Nederlands Spelling
Par 1 Persoonsvorm
De persoonsvorm vinden
Door de zin vragend te maken.
Tegenwoordige tijd
Spel de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd enkeldvoud
• Als stam (als er ik bij staat (voor of achter); als er jij (je) achter staat): ik vind, vind jij
• Als stam + t (alle andere gevallen): jij vindt, hij/zij vindt, Julivien vindt
Spel de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd meervoud
• Als infinitief (hele werkwoord): de leerlingen vinden
Verlden tijd
- Gebruik bij zwakke werkwoorden ’t ex-fokschaap:
Hele werkwoord – en, als de laatste letter bij de uitgang een t, x, f, k, s, ch of p is, schrijf de verldentijd dan als stam + te.
kuchde of kuchte?
Kuchen – ik kuch, ch komt voor in ’t ex-fokschaap
Dus: kuchte
graasde of graaste?
Grazen – ik graas, z komt niet voor in ’t ex-fokschaap
Dus: graasde
- De vervoeging van sterke werkwoorden (die in de verleden tijd een andere klank krijgen) levert geen spellingprobleem op. (lopen - liepen)
Je maakt de langer om te horen of de laatste letter een –d of –t is.
De man staat – de man stond (want: stonden)
Hij koopt – hij kocht (want: kochten)
- Een persoonsvorm in de verleden tijd spel je nooit met –dt.
Import-werkwoorden
Engelse werkwoorden die in het Nederlands gebruikt worden, vervoeg je alsof het Nederlandse werkwoorden zijn.
- Laat de Engelse uitgang-e staan, als je uitspraakproblemen krijgt:
Racen –ik race, hij racet
Timen – ik time. Hij timet
Deleten – ik delete, hij deletet, hij deletete, hij heeft gedeletet
- Gebruikt in de verleden tijd gewoon ’t ex-fokschaap.
Mixen – ik mix, hij mixte, want x zit in ’t ex-fokschaap
Volleyballen – ik voleybal, hij voley-balde, want l zit niet in ’t ex-fokschaap
Par 2 Overige werkwoordsvormen
Hoe spel je infinitief, gebiedende wijs, onvoltooid deelwoord en voltooid deelwoord?
• De infifnitief (inf) staat in het woordenboek: oppassen, spelen
• Spel de gebiedende wijs (gw) als stam: Kijk om je heen! Loop eens door!
- Met gebiedende wijs druk je een gebod of bevel uit
• Spel het onvoltooid deelwoord (od) als infinitief + d(e): kijkend(e), lopend(e):
De gladiator keek smekend (od) naar de keizer op.
- De werking is nog statisch of nog voortdurend.
• Het voltooid deelwoord (vd) komt meestal voor naast een vorm van hebben, zijn of worden: Ik had de brief al verstuurd (vd). Johan is vaak verhuisd (vd).
Elly werd vroeg opgehaald (vd).
- Gebruik voor het voltooid deelwoord van bekende zwakke werkwoorden de verlengproef: maak het werkwoord langer om te horen of de laatste een d of een t is: gehoord, want gehoorde; gemist, want gemiste.
Als je twijfelt, kun je ’t ex-fokschaap gebruiken. Als de letter voor de uitgang -en van het hele werkwoord een t, x, f, k, s, ch of p is, eindigt het voltooid deelwoord op -t; in andere gevallen op -d.
- Boffen: Je hebt geboft met zo’n goede vriendin.
- Bellen: Hoe laat heb je me gisteren gebeld?
Van een od en een vd kun je een bijvoegelijke naamwoord (bn) maken. Spel een bijvoegelijke naamwoord zo kort mogelijk: groot – grote, vergroot – vergrote, verbreed – verbrede.
- Op het pas opnieuw bestrate (bn) trottoir lag nog wat straatzand.
- De ontslagen (bn) secretaresse betrad huilend (od) het kantoor van haar collega’s.
- ‘Gedane (bn) zaken nemen geen keer’, zei de verkoper tegen de klant die er spijt van had dat hij een benzine slurpende (bn) auto had aangeschaft (vd).
Maar (vanwege de uitspraak): het gejatte (bn) geld, de geredde (bn) drenkeling.
De bn geeft een toestand of een eingenschap aan van het zelfstandig naamwoord.
Par 3 Lastige gevallen in de werkwoordspelling
-Er zijn werkwoorden die op twee manieren geschreven worden en toch hetzelfde klinken: *vind-vindt; kosten-kostten; gebeurd-gebeurt; verraaden-verraden; verwoestte-verwoeste.
-d of –dt?
Bij deze keuze gaat het om de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (pvtt). Die spel ja als stam of stam+t. Stap 1: Bepaal welk onderwerp bij de persoonsvorm hoort.
Stap 2: Beslis met de schema op blz. 246 of je stam of stam+t moet spellen. Onthoud! bij werkwoorden waar geen d in zit, krijg je nooit een –dt. Een vorm als *betreurdt kan niet bestaan, want in betreuren zit geen d.
-d of –t?
In dit geval gaat het enorm of de werkwoordsvorm persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt) is (gelooft) of voltooid deelwoord (vd): geloofd.
Stap 1: Verander de zin in tijd. Een persoonsvorm verandert dan (gelooft→geloofde), een voltooid deelwoord niet.
Stap 2: Pas uit het schema op blz. 246 de regel voor pvtt of vd toe.
Schema: Tegen woordige tijd (tt):
1. Ik erbij (voor of achter) en jij/je erachter: stam
2. Anders in het enkelvoud; ook als je/jij voor staat: stam+t
3. In het meervoud: het hele ww
4. Opletten als je/jij naar iets verwijst bijv. Je zus: stam+t
-de(n) of –dde(n), -te(n) of –tte(n)?
In dit geval gaat het enorm of de werkwoordsvorm een persoonsvorm verleden tijd (pvvt) is of niet. Alleen bij verleden tijd (pvvt) komen –dde(n) en –tte(n) voor.
In ander gevallen spel je vrijwel altijd –de(n) of –te(n), behalve als de infinitief –dd of –tt bevat *(redden, witten): geredde, gewitte. Onthoud! alleen bij werkwoorden waar al een d of t in de stam zit, krijg je –dde(n) of –tte(n), bijv.* Ik raad – hij raadde; ik wacht – wij wachtten. Opletten zodat je niet in de war raakt! Als het een bn is krijt het een t of d omdat je het zo kort mogelijk moet opschrijven.
REACTIES
1 seconde geleden