Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 1 t/m 4

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 397 woorden
  • 2 november 2009
  • 4 keer beoordeeld
Cijfer 6
4 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 1
Persoonlijke smaakontwikkeling is dat je een andere keuze van leuke boeken krijgt.
Leesmotivaties is waarom je een boek gaat lezen
Literatuuropvatting
Lezersverwachting door wat je leest of hoort krijg je een verwachting over het boek
Leeshouding
Tekstsoorten noemt men types teksten die gemeenschappelijke kenmerken vertonen wat vorm, inhoud en bedoeling betreft.
Flaptekst

Hoofdstuk 2
Open plekken → Plekken die vragen oproepen
Actief lezen → dat je de tekst grondig leest

Invulling van open plekken → het beantwoorden van de vragen
Spanning → spanningsopbouw
Manipulatietechnieken → technieken om de spanning op te bouwen
Achterhouden van informatie →
Wekken van vermoedens dwaalsporen
Dwaalsporen het wekken van verkeerde vermoedens
Vooruitwijzing inlassen een blik in de toekomst
Vertaging het langzamer en gedetailleerder vertellen
Overschakelen op een andere verhaallijn dat je over gaat naar een andere verhaal
Spanningsboog (kort/lang) De tijd die verloopt tussen vraag en antwoord

Hoofdstuk 3
Fictie teksten met verzonnen verhalen, ook wel fictionele teksten genoemd
Non- fictie teksten die over de werkelijkheid gaan
Verbeelding
Autobiografische verhalen gaan over eigen belevenissen of ervaringen van de schrijver
Werkelijkheid echt

Proza teksten waarin een verhaal wordt verteld
Roman meer dan 100 blz. en beschrijft vrij uitgebreid de lotgevallen van een hoofdpersonage. Aan diens gedachten/gevoel word veel aandacht besteed. Veel bijfiguren.
Novelle zo’n 80 blz. kan daardoor hoofdpersonage maar beperkte uitvoeren, aantal gebeurtenissen is minder groot en hoeveelheid bijfiguren gering.
(kort) verhaal niet meer dan 30 blz. beperkt zich tot 1 of enkele gebeurtenissen. Hoofdpersoon beperkt uitgewerkt, bijfiguren gering (vaak 1).
Poëzie Gedichten en liedjes (regels niet volgemaakt, vaak ongelijke lengte, verloopt meestal geen tijd, gaat niet om gebeurtenissen maar om beschrijving situatie idee of gevoel, veel open plekken)
Toneel het opvoeren van een spel. Relaties tussen de personages speelt een belangrijke rol.
Lectuur boeken die niet tot de literatuur worden gerekend, zijn vooral serie’s. zoals bij het station. Zoals doktorromans. je weet hoe het verhaal in grote lijnen zal verlopen, altijd hetzelfde, behoudend en past zich sterk aan de bestaande smaak aan.
instelling van de schrijver hoe de schrijver is ingesteld
literaire recensenten dat zijn recensies uit kranten
erkenning
tekstkwaliteit de kwaliteit van de tekst

Hoofdstuk 4
Personages ze spelen in een verhaal.
Hoofdpersoon is de belangerijkste persoon uit het verhaal. Van hem krijg je het meeste mee.
Bijfiguur deze horen ook in het verhaal maar ze maken minder groei van gevoelens mee.
Doel wat te bereiken
Helper de gene die de hoofdpersoon helpt.

Tegenstander die werkt de hoofdpersoon tegen
Relaties wat het verband is tussen personages
Drijfveren waarop het blijft staan
Normen en waarden de maatschappelijke regels
Leefregels hoe je moet leven

REACTIES

M.

M.

Niet echt overzichtelijk

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.