Leerstrategieën:
*Verkennend lezen
*Nauwkeurig lezen
*Zoekend lezen
*Studerend lezen
*Kritisch lezen
Uiteenzetting:
Is een tekstvorm van de informatieve tekst, waarin de schrijver uitleg geeft over een onderwerp. Het gaat bijna altijd over een onderwerp waarvan je iets kunt leren en bevat objectieve informatie (Bestaat uit feiten). Bestaat vaak uit: Inleiding (instructie van het onderwerp) Kern (de informatie) en het slot (conclusie of samenvatting).
De alinea:
Bestaat uit één kernzin (belangrijkste, informatieve zin uit de alinea). De kernzin staat aan het begin of aan het einde van de alinea.
Tekstdoel en tekstsoorten:
Informatieve teksten: De schrijver wil de lezer informeren.
Betogende teksten: De schrijver wil de lezer tot zijn mening overhalen, hij wilt hem overtuigen.
Activerende teksten: De schrijver wil de lezer tot actie aanzetten, bijvoorbeeld een aankoop doen.
Amuserende teksten: De schrijver wilt dat de lezer zich vermaakt met zijn tekst.
Tekstvormen/tekstsoort:
Informatief: Nieuwsbericht, uiteenzetting, verslag, reisverslag, interview, instructie, handleiding en recept.
Betogend: Beoordeling, filmrecensie, toneelrecensie, boekbespreking, ingezonden brief en commentaar.
Activerend: Reclametekst, advertentie, folder, flyer, affiche en pamflet.
Amuserend: Verhaal, roman, toneelstuk, cabarettekst en column.
Tekstverband:
Concluderend: Dus, concluderend, de slotsom is, dan ook
Doel-Middel: Om te, waarmee, op dat
Oorzakelijk/oorzaak-gevolg: Doordat, daardoor, zodat, waardoor, dan ook
Opsommend: En, vervolgens, niet alleen...maar ook, zowel...als
Redengevend: Want, omdat, daarom, immers
Samenvattend: Kortom, samenvattend, alles bij elkaar
Tegenstellend: Maar, echter, toch, enerzijds, anderzijds
Uitleggen/voorbeeldgevend: Bijvoorbeeld, dat wil zeggen, met andere woorden
Vergelijkend: Net zo als, zoals, evenals
Voorwaardelijk: Mits, wanneer, als, indien
REACTIES
1 seconde geleden