Grammatica

Werkwoordelijk gezegde (wwg)

Alle werkwoorden in een zin

Naamwoordelijk gezegde (nwg)

(zijn,worden,blijven,lijken,blijken,schijnen,heten, dunken, voorkomen)

Alle werkwoorden in een zin + naamwoordelijk deel

Naamwoordelijk deel= zegt iets over onderwerp

Vb: de wedstrijd werd een mislukking

Nwg= werd een mislukking

Onderwerp (ond)

Wie of wat + gezegde           

Lijdend voorwerp (lv)

Wie of wat + gezegde+ onderwerp

-.nooit bij nwg!

Meewerkend voorwerp (mv)

Aan/voor wie + gezegde+onderwerp+lijdend voorwerp

-als het er al staat moet je het kunnen weglaten

Bijwoordelijke bepaling (bwb)

De rest

vragend voornaamwoord

wie, wat, welke, wat voor (een)

-staat vaak aan het begin van vraagzin (zoniet, maak de zin vragend)

bezittelijk voornaamwoord

zijn, haar, mij enz.     

aanwijzend voornaamwoord 

deze, dit, die, dat

-verwijst naar znw

-kan i.p.v. lw voor een znw staan

persoonlijk voornaamwoord 

ik, hij, zij, wij, jullie enz.

betrekkelijk voornaamwoord            

onbepaald voornaamwoord  

wederkerig voornaamwoord

elkaar, elkander, mekaar

wederkerend voornaamwoord

me, ons en zich

(ik was me, wij wassen ons, hij wast zich)

bijvoeglijk naamwoord

zegt iets over znw. Zoals de mooie bloemen, de grote auto

lidwoord

de, het, een

voorzetsel                  

je kan het vaak voor ‘de kast’ en ‘het feest’ zetten (vb: achter voor in op)

zelfstandig naamwoord

je kan er de het of een voorzetten

telwoord

hoofdtelwoord: gewone getallen en breuken

rangtelwoorden: 1^e 2^e laatste middelste (eindigt vaak op ‘e’ )

bepaald: je weet precies hoe veel het is

onbepaald: vaag

( 1^e = bepaald rangtelwoord,  middelste=onbepaald rangtelwoord)

hulpwerkwoord

de onbelangrijkste ww in een zin (heeft gegeten, is geweest)        

zelfstandig werkwoord

belangrijkste werkwoord in een zin

koppelwerkwoord                             

-belangrijkste werkwoord in de zin.

-1 van 9 koppelwerkwoorden (,worden,blijven,lijken,blijken,schijnen,heten, dunken, voorkomen)

- je moet het door 2 of meer koppelwerkwoorden kunnen vervangen

Wat:

-vragend vnw.

-bezittelijk vnw.

-onbepaald vnw.

Die, dat:

-aanwijzend vnw.

-betrekkelijk vnw.

-vragend vnw.

-betrekkelijk vnw.