Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 3

Beoordeling 7.9
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vwo | 405 woorden
  • 14 maart 2010
  • 12 keer beoordeeld
Cijfer 7.9
12 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Tekststructuren

● Argumentatiestructuur:
inleiding stelling, standpunt
middenstuk argumenten voor de stelling,
tegenargumenten en weerlegging
slot herhaling stelling

● Probleem/oplossingstructuur:
inleiding probleem
middenstuk gevolgen, oorzaken en oplossingen
slot de beste oplossing

● Verklaringstructuur:
inleiding noemen van een bepaald
verschijnsel
middenstuk kenmerken, voorbeelden,
oorzaken en gevolgen
slot samenvatting


● vraag/antwoordstructuur

inleiding vraag
middenstuk antwoord(en)
slot samenvatting of conclusie

Stijlfouten

● Pleonasme: is iets wat ontstaat wanneer je een bepaalde eigenschap van een zaak of persoon nog eens uitdrukkelijk omschrijft.
Bv: de zwarte kraaien
Herkenning: Bij een pleonasme wordt een eigenschap benadrukt met een woord van een andere woordsoort: lastig (bn) dilemma (zn)

● Tautologie: is iets dat bestaat uit twee woorden die hetzelfde betekenen.
Bv: ‘Haastig liep hij snel naar de uitgang’
Herkenning: Bij een tautologie wordt een begrip herhaald met een woord van de dezelfde woordsoort: vermoedelijk (bw) en waarschijnlijk (bw)

● Contaminatie: is iets wat ontstaat wanneer twee woorden of een uitdrukking door elkaar haalt.
Bv: ‘Het rijst de spuigaten uit’= ‘Het loopt de spuigaten uit’ en ‘Het rijst de pan uit’

erkenning: bij een contaminatie twee woorden of uitdrukkingen door elkaar gehaald.

Uitbreidende en beperkende bijvoeglijke bijzinnen

● Uitbreidende bijvoeglijke bijzin: geeft aanvullende informatie over het kernwoord waar hij bij hoort.
Bv: De leerlingen uit A31, die te laat in de les waren, moesten een uur nablijven.
Herkenning: een uitbreidende bijvoeglijke bijzin perkt grotere groep tot een kleiner aantal, soms zelfs maar één exemplaar.

● Beperkende bijvoeglijke bijzin: geeft aan dat er sprake is van een groter aantal.
Bv: De leerlingen uit A31 die te láát in de les waren, moesten een uur nablijven.
Herkenning: vóór een woordgroep met een beperkende bijvoeglijke bijzin kun je vaak ‘Alleen’ of ‘Slechts’ plaatsen, erachter kun je zetten ‘de andere niet’.
Bv: (Alleen) de leerlingen uit A31 die te láát in de les waren, moesten een uur nablijven. (de andere niet)

Cijfers en getallen (telwoorden)

Lettergebruik:
● voor hele getallen één tot en met twintig
● voor de tientallen tot honderd
● voor honderdtallen tot duizend

● voor duizendtallen tot tienduizend
● voor de getallen honderdduizend, miljoen, miljard, en biljoen
● voor rangtelwoorden van hierboven genoemde getallen

Cijfergebruik
● voor getallen boven de twintig, uitgezonderd de tien/
honderdtallen
● voor maten, gewichten, bedragen, data, adressen, percentages en
rekeningnummers

Let op:
1. Breuken schrijf je los, behalve samenstellingen
2. Als in een zin door een toepassing van de regels
getallen in cijfers én getallen voorkomen, mag je beide
keren cijfers gebruiken
3. Voor grote ronde getallen in lopende tekst combineer je
cijfers en letters
4. Bij een klinkerbotsing krijgen de getallen in letters,
hoewel het een samenstellingen zijn, een trema

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.