Samenvatting Gedocumenteerd Schrijven blok 1
Een betogende tekst heeft als doel de lezers te overtuigen van jouw standpunt. Een uiteenzetting wil de lezer iets leren. Het gaat bijna uitsluitend om feiten. Een beschouwing geeft de lezer zelf een mogelijkheid om over iets na te denken. Het is dus een opiniërende tekst.
Je kunt teksten op verschillende manieren benaderen wanneer je de lezer wilt informeren. Je hebt de historische, technische, maatschappelijke en actuele benadering. Je moet goed geïnformeerd zijn om je schrijfdoel te kunnen realiseren.
Om je lezers ergens van te overtuigen moet je kiezen voor een kritische benadering. Je kunt ook uitgaan van je eigen ervaringen, een persoonlijke benadering.
Meervoudige en ondergeschikte argumentatiestructuur (betoog).
Publiek met een standpunt van twijfel.
Inleiding: Onderwerp introduceren
Stelling/standpunt geven
Middenstuk: argument 1
+ ondersteunende argumenten
argument 2
+ ondersteunende argumenten
argument x
+ ondersteunende argumenten
Slot: Hoofdgedachte = stelling
Argumentatiestructuur met weerlegging van mogelijke tegenargumenten (betoog).
Publiek met een tegenovergesteld standpunt.
Inleiding: Onderwerp introduceren
(vraag)stelling geven
Middenstuk: argument 1
+ ondersteunende argumenten
argument 2
+ ondersteunende argumenten
argument x
+ ondersteunende argumenten
tegenargument 1
+ weerlegging ervan
tegenargument y
+ weerlegging ervan
Slot: Hoofdgedachte = stelling
Wanneer je dit hebt vastgesteld bepaal je de deelonderwerpen.
Het slot bevat: korte samenvatting, afweging, toekomstverwachting, een wens, aansporing.
Zakelijke tekstsoorten
Informeren: uiteenzettingen, aankondigingen, beschouwingen.
Overtuigen: betogen
Activeren: bijv. reclamefolder, advertentie.
Aanpak voor het schrijven van een tekst
1. Noteer het onderwerp
2. Noteer het schrijfdoel; informeren of overtuigen. Controleer de eventuele opdracht op aanwijzingen over het schrijfdoel.
3. Stel je tekstsoort vast: uiteenzetting, beschouwing, betoog. Controleer de eventuele opdracht op aanwijzingen over de tekstsoort.
4. Noteer je invalshoek/beperk je onderwerp: historisch, actueel, technisch, maatschappelijk, kritisch, persoonlijk of een combinatie. Controleer de eventuele opdracht op aanwijzingen.
5. Noteer de hoofdgedachte. Controleer de eventuele opdracht op aanwijzingen.
6. Stel je publiek vast. Probeer bij een betoog te bepalen welk standpunt de lezers hebben. Standpunt van twijfel/ tegenovergesteld standpunt.
7. Noteer je deelonderwerpen. Controleer de eventuele opdracht op aanwijzingen.
Heb je genoeg informatie?
Brainstorm, stel vaste vragen.
Bepaal de noodzaak van verdere documentatie.
8. Bepaal de alineavolgorde van het middenstuk en kies een tekststructuur:
Verleden/heden/toekomststructuur
Indelingsstructuur
Vraag-antwoordstructuur
Probleem-oplossingstructuur
Voor- en nadelenstructuur
Verklaringsstructuur
Meervoudige en ondergeschikte argumentatiestructuur
Argumentatiestructuur met weerlegging van mogelijke tegenargumenten
9. Vul het bouwplan in. Bepaald de inhoud van de inleiding, middenstuk en slot. Het onderwerp zet je in de inleiding. De deelonderwerpen zet je in het middenstuk. De hoofdgedachte zet je in het slot.
10. Werk de deelonderwerpen in trefwoorden uit.
11. Schrijf het middenstuk uit. Houd rekening met eisen van de gekozen tekstsoort.
Uiteenzetting:
- chronologische of indelende volgorde
- bij elkaar wat bij elkaar hoort
- informatie in logische volgorde
- voldoende voorbeelden
- illustraties
Beschouwing:
- voldoende en betrouwbare feiten
- concreet en duidelijk
- eerlijke weergave feiten, meningen, oplossingen
- controleerbare info
Betoog:
- overtuigende argumenten
12. Schrijf je inleiding uit. Bij een betoog:
Alinea 1: voorbeeld
actualiteit
anekdote
Alinea 2: stelling.
Introduceer het onderwerp. Maak de inleiding pakkend. Gebruik eventueel een stelling of een paar vragen om van je inleiding bij het middenstuk te komen.
13. Schrijf het slot uit. Benadruk je hoofdgedachte in de vorm van een samenvatting of conclusie. Mogelijkheden; afweging, toekomstverwachting, wens, aansporing, samenvatting.
Besteed aandacht aan de laatste zin. Mogelijkheden; aansluiten bij de titel, inleiding, afsluiting met een (variant) op een citaat.
14. Zet een titel boven de tekst; informerend of motiverend.
Samenvatting Gedocumenteerd Schrijven blok 2
Suggesties voor de inleiding van een betoog:
- inleiding vanuit een voorbeeld of anekdote
- vanuit de actualiteit (als aanleiding)
- vanuit een stelling
Het slot is het laatste gedeelte van een tekst. In het slot van een betoog heeft de hoofdgedachte de vorm van een conclusie. Je kunt de conclusie geven in de vorm van een afweging.
Suggesties voor de inleiding van een beschouwing of een uiteenzetting:
- vanuit voorbeeld, anekdote, actualiteit, aanleiding.
- vanuit geschiedenis
- prikkelende vraag of vanuit het belang voor de lezer.
Het slot van beschouwingen:
- Kleine samenvatting is gewenst. Als je verschillende meningen tegenover elkaar hebt gezet is het aardig met een toekomstverwachting te komen.
Het slot van uiteenzettingen:
Een samenvatting van de hoofdzaken.
Krachtige uitsmijters:
Sluit aan bij de titel, kom terug op de inleiding of sluit af met een citaat.
REACTIES
1 seconde geleden
K.
K.
deze tekst is erg informatief :P dankjewel mattie!!!! echt gangster
13 jaar geleden
Antwoorden