Formuleren, stijlfiguren

Beoordeling 0
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 759 woorden
  • 1 oktober 2019
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode

Dubbelop:

Onjuiste herhaling: 

Een vast voorzetsel wordt 2 genoemd in een zin, waarvan één keer teveel. Hij irriteert aan zich aan jou.

Tautologie:

Er wordt in een zin twee keer hetzelfde gezegd met verschillende woorden (synoniem). Misschien dat ze er wellicht achter komt. 

Pleonasme:

Wanneer een betekenis van een woord of woordgroep nog een keer genoemd wordt door een ander woord, meestal van een ander woordsoort. De vieze stank.

Contaminatie:

Wanneer twee woorden of uitdrukkingen onjuist met elkaar worden verdraaid. Uitprinten is een combinatie van uitdraaien en printen. Geen enkel spoor van bewijs = geen enkel bewijs/geen spoor van bewijs.

Fouten met verwijswoorden:

Hij, zij, ze, het, hem, haar, zijn, haar:

Onzijdige woorden zijn het-woorden en zijn in het woordenboek met een O aangegeven; de goede vormen zijn het en zijn. Namen van landen, steden, clubs en verkleinwoorden zijn het-woorden. 

Mannelijke en vrouwelijke woorden zijn de-woorden. In het woordenboek is mannelijk m: hij, hem, zijn en vrouwelijk is m: zij, ze, haar. v(m) zijn vrouwelijke woorden die ook mannelijk gebruikt mogen worden. 

Vrouwelijk:

-heid -nis -ing -st

-schap -te -de -ie

-ij -iek -theek -teit -uur

Die of deze; dat of dit:

De-woorden = die en deze

Het-woorden = dat en dit

Het huis dat, dit huis

De kat die, deze kat

Hen of hun:

  • Hen gebruik je wanneer er een lijdend voorwerp is, na een voorzetsel
  • Hun gebruik je met een meewerkend voorwerp zonder voorzetsel, nooit als onderwerp

Een verzameling mensen (groep, bestuur) is enkelvoud, niet meervoudig (hun, hen, zij)

Dat of wat:

Dat verwijst, zoals eerder gezegd, naar een het-woord.

Wat wordt gebruikt in een overtreffende trap, onbepaald voornaamwoord of een hele zin 


 

Wie of waar:

Voorzetsel + wie = personen

Waar + voorzetsel = zaken of dingen

De zaak waarover.

De chef over wie.

Onduidelijk verwijzen:

Wanneer een verwijswoord naar niks verwijst, dus het is onduidelijk waar de zin over gaat. En soms kunnen er twee mogelijkheden qua betekenis zijn, dan moet er één duidelijk iets worden gekozen. 

Incongruentie:

Er zijn vier soorten fouten:

  • Een meervoudig onderwerp wordt als enkelvoudig gezien: Drugs veroorzaakt  of media schrijft
  • Een enkelvoudig onderwerp wordt als meervoud gezien: de voorzitter en de secretaris had of de Nederlandse jeugd hebben. 
  • Een enkelvoudige kern wordt opgevolgd door een meervoudige bijvoeglijke bepaling: Altijd naar het kernwoord kijken voor de juiste werkwoordsvorm.
  • Een meewerkend voorwerp wordt als een onderwerp gezien: bezoekers wordt verzocht.

Dat/als-constructie:

Wanneer er (om)dat als, (om)dat wanneer, (om)dat indien of zodat als/wanneer/indien in een zin staat, is het fout. Het als-deel van de zin moet naar de achterkant van de zin worden verplaatst. Ook kan er volgens mij gebruikt worden in plaats van ik denk, ik geloof, ik vind. 

Foutieve samentrekking:

Als een woord herhaald, mag er soms een deel weggehaald worden. Dit mag alleen wanneer:

  • de betekenis van het weggelaten woord/de overgebleven zin hetzelfde blijft
  • De vorm (enkelvoud en meervoud) hetzelfde is
  • de grammaticale functie hetzelfde is

Wanneer een woord twee verschillende betekenissen heeft in dezelfde zin, kan deze natuurlijk niet worden weggelaten. (smeren en smeerde)

Foutieve beknopte bijzin:

Een beknopte bijzin is een bijzin zonder onderwerp en persoonsvorm. Een beknopte bijzin is fout. De verbetering die je moet maken is de zin duidelijk maken door de persoonsvorm of het onderwerp erin te doen. 

Zinnen onjuist begrenzen:

Zinnen beginnen met een hoofdletter en eindigen met een punt. In samengestelde zinnen wordt de bijzin (meestal) gescheiden van de hoofdzin met een komma. Fout:

  • Wanneer er een zinsdeel los staat, maar eigenlijk onderdeel is van een lange en samengestelde zin. 
  • Soms worden twee zinnen fout aan elkaar geplakt. 

Twee hoofdzinnen worden geplakt met en, maar, want of dus. Als er geen verbindingswoorden worden gebruikt, maak je er twee verschillende zinnen van. 

Onjuiste inversie:

Een onderwerp kan niet achter de persoonsvorm staan. Dit is inversie. Dit kan veranderd worden door de zin opnieuw te schrijven. 

Symmetrie:

Als er een opsomming in de zin voorkomt, moet deze wel symmetrisch zijn. Een bijzin en een beknopte bijzin bijvoorbeeld is een foute combinatie. Een prima verslag en dat ze een geweldig cijfer kregen zijn twee verschillende zinsdelen. 

  • Fouten in getal, dus meervoud en enkelvoud. 
  • Fouten in voornaamwoordelijke aanduiding. Bijvoorbeeld men en je in dezelfde zin gebruiken, terwijl dat niet kan.
  • Fouten in de grammaticale constructie; bijzin en woordgroep. 

Vaak kan je een fout in symmetrie op twee manieren oplossen. 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.