Grammatica H1
Wanneer het wederkerende voornaamwoord bij het werkwoordelijk gezegde hoort: als je het woordje zich NIET door iets of iemand anders kunt vervangen
Wanneer het wederkerende voornaamwoord bij het lijdend voorwerp hoort: als je het woordjes zich WEL door iets of iemand anders kunt vervangen
Wederkerende voornaamwoorden met werkwoorden:
- Zich wassen à lv
- Zich schamen à wg
- Zich vergissen à wg
- Zich bevinden à wg
- Zich vermaken à lv
- Zich realiseren à wg
Kun je zich vervangen door iets of iemand anders?
Ja à lijdend voorwerp
Nee à werkwoordelijk gezegde
Zinsdelen:
- Enkelvoudig of meervoudig à tel de pv’s
- Zoek de hoofdzin
- Zet de pv van de hoofdzin tussen de zinsdeelstrepen
- Zinsdeelstrepen zetten
- Zinsdelen benoemen
Samengestelde zin = meer dan een zin (zinnen aan elkaar plakken)
- Tel het aantal persoonsvormen, en dan weet je uit hoeveel zinnen het bestaat.
- Verander de zin van tijd, dan kun je de pv vinden
Hoofdzin = in een hoofdzin staan het onderwerp en de pv altijd naast elkaar!
Bijzin = ALTIJD EEN ZINSDEEL! In een bijzin staan de pv en het onderwerp niet naast elkaar
Stap 1: enkelvoudige zin of samengestelde zin à tel de pv’s
Stap 2: Zoek de hoofdzin (HZ)
Hoe? à zoek de pv en het onderwerp (o), want in de hoofdzin staan de pv en het onderwerp naast elkaar!
Stap 3: Start met het benoemen van zinsdelen in de hoofdzin.
Een bijzin is altijd een zinsdeel van de hoofdzin (bv. lv-bij zin, o-bijzin, bwb-bijzin)
Werkwoordelijk gezegde: alle werkwoorden in de zin
Naamwoordelijk gezegde: als het belangrijkste werkwoord in de zin een kww is. Dan komt er nog een extra zinsdeel bij: wie/wat + onderwerp + pv + lijdend voorwerp.
Koppelwerkwoorden (kww) = ZWABBELS + heten, dunken en voorkomen
- Zijn
- Worden
- Blijven
- Blijken
- Lijken
- Schijnen
- Heten
- Dunken
- Voorkomen
Enkelvoudige zin = heeft altijd één pv!
Onderwerp = wie/wat + pv à éérst WIE!!! Als dat niet kan WAT
- Het woordje NIET = altijd een BWB!
- EN, DUS, MAAR, WANT, OF = nevenschikkende voegwoorden (nevenschikkende = naast)
- Woorden: Jan en Piet
- Zinsdeel: de kleine Jan en de grote Piet
- 2 hoofdzinnen of 2 bijzinnen aan elkaar plakken
!!!!nevenschikkende voegwoorden kun je niet een hoofdzin aan een bijzin plakken!!!!
!!!!HET WOORDJE OF KAN ONDERSCHIKKEND OF NEVENSCHIKKEND ZIJN!!!!
- ALLE ANDERE VOEGWOORDEN = onderschikkende voegwoorden
- Plakt een hoofdzin + een bijzin aan elkaar
Volgorden van zinnen ontleden:
- Zoek de pv (zin van tijd veranderen)
- Zinsdeelstrepen zetten
- Zoek het onderwerp (wie/wat + pv)
- Werkwoordelijk gezegde/naamwoordelijk gezegde
- Lijdend voorwerp (het hoeft niet altijd in een zin te staan, geen lijdend voorwerp, dan ook geen meewerkend voorwerp)
- Meewerkend voorwerp
- Voorzetselvoorwerp
- BWB (bijwoordelijke bepaling)
- ZET ZINSDEELSTREPEN = HET MOET VOOR DE PV KUNNEN STAAN
- Bij onderwerp is bijna altijd WIE, en bij het lijdend voorwerp is het bijna altijd WAT
Redekundig ontleden:
- Samengesteld of enkelvoudig
- Zoek hoofdzin
- Onderstreep de pv in de hoofdzin
- Zinsdeelstrepen
- Onderwerp
- Wg/ng
- Lv
- Mv
- Vzw
- Bwb
Taalkundig ontleden:
Lidwoord, zn, bn
ALS ER GEEN LV IN DE ZIN STAAT, STAAT ER OOK GEEN MV IN DE ZIN!!
Nevenschikkend vgw. à en, dus, maar, want, of
- Het plakt een : hoofdzin en hoofdzin – bijzin en bijzin – woord en woord – zinsdeel en zinsdeel. ALLES VAN HETZELFDE NIVEAU
Onderschikkend vgm. à alle andere voegwoorden!!
- Het plakt een : hoofdzin en bijzin
!!OF KAN ONDERSCHIKKEND EN NEVENSCHIKKEND ZIJN!!
- Redekundig ontleden (zinsdelen) = pv, o, WG/NG, lv enz..
- Taalkundig ontleden (woordsoorten) = lw, zn, bn, hww, zww enz.
ALS EEN WOORD IETS ZEGT OVER EEN WOORD DAT GÉÉN ZELFSTANDIG NAAMWOORD IS, IS HET EEN BIJWOORD!
Onjuiste inversie
inversie:
- vraagzin: fietste ik ……
- wanneer je een zinsdeel voor de pv zet
samengestelde zin: Hz en Hz à let op nev. vgw.
Als je een samengestelde zin hebt van HZ en HZ kan er in de tweede hoofdzin een onjuiste inversie zitten (toepassen) =
samentrekking:
je mag woorden weglaten in de tweede zin, als de functie de betekenis en het aantal gelijk is.
stap 1: opzoek naar het nev.vgw, daar begin gezin 2
stap 2: vind er inversie plaats?
stap 3: mag dat?
- incorrect: zal en ik omdraaien = ik zal
- incorrect: kreeg en hij omdraaien = hij kreeg
- incorrect: bij dezen gebruik je alleen als je iets geeft = u kunt
- correct
incongruentie
inversie
zinsdelen benoemen
alle woordsoorten
- incorrect: ik had
- incorrect: ik deel
- incorrect: ik heb
- incorrect: we konden
- incorrect: we komen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden