Een ingezonden brief · Een commentaar · Een column
Activeren(2.2.3) Bij activeren doet de zender niet alleen iets met het verstand van de ontvanger maar ook iets met zijn gevoel. Bedoeling is om de ontvanger te bewegen om iets te gaan doen. Voorbeelden · Een pamflet · Een open brief · Een reclametekst · Een recensie · Een bezwaarschrift · Een redevoering met oproep tot actie 2.3 het expressieve doel de zender wil de ontvanger deelgenoot maken van zijn gevoelens. Voorbeelden: · Een column · Een ingezonden brief · Een gedicht · Een liedtekst · Een cabarettekst 2.4 het diverterende doel de zender wil de ontvanger vermaken. Voorbeelden: · Een sprookje · Een liefdesverhaal · Een detective · Een avonturenverhaal · Een mop · Een reisverhaal · Een liedtekst A4.2 de kern In de kern is de zender meer gericht op zijn onderwerp dan op de ontvanger. Tekstpatronen: · Typering(4.2.1) · Ontwikkeling(4.2.2) · Verklaring(4.2.3) (4.2.1) Typering Binnen dit tekstpatroon kan de zender een omschrijving geven van zijn onderwerp en de kenmerken en eigenschappen ervan beschrijven. Hij kan de bestanddelen en bijzonderheden ervan melden. Hij kan ook laten zien tot welke soort zijn onderwerp behoort en welke voorbeelden ervan zijn. Voor dit tekstpatroon zullen vooral zenders met een informatief doel kiezen. (4.2.2) Ontwikkeling Binnen dit tekstpatroon kan de zender laten zien hoe zijn onderwerp tot stand is gekomen. Er kan aan bod komen welke veranderingen het onderwerp in de loop van de tijd heeft ondergaan. Voor dit tekstpatroon zullen vooral zenders met een informatief doel kiezen. (4.2.3) Verklaring Binnen dit tekstpatroon laat de zender van zijn onderwerp, zien welke oorzaken eraan liggen. Hij kan ook melden tot welke gevolgen het kan leiden. Daarnaast ken hij laten zien welke andere verklaringen voor het verschijnsel zijn bedacht. Voor dit tekstpatroon zullen vooral zenders met een persuasief doel kiezen, vooral voor degenen die kiezen voor een beschouwende aanpak.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden