H2 t/m 9

Beoordeling 0
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 885 woorden
  • 21 maart 2018
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
Maak kans op 50 euro Bol.com tegoed 💜

Scholieren.com wil weten hoe school écht is voor jou. Vul de vragenlijst in (7 - 10 min) en laat weten wat er beter kan. Wij luisteren — en je maakt kans op 50 euro 💶

Doe mee

Nederlands laagland samenvatting Louise

Hoofstuk 2

Open plek = een plek in het verhaal die vragen oproept, een nog niet ingevuld stukje in het verhaal.

Doel -> - Sturen van de lezer

- Hierdoor gaat hij actiever, nauwkeuriger en speurend lezen.

- Elke open plek veroorzaakt spanning

Open einde = Als een (belangrijke) open plek niet wordt ingevuld. (een gesloten einde is als alle open plekken zijn ingevuld)

Manipulatietechniek = een truc om spanning in het verhaal te brengen.

Voorbeelden: - Achterhouden van informatie

- Wekken van (onjuiste) vermoedens

- Dwaalsporen

- Een vooruitwijzing inlassen

- Vertraging (lange spanningsboog)

- Op een andere verhaallijn inschakelen

Stellingen

- Een detectiveroman heeft een korte spanningsboog

o Niet waar, je weet pas op het einde wie de dader is, dus juist een lange spanningsboog.

- Elk verhaal heeft open plekken

o Juist, niet alles wordt in één keer vrijgegeven.

- Hoe meer open plekken in een verhaal, hoe actiever de lezer moet zijn.

o Juist, want dan moet de lezer meer zelf nadenken in het boek.

Hoofdstuk 3+4

4 verschillen tussen literatuur en lectuur:

1. De instelling van de auteur; Schrijvers van lectuur willen geen kunst maken, maar zich aanpassen aan de smaak van de lezers. Schrijvers van literatuur willen wel kunst maken en bieden hun lezers meer dan alleen ontspanning.

2. Recensenten beoordelen alleen literaire boeken, nooit lectuur.

3. Uitgeverijen zullen ook onderscheid maken tussen literatuur en lectuur.

4. Literatuur wil de lezer verrassen, lectuur biedt altijd hetzelfde.Er is een duidelijk verschil in diepgang, stijl, opbouw en originaliteit.

Het belangrijkste verschil tussen proza en poëzie = De hoeveelheid wit op de bladzijde, die bij poëzie veel groter is dan bij proza.

3 soorten fictie; toneel, proza en poëzie.

Belangrijkste rollen in een verhaal: Hoofdpersoon, helper en tegenstander.

Non-fictie = waarheidsgetrouw

Fictie = Niet waarheidsgetrouw; bijna alle literatuur maakt hiervan gebruik. Zelfs autobiografieën (het werk is naar de visie van de auteur geschreven, die waarschijnlijk minder objectief zijn dan de visie van omringende personen)

Massaliteratuur = triviale literatuur = Een soort droomwereld om de werkelijkheid te ontvluchten en er worden vaak clichés gebruikt

Hoofdstuk 5

Fabel = de chronologisch geordende geschiedenis.

Sujet = De gebeurtenissen in de volgorde waarin ze in het verhaal verteld worden.

Verhaallijn = een serie gebeurtenissen met grote samenhang die eigen ontwikkeling heeft.

Terugverwijzing = een verwijzing waarbij wordt verwezen naar iets wat al is gebeurd.

Flashback = het verhaal springt voor een langere periode terug in de tijd en gebeurtenissen uit die vroegere tijd worden verteld/beleefd.

Een hechte structuur = alles wat gebeurt, hangt samen.

Vooruitwijzing = er wordt verwezen naar iets wat pas later in het verhaal gaat gebeuren.

Hoofdstuk 6

De auteur schept de verteller, dus kan zelf niet de verteller zijn.

Vertelsituaties:

1. De ik-vertelsituatie (ik-perspectief)

2. De personale vertelsituatie (hij/zij-vorm)

3. De alwetende vertelsituatie

4. Meervoudig perspectief

Ik-vertelsituatie en personale vertelsituatie

Overeenkomst: - Gebeurtenissen vanuit de ogen van één personage

- Beide vertelsituaties kunnen subjectief en onbetrouwbaar zijn.

- Van de andere personages kom je allen de ‘buitenkant’ te weten; alleen wat ze zeggen of doen, niet wat ze denken.

Verschil : - In een hij-vorm wordt er over de hoofdpersoon verteld, bij ik-vorm vertelt deze juist over zichzelf.

- In een hij-vorm lijkt de verteller afwezig, in het verhaal wordt hij afstandelijker dan bij de ik-vorm.

De alwetende verteller ≠ een verhaalpersonage.

Hij vertelt over de personages (van wie hij alles weet) in de hij/zij-vorm.

Meervoudig perspectief = de lezer ziet gebeurtenissen afwisselend door de ogen van verschillende personages; verschillende perspectieven.

Hoofdstuk 7

Literair-historisch motief = Een veelgebruikt motief in de literatuur

Leidmotief = een concreet voorwerp dat steeds maar terugkomt. (Op het eerste oog onbetekenend detail, dat door herhaling belangrijk wordt.)

Verhaallijn = Hierbij worden alleen de personages, gebeurtenissen en structuur voorgelegd.

Thematische laag = Betekenislaag = Hierbij wordt de (diepere) betekenis van het verhaal voorgelegd.

Stellingen

- De titel houdt meestal verband met de thematiek uit het verhaal.

- Een motto is een korte tekst die voor in het boek staat.

- De motieven samen verwijzen samen naar de thematiek

- Een motto zegt vaak iets over de thematiek.

Hoofdstuk 8

  • Uit in eigen land.

o Paradox; in het land blijven maar er toch uitgaan.

- Maxireizen, miniprijzen.

o Tegenstelling, maxi/mini.

- Eerst Napels zien en dan sterven

o Tegenstelling, een hoogtepunt (Napels) en dieptepunt (sterven)

- Nu zal je de poppen aan het dansen zien!

o Metafoor, er wordt iets anders bedoeld (nu komt er narigheid!)

- De auto krulde om de boom.

o Vergelijking zonder als, de auto reed zo hard tegen de boom dat hij er als het ware om krulde.

Roman = >100 pagina’s

Hoofdpersoon = karakter -> meer eigenschappen, ontwikkelingen.

Novelle = <100 pagina’s

Hoofdpersoon = een vlakker personage (politieagent, bakker)

Hoofdstuk 9

Literatuuropvatting = bedoeling (van de auteur met literatuur), wat een auteur met zijn literatuur wil bereiken, visie op de functie van literatuur.

3 soorten: - Amusement

- Toegankelijkheid (of het makkelijk te lezen is of niet)

- Engagement (als het een duidelijke politieke/maatschappelijke boodschap heeft)

Als een literair werk van een auteur een duidelijk mens- en wereldbeeld als thematiek heeft, dan zie je die thematiek vaak in meer werken van de auteur terug.

Als er vragen worden gesteld over een boek/recensie: meldt uit de bron!!

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.