Leesstrategieën
verkennend lezen: je leest de 1e zin van alinea’s tussen inleiding en slot, 1e indruk.
nauwkeurig: je leest de tekst helemaal, begrijpen.
zoekend lezen: zoeken in de tekst, antwoordt op je vraag.
studerend lezen: je leest de hele tekst meerdere keren, onthouden. kritisch lezen: onderzoek de tekst, informatie van de schrijver checken.
Tekstverbanden
opsommend |
ten eerste, ook, eveneens, bovendien, verder, tevens, zowel, als, tenslotte. |
tijdsvolgorde |
eerst, intussen, terwijl, toen, vervolgens, daarna, voordat, nadat, zodra, tenslotte. |
tegenstellend |
maar, echter, evenwel, toch, anderzijds, daarentegen, integendeel, enerzijds, |
uitleggend |
bijvoorbeeld, dat wil zeggen, met andere woorden, zoals. |
redengevend |
want, daarom, immers, namelijk. |
concluderend |
dus, dan ook, concluderend, de slotsom is, hieruit volgt. |
vergelijkend |
net als, zoals, evenals. |
samenvattend |
kortom, om kort te gaan, samenvattend, al met al. |
oorzaak/gevolg |
doordat, daardoor, zodat, waardoor, met als gevolg. |
middel/doel |
om te, waarmee, daarmee, opdat. |
voorwaardelijk |
als, wanneer, indien, mits, tenzij, op voorwaarde dat. |
Tekstdoelen, tekstsoorten, tekstvormen.
doelen |
soorten |
vormen |
informeren |
informatieve teksten |
nieuwsbericht, instructie, verslag |
overtuigen |
betogende teksten |
ingezonden brief, filmrecensie |
activeren |
activerende teksten |
advertentie, poster, oproep |
amuseren |
amuserende teksten |
jeugdboek, strip, cabarettekst |
Titels en onderwerpen
Bijna elke tekst heeft een titel. In kranten en tijdschriften wordt vaak een onder- of boven titel toegevoegd om duidelijker aan te geven waar de tekst over gaat.
Om het onderwerp van de tekst te vinden, heb je genoeg aan de titel en de eerste alinea’s.
Hoofdgedachte
Hoofdgedachte van een tekst is het antwoord op de vraag: Wat zegt de schrijver over het onderwerp?
- Zoek het onderwerp van de tekst
- Schrijf in één zin op wat de schrijver over het onderwerp zegt. Gebruik geen vraagzin.
- Let daarbij op de titel, de inleiding, kernzinnen en het slot.
Tekstopbouw
Tekstopbouw en tekststructuur is de manier waarop een tekst is opgebouwd.
De tekstopbouw kun je herkennen aan:
- een tekst kan een indeling in inleiding-kern-slot hebben
- sommige teksten hebben een tweedeling: inleiding-kern zoals een krantenbericht
Functies inleiding
- aandacht trekken
- het onderwerp aankondigen
- aanleiding noemen
- mening geven
- een centrale vraag stellen
- een hoofdgedachte / samenvatting geven
Functies slot
- een conclusie geven
- een samenvatting geven
- een advies geven
Argument en tegenargument
Feit: is iets wat werkelijk zo is.
Mening: is datgene wat een persoon van iets of iemand vindt of hoe hij over iets denkt.
Argument: is datgene wat een schrijver gebruikt om te bewijzen dat hij gelijk heeft, dat hij de juiste mening heeft, dat zijn standpunt klopt.
Tegenargument: als je het niet met hem eens bent moet je een tegenargument geven.
Verwijswoorden
verwijswoorden: verwijzen naar iets wat al in de tekst genoemd of naar iets wat verderop in de tekst staat.
Bijv.. in de volgende zinnen is zo’n verwijswoord.
sommige teksten hebben de driedeling inleiding-kern-slot. Zo’n tekst heeft dan ook ten minste 3 alinea’s
Vraag: Wat voor tekst heeft ten minste drie alinea`s?
Antwoord: een tekst met de driedeling inleiding-kern-slot
Dus een tekst met de driedeling inleiding-kern-slot
Beeld en opmaak
- speelt een rol als middel om aandacht te trekken
- met name het geval in reclameboodschappen
- met beeld wordt een foto bedoeld die met de tekst is gecombineerd
- onder opmaak valt alles wat de schrijver doet met de uiterlijke vorm van de tekst
Soorten samenvattingen
beknopte samenvatting: soms voor tekstgedeelte, soms voor hele tekst conclusie-argumenten samenvatting: aanpak die speciaal hoort bij betogen schematische samenvatting: belangrijkste informatie van een tekst
REACTIES
1 seconde geleden